No. 289.
Zaterdag 24 Januari.
1891.
EN
J.
1. C. POT,
Publicatiën.
Misbruik van Crediet.
FEUILLETON.
De Hertogsmoorder.
IERSEKSCHE
Thoolsche Courant,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
„„roeden stukken, «nr. worden dierlijk. op .50M™*2L!ffiEÏlX
UITGEVEK:
het b'ureau te Tholen ol'vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
en met Maandag den 26 Januari a.s. op de geirone
kantooruren.
Yerseke, den 19 Januari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. SINKK, Jr. l.b.
De SecretarisJ. A. GEILL.
Tholbn.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elko advertentie, 3 maal ter p'aatsing opgegeven,
2 maal in rekening gebraoht.
40 cents; iedere regel meer
wordt slecht»
De Burgemeester der Gemeente Tholen,|Yerseke,
brengt bij deze ter kennis van de Ingezetenen, dat
ij hem ontvangen en aan den Ontvanger der Directe
elastingen ter invordering is verzonden, het Kohier
er Grondbelasting voor het dienstjaar 1891, met
itnoodiging aan een iegelijk wien zulks aangaat,
in na bekomene kennisgeving van z'jncn aanslag,
en spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten,
met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke
dienaangaande mochten bestaaan, binnen drie maanden
na heden behooren tc worden ingediend.
Tholen, den 19 Januari 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. J. DE VULDER VAN NOORDEN.
Yerseke, den 15 Januari 1891.
De fd. Burgemeester voornoemd,
J. SINKE, Jr.
JU.
Dat liet crediet zoo verschillend beoordeeld
wordt, dat de eene er de loftrompet over
steekt, terwijl de andere het hartgrondig ver-
wenscht heeft behalve het gewone verschil
van inzichten of den indruk vati het oogenblik,
no* een anderen grond, die in dit geval de lijke samenleving blijven doorvloeien.
Men moet namelijk tweederlei 1 ur.»* Aat. W. hm
dat zijn kapitaal vermindert, de andere gebruikt
dit om in het algemeen en in zijn eigen belang,
het rijker vruchten te doen afwerpen. Dit i*
het kapitaal-crediet.
Zou zoodanig crediet af te keuren zijn? Nie
mand, die het een oogenblik in de gedachten
zal krijgen. Dit crediet geeft vleugels aan han
del en nijverheid, het stelt menig ongefortuneerd
maar eerlijk en bekwaam man in staat zaken te
doen, het is het voedsel voor allerlei onderne
mingen, en zonder dezen vorm van crediet ver
leening is onze tegenwoordige maatschappij niet
denkbaar. Het kan zijn, dat kapitaal in de we-
wereld der socialisten niet noodig is, maar
zoo lang deze nog maar in de verbeelding bestaat,
zal het kapitaal-crediet alle aderen der raensche-
ABONNEMENT RAVEhGELDEN.
Burgemeester en Wethouders van Yerseke brengen
ïierinede nogmaals ter kennis van de daarbij belang
hebbenden, dat zij die het havengeld voor hunne
lorfknartuigen volgens art. 3 der verordening op de hef
fing van haven- en kaaigelden in deze gemeente
wcnschen te abonneeren, ten kantore van den ge-
meente-ontvanger, voor 31 Januari a.s. opgave moeten
ta doen van het getal, den naam en de grootte van hunne
'vaartuigen, alsmede van den tijd waarvoor zij zich
abonneeren willen.
L Bij verzuim van aangifte vóór dien datuin zal het
.gewone tarief per ton en per reis worden toegepast.
Yerseke, den 19 Januari 1891.
Voor een viertal kinderen wordt alsnog de gele
genheid opengesteld om de bewaarschool van den
heer W. Mol, alhier, gratis te bezoeken.
Onvermogende ouders die van deze gelegenheid
willen gebruik maken oin hurnc kinderen gratis
naar die bewaarschool te zenden, kunnen zich daartoe
aanmelden ter gemeente-secretarie van af heden tot
voornaamste is.
crediet onderscheiden, die zeer wezenlijk van
elkander verschillen en waarvan de eerste inder-
derdaad de ziel der nijverheid en de andere de
kanker van veler bestaan mag heeten. Het
eerste zou men kapitaal-crediet en het andere
verbruiks-crediet kunnen noemen. Zij loopen
zoo zeer uiteen, dat iedereen het verschil ter
stond zal inzien.
Wauueer iemand in het bezit van kapitaal is,
onverschillig hoe hij er is aangekomen, dan kan
zich het geval voordoen, dat hij liever van de
rente daarvan leeft, dan er zelf mee te werken.
Hij kan voor dit laatste te oud zijn geworden
of er de lust of de bekwaamheid voor missen.
