I
I lelipn yan oesterteelt, lanionw, enz.
HH $9 Jj
Handelsmeststoifen.
Zaterdag 26 Maart
1887.
J. II C. POT,
Publicatiën.
FEUILLETON.
(U LIEF EN LEER
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 6!) cents.
Voor liet buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken worden vódr Donderdag-
middag ingewacht- bij het bureau te T h olen of bij
onzen medewerker te I e r s e k e.
UITGEVER:
Thois n.
Advertentiëu an 1 tot 4 regels 40 cents;
iedere regel ineer 10 cents; groote letters naar
plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal Ier plaatsing
opgegevenwordt slechts 2 maal in rekening ge
tracht. J
WAAJISCH U WIE G.
De Burgemeester der gemeente Yerseke herinnert de
ingezetenen aan de bepaling van art. 187 van het
Welhoek van strafrechtluidende als volgt:
„Hij, die eene bekendmaking, van wege het bevoegd
gezag in het openbaar gedaan, wederrechtelijk afscheurt,
onleesbaar maakt of beschadigtmet het oogmerk om
de kennisneming daarvan te beletten of te bemoeilijken
wordt- gestraft met gevangenisstraf van ten koooste
eene maand of geldboete can ten hoogste drie hon
derd gulden."
en waarschw.ot hen die zich daaraan schuldig ma
ken dat door öe politie een streng loezirht wordt co -
houden op Let beschadigen der Plakborden of tan de
daaraan vastgehechte biljetten zullende tegen de
«vertreden ■•an die .wetsbepaling on middel ijk proces
verbaal worden opgemaakt.
Yerseke. den 35 Maart 1887.
l)e Burgemeester voornoemd,
I). KOELEMAN.
ketmibezit orn met deti naam van //lompen
in den zin van „dpininen" boer bestempeld te
worden. Dij zal zoodanig landbouwer onge
twijfeld met eerbied groeten.
Doch laat ons zien, wat het 2e hoofdstuk
bevat.
Het doel der bemesting is drieërlei: le wil
men daardoor voedsel voor de planten in den
grond brengen, 2e;wil men plantenvoedscl be
vattende stoffen itie reeds in den grond voor-
imndtn^ maar moeilijk oplosbnnr en Jaar door
onnut zijn, oplosbaar maken en 3e brengt men
soms meststoffen in den grond, die de physische
of natuurlijke' gesteldheid er van verbeteren door
hem mol en los te maken. Welke der mest
stoffen één of inerr dezer drie eigenschappen
bezit ten vtgrut d-v.-na opgegeven cn wel door
de werking na te gaan van de 1 hoofdstoffen,
weike in den mest moeten voorkomen: stikstof
phosphorzuur, kal- en kalk.
Vroeger hebben we reed:
sommige onzer kleigronden weinig voor, daar
zij met het water afgevoerd wordt of werd.
Jt Is algemeen bekend, dat asch nis mest niet
te verwerpen is. Dat komt juin omdat zij, en
vooral houtasch, kali bevat. Voor den handel
bereidt men kali-zouten die meestal ook magnesia,
mede een bestanddeel der zaden, bevatten,
Eindelijk is kalk een slof, die onmisbaar is
als voedsel voor de planten, maar vooral wordt
aangewend als oplossing»- en verbeteriugsmiddei
van den bodem, omdat de meest gronden ge
noeg kalk bevatten. Vooral op veen werkt zij
gunstig omdat in deze grondsoort veel Mikslof
voorhanden is. die evenwel zonder oplossings
middel niet werkzaam is. Klei wordt, doorknik
mollig en poreus gemaakt.
iiips i.-- een balkverbinding (zwavelzuur kalk)
er, kan daardoor' op ttwslnmige wijze ur knik
vervangen.
II
Hoe verder men in het werkje van den heer
Van Pesch vordert, hoe meer men begint te
begrijpen, van welke hooge beteekenis de nu-st-
bereiding voor den landbouwer is; maar ook
*?ppd« heter leert men de v
i het werkje
beseffen. liet dwingt tot nadenken, en me dunk'
een landbouwer, die tot heden hoofdzakelijk bij
den sleur of bij overlevering werkte er. het
boekje leest, moet tot het besef komen, dal bij j
nog veel te kort komt. Vooral jonge pas be
ginnende boeren die geen wetenschappelijke op
leiding te Wageoingeu of elders genoten hebben
moeten het lezen en bestudeeren. Voor de
leerlingeu eener landbouwschool zijn de door
Van Pesch gegeven waarheden natuurlijk minder
verrassend omdat zij ze op school geleerd heb
ben, maar ook voor hen zal het nuttig zijn, als
een kort begrip bevattende, van wat hun over
dit onderwerp onderwezen is.
