Zaterdag 26 Mei
1888.
J. 1. C. POT,
'S, rublicatiën.
iom<i
30,
T
Iets over den Aardappel.
JOf IL L E T 0 S.
EONORE
IERSEKSJHE 1
ferlags
34, fr
g (oc
in Hol
i op
'an A
en ra
blad verschijnt eiken Zaterdag.
'i maanden, franco per post 65 cents,
buitenland 90 cents.
stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAG-
acht aan het bureau te T h o I e n of vóór DON-
,G bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholek.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 4U cents;
iedere regel meer 10 ceuts; groote letters naar
plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing
opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening ge
bracht.
gers,
ieder:
der al
fSKENDMAKING.
en Wethouders der gemeente Tholen.
issive van den Ijker, Chef van dienst
»n den 22 Mei 1887 doen te weten:
voor deze gemeente zal plaats heb-
meentehuis alhier op Zaterdag den 2
10'/» tot 12 en 1 tot 4 ure op Maan-
i van 9 tot 10 en 1 tot 4 ure.
t ter kennis der ijkplichtigen gebracht:
herijk van ten verkoop bestemde, voor-
en oj leen zi! geschieden, waaneer die stuk
eden staat bevinden;
en behoorlijk schoon en droog gemaakte
ichten kunnen worden onderzocht, en
n er aan worden herinnerd ziek bij
gst hunner voorwerpen te overtuigen
wettige ;ner>*ïn dr d.-.ar
>i> rzu.d't-fi, iiio uy Oen licrjjk
>egaui, later niet zal ontslaan van
in G
hildp
en o|
it ui
lingc
nd o;
;ilign
te land, onverschillig tot vrelke lichting zij behooren
voor zoover zij voor den len April j.1. in het genot
van onbepaald verlof zijn gesteld en zich in deze
gemeente bevinden, dat dezelve zich op Maandag den
11 Juni 1888, des voormiddags ten 10 ure te Tholen
voor het gemeentehuis zullen moeten vervoegen,
voorzien van de kleeding- en uitbating-stukken, van
hun zakboekje en van hun verlofpas, om aldaar door
den Militie-Commissaris te worden onderzocht.
Wordende een ieder wien zulks aangaat ernstig
aangemaand, om zich ten voorschreven dag, uur en plaats
te doen vinden, ten einde zich niet bloot te stellen
aan de straffen bij de wet bedreigd.
Gedaan ta Tholen, den 19 Mei 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. J. DE VULDER VAN NOORDEN.
De Wethouder
M. G. VAN =ïAPELE.
ytematen,voorzien van raerkteekenen
van onwettige of afgeschafte maren,
afgekeurd en ten alle tijde in beslag
ii worden.
onderdeden van het Gram, uitsluitend
ntoor t« Middelburg kunnen worden
het einde van den termijn van den
ter a. het gebruiken of voorhanden
laten of Gewichten, niet voorzien van
tempel merken verboden en strafbaar is.
ien m ^6 Mei 1888.
pN ALE MILITIE.
genWethouders van de gemeente Tholen.
ïl 1 van het besluit van den Com-
ngs in deze provincie, van den 10
ciaal blad no. 43).
deze de verlofgangers van de Militie
en Wethouders van Tholen brengen
belanghebbenden, dat de doorrit in
lot nadere aankondiging voor het ver
til voertuigen en vee zal afgesloten zijn.
nïei 1885.
-■•r, meester uer ucrueerttv ïliolen,
J bij deze ter kennis van die Ingezetenen.dat
j bij hem ontvangen en aan den On vanger derDitate
j Belastingen ter invordering is veraönden, bet kohier i
'Mi het patentrecht (4e kwartaal, /oor Let dienstjaar
1 1Su\b3, mei uitnoodiging aan eer. egel ijlt wien zulks
aangaat, om na bekomene kenni*ge\ing van zijnen i
aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldi^,
te kwijlen, met herinnering tevens, dat de bczwrm
welke dienaangaande mochiu:
maanden na heden behooren te orden ingediend.
Tholen, den 19 Mei löS8.
De Bwrbemeestei
C. J. DE VULDER VAN NOORDEN.
Weinig mensehen, misschien zelfs zij, die
jaarlijks aardappelen poten en rooien en een ge
deelte van den oogst afzonderen om ze in liet
volgende voorjaar weer te polen, hebben er o.'er
nagedacht, wat er toch wel in zoo'n aar ia;
als hij niet opgegeten wordt, -i i zijn rijp w
den omgaat. Wie weet of menigeen hem i
als een dood voorwerp beschouw', en aiitv.c
den zal: „Daar gaat niets iü om.' Dat is ei-
nst
jerviar het Duitsch,
h'
yie reden moest de kanselier deze
'Ogst bedenkelijk vinden. Volgens
eischte de majesteit van den
zich steeds door allerlei ceretno-
tette van de overige menschen op
P loest houden, en als een zon slechts
nederstralen op al zijn burgerlijke
De rechte plaats van een vorst,
er van Jakob von Staffels was te
]R'1 PraclRige en aristocratische hof-
deaal, wat trouwens aan de meeste
en begon gehuldigd te worden,
feitelijk in verzet gekomen. Zón-
rillen of te vermoeden was zij in
inet den kanselier en had zij hem
nd gemaakt. Zijne vijandschap
ilijker omdat hij haar natuurlijk
5ETI openbaar, dus slechts in stilte en
P ironkelwegen, kon bestrijden. Hij
RDS
ii, s;
wel zeer voorbarig gesproken, want bij een wei
nig nadenken, zou men minstens tot erkenning
der waarheid gekomen zijn, dat zoo'n aardappel
toch zeker nog leeft. Want als men in het
voorjaar zoo'n knol in den grond legt, ja zelfs
als men hem stil in den kelder laat liggen, dan
ontkiemt hij, en brengt loten, stengels en nieuwe
knollen voort, en, dat weet toch wel iedereen,
wat dood is brengt geen nieuw leven voort.
