DE WOESTE BERGGORILLA UIT
AFRIKA IS VEEL „MENSELIJKER
DAN JE OOIT ZOU DENKEN
Slotbeschouwing
Op bezoek bij
de gorilla's
Gorilla's zijn
vreedzame dieren
Paniek in de
apenfamilie
Eindelijk
geaccepteerd
Spoor
Kiekeboe
OOSTERHOUT De heer
B. Vermij uit Oosterhout, bad
meester van beroep, is afwis
selend werkzaam in het over
dekte bad De Blikken en het
buitenbad De Warande. Vooral
het dagelijks werk in het
overdekte bad is niet zo ge
zond en erg vermoeiend, maar
in de zomer kan de heer Ver
mij zijn scha weer inhalen in
de gezonde buitenlucht van De
Warande. Maar toch zou het
hem allemaal gaan vervelen,
als hij naast zijn werk niet
een hele grote en vrij specta
culaire hobby had. De heer
Vermij is namelijk geïnteres
seerd in apen, en dan wel
bijzonder in berggorilla's. Nu
is de heer Vermij niet iemand
die genoegen neemt met af en
toe een retourtje Artis om zijn
nieuwsgierigheid te bevredi
gen, meneer Vermij heeft
meer nodig. Hij spaarde zijn
geld en zijn vakantie op en
ging met een vriend naar Mid-
dcn-Afrika, naar het Albert
National Park, om de berggo
rilla's in het wild te kunnen
bestuderen. Hij maakte deze
reis in juli van het vorig jaar
met medewerking van dr. J.
H- Westermann vaii de Ned.
Commissie voor Natuurbehoud
en dr. J. Verschuren van het
Albert Park, die graag deze
enthousiaste amateurbioloog
wilden helpen en die boven
dien zijn bevindingen goed
konden gebruiken. De heer
Vermij is niet getrouwd en
kan zodoende naast zijn werk
veel tijd besteden aan zijn
studie. Vaak houdt hij lezin
gen en ook gaf hij een paar
gastlessen aan de Oosterhoutse
Levensschool. Meneer Vermij
houdt van de natuur. In die
natuur interesseert hem vooral
het gedrag van de dieren en
hij vergelijkt het met het ge
drag van de mensen. „Dieren
zijn niet wreed", herhaalt de
heer Vermij voortdurend. „Ze
vallen alleen aan als je ze in
het nauw drijft en als ze in
paniek geraken. Dan kan zelfs
het liefste dier gevaarlijk zijn.
Maar het ligt helemaal aan
jezelf. Dieren zijn meer te
vertrouwen dan mensen". Op
deze pagina geeft de heer
Vermij uitvoerig verslag van
zijn belevenissen op de berg
Mikeno. Uit het oorspronkelij
ke, zeer gedetailleerd geschre
ven verhaal, zijn vooral die
fragmenten gehaald, die direct
betrekking hadden op de ob
servatie van de berggorilla's-
De heer Vermij is overigens al
aan het sparen voor een vol
gende reis. Waarschijnlijk
naar de Galapagos Eilanden.
In het vulkanengebied van Oostelijk Kongo, Westelijk Oeganda
en Ruanda leeft de berggorilla (Beringe'i Matschie).
Die gebieden in de Kongo en Ruanda behoorden tot het Albert
Nationale Park, maar sinds de onafhankelijkheid is het gebied
in Ruanda van het Albert Nationale Park in de Kongo geschei.
den. Zoals bekend, is het sedert de onafhankelijkheid in I960,
met de berggorilla van Ruanda snel bergafwaarts gegaan.
Voor de berggorilla in de Kongo ziet het er wel iets beter iul,
maar dat wil nog lang niet zeggen dat de zaak goed zit. We
weten dat zeldzame dieren, zoals de berggorilla's, zeer kwets
baar zijn in hun voortbestaan.
Waakzaamheid nu en in de toekomst, zal niet overbodig blijken.
Op 16 juli 1971 zou ik met mijn vriend ten Brink een bezoek
aan het Albert Park brengen. De zaken waren niet zo eenvoudig
Er moesten vele brieven worden geschreven. Tevens waren wij
aangewezen op de hulp van buitenlandse instituten. Alvorens wij
Nederland verlieten had ik nagenoeg alles bestudeerd wat ik
kon vinden over berggorilla'sHet doel was dan ook om de
gorilla's in hun natuurlijke omgeving van dichtbij te observeren
en eventueel te fotograferen.
De kampeerplaats was gekozen bij de rustplaats Kabara, op
de helling van de uitgedoofde vulkaan de Mikeno.
