NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
No. 2.
Zaterdag 9 Juni
1883.
J. K C. POT,
Verkiezingen.
i
ïor
BUITENLAND.
DE THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65
cents.
UITGEVER:
Tholek.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere
regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Ingezonden stukken worden vóór Donderdag
avond ingewacht.
16
De tijd, waarin wij leven kenmerkt zich bi
zonder door eene drukte, eene gejaagdheid en
levendigheid, die zeer afsteekt bij den be
daarden en kalmen geest van vroegere eeuwen.
De scherpe concurrentie, die op elk gebied
bestaat, noodzaakt ons, geen enkel oogenblik
van ons leven te doen verloren gaan, met iedere
ïninuut te woekeren; en zoo ooit de spreuk:
,«Tijd is geld," waarheid bevatte, dan wordt
liet nu duidelijk, dat de Engelschman goed
eeft gezien, toen hij die spreuk in 't leven
iep. De menschheid spoedt zich voort met eene
;ejaagdheid, alsof de dagen te kort, de nachten
e lang zijn en eene week geen zes werkdagen
eer had.
En toch, niettegenstaande dat heeft of althans
mekt zij nog tijd voor de verkiezingen, die
.egenwoordig aan de orde van den dag zijn.
Want, pas hebben wij de verkiezingen voor de
1 Provinciale Staten achter den rug, temauwer-
Iiood zijn de liberale kiezers bekomen van den
schrik, waarmede zij bij die verkiezingen van
anti-revolutionaire zijde de tijding hoordendat
ëen zegevieren der liberale beginselen niet be-
orderlijk zou zijn aan de vrije uitoefening van
en godsdienst, en zijn de anti-revolutionairen
e woorden vergeten, hen uit het liberale kamp
oegezonden, dat zij n. 1. bij het stellen hunner
candidaten te weinig naar bekwaamheid vragen;
of de kiezers worden andermaal opgeroepen om nu
een lid voor de 2e Kamer te stemmen. En is
deze verkiezing afgeloopen, dan weer roept de
Stembus hen voor de aftredende leden van den
emeenteraad. 't Is waarlijk om 't land aan al
ie verkiezingen te krijgen, want de tijd, die
aaraan besteed wordt is niet gering. En dan
e moeite die aan een gang naar het gemeente-
uis midden op den dag verbonden is Want
iet alleen, dat men zich van zijn werk moet
egeven, men dient zich toch ook wat op te
nappen" de heeren aan de stembus zouden
nders wel denken, dat men den naam van
iiezer niet waard was. En dan de tijd die er
ebruikt wordt aan het lezen van de Couranten
n strooibiljetten, die ter aanbeveling van de
andidaten gezonden worden. Waarlijk, 't is te
egrijpen van een dagbladschrijver die schreef,
at het den schijn wel heeft, alsof die ver-
rad iezingen zoo dicht na elkander volgden om de
rorhst van de kiezers voor de politieke dingen op
en proef te stellen met de vaste meening, dat
ij dien proef niet zouden kunnen weerstaan en
n U"s geen gebruik meer van hun stemrecht
pnden maken. Heeft die dagbladschrijver goed
dei|e zien dan heeft men evenwel „buiten den
4 raard" gerekend. Want in plaats dat de ijver
oor de stemming is verminderd, neemt die
gaandeweg toe, en wij kunnen bij elke gelegen-
teid, dat de stembus geplaatst wordt, eene
drukte, eene beweging bespeuren, die aan een
vreemdeling den uitroep zo? kunnen ontlokken:
„Wat zijn die Nederlanders toch op de hoogte
van de staatkunde, dat zij zoo ijveren voor den
man hunner keuze". En toch,'t spijt ons lezers,
dat wij het moeten zeggen, die vreemdeling zou
het stellig niet goed voor hebben. Als het regel
is, dat zij, die hun stembriefje in de bus
werpen en die tevens ook trachten anderen over
te halen met hem mede te gaanook uitstekend
op de hoogte zijn van al wat tot de staatkunde
behoort, dan maken de Nederlanders daarop
zeer zeker eene uitzondering.
Om u te overtuigen! Vraagt hnn, hoofd voor
hoofdwat Tweede- of Eerste Kamer is, wat
de Raad van State beteekent, welke bevoegd
heid de ministers hebben, enz. en gij zult de
ervaring opgedaan hebbendat van de honderd
personen tot wien gij die vragen richter zeker
geen twintig zullen zijn, die u een voldoend
antwoord zullen geven.
„Maar hoe komt het dan tochdat zij steeds
zoo trouw opkomen zoo vraagt gij wellicht.
