Zaterdag 7 Februari. 1891. EN J. K. C. POT, I O FEUILLETON. De Hertogsmoorder. IERSEKSCH iel Dit blad verschijnt eiken Zaterdag, ijs per S maanden, franco per post 65 cents, jor het buitenland 90 cents. - -den stukken enz. «orden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan lliïroau X Thoi.'l - vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker telerseke. Thoolsehe tonrant, UITGEVER: T H O L a Ti. Advertentiën: van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. ENGST uwdc eigendommen. Tholen Burgemeesters der gemeenten maken be^ JÜ ongeo 1 van 10 tot 12 uur, in het gemeentehuis zitting zal worden gehouden tot het opmaken van de ge tuigschriften ter bekoming van vrijstelling wegens I r.j'eJr 'dienst ot op grund van te zijn eenige wettige oedoeld in de 2de en 3de zinsnede van art. 63 der bovengenoemd ii. i zij die op maken, op geraelden tijd in Li:. dat eenc opgave van de uitkomsten der meting lTjoejen verschijnen, vergezeld vai. hatting van gebouwde en ongebouwde eigen- 3ur„eme8ster bukende meerderjarige"- i), in deze gemeente gelegen, gedurende dertig I tervT;ji 0p broeiierui:mst reclameerende, van den 4 Februari tot en met den 5 Maart ande, ter gemeente-secretarie voor een ieder zage ligt. :ek. en aangepl. te Tholen, den 3 Februari 1891. De Burgemeester van Tholen C. J. DE V. VAN NOORDEN. De fd. Burgemeester van lerseke. J. SINKE Jz. zoodanV vrijstelling aanspraak ■•«ntehuis zullen iejciV. (le" ij zullen ie, moeten medebrengen de bewijzen van henzeive en van de nog in leven zijnde broeden benevens het paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uittreksel uit het stamboek of een bewijs van werkelijke dienst van den broeder of de broeders op wiens of wier dienst zij hunne reclame gronden. bij het korps hunner keuze dat zij behalve het bovenbedoelde getuigschrift zullen moeten overleggen 1. het bewijs, dat zij aan de plichten der militie, voor zoover die te vervullen waren, hebben voldaan 2. indien zij als militair of op 'stands vloot ge diend te hebben, een bewijs van ontslag en een getuigschrift van goed gedrag, afgegeven door den Commandant van het korps, waarbij zij ".♦stelyk hebben gediend. (Dit getuigschrift kan .^.lien Commandant worden aangevraagd) 1 n zij minderjarig zijn, een bewijs van toe- r.ing van bunnen vader of voogd da. dij die voor de militie is ingeschreven, als vrijwilliger worti; toegelaten slechts voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene plichten ten aanzien van de militie meer te vervullen hebbe. mogten vinden, hunne bezwaren vóór den 12 Febru ari 1891, op ongezegeld papier, bij den Raad zullen kunnen indienen. Loting voor de Nationale Militie. lerseke, gemeesters en Wethouders der gemeenten Tholen> let op artt. 28 en volgende der wet van den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72) engen bij deze ter kennis van belanghebbenden le loting der in het vorige jaar voor de ingeschrevenen, zal plaats hebben voor de lente lerseke in het gemeentehuis te Knpelle, 28 Februari 1891, 's morgens half elf, en te en, den 2 Maart 1891, te beginnen des voor- Ti ags ten 9 uur ïsk t gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag op de loting heeft plaats gehad, tegen de wijze op zij is geschied, bij Gedcpateeroe S.. be- kunnen worden ingebracht door belang ende lotelingen, of door hun vader of voogd; de bezwaren moeten worden ingediend door lel van een door de noodige bewijsstukken ge- verzoekschrift op ongezegeld papier, onder, end door hem, die ze inbrengt; welk verzoek- m ft bij den Burgemeester moet worden overgebracht- n bewijs van ontvang at op Maandag 2 Maart te lerseke, en op Dins- 3 Maart 1891 te Tholen, des voormiddags vj 1 NATIONALE MILITIE. Oproeping van V'rijwilligers. