¥aeantie--ko!orsiësi.
Zaterdag 18 April
ML C. POT,
Publicatiën.
FEUILLETON
LIEF EN LEED.
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken worden vdór Donderdag
middag ingewacht bij het bureau te Tholen of bij
onzen medewerker te I e r s e k e.
UITGEVER:
T JI O L B N.
De Burgc.neester ra» Tholen,
Gelet op de circulaire van den heer Comraissavis
de» Konings van Zeeland dd. 7 April 1887,
Brengt te- kennis der veehouders in deze ge
meente: da' de schanpspokken zich thans opnieuw
hebben geopenbaard in de gemeenten Kapalle en
Groede
dat, teneinde de ziekte in de kiem te kunnen te
gengaan, hel vóór ai .'es nfodig is, dat het openbaar
gezag van bet ontstaan der ziekte aanstonds kennis
bekome,
Herinnert de veehouders dat zij, volgens art. 13
jto. art 39 oer wet tot regeling van liet vceartsenij-
kundig staatstoezicht en de veeartsenijkuntïige politie,
op» verbeurte van een boe r van ten hoogste vijf en
zeventig galeen, verplicht aijn, wanneer zich bij eenig
stuk vee verschijnselen van eene besmettelijke ziekte
openharen, daarvan onmidueliik kennis te gev'éfi'afm
den Burgemeester der gemeente waarin het vee zich
bevindt.
Tholen, 9 April 1887.
De Burgmeester voornoemd
C. J. DE VULDER VAN NOORDEN.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 cents;
iedere regel meer 10 cents; groole letters naar
plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing
opgegevenwordt slechts 2 maal in rekening qt-
bracht.
bekend Gemeente Y :->eke (Wijngaardstraat,, sectie D,
No. 263, een mtederij te mogen stichten.
Yeneke, d?n 14 April 18S7.
De Burgemeester van Tholen
Gelet op het schrijven van den Heer Commissaris
des Konings dezer provincie, van den 13 April 1887.
Brengt ter kennis van zeevarenden dat op een ot
meer dagen in het tijdvak van 1519 dezer van
zonsopgang tot zonsondergang, schietproeven, zullen
plaats hebben uit den pantserkoepel op het fort aan
den Nieuwen Maasmond (Hoek van Holland aan den
Noordwal in de richting van de Noordzee.
Tholen, dei» 14 April 1887.
De Burgemeester voornoemd
C. J. DE VULDER VAN NOORDEN.
INRICHTINGEN,
welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, i
Burgemeester en Wethouders der gemeente Yerseke.
Gelet op artikel 8 der wet van den '2den Juni
1875, 'Staatsblad No. 95,:
Brengen ter algemeene kennis, dat door hen is in
gewilligd het verzoek van Marinus van den Bogaard, j
wonende te Yerseke, om op het perceel, kadastraal
Schouwing Wegen en:.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Yerseke,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat te be
ginnen op Woensdag, den 4 Mei 1887 vanwege de
gemeente eene algemeene opneming zal worden ge
houden van de wegen en voetpaden met de kunst
werken.
Y'erseke, da» 14 April 1887.
Burgemester cn Wethouders dezer Gemeente doen
te weten: dat) het
Kohier der Belasting op de Honden
dezer gemeente voor het loopende dienstjaar, zoo als
het door burgemeester en wethouders oorloopig is
vastgesteld, v»t: heden af gedurende veertien dagen
u-i secre-io lt ui::' gene... ule' w.-r een'-ietter icr lezing
zal liggen alsmede, dat binnen dien tijd elk aan
geslagene tegen zyn aanslag schriftelijk by den raad
bezwaar kan inbrengen.
Gedaan te Yerseke, den 14 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
D. KOEL KM AN.
De Secretaris
D. «SPRUIT.
14)
[Slcl.)
De eene week na de andere ging voorbij en
Jeannette werd allengs bleeker en magerder.
Het was duidelijk zichtbaar dat zij leed en dat
hare krachten aanhoudend afnamen. Jean-Pierre
bemerkte lipt spoedig en begon zich ernstig
over haar ongerust te maken. Hij liet den
dokter komen, doch deze verklaarde dat hij
geene verschijnselen van de eene of andere ziekte
bij haar kon bespeuren. Doch ondanks deze
verzekering bleef Jeannette kwijnen en werd al
zwakker en zwakker.
De gravin, die dezen zomer later dan ge
woonlijk op het kasteel was gekomen, informeer
de aanstonds naar Jeannette'» gezondheid en
vernam met leedwezen, dat die zooveel te wen-
schen overliet. Zij ging haar dadelijk een be
zoek brengen en nam de kleine Charles mede.
Jeannette zat dicht bij den haard (het was
midden in Augustus!) met de handen over hare
Vooral onder de ouderen van dagen is de
klacht vrij algemeen, dat de inenschheid zoo
achteruitgaat in vroomheid en godsdienstzin, dat
de wereld tegenwoordig zoo verdorven is. In
huv jeugd waren de menschen veel beter en
godsdienstige.?. Die klacht is evenwel al zeer
oud, mDsehien vvel zoo oud als de wereld.