Het is alleen wel te hopen,
dat in de toekomst zowel com
missies en organisaties voor de
ontwikkeling van de landbouw
en andere levensbelangrijke
zaken als de plaatselijke rege
ringen eerst goed overleg ple
gen juist i. v. b. met natuurbe
houd alvorens men tot daden
overgaat. De berichten op 22-
5-71 waren voor ons, terwijl
wij druk bezig waren met on
ze voorbereidingen voor de
Afrika-reis niet erg bemoedi
gend. Het ziet er echter naar
uit dat men zowel nationaal
als internationaal zich meer
bewust wordt van het nut van
natuurbehoud. Een lichtpuntje
is dat de regering van Kongo-
Kinshasa zich van een betere
kant laat zien wat betreft na
tuurbescherming en vooral het
behoud van de berggorilla
gaat hen ter harte.
Stevige schoenen en goede
kleding zijn in een oerwoud
geen overbodige zaken. De
'eerste tekenen dat wij ons in
de nabijheid van gorilla's be
vonden, vond ik, in de vorm
van Jcapotgetrokken bamboe
stengels en twijgen. Verder
groeide daar wilde selderij,
een van de lekkernijen van de
gorilla. De gorilla's zwerven,
zoals het hen uitkomt, zonder
een bepaald doel en zij voeden
zich tijdens het lopen hoofd
zakelijk met bamboespruiten,
wortels, bramen, netels, distels
enz. Het komt zelden voor dat
gorilla's zich lang op een be
paalde plaats ophouden. Daar
de oerwouden zich eindeloos
uitstrekken en de voedsel
voorraad onuitputtelijk is, kan
het lang duren voor men een
groep gorill's ontdekt.
In tegenstelling tot chimpan
sees en bavianen is de gorilla
een vegetariër, die dus uitslui
tend plantaardig voedsel nut
tigt. In gevangenschap is het
wel voorgekomen dat gorilla's
vlees aten. Ook schijnen goril
la's in het wild niet altijd te
drinken. De planten bevatten
meestal zoveel vocht, enerzijds
de plantensappen zelf ander
zijds de dauw of regendrop
pels op bladeren en stengels
zodat de gorilla's niet noodza
kelijkerwijs (be) hoeven te
drinken. In de dierentuin van
Antwerpen zag ik vaak goril
la's drinken, maar men moet
niet uit het oog verliezen, dat
deze dieren geen andere keus
hadden. Wij gingen nu steeds
verder het oerwoud in. Het
kan weieens voorkomen, dat
men al spoedig een groep go
rilla's ontdekt. Het beste is
meestal om een spoor te vol
gen en speciaal op die plaat
sen waar de dieren de vorige
dag zijn gezien (gesignaleerd).
Plotseling zag ik een plek, die
er uitzag alsof er een tank
doorheen was gereden. Hier
op deze plaats hadden de go
rilla's waarschijnlijk de nacht
doorgebracht. Het spoor wees
er duidelijk op dat de gorilla's
zich hier tot voor kort hadden
opgehouden. Ik vond verschei
dene nesten met verse uit
werpselen zodat de dieren
waarschijnlijk nog niet ver
weg konden zijn. Ik begon de
nesten eens te bekijken, som
mige waren behoordelijk
groot, maar ik vond ook klei
nere nesten. Het spreekt van
zelf dat een volwassen men
net j es gorilla een behoorlijk
groot nest bouwt. De nesten
bestonden uit bladeren en on
dergroei en leken soms net op
badkuipen. Terwijl ik nauw
keurig de nesten bekeek rook
ten de wachten een sigaretje.
Een gorilla-nest bestaat ook
wel uit twijgen en lianen.
Soms bouwen gorilla's nesten
in de bomen. Toch komen
boomnesten minder vaak voor
dan grondnesten. De nesten in
de bomen gebouwd bevinden
zich in de regel op geringe
hoogte boven de grond.. Dat
ligt voor de hand, omdat een
volwassen gorilla te zwaar is
om zich in en tussen de bo
men te bewegen Vooral goril
lajongen of -wijfjes die niet zo
groot zijn, maken van de
boom gebruik. Dat neemt niet
weg dat ik ook jonge gorilla-
mannetjes wel in de boom het
gezien, echter nooit een vol
wassen of zilverrugmannetje.
Ik stuitte ecchter praktisch al
tijd op grondnesten en zelden
op boomnesten. Deze mensa
pen werden in de loop der
evolutie zo groot, dat door het
klimmen in de bomen het risi
co van het vallen werd ver
groot. De hypothese is dan ook
dat de neiging om toch in de
bomen te klimmen moet wor
den gezien als een erfenis van
de voorouders van de gorilla,
die uitsluitend boomdieren
waren. De uitwerpselen die ik
van gorilla's vond leken veel
op paardemest.
