NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD [o. 29. Zaterdag lo Utcember 1553: J. M. C. POT, klachten onzer Boeren. De graanprijzen. De suikerbieten. ETHOOLSGHECOURANT Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. 'rijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Ingezonden stukken worden vóór Bonderdag- hlag ingewacht. N iet eilan reien. UITGEVER: Thols n. Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. III. opbrengsten der landerijen zijn in den :n tijd beneden het middelmatige. Hielden e prijzen der vruchten maar gelijken tred de mindere of meerdere opbrengsten, dan dit den toestand van vele boeren niet adbanr maken. Dit is evenwel niet het geval, dan ook duidelijk genoeg is. De geringe elheid graan, die de landbouwende streken Nederland in vergelijking van andere lan- ipleveren oefent niet den minsten invloed >p de marktprijs. En vooral tegenwoordig Vroeger toen bijna geheel Europa, en dus ons land, door Rusland van graan voor- werd, toen Amerika nog niet was, wat :m is, kon eene mislukking van het ge in ons land wellicht eenigen invloed op binnenlandschen handel te weeg. gebracht n. vooral omdat de verzending van uit nd uiterst gebrekkig en dus ongeregeld Maar die tijden zijn veranderd. Stooin- en en spoorwegen hebben de landen en i nader bij elkaar gebracht. Was hier ge- aan tarwe, geen nood, dank zij de kracht den stoom was er spoedig in dat gebrek ien. tijd brak evenwel aandat er geen e u b 1 i k gebrek behoefde te wezen. Ame- was aan 't concurreeren gegaan met Rus- De uitvoer van granen uit Amerika was begin natuurlijk gering, maar allengs werd rooter en reeds in 1870 voorzag het Europa het derde gedeelte, terwijl nu is uitge- -, dat het in '81 tweemaal meer graan luropa levert dan Rusland, s te begrijpen, dat die uitvoer van Ameri- an invloed moest zijn op de graanprijzen, rs de prijzen worden in den handel be door de verhouding van vraag en aanbod, er veel tarwe op de marktenis er meer >d dan vroeger, dan zal de vraag ook ge- zijn. Dat i3 zoo met ieder artikel in den 1. s duidelijk, dat eene mislukking van den in Rusland voor een 15tal jaren een ïkansje was voor de Zeeuwsche landbou- De vraag was dan grooter dan het aan- en dus waren de prijzen aanmerkelijk r. lert evenwel Amerika zijne granen op de peesche markten heeft gebracht, is eene kking van den Russischen oogst van weinig id op de prijzen. a behoeft niet tc vragen welk groot na- Rusland's bevolking van de Amerikaansche rreutie heeft. En steeds neemt dit toe. nd kan niet tegen Amerika concurreeren. billende omstandigheden zijn daarvan de sk, Eerstens de praktische aard van het ikaansche \'C>lk in tC-genstelling-dpr Kussen. Amerikanengeneigd om door eigen oogen en en op eigen beenen te staan, stellen t mogelijke in het werk om vele en goede 'ten te verkrijgen. Zijn de vruchten niet dien aard, dat ze met de Europeesche kun- wedijveren, de Amerikanen trachten ze van, zooals de Russen, bij „de pakken neer te zitten", geven ze de minder goede tarwe of maïs aan hun vee, waardoor zij dan toch eenige schadeloosstelling verkrijgen. Voorts het groote verschil dat er bestaat tusschen de wijzen, waarop de Amerikanen en Russen geregeerd worden. Om maar één voorbeeld te noemen: al de spoorwegen, die in Amerika zijn aangelegd geworden om den handel te begunstigen. Steeds en altijd wordt bij die aanlegging allereerst rekening gehouden met de voorwaardenwaarop de handel bloeien kan. In Rusland daarentegen worden al de spoorwegen door den staat aan gelegd, en deze gaat van de veronderstelling uit, dat de spoorwegen vooral in oorlogstijd van groote waarde zijn. Niet dus met de be langen van den handelmaar met de eischen van Rusland als oorlogvoerend land wordt aller eerst rekening gehouden. Onze lezers zal het nu, naar wij vertrouwen eenigszins duidelijk zijnwaarom Amerika Rus land op de Europeesche graanmarkten heeft ver drongen. Was Ruslands bevolking even nijver als de Amerikanen, verstond de Russische regeerir.g even goed hare roeping, Rs de Ame rikaansche, gewis, het Czarennjk zou nog altijd de eerste graanhandelaar van Europa zijn. En de tijd zal spoedig daar zijn dat Rusland geheel en al verdrongen wordt. Steeds levert Amerika meer granen op, steeds voert het meer tarwe uit naar Europa, en iedere vermeerdering van uitvoer is voor een groot gedeelte althans, ten nadeele van den Russischen graanhandel. Waarbij nog komt, dat een tweede concurrent is opge staan, namentlijk B r i t s c h-I n d i Reeds voor 50 jaren werden plannen gemaakt om de zoo vrnchtbare grond van Britsch-Indië productiver te maken. Eindelijk zijn die