reilt!, p| aai de SÉsp m oeslerteelt, lalon, eiz.
No. 101
Zaterdag
12 Juni
1887.
M. C. POT,
W" Zij die zich van
lieden af op dit blad
abonneerenontvangen
de in dit kwartaal nog
te verschijnen nummers
gratis.
Publicaties.
FEUILLETON.
OM HET GELD.
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAG
AVOND ingewacht aan het bureau te T h o I e n of vóór DON
DERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholbs,
Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 cents;
iedere regel meer 10 cents; groote letters naar
plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing
opgegevenwordt slechts 2 maal in rekening ge
bracht.
LOTING VOOS DE SC HTJ Tt ES I-J.
De alfabetische iSfamfijVteri' van af de personen.
die aan £e Uiting voor de schutterij van dit jaar moeten
dee,Yiemen. zullen ter inzage van een iedei liggen in
het gemeentehuis dezer gemeente van Zaterdag den
18 Juni tot Zaterdag, den '25en dezer loopendc maand,
des voormiddags van 9 tot 12 uren, teneinde een
ieder In staat zoude zijn, om, ingeval hein op die
lijsten ecnigc personen of omstandigheden mochten
voorkomen, die op dezelve zouden behoorcn te wor
den aangeteekend of daarvan moeten worden wegge
laten, zulks bij de met het opzicht over de loting
belaste commissie ter kennis te brengen.
De loting over het loopende jaar is bepaald op
den 25 dezer maand, des namiddags te 7 uren.
Yerseke, den 17 Juni 1887.
Burgemeester en Wethouders van Yerseke
J. DE KOEIJER, l.b.
Be Secretaris
D. SPRUIT.
De Fransche Revolutie en de Parijsche
wereldtentoonstelling in I88S.
lil
Hoe weinig wij van de aanleiding tot de
Groote Revolutie gezegd hebben, toch blijkt er
uit dat het Fransche volk rechtmatige grieven
9) Novelle.
„Eduard,'' vraagde zij na een lange pauze,
meer om hem aflleiding te geven, dan in de
hoop eenig antwoord le ontvangen „Eduard,
hoort ge niets van Anna
De jonge man schrikte. Ook het wegvoerpu
van zijn zuster had hij op dien ongelukkigen
dag vernomenhet deukbeeld aan dat on
schuldige vrouwtje verhoogde zijn haat. Maar
hij waagde het niet aan zijn zieke moeder hel
ergste mee te de.elen en schudde slechts zwij
gend het hoofd.
Mevrouw Ekhart streelde zijn gloeiend gelaat
en zeide met bevende stem „Ik zal spoedig
sterven Eduard, maar het komt er voor mij
niet op aan hoe of'waar. Ga gij van hier weg,
voor gij u laat overwinnen, en den uioed u be
geeft, zooais het mij gegaan is. Uw vader is
de slaaf van dien man met zijn adellijken naam,
maar onedel karakter. Ga mijn kind, en redt
tegen de regeering had. Het was dan ook geen
wonder, dat, teen eenmaal de Staten-Generaal
bij elkander war:n en de derde stand of de af
gevaardigden van het volk, door kleingeestig
heden van den koning en de hofpartij geprik
keld om afzonderlijk te vergaderen, zich lot
nationale vergadering verklaarden, deze instem
ming vond bij het Parijsche volk. Hiermede
begon de Revolutie.
De Nationale vergadering ging aanstonds ijve
rig aan het welk om een geheel nieuwe orde
van zaken in hel leven te roepen en de grond
slagen te leggen voor het nieuwe staatsrecht.
Eene verklaring van de rechten van den mensch
werd uitgevaardigd, alle voorrechten van den
eeneu stand bc en den anderen werden afge
schaft, de bel.' ringenaan allen opgelegd,
'■'.uuffj'; tp iniu'"17* - OOT
vrijheid van druipers en godsdic-nst uitgevaar
digd en de rechtspleging veranderd. Het recht
van eerstgeboorte, heerendiensten, tienden, gil
den, de pijnbank en andere instellingen uil de
middeleeuwen moesten wijken voor de langza
merhand ontstane begrippen van meerder huma
niteit en van vrijheid, gelijkheid, en broeder
schap. be staatsinrichting werd geheel gewij
zigd. H«erbij trad, gelijk te begrijpen is. het
sedert jaren gepieuikte denkbeeld der volkssou-
vereiniteit op den voorgrond de koning was
om het volk en niet het volk om den koning.
Men kreeg dus eene wetgevende vergadering
door het volk gekozen en de macht des konings
werd zoodanig beperkt, dat hij slechts een scha
duw van gezag overhield. Op het gebied der
wetgeving werd hem zelfs alle macht ontnomen,
behalve dat hij een door de Kamer aangenomen
wet lijdelijk schorsen kon.