En niet- landbouwers die het werkje met
aandacht nagaan, zullen leeren inzien, dat aan
den landbouw heel wat meer vast is, dan men legen den invloed van wekteen ongViistig'weTr!
gewoonlijk meent, en dat een wetenschappelijk j Zij is in bijna alle grondsoorten aanwezig doch'
ontwikkelde landman, iemand is, die veel te veel daar zij zeer gemakkelijk oplost komt'zij in
Uet tweede bestanddeel van gips, het zwa-
p'1001" <i»t slik- el-zuur, in het dageiijkseh Ieren wkeml onder
-iJo t.,fvwb"1'd'uge") te„ onmisbaar den naam van vitriool, is voor de bc
feni, k /A1 wcr t 00k Oplos- leer van bet grootste gewicht daar het door
end en verbetert den toestand van den bodem. zijne ,ierke scheikundige v. -rl-\„TL ,Z
Daarom bereikt me» met et.tstofhoudende un-st l> standdeelen van den mest ,„m" „p.tlê 'e
.et drieledig doel, «toeven opgegeven; daarom bindingen aangaat of deze oplost Daarom wordt
doen bijv Pern-goano en Chili-salpeter soms het veel gebruiktbij Jebe eid'inn van7uL,t
wonderen. Maar juist door hare sterke wer- meststoffen bereiding van kunst-
kmg putten z,j ook der, grond uit, daar de Daar alle meststoffen bf «elf eerst oneelost
weelder,g groenende gewassen tevcos veel andere moeten worden om als plan.envoedsél e kfnne,
"tl'*- - -2.'" opdomen worden, of Loeten diet'n óm .„d"«
oorkomen. vu.,.. .».gv, dat .t; na eemgen j stoffen op te lossen of oplosbaar te maken, ligt
n. het w den aard der zaak, dat zij in fijn ver
deelden toestand moeten aangebracht worden,
tenzii mpn ppmp !nn.-,nv.,. V,.,.»)-:i
tijd met Bndere afgewisseld moeten worden
Pilos!,oszuur, wij zagen het reeds, is een
hoofdbestanddeel der graankorrels en in bet
algemeen van bloem on zaad. Het is dus ten
onmisbaar planteiivoedsel, terwijl bet nog de
belangrijke eigenschap bezit om de planten beter
bestand te maken tegen ziekte en ongunstige
weergesteldheid. Een oplossingsmiddel is het
evenwel niet, maar het moet daarentegen zelf
eerst oplosbaar gemaakt worden. Er zijn een
beele reeks knnsimestsoorten, die deze stof in
rijke mate bezitten.
fCali heeft dit met phosphorzunr gemeen, dat
bet plantenvnedsel is en de plant bednnd maakt
Op Nieuwjaarsdag kwam Jean-Pierre met de
beide jongens, zooals afgesproken was, haar een
bezoek brengtn. Het was merkwaardig om fe
zien hoe vreemd zij elkander aankeken bij deze
ontmoeting. Het was alsof Jeannette baren echt
genoot geheel uit haar geheugen had verloren,
of dat zij hem voor het eerst tan lianr leven
zag. Zijn geheele manier van spreken en doen,
de wijze waarop hij liep of waarop hij ging
zitten op het uiterste randje van zijn stoel, zijn
groote versleten hoed, zijne kolossale schoenen
met spijkers, ziine ruwe vereelte handen, dat
alles stond haar nu tegen, en het kostte haar
inderdaad moeite om dit niet te laten blijken.
Het was maar goed dat de kinderen waren i
meegekomen, want nu had zij gelegenheid 1
orn zich bijna uitsluitend met deze bezig te
houden.
Jean-Pierrc zelf stond ook vreemd te kijken i
en herkende nauwelijks zijn eigen vrouw. Zij
was nu immers "bijna eene dame geworden
Zelfs hare wijze van spreken was zoo geheel
anders dan vroeger. Maar zij is het toch,"
zeicie hij tot ziek zei ven, na (-enig nadenken
rrhet is mijne vrouw en hij beschouwde haar
met zekeren trots. Hj sloot haar in zijne armen i
zoodat zij bijna stikte, en duisterde haar toe 1
Wanneer komt gij terug? Wij vervelen ons
doodelijk thuis
„Wij gaan in Juni weer naar buiten."
„In Juni? Da: is nog laag. Maar dan komt
gij toch stellig weer thuis, want wij hebben
maar afgesproken voor een enkel jaar, en geeD i
tenzij men eene langzame werking verlangt.
ele kunstmeststoffen heeten superphospha-
<en. Daaronder heeft men te verstaan alle
stoffen, die rijk zijn aan phosphorzuur, hetwelk
door chemische bewerking eerst oplosbaar moest
gemaakt worden,
De stalmest blijft ie allen tijde de hoofdmest-
stof en de grondslag van alle bemesting, ter
wijl de kunstinestsoorlen slechts als aanvulling
of als eenzijdige versterkingsmiddelen tot, een
bepaald doel te beschouwen zijn.
Dit is in het kort de inhoud van het 2e
hoofdstuk.
{Wordt urvolgi.)
dag langer
„Nu, mij dunkt dat gij toch reden hebt om
tevreden te zijn, wanneer gij elke maand uwe 150
francs opsteekt/'
„Dat zal ik niet ontkennen," hernam hij
meesmuilend „maar er moet toch eens een eind
aan komen."
Den volgenden avond moest Jean-Pierre weêr
na»r buis t-rog met de beide kinderen die
door de gravin varen overladen met aller!,-;
geschenken in speelgoed, lekkere en nieuwe
kleêren. De graaf zeide bera nog bij het af-
scheid nemen
«Indien u de tijd wat lang valt en gij mis
schien uwe vronw nog eens mocht willen bezoe
ken, doe bet dan gerust; wij zullen de reis
we) voor betalen."
Dit alles was na we] zeer vriendelijk, maar
toch, volgens Jean-Pierre, het rechte niet. Der-