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tholen Brengen bij deze ter kennis van een ieder, dat degenen welke genegen mochten zijn vrijwillig te dienen bij de nationale militie, dat zij zich gedurende de loopende maand Februari, dagelijks, met uitzon dering van de Zondagen, zich zullen kunnen ver voegen ter gemeente-secretarie, vergezeld van twee ter goeder naam en taam staande meerderjarige inwoners dezer gemeente, die de vereischte verklaring omtrent den burgerlijken staat en het gedrag van den persoon, die als vrijwilliger verlangt op te treden, kunnen afleggen en bet op te maken getuigschrilt onderteekenen voorts, dat de vrijwilligers voor de militie moeten zijn: ongehuwd ot kinderloos weduwnaar en ingezeten van het Rijkr lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1,56 meter lang, on op den Isten Januari van het jaar der optreaing als vrijwilliger het 20ste jarr ingetreden zijn en het 35ste jaar niet hebben volbracht. Zy, die in het bezit zijn van de hieronder sub 2 vermelde stukken, kunnen tot en met hun 40ste jaar als vrijwilliger voor de militie worden toegelaten dat zij, voor zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en er gelegenheid toe bestaat, worden .ïngelyfd Burgeraeestsr en W ethouders der gemeente Tholen, gezien de circulaire van den heer Commissaris des Konings in deze provincie van den 29 Januari 1891, A no. 104, 1ste afdeeling herinneren bij deze de belanghebbenden aan de bepalingen, vervat in de wet van den 8sten Novem ber 1815 Staatsblad no. 51). art. 125 der provin ciale- en art. 228 der gemeente-wet, volgens welke alle schuldvorderingen ten laste van het Rijkde Provincie en de Gemeente, binnen zes maanden, vol gende op het jaar waarover dezelve loopen, zullen moeten worden ingediend bij zoodanige administratiën of ambtenaren, welke de orders tot het doen van leverantiën of anderzins gegeven hebben, op poene van te worden gehouden voor verjaard en vernietigd wordende mitsdien een ieder uitgenoodigd, om de Schuldvorderingen welke hij ten laste van het Rijk, de Provincie of de Gemeente, over 1890 mocht hebben, zoo spoedig mogelijk in te dienen, en daar toe den uitersten termijn, bij de wet vastgesteld, zijnde den laatsten Juni aanstaande, niet af te wachten Burgemeester en Wethouders van Tholen brengen ter kennis, dat het kohier der belasting op de honden voor het loopende dienstjaar is opgemaakt en van heden tot en met den llden dezer maand ter secre tarie ter inzage zal leggen terwijl diegenen welke zich met den daarop gebrnchten aanslag bezwaard KIESRECHT. De mannelijke inwoners der gemeente, lo. die in eene andere gemeente over het laatstverloopen dienst jaar (dat is 1889(90) in de personeele belasting, ter zake hunner woning, waren aangeslagen naar eene hoogere huurwaarde <ian die, welke volgens art. 1 litt. a en b van de wet van 24 April 1843 aan spraak geeft op vermindering tot een derde of twee derde gedeelten der belasting naar de drie eerste grondslagen 2o. die in de grondbelasting in eene andere ge meente of in meer gemeenten te zamen over het dienstjaar 1890 tot een bedrag van ten minste tien gulden zijn aangeslagen. 3o. die, hetzij hooiden van gezinnen of alleen wonende personen zijnde, van den inwonenden eigenaar of eersten huurder van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de personeele belasting ten minste op het dubbele is gesteld van het lnagste in de gemeente voor den vollen aanslag vereischte bedrag, gedurende negen maanden voorafgaande aan den 15 Februari 1891, een gedeelte in huur hebben ge- bad en bewoond, waarvoor geen afzonderlijke aan slag in de personeele belasting geschiedt, maar waarvan de jaarlijksche huurwaarde, ongestoffeerd, in verhouding tot de belastbare huurwaarde van het woonhuis of afgezonderd gedeelte van het woonhuis geschat, het sub 1 bedoelde bedrag van der. vollen aanslag bereikt (beloopende voor deze gemeente f 28; worden uitgenoodigd daarvan ter secretarie der gemeente te doen blijken (die sub 1 en 2 door overlegging van voor voldaan geteekende aanslag biljetten die sub 3 door invulling van een aangiftbiljet, dat kosteloos verkrijgbaar is) vóór den vijftienden Februari aanstaande. Yerseke, den 31 Januari 1891. De Voorzitter van den Gemeenteraad J. SINKE Jr. Novelle. 