Wat doet hij dan Hij vertrouwt het aan een
ander toe, die het tot eenige onderneming aan-
Want vergeet niet, dat het kapitanl-crediet
in vormen bestaat, die eenigszins afwijken van
het eenvoudige geval, dat een rentenier zijn geld
leent aan iemand, die het bijv. tot een zekeren
handel wil gebruiken. Als men op een gegeven
oogenblik weigerde zijn kapitaal aan anderen
toe te vertrouwen, dan vervielen in eens alle
bankinstellingen, zooals spaarbanken, voorschots
en depositobanken, en alle soorten van papier
geld, als bank- eu muntbiljetten, wissels en
orderbriefjes, die den handel zoo oneindig ver
eenvoudigen.
't Is waar dat ook van dit crediet misbruik
gemaakt wordt. Maar om dit tegen te gaan
moet meu het niet afschaffen maar verbeteren.
Men trachte zooveel mogelijk toe te zien, dat
men zijn vermogen niet toevertrouwt aan men-
wendt, en daarvoor aan zijn crediteur eene be- I schen die het wegens oneerlijkheid of onbekwaam-
i)
Novelle.
In het dorp Hees, nabij Nijmegen, stond in
de veertiende eeuw een vervallen adelijk huis.
De daken waren van leien beroofdhet gras
ir groeide op de afgebrokkelde muren de ruiten
waren meestal gebroken, en hier en daar zelfs
ho» de looden staafjes uit de
2
looning onder den naam van rente of interest
uitkeert. Dit heeft tweeerlei nut: de crediteur
geniet de vruchten van zijn kapitaal zonder iets
te doen waarvoor hij niet geschikt is en zonder
DA
verdwenen.
Geen brug verleende meer den toegang tot het
gebouw, hetgeen trouwens ook niet noodig was,
want daarbinnen heerschte levenlooze stilte, en
waarschijnlijk werd het huis, waar eenmaal wel
licht de feestliederen klonken en de beker rond
ging onder vroolijke ridders, thans slechts door
ratten en uilen bewoond.
In eene lindenlaan voor het oude huis, vroe
ger de weg naar de poort, nn wild met gras
en onkruid begroeid, stond een rijzig jong edel
man, en staarde met droefgeestigen blik op de
bouwvallige muren. Zijn haar was donker als
zijne oogen, welker blik, hoewel op dit oogenblik
weemoedig starende, wel vurig moest zijn, want
geheel dat regelmatig, maar scherp geteekend
gelaat drukte hevige aandoeningen uit.
„Treurig overblijfsel van de bezitting mijner
vaderen!" sprak hij bij zichzelven. „Toch was
het mij, na mijne omzwerving, een heilige plicht
u weder te zien, zelfs eer ik mijne Adelheid
omhelsde, en hier nabij het gebeente mijner
voorvaderen voor de rust huuner ziel te bidden.
Toen knielde hij, boog het van de fraaie muts
ontbloote voorhoofd voorover, en prevelde aan
dachtig eenige gebeden.
Nadat hij was opgestaan, vestigde hij nog
eenmaal een blik op het gebouw en zeide
„Mocht ik u doen herrijzen en Adelheid als
mijne huisvrouw binnen uwe muren leiden
Doch nu naar haar toe, de vreugde mijner ziel,
beid niet waard zijn, zorge zooveel mogelijk
voor degelijken waarborg en bovenaler moet
onderwijs zijn dat tevens opvoedend werkt, d.i.
karakters vormt.
Nn het andere soort van crediet! Als ik
iemand op rekening verkoop, dan vertrouw ik
hem iets toe, dat voor verbruik bestemd is en
niet orn mee te werken of te handelen. Het is
geen kapitaal dat ik hem leen, maar het zijn
de vruchten van mijn kapitaal. Betaalt hij mij
niet, dan ga ik dubbel achteruit: mijn kapitaal
vermindert en tevens mijn inkomen of verdiensten.
Heb ik iemand kapitaal geleend, dan is het mij
in zekeren zin onverschillig wanneer ik dat terug
krijg, als hij mij maar de rente blijft betalen,
maar wie mijn koopschulden niet betaalt, die
ontsteelt mij kapitaal en rente beide. Dit nu
is wat met verbruik-crediet bedoeld wordt, en
dit is zeer dikwijls voor kooper en verkooper
te gelijk verderfelijk. Voor den laatsten als hij
niet betaald wordt, voor den kooper omdat het
hem soms zorgeloos, en den waren stand van
zijn kas zeer gemakkelijk onzichtbaar maakt.
