NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD m EN M No. 19. Zaterdag 6 October. 1883. J. M. C. POT, ABONNEMENTEN op dit blad worden dagelijks aangenomen, ook door alle Postkantoren. Bekendmaking. de Weelde, die tegenwoordig heerscht, ook eene ziekte, waaraan de maatschappij lijdt? ',SL W >01 BUITENLAND. DE THOOLSCHE COURANT. Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. UITGEVER: T H OL E N. Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Ingezonden stukken worden vóór Donderdag middag ingewacht. V( Burgemeester en Wethouders van Tholen brengen Ingevolge art. 1 der verordening op het ophalen van Vuilnis-straat-secreetmest en dergelijken dezer ge- neente ter kennis van de ingezetenen, dat bet ver- jO roer van secreetmest in deze maand kan plaats heb ben gedurende den nacht van Woensdag den lOen op Donderdag den 11 en. Donderdag Hen Vrijdag 12en. Vrijdag 12en Zaterdag 13en. Tholen, den 8 Oct. 1883. Burgemeester en Wethouders van Tholen C. J. DE V. VAN NOORDEN. De Wethouder A. VAN DER BURGHT. en BEKENDMAKING. De Burgemeester der gemeente Tholen brengt ter ennis der ingezetenen dat op heden is afgekondigd m ter gebruikelijke plaats aangeplakt de door den Raad dezer gemeente in zijne vergadering van den e; 13 Augustus 1883 vastgestelde Verordening op de heffing van het recht, bedoeld in art. 6 der wet van 28 Juni 1881 {Staatsblad no. 97) tot regeling van den klein handel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschapvoor de gemeente Tholen. Bedoelde verordening, waarbij het vergunningsrecht is bepaald op vijf en twintig gulden is goedgekeurd )ij Kon."besluit van 14 September 1883 no. 21. Tholen, den 6 Oct. 1883. De Burgemeester voornoemd C. J. DE VULDER VAN NOORDEN. lieh ilde v gst II. Om deze vraag te beantwoordenis het )rt(aoodig, dat wij in enkele woorden uitdrukken, at onder weelde verstaan moet worden, 't Is luidelijkdat wij bet woord in eene onguns- ige beteekenis bedoelen. Als iemand, nadat tij door aanhoudende vlijt en na vele jaren lard gewerkt te hebben, eene aanzienlijke som elds heeft bijeengegaard, op zijne .lauweren'' »aat rusten, bet zich zoo gemakkelijk mogelijk naakt,, in één woord het er goed van neemt, vie zal dit kwalijk nemen? Of als wij door op ■Z0( Je kleintjes te letten en door met ijver onze ;aken te behartigen, meer dan ons brood ver- jlienenwie zal er zich met reden over ergeren ]J( lat wij dan, de tering naar de nering zettende j)ok beter gekleed voor den dag komen 1 )at is het dan ookwat wij meenenals wij e weelde een ondeugd noemen. Ofschoon, op en voorgrond dient gesteld te wordendat .ille uitgaven van weelde voor altijd eenige vaarde vernietigenterwijl daarentegen andere litgaven ook wel waarde vernietigenmaar IN daarvoor iets anders in de plaats stellen, dat gewoonlijk veel meer waard is. Onze lezers be grijpen dit waarschijnlijk niet zoo dadelijk. Laten wij die uitspraak daarom door een voor beeld duidelijk maken. Neemt een werkman, die eiken dag voor 15 cents jenever uitdrinkt. Wat voor nut geeft hem die jenever? Niets, terwijl zijne vrouw daarbij nog elke week een groot gedeelte van zijn daggeld moet missen, dat zij zoo goed voor iets anders zou kunnen gebruiken. Het geld dus aan jenever besteedt is eene uitgave van weelde. De man daarentegen, die in plaats van jenever en andere onnoodige dingen vleesch koopt ver nietigt bij dien koop ook wel een gedeelte van zijn geld, maar hij krijgt daarvoor een gezond, krachtig voedsel, dat hem en zijne vrouw in staat stelt meer en beter te werken en dus allicht meer te verdienen. Alle uitgaven, die ons meer terug gevendan de waarde van het uitgegevene geld bedraagt, zijn niet aan te merken als tot die van de weelde te behooren. Het dunkt ons, dat het nu duidelijk is waar door uitgaven van weelde zich van andere ver teringen onderscheiden. Alle uitgaven van weelde geven niets terug, om het zoo