Dit zijn in 't kort de nieuwigheden, die de
Revolutie aan Frankrijk geschonken heeft en die
in latei jaien met grooter of kleiner wijzigin
gen in de onderdeden' door bijna alle Euro-
peesche volkeren eveneens zijn begeerd en,
meestal uiet moeite en strijd, ook zijn verkre-
u, nu het nog lijd is," zeide zij gejaagd.
Eduard stond op en zag eenigen tijd somber
voor zich, een smart, zoo vernietigend, als hij
nog nooit ondervonden had, doorvlijmde zijn ziel.
„Ik voor hem wijken, moeder? dat nooit.
Neen, neen ik zal blijven om mij te wreker.
Hij kuste haastig haar lippen, haar handen
en fluisterde nog: „ik blijf hier moeder oin hem
te straffen, ei. Ik zal niet rusten voor ik mijn
doel bereikt heb, al werd Ik zelve daardoor
vernietigd, maar houd u rustig moeder, dan
wordt ge weer gezond en zult ge later alles ver
nemen goeden nacht
Daarop begaf bij zich naar zijn kamer, niet
i om te slapen, maar om in de eenzaamheid de
j verschrikkelijkste nren van zijn leven door te
brengen en zijn plannen te beramen.
Slechts één denkbeeld hield hem staande.
„Ik zal het niet opgeven," sprak hij bij zich
zelve, „ik wil blijven leven om hem te tref
fen om mijn goede moeder en zuster, om mij
i zelve te wreken. Laat alles over mij losbar-
sten, als ik slechts mijn doel bereik.
gen. Zij hebben de maatschappij hervormd en
de oude staatsinrichting omver geworpen. Zij
zijn in één woord de goede vruchten der Revo
lutie, de belichaming van den nieuwen tijd
geest. Zij zijn reeds zoodanig in het volksle
ven ingeweven, dat alle tegenstand en de be
doeling om ze te herroepen geweken L zelfs
van hen, die zich anti-revolutionair noemen.
Hadden de revolutie-mannen van '89 het bij de
invoering dezer nieuwe instellingen gelaten, de
beginselen der revolutie hadden nooit zulk een
tegenstand ondervonden en de eerste Fransche
Revolutie stond niet als een drama geboekt zoo
donker als de wereldgeschiedenis er weinige
bevat. Maar de vergadering geraakte weldra
onder den invloed, en de regeering kwam in
handen van beethoofden, van razende en dwe-
perr, van tijger? cpen^chen^edaante, on
willige en bloeddorstige moordenaars, die de
hervormingen hulden in een kleed van de groot
ste gruweldaden welke het goede voor de
toeschouwers haast onzichtbaar en onkenbaar
maakten. Schandelijke moorden, onnoodige men-
schenslachterij op groote schaal, terechtstellingen
bij duizenden waren een drietal jaren aan de
orde van den dag. Het doel van de mannen
van 89 was Frankrijk te behouden, na 92 scheen
de toeleg der bewindhebbers het Fransche volk
uit te roeien. Gelukkig, dat de tijgers einde
lijk elkander verslonden, en c*- zoodoende een
einde kwam aan den waanzin. Toen pi»3 was
er rust.
Lodewijk XVI was een onbeduidend, spilziek,
zwakhartig en korzichtig vorst, onbekwaam tot
elke doortastende en ferme handeling. Zich
vleiende met de gedachte, dat hij het goed
meende met zijn volk, leefde hij gerust voort,
jagende, kerkgaande en millioenen verspillende.
Toen liet Parijsche volk reeds volop in opstand
was en de Bastille had verwoest, vroeg hij heel
onnoosfiel aan een zijner vrienden „Is er dan
oproer „Neen, er is een cmwetfeliug" kreeg
hij tot antwoord. Als hij den toestand had
Boven Eduard's hoofd hadden zich infusschen
de onweerswolken steeds dreigender opgestapeld.
Weinige dagen na de opening van zijn kan
toor en den open brief, welke tegen zijn ge-
haten zwager zoovee! smadelijke uitvallen be
vatte, volgde het antwoord van laatstgenoemde
niet zooals de jonge driftkop in stilte verwacht
had met „verkwister" of „dwaas" aan het hoofd
j maar in den vorm van een kort en kalm ant-
woord, hetgeen hoofdzakelijk inhield, dat een
eervolle beschuldiging, in zooverre die van een
i eerlijk man uitging zeer zeker een beleediging
zou zijn, maar geenszins in een geval waarbij
een bekenden dief en bedrieger het stoutweg
i waagt, den goeden naam van zijn zwager uit
zelfzuchtige oogmerken te bekladden.
„Mijnheer Ekhart kan mij geen kwaad doen,"
J luidde het slot, „want ik acht hem, door den
j slechten daad van zijn zoon, nietswaardig, en
wil niet met hem gezamenlijk genoemd of be
sproken worden."
De oude heer Ekhart beefde van toorn toen
i hij den brief, aan zijn zoon gericht, las. Hij
verbood Frans den brief aan Eduard te zenden,
doch van Rossen stoorde zich niet aan dit ver
bod, en scheen heimelijk genoegen te scheppen