Tegen dit crediet wordt zoo vaak en terecht te
velde getrokken, maar ook dit zal om verschil
lende redenen moeilijk de wereld uitgaan. Het
eenig middel om buiten dezen treurigen toeitand
te geraken zon zijn: niet langer te borgen aan
hen, die we niet ten volle vertrouwen. Koop
lieden en winkelier», die zich bij het opzichten
hunner zaken ernstig hadden voorgenomen zoo
weinig mogelijk te borgeu, moesten van liever
lede toch voor den drang der omstandigheden
zwichten en werden door hun goed vertrouwen
vaak de dupe van sluwe oneerlijke klanten.
Maar zelfs al heeft de handelaar met eerlijke
ineuschen te doen, dan levert het op rekening
koopen, vooral in verband met de gewoonte van
velen om de betaling zoolang mogelijk uit te
stellen, ja zelfs te doen verjaren, hem veel moeie-
lijkheden op. Maar zoolang de wet hier niet
tusschen beide treedt, zal deze treurige toestand
niet spoedig veranderen.
hem naderde. Het was eene jonkvrouw, die
met lichten tred voortzweefde. „Zij is hetriep
hij op een toon van blijdschap uit.
Zoodra de joukvrouw op het eenzame pad een
sierlijk gekleed edelman zag naderen, bleef zij
aarzelend staan en scheen zich te bedenken, of
het wel voegzaam was haren weg te \ervolgen.
Daar hij zich echter bleef voortspoeden, kou ook
zij weldra die rijzige gestalte nader onderschei
den. Zij vestigde haren blik nauwkeuriger op
hem, en eene plotseliuge blijde ontroering joeg
haar het bloed naar de wangen en deed haar
van aandoening sidderen. „Hemel, is dat. een
droombeeld
aan wie mijne komst het grootste geluk zal snellen
breugen!" Bij deze woorden verliet hij met
haastigen tred de eenzame plek, en een zijpad
tusscheu het korenland inslaande, richtte hij zijne
schreden naar een huis, dat op een kwartier
afstands, even tusschen het geboomte te voor
schijn kwam. Slechts eenige oogenblikken
was hij voortgestapt, toen zijn oog zich
vestgde op een wit voorwerp in de verte.
Was het niet een witte sluier, die daar golfde
boven het koren Hij versnelde zijne schreden.
Het voorgevoel eener blijde ontmoeting doortin
telde zijne ziel. Toen hij aan het punt was
gekomen, vanwaar het voetpad lijnrecht het
korenland doorsneed, kon hij onderscheiden wie
nep zij uit en wilde voorwaarts
maar hare krachten schenen haar te
begeven, en als vastgeworteld bleef zij staan.
Een oogenblik daarna lag zij in de armen des j
jonkmans en werden de uitroepen van „Her-
mau 1" „Adelheid!" afgewisseld onder tranen des
gevoels.
„Gij zijt het dan waarlijk, Herman?" sprak
Adelheid, een weinig tot zichzelve gekomen.
„Welk wonder voert u zoo plotseling in mijne
nabijheid? Ik meende eerst uwen geest te zien;
maar nu zij Gode gedankt, dat gij in leveu en
gezondheid u hier bevindt!"
„Vergeef mij, Adelheid, mijne lieve," was het
antwoord, „dat ik niet het eerst tot u kwam,
naar wie ik zoo vurig verlangde; de geheiligde
herinnering en de plicht jegens mijn voorgeslacht
voerden mij het eerst naar de plek, waar zij
leefden en hun gebeente rust. Ik ben vóór eenige
weken te scheep van Italië in Eranrijk terug
gekomen en van daar over Brabant hierheen
gereisd. Heden morgen reed ik met mijn ouden
dienaar Wender uit 's Hertogenbosch. Maar wat
voert u zoo ter rechter tijd hier, Adelheid?
waar wildet gij heen?" „Het was mij eiken
dag een zoete, weemoedige troost," antwoordde
zij, „mij uwer te herinneren bij dit huis, waar
gij werdt geboren eu uwe voorvaders hebben
geleefd.
„Dank voor deze trouwe liefde, Adelheid 1"
hernam hij geroerd. „Geloof mij, ook ik heb
geen dag, geen uur doorgebracht, zonder uwer
te gedenken; in de stille uren der rust en in
het gewoel van den strijd, overal en altijd zweef
de uw beeld voor mijne oogen. Maar ik vraagde
u nog niet: zijn uwe ouders gezond en welvarend?"
Ja," was het antwoord„geen rampen troffen
ons huis, sedert uw afwezen."
„Mijne reis heelt mij weinig voordeel aange
bracht, Adelheid, en het pijnigt mij u te moeten
zeggen, dat ik bijna even arm ben als te voren.
Zoude ik, nu ik nog evenmin als vroeger u een
verblijf kan aanbieden, wel uwen vader om uwe
hand durven vragen, zoo als wij afgesproken
hadden