Verschillend wordt die vraag beantwoord. A.,
die aan den leiband van anderen loopt, beweert
dat „de meeste kiezers worden opgezweept door
een dominé of een pastoor". B., die er geene
politieke overtuiging op na houdt, zegt, dat de
stemgerechtigden hun briefje in de bus werpen,
omdat zij niet onder willen doen voor hunne
buren, die altijd stemmen. C.die meent de
wijsheid van Salomo in pacht te hebben, be
weert, dat de kiezers hun plicht niet begrijpen,
maar daarom alleen stemmen, wijl zij trotsch
zijn op den naam van kiezer. D. eindelijk
maar genoeg Ook wij zouden wel een antwoord
op de gestelde vraag wenschen te zoeken, dat
eene betere oplossing kan gevendan de op zich
zelve beschouwde wellicht waremaar in 't alge
meen gezien zeer zeker eenzijdige antwoorden van
A. B. en C. Ons ontbreekt daar nu voor de
noodige ruimte. Wij wenschen evenwel later
daarop nog eens terug te komen en zullen dan
trachten u te wijzen op de twee groote begin
selen, die onze landgenooten feitelijk in twee
groote partijen verdeelen, u de zoo verschillende
begrippen duidelijk te maken, die er uit de toe
passing dier beginselen ontstaan, 't Dunkt ons,
dat eene beschouwing van die beginselen duide
lijk zal maken, waarom er meer dan vroeger
zoo geijverd wordt voor de verkiezingen, 't Gaat
niet aan, om zooals dikwijls gedaan wordt, de
oorzaak van den ijver der kiezers steeds te
zoeken in de kracht, die in de „opruiende taal"
van de hoofden der partijen is. Neenhet ver
schijnsel van een toenemend politiek leven,
zelfs onder de onontwikkelden, moet in iets
anders gezocht worden, en wel op het algemeen
zichtbare en tastbare, om het zoo eens uit te
drukken, van het verschil tusschen de heerschende
staatkundige beginselen. Die beginselen, meestal
ontstaan in de studeervertrekken der geleerden,
worden toegepast, de wetten worden er naar
gemaakt, en eerst dan worden zij privaat eigen
dommeestal nog onbewust, van iederen burger.
Kiezers, de verkiezing voor de Tweede Kamer
staat aan de deur. Dat ieder die daartoe in
staat is, zijn kiezersplicht vervulle. Want waar
om zijt ge anders kiezer De twee groote staat
kundige beginselen kent ge, al kunnen velen
onder u die waarschijnlijk niet onder bewoor
dingen brengen. Gij gevoelt ze, want beide zijn
zichtbaar, tastbaar, het een om zijne geschiede
nis, het andere door zijn heden.
Maar, ziet niet van de hoogte neer op uw
buurman, die een ander candidaat voor den
zijne neemt, dan gij. Denkt, dat het u beiden
te doen is om waarheid. A. denkt dat hij over
eenkomstig daarnaar handelt, maar ook B. Indien
gij allen dit begrijpt, dan zal eene verkiezings
strijd veel van zijn hatelijk karakter verliezen.
AmerikaIs er wel een landwelks naam zoo op
aller lippen zweeft als van dat land? Spreekt met
de menschen over Frankrijk of over Spanje, en ge
zult verbaasd staan over de verregaande onwetend-
beid, die er bij hen bestaat in de eenvoudigste
dingen van die landen. Maar begint nu eens een
gesprek over Amerika, en zoo ge het niet reeds
wist, met verwondering hoort ge, hoe diezelfde men
schen op de hoogte zijn van Amerikaansche toestanden.
De namen van de verschillende „Staten" worden u,
in geradbraakt Engelsch 't is waar, opgenoemd,
maar al worden die namen wel niet zuiver uitge
sprokenzij toonen toch eene kennis van dat land
te hebbenalsof het in de nabijheid van de provincie
Zeeland lag. Verwonderen zal ons dit evenwel niet,
als men nagaat, dat er in ons land, op ons eiland
Tholengeen plaatsje is of het heett in den loop dei-
tijden eenigen van zijne ingezetenen moeten missen,
die in Amerika een nieuw vaderland gingen opzoeken.
Al hebben zij evenwel het land, „waar eens hun
wieg opstond" verlaten, al gaat het hen daar in het
verre Westen beter dan hiertoch vergeten ze daarom
nog niet hun geboorteland, de plaats waar ze als
kind hebben gespeeld, als jongeling hebben geno
ten en eindelijk hunne levensgezellin gevonden heb
ben Bovendien vele bandendie zij hebben
achtergelaten, zijn als zoovele heiinneringendie
de belangstelling in „Holland" levendig houden.
Dank zij de tegenwoordige uitstekende inrichting van
het postwezen, valt het hun gemakkelijk door brieven
nog bewijzen te geven van de genegenheid, die zij
voor hunne achtergelatene betrekkingen gevoelen. Die
brieven worden natuurlijk met graagte gelezen
en ziedaar de reden waarom men zoo op de hoogte
is van Amerika. Dit land, de lezers begrijpen
dat hier de Vereenigdo Staten van Noord-Amerika
bedoeld worden is een der merkwaardigste streken
van de wereld. Wat had het voor honderd jaar nog
weinig te beteekenen! De aanwas van de bevolking
is verbazend. Bezat Nd.-Amerika in 1790 slechts 3
millioen inwonersdus nog niet zooveel als Nederland
in 1830 telde bet reeds 12 millioen en nu 52 mil
lioen. In tijd van 10 jaar is de bevolking met 12
millioen vermeerderd, dat is net zooveel al-
land, Portugal, Zwitserland en Denen--
telt. En dan de steeds toenemende