'l^pet gelukte Herman eindelijk het Valkhof bereiken, waar de burgvoogd zijn verblijf Qnjld. Ook hier was alles somber en treurig, ten vroolijk gezang der wachters, geen luid- ebtige steinmeu, noch het gewone drijven en tfelen van dienaren en wapenknechten werd ♦vernomen; de wachters zagen stil en treurig ór zich; en toen hij zijnen naam had genoemd, ftd hij, nadat men de bevelen des burgvoogds orifcraagd had, zwijgend binnen gelaten. VWees welkom op het Valkhof, jonker Her- sprak Wolfert, de burgvoogd, toen de igekomene voor hem stond. „Ik verblijd den zoon van een ouden vriend na langen weder te zien, doch wenschte in blijder n u op den burg te ontvangen. Zeg mij, is het u gegaan in Italië ddar hebt gij u ers opgehouden ,,Ja, heer Wolfert!" en Gode zij dank, ik ben voor ongevallen bewaard gebleven, ofsc,.oon ik den strijd niet heb geschuwd. Maar er was voor mij "geen heil te vinden, daarom ben ik wedergekeerd. Met ontsteltenis echter ben ik uwe stad doorgereden. Zij schijnt ïard door de ziekte bezocht?" „Het is vreeselijk, jonkerIk heb menigen strijd bijgewond en vele stervenden aanschouwd, maar zulk eene sterfte heb ik nooit gezien. En hier helpt geen moed en dapperheid dappere en krachtige mannen worden zoowel als vrouwen en kinderen plotseling ziek; zij voelen zwakte en duizeling en brandende pijn; vuur schijnt iien te verteren; dan vertoonen zich eenige builen en vlekken en binnen eenige uren sterven zij. Het kerkhof kan de dood en niet meer bevatten; eene nieuwe plaats is daarvoor bestemd. Er zijn geen timmerlieden genoeg om kisten te maken; eenige wagens vol zijn van elders dezen morgen aangekomen. De schrik en vrees is zoo groot, dat de natuurlijke liefde tusschen bloedverwanten vervangen wordt door de grofste zelfzucht, eu menig huis uit sterft door gebrek aan hulp en oppassing. Maar laat ons niet langer daarover spreken; want hoewel ik anders niet licht vervaard ben, wordt het mii, bij zooveel ellende, waarbij men niets kan doen, toch akelig om het hart. Zeg mij liever eens, wat nu uwe plannen zijn „Ik wenschte", antwoordde Herman, „mijn zw:.ard voor hertog Reinold te trekken en eene eervolle plaatsing te bekomen als aanvoerder eener krijgsbende, en nu kom ik u, den vriend mijns vaders, verzoeken, of gij mij bij den hertog, wkn ik geheel onbekend ben, wilt aanbevelen/' „Dat wil 'k gaarne", antwoordde Wolfert „en te eer kan ik dit, dewijl ik u keu als een edel en moedig jonkman, die de zaak, welke hij dient, gewis eer zal aandoen, en ook omdat gij ervaring hebt ogeda&n iu den krijg. Ik zal u een brief medegoven, die den hertog om trent UiV persoon genoegzaam zal inlichten om u eene welkome ontvangst te verzekeren. Intus- schen zijt gij mijn gast dezen raiddag, en moeten wij trachten alle bange zorgen zooveel mogelijk ter zijde te. stellen." Jonker Herman bleef dien dag bij den burg voogd, doen de gulle vreugde ontbrak aan den disch; de trenrge ramp, Üe <.e stad teisterde, bande elk blijmoedig gevoe! erman bleef niet lang, en gevoelde eene verruiming des harten, toen hij de stad, die slechts een pesthuis scheen, weer achter zich had. Hij keerde naar Hees terug, en bleef nog een dag in Adelheides nabijheid. Toen begreep hij, dat hij niet langer kon toevenhij vond gelegenheid om 's avonds Adelheid nog eens te spreken, en nam afscheid van haar, met vernieuwde beloften van trouw eu de wederzijdsche uitdrukking van hoop op betere tijden. Den volgenden morgen, vroeg tijdig reisde hij met zijnen dienaar af, en begaf zich naar Arnhem, waar de ziekte bijna even sterk heerschte als te Nijmegen, zoodat hij wei nig begeerte gevoelde orn zich daar langer dan noodig was op te houden. Na de paarden te hebben ververscht, reden zij verder en be gaven zich naar het hertogelijk slot Rosenrlacl, waar Herman zich, voorzien van den brief van den burgvoogd, bij den vorst wilde aanmelden. De jeugdige hertog Reinold lag in eene prachtige slaapstoel, in zijne volle kleeding uit gestrekt. Door de slaapzaal liepen eenige dienaren onrustig heen en weder. Tegenover de stoel stond pater Cyrillus, een der be kwaamste medicijnmeesters uit den omtrek, deze gaf den vorst iets in van den drank uit eene flesch, die hij in do hand hield. Het

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1891 | | pagina 1