eens uit te drukken. Het geld aan jenever besteed, is, zonder dat het eenig nut heeft voortgebracht, voor altijd verloren. Even eens de uitgaven aan sigaren en tabakhet dragen van overtollige kleedingstukkenlinten en strikken, enz. De weelde neemt steeds toeWie onzer herinnert zich niet, dat op ons eiland het rooken van sigaren tot de zeldzaamheden behoorde Een rijke boerenzoon of een jongeling uit den zeer gegoeden burgerstand veroorloofden zich maar een enkelen keer, en wel alleen op Zon en feestdagen, het rooken van een sigaar. En nu? Ieder, van welken rang of stand, rookt nu 's Zondags zijn sigaar, 't zij hij weinig of veel verdient. Heeren, burgers, boeren, arbeiders, allen rooken. Knapen, die ter nauwernood één gulden verdienenmoeten 's Zaterdagsavonds toch een dubbeltje hebbeu om sigaren te koopen. Kinderen, nog de schooljaren niet ontwassen, rooken een sigaar Wij noemen dit een treurig verschijnsel. Als ieder huisgezin eens naging hoeveel er wel aan jenever, aan tabak en sigaren werd uitgegeven, waarlijk men zou verbaasd zijn over het aantal guldens, dat zonder eenig nut verbruikt was. De verdiensten worden steeds minder, zoo klaagt men. Is dit wel zoo? Of zijn de uit gaven voor weeldeartikelen zoo hoog geklommen dat er geen geld voor't hoog noodige overblijft? De winkeliers klagen, dat er zoo slecht betaald wordt. En dikwijls met reden. Linten en strik kensigaren, tabak, jenever en wat niet al eischen zoovele uitgavendat velen's Zaterdags avonds in de onmogelijkheid zijn de „wekelijk- sche boodschappen" te betalen. Nu blijft er een gulden staan dan weer twee gulden en o wee als het een paar dagen in de week geregend heeft. Dan moet de winkelier het bekoopen. Natuurlijk zijn er gunstige uitzonderingenmaar wij vragen onze lezers toch af, of 't geen regel iswat wij zoo even schreven. De weelde, zooals die tegenwoordig heerscht, is naar onze meening eene ziekte, waaraan de maatschappij lijdt. In alle standen wordt er veel te veel aan die weelde geofferd. De „groote lui", die naijverig zijn op de voornaamsten van het land, willen ook wel buitenlandsehe reisjes doen, en doen daardoor uitgaven die boven hun inkomen zijn. De burgers willen de groote I ui naapen in hunue kleederen in hunne meubelen in hunne vermaken. De boeren, die het in de laatste jaren vooral hard te verantwoorden hebben, koopen maar prachtige „karretjes" op veeren, houden een paard voor plezier, werken zelf zoo hard niet, en kleeden hunne kinderen rijk. Dikwijls van het geld van den eigenaar. Deze woorden zullen hard klinken in de ooren van velen onzer lezers. Maar wij vragen in ernst of zij geen waarheid bevatten. En als dit zoo is, zijn wij, redactie van de Thoolsche Courant, dan niet verplicht die waarheid uit te spreken Waarlijk lezers, er wordt te veel geklaagd en te weinig gedaan om de uitgaven in te krimpen. Als het dan werkelijk tegenwoordig zoo slecht gaat, als er zooveel minder verdiend wordt dan vroeger, dan begrijpen wij niet, dat dit niet zichtbaar is aan de levenswijze. Als de nering minder is, dan moet de tering ook minder worden. 't Is immers duidelijk, dat wanneer wij 15 gulden verdienen, ook maar 15 gulden kunnen en mogen uitgeven In één onzer vorige nommers wezen wij er op, dat Frankrijk in langen tijd zich in geen ministerie heeft kunnen verbeugen, dat met zoo krachtige hand het bestuur over het land voert als het tegenwoordige. Vele nuttige din gen heelt het in den korten tijd waarin het regeert, tot stand weten te brengen. Als een Gambetta verliest de premier van het ministerie zich niet in politieke beschouwingen, wil hij geene onmogelijke dingen van de Fransche Kamers, maar tracht integendeel door zoo min mogelijk de verschillende groepen der republi- keinsche partij te kwesten, vele nuttige ont werpen door de Kamers te doen aannemep.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1883 | | pagina 1