plannen uitgevoerd geworden; de gronden van Britsch- Indië leveren, evenals die van Amerikagranen in overvloed op, meer dan de bevolking noodig heeft, liet gevolg is, dat er uitgevoerd wordt, wat dan nu ook al plaats heeft. Schepen, ge laden met Indische granen brengen deze reeds in Europeesche landen, 't Is waar nog te weinig om invloed uit te oefenen op prijzen, maar het feit kan niet, geloochend wor den, dat de uitvoer uit Indië reeds plaats heeft. En natuurlijk zal die uitroer toenemen. De gevolgen daarvan zullen gewichtig zijn voor heel Europa, ook voor Rusland, ook voor onze boeren. Zoolang Rusland de eenige graanhandelaar van bcteekenis was, konden onze landbouwers goede prijzen van hunne granen maken. Eene mislukking van den Russischen oogst was eene opkomst voor onzen landbouwenden stand. Nu echter Amerika duizende aan duizende lasten graan ln Europa brengt, nu Britsch-Indië dat voorbeeld zal volgen, ziet het er waarlijk aller bedroevendst voor ons land, en in 't bijzonder voor Zeeland, uit. De graanprijzen worden steeds minder en het gevolg daarvan is, dat zelfs eene uitstekende opbrengst van granen den boer nog te weinig Vv',listen oplevert. „Men kan er geen geld van maken", is de klacht, die men steeds hoort. Waar i? de gelukkige tijd, toen 's Zaterdags in de geme'c'dc Tholen en 's Woensdags in de andere gemeen'."11 van ons eiland de „koffie huizen" Rotterdaifsche graanbeurzen in 't klein waren? Hoe onze b&eren die granen hadden te in 't vooruitzicht van de goede prijzen die men hem voor zijne tarwe zou geven, van zijne hof stee naar het „koffiehuis" ging. Reeds aan den ingang daarvan kwamen de kooplui of de beurt schippers hem te gemoet met de vraag Baas, heb je vandaag niets?! En thans! Neemt nu eens een kijkje op die „marktdagen", in onze koffiehuizen. De herberg is niet meer zoo gevuld als vroeger, kooplui of beurtschippers zijn er schaars vertegenwoor digd; men hoort niet meer die aangename drukte, door het loven en bieden teweeggebracht. Welk eene verandering! Eene verandering te groot om door ons nauwkeurig geschetst te worden. Ons dunkt, dat de herbergiers der ge noemde koffiehuizen daartoe beter in staat zouden zijn. „Als het den boeren slecht gaat lijden alle neringdoenden" luidt het spreekwoord. Indien gij, lezers, de waarheid daarvan wilt bevestigd hebben, wendt u dan slechts tot de ambachts lui, de winkeliers of de beurtschippers. De laatsten vooral ondervinden de nadeden der lage graanprijzen. Waar zij vroeger met eene volle lading granen naar Rotterdam vertrokken en zij dus op bun heen- en terugreis SêiiS vracht hadden, moeten zij zich dikwijls met ééne vracht tevreden stellen. In IFeicel. Landbouw-Kroniek dd. 4 Dec. komt een ingezonden stuk voor van den heer L. J. Mol te St. Maartensdijk. Wij meenen in het belang van onze Thoolsche landbouwers te handelen met dit stuk over te nemen en hopen den geachten inzender hiermede van dienst te zijn. De vraag of suikerbieten werkelijk den bodem zoo uitputten als men geliefd te beweren, heb ik nimmer door eenig landbouwer voldoende beantwoord gezien. Het is daarom dat de lust mij bekruimpt langs dezen weg mijn gevoelen daaromtrent te uiten. Dat de bieten niet zoo uitputtend zijn als granen en vlas, wordt reeds door de meeste landbouwers aangenomenmaar ik zou ze gaarne rangschikken onder de minst uitpuUende gewassen, cn dit is een stelling die maar door zeer weinige zal worden aangenomen Velen zullen zich geneigd gevoelen mij te wijzen op de menigvuldige mislukkingen der opvol gende vrucht; dit is volstrekt geen bewijs van uitputting en armoede van den bodem, maar veeleer van een ziekelijke gesteldheidvoor een deel daaruit voortvloeiende dat men het bieten- land in het te ver gevorderde jaargetij onder zeer ongunstige omstandigheden moet bewerken voor een veel grooter gedeelte schrijf ik dit echter daaraan toe dat de verrotting van het gehee- le wortelnet den bodem ziek maakt; men kan zich het best hiervan overtuigen wanneer men in het opvolgend voorjaar de afgebroken wortels van eenigen omvang, welke in den bodem zijn blijven zitten, opzoeKt en wanneer ze reeds in verrot ting zijn, ontdekt men dat ze aan de neven- liggende aarde een blauwe zeer ziekelijke kleur geven, en als men nu bedenkt dat de gehecle bodem tot op een flinke diepte met een fijn wortelnet is doorweven, 't welk datzelfde ver rottingsproces moet ondergaan, ofschoon met het bloofe oog minder waar te nemen meen ik toch dat het een uitgemaakte zaak is dat de ge- hpcle bodem ziek is en menigvuldig gebeurt

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1883 | | pagina 1