Door alle eeuwen heen vindt men bij oude
schrijvers dezelfde jeremiades, dezelfde jammer
klachten. Nu is het niet tegen te spreken, dat in
sommige tijdperken, cok der christenheid, de
menschen over het algemeen een buitengewone
mate van verdorvenheid er. zondigheid deden
blijken, maar dat zij voortdurend in deugd en
j zielenadel achteruitgingen cn achteruitgaan, zie,
I dat wil er maar niet bij ons in. Al die klach
ten schrijven we eerder toe aan een vergeten
van lang vervlogen gebeurtenissen en aan de eigen
schap van den menschelijketi geest, dat bij de
herinnering van het verleden het aangename
veei gemakkelijker opdoemt, dan hetgeen ons
pijnlijk aandeed, 't Zou wel erg bedroevend
zijn, als we maar steeds lager zonken in den
j poel van verderf en schuld. Waar bleef dan
de kracht van de christelijke beginselen wat
hadden we dan te. denken van de vertroostende
waarheid der gelijkenissen van den zuurdeesem
jen het mosterdzaad? Waarlijk die klagers, niet
zeiden gemoedelijke, vrome menschen, leggen
door i»Mn ongunstig gevoelen omtrent hunne
medemens.-hen, onbewust een sterken twijfel aan
den dag orhhent de eindetijke zegepraal van hél
ware christendom. Trouwens voor wie bogen
heeft om te zien en verstand om op te merken,
worden hunne klaagliederen door de feiten gelogen
straft. Zijn er nog niet even als vroeger onbaatzuch
tige!) die hun geld, en krachtige helden, die hun
leven veil hebben voor de prediking van het evan-
gelie zelfs onder de ruwste heidenen r Wordt er
minder dan vroeger menschlievendheid bedreven
en treedt die niet in steeds nieuwe vormen op?
Onze voorvaderen hadden den roem van mild
dadigheid en weldadigheid tot verre in het bui
tenland, maar niet zelden toonden zij daarbij
weinig overleg en wijsheid. Zij gaven veel,
maar gaven niet altijd goed. lederen bedelaar
wierpen zij een aalmoes toe, maar vroegen niet
altijd of het heui ten zegen gedijde. l)e ware
weldadigheid kenmerkt zich door bedrijvigheid,
door de zucht om den noodlijdende voor goed
op dc been te helpen, zedelijk te steunen, sterk
te maken in zich zelf, de kracht te geven om
zich zelf te helpen. Een aalmoes toe te wer
pen is gemakkelijk genoeg, maar er is al heel
wat weldadigheid bedreven, die meer onheil dan
nut stichtte. We mogei. gerust zeggen, dat in
borst gevouwen, handen die zoo wit als marmer
waren. De gravin schrikte toen zij de vroeger
zoo flinke en gezonde min aldus vervallen terug
zag en kwam belangstellend naderbij. Zoodra
Jeannette het kind zag, vulden hare oogen zich
met tranen, terwijl een pijnlijke glimlach haar
gelaat een oogen blik verhelderde.
„O Mevrouw, wat zijt gij goed, dat gij mij
dat lieve kind nog eens hebt hier gebracht
Wat ziet hij er verrukkelijk uit!"
„Maar zeg mij toch, vrouwtje, wat u deert
zeide de gravin belangstellend, en nam baarbij
de hand. „Gij zijl gansch en al veranderd.
Zij t gij ziek
„Ik weet liet niet, Mevrouw. Ik voel ner
gens pijn, maar ik beu doodzwak en ik heb
nergens lust in. Doch dat zal wel beter gaan,
hoop ik."
Helëna gevoelde eenigszins als bij instinct
wat de reden kon zijn van de ziekte, waar
voor Jeannette zelve geen verklaring wist te
geven.
„Wilt gij weder bij ons komen op liet kas
teel vroeg zij. Wij zullen goed voor u
zorgen, en dan zult gij wel spoedig beter
worden."
Jeaiinette's oogen schitterden van vreugde bij'
bet hooren van dit voorstel, doch zij ant
woordde
„Ik dank u Mevronw, maar het kan on
mogelijk." En haar gelaat nam weder dezelf
de pijnlijke uitdrukking als te voren aan,
toen zij er bij voegde: „Het zal wel bct< r
worden. Wij hebben een spreekwoord, dat zegt
waar de geit vastgebonden is, moet zij grazen.
De gravin durfde niet verder aandringen.
Zij bad alles begrepen, vooral toen Jeannette
bij het afscheid nemen de kleine Charles zoo
innig aan het hart drukte, -.dat lieve mooie,
zachte kind met zijn engelachtig krulleukopje
Toen de gravin weer tehuis was, liet zij geen
oogenblik voorbijgaan en zond aanstonds om
haar eigen doktor, wien zij verzocht een zeer
grondig onderzoek te willen instellen naar den
aard van Jeaiinette's ziekte. De dokt»r, een zeer
bekwaam en beroemd medicus, voldeed aan
hare opdracht, doch kwam tot geen andere con
clusie dan zijn dorpscollega, en zeide dan ook
tot Jean-Pierre
„Ik kan geen enkel orgaan ontdekken dat