Nog iets. Wie aardappelen verbouwt, heeft
vooral na een zachten winter, (meestal tot zijn
verdriet) bemerkt, dat aardappelen, die den
vorigen zomer hij het rooien over het hoofd
gezien zijn, in het voorjaar ontspruiten.
Hebt gij u wel ooit afgevraagd: „Waarom
pas in het voorjaar:" Zij zitten dan toch al
zoolang in den grond. Waarom wachten zij
lj\j v ^ie u Ui uötrticrri Ar#w Cc
openbaren? In de temperatuur kan het toch
itten, want in het najaar heeft men vaak
deuze.fden warmtegraad als in het voorjaar.
Bovendien in een kelder, die bij eene tamelijke
diepte het heele door ongeveer dezelfde
"armte heef' wacht ei. zij ook tot het voorjaar,
tj beginnen uit te loopen.
'ch," denkt ge misschien, „dat is eenvou-
Alles heeft zijn tijd, en in het najaar is
het de tijd voor een aardappel niet oin te
groeien." Dat zal wel waar zijn, maar daar in
de natuur niets zoinh oorzaak is of geschiedt,
zult gij gevoelen, dat gij met die woorden, hoe
lig verklaart. De zaak
is er vn1 strekt niet mee opgelost.
Een bekend natuuronderzoeker, Müller-Thur-
gau, h« eft zich de moeite getroost, en niet wei-
lig moeite ook, om op de gestelde vraag een
antwoord te zoeken; en hoewel hein dat
•/iidi-rzoek heel wat geieerd heeft, berust het
g, die in verband staat
de meer algemeene: „Hoe is het sluime-
t.jdp-rk van boometi, struiken en andere
:n te verklaren len deele nog maar op
koesterde de vrees, flat deze burgerlijke -
mansdochti r de waardigheid van h>.t inarkgrai'c-
lijk hof in aanzien zou doen verminderen, vooral
wanneer zij inderdaad tot Markgravin mocht
verheven worden. Voor het belang des iauds
was dit, naar zijne opvatting, een gevaarlijk 1
vooruitzicht. Op voorzichtige v.-ij2e trachtte hij
zijn heer en meester iets van die gevoelens ie i
doen begrijpen, doch Markgraaf Phillipp was
daarover nooit te spreken en :ag zelfs niet in
wat zijn kanselier met zijne geheimzinnige op
merkingen en toespelingen kou bedoelen. Jakob j
von Staffel gevoelde intusschenweldra dat het!
gevaarlijk zou geweest zijn in die richting voort
te gaan, en dat de vor t, zoo hij iets van zijne I
bedoelingen had begrepen, hem oömiddelijk zou
hebben ontslagen.
Er schoot hem dus niets ande rs over dan voor
het uiterlijke den schijn aan te Inemeu alsof hij
ijverig arbeidde aan de verheffinfg van Johanua,
doch die in stilte op allerhande! wijze tegen te
werken.
De stamhouder der jongere li' ie, Graaf Koen-
raad, bleef intusscheu steeds int afwachting dat
zijn vorstelijke neef bij de een p( andere wilde
jachtpaitij een ongeluk zou krijgen waardoor hij
Lot de regeering zou worden geroepen. Hij
had een zeer vertrouwden vriend, den vrijheer
von Sewenich, een fijn diplomaat uit eeu der
oudste adelijke geslachten van het laudje. Met
dezen man knoopte Jakop von Staffel een ge
heime correspondentie aan. Die correspendentie
leidde tot persoonlijke kennismaking, eu werd
vooral van den kant van Sewenich zeer aange
houden, daar deze zich bijzonder aangetrokken
gevoelde tot de schoone Eleonore, de dochter
van den kanselier. Hij bewonderde hare schoon
heid enhaar geld, en deed bij haren
vader aanzoek om hare hand. De kanselier gaf
hem in het geheim de verzekering zijner toe
stemming. Eleonore was met den vreemden be
zoeker volstrekt niet ingenomen, doch hel be
hoorde tot de gewoonte dier dagen, vooral in
de hoogere kringen dat de wil van de dochter
voor dien des vaders moest buigen. Voorloo-
pig echter kon daarvan nog niets komen. Eerst
moest men afwachten of de wilde Markgraaf
misschien zou sterven, dan wel, dat hij zijne
plannen teu opzichte van Johanna zou opgeven.
Vóór dien tijd kon de kauselier moeilijk in het
openhaar den vriend van Graaf Koenraad tot
zijn schoonzoon aannemenSewenich trachtte