De nesten lagen er vol mee
en de kleine vliegjes die. er
op zaten, waren voor mij een
aanwijzing dat de gorilla's
dicht bij moesten zijn. Nadat
ik de nesten had bekeken gin
gen wij verder en wij volgden
nu voorzichtig het spoor. Go
rilla's zijn vreedzame dieren
maar door een onvoorzichtige
benadering zouden de dieren
in hun angst kunnen aanval
len. Juist omdat gorilla's schu
we dieren zijn is voorzichtig
heid geboden. Het is een be
kend feit dat vele dieren wan
neer zij worden opgejaagd tot
de aanval overgaan. Dat heb
ik zélf wel eens met honden
ondervonden. Wanneer een
angstige gorilla lot de aanval
overgaat wordt de toestand
zeer gevaarlijk, maar dat geldt
evenzo voor andere grote die
ren.
Dat dus een gorilla die op
gejaagd en als gevolg daarvan
angstig wordt en uiteindelijk
tot de aanval overgaat is vol
komen begrijpelijk. Hoe voelt
een mens zich wanneer hij
opgejaagd wordt. Ook 'n mens
kan gevaarlijk worden wan
neer hij in het nauw wordt
gedreven. Wat zouden wij zelf
doen als plotseling uit d'e
struiken een vreemd of moge
lijk een zeer gevaarlijk wezen
op ons af kwam. Laat een
jeder verstandig mens nu eens
goed begrijpen dat geen enkel
dier zal aanvallen zonder
aanleiding. Indien wij steeds
dieren achtervolgen, kan het
meest vreedzame dier ons aan
vallen. Een benadering van
gorilla's in het wild eist een
grondige studie. De bestude
ring van deze mensapen en
hun gedrag is van uitzonder
lijk groot belang. De laatste
sporen volgen, was voor mij
altijd het spannendste deel
van de dag. Ook de gidsen
waren dan altijd enigszins
nerveus. De afspraak was dat
zij de dieren opspoorden. Zo
dra de gidsen de gorilla's za
gen, trokken zij zich terug en
ik ging naar voren. Ik kon de
dieren dan van nabij bekijken.
De gorilla's worden ook onrus
tiger wanneer zij twee in-
plaats van een persoon zien.
Plotseling werd de stilte van
het oerwoud verscheurd door
een vreselijk gebrul. Overal
om ons heen klonken die kor
te blaffende geluiden, terwijl
in de berghellingen de echo's
weerkaatsten. Het vervelende
voor ons was dat men tijdens
het geschreeuw door het dich
te bos, de gorilla's niet kon
zien. Op de grond, onder de
bomen en er omheen vonden
wij nieuwe sporen en verse
uitwerpselen. Wij hielden ons
muisstil en ik verkende de
directe omgeving. Zodra de
rust was hersteld, gaf ik de
wens te kennen voorzichtig
verder te gaan, daar de goril
la's tijdens het kabaal blijk
baar verder het bos waren in
getrokken. Ik overdacht de
mogelijkheid dat ik plotseling
oog in oog zou kunnen komen
te staan met een gorilla. Wij
trokken verder en hoorden
toen een oorverdovend lawaai
op nog geen 12 meter afstand
in het kreupelhout. De goril
la's waren zo geschrokken dat
er een grote paniek was ont
staan. De gidsen begonnen ook
te schreeuwen en werden ang
stig. Wij bevonden ons hier in
een hachelijke situatie.
Juist een splitsing in een
gorilla-groep kan de paniek
nog erger maken. Het was een
zeer onaangename situatie.
Deze paniek had nooit kunnen
ontstaan wanneer de gorilla's
ons gezien hadden en wij hen.
Toen wij allemaal tot rust wa
ren gekomen, besloot ik weer
naar ons kamp in Kabara te
rug te gaan. Ik was al teleurge
steld en ik hoopte dat het de
volgende dagen wat succesvol
ler zou gaan. Het was mij al
spoedig duidelijk, dat in dit
gedeelte van het oerwoud het
observeren van gorilla's een
onmogelijke zaak zou worden.
De dichte ondergroei van het
oerwoud vormde hier een gro
te belemmering.
De volgende morgen was
het opstaan een koude aange
legenheid. Het had de afgelo
pen nacht behoorlijk gevroren.
Rondom ons kamp was het
een witte wereld. De gidsen
zaten behaaglijk bij het hout
vuur. Wij moesten eerst het
ijs van de taf ei en stoeltjes
'afkrabben alvorens we konden
ontbijten. De zon kwam nu
boven de bomen en de lucht
was heerlijk fris. Na smake
lijk te hebben ontbeten maak
te ik mij weer gereed voor de
tweede tocht naar de gorilla's,
in de hoop het er nu beter af
te brengen dan de vorige dag.
Wij verlieten ons kamp en
verdwenen weer in het oer
woud. De planten en struiken
waren doordrenkt van de dauw.
Wij vonden al gauw een gorilla-
spoor en waren nog ver van
het kamp, toen wij opeens ge-,
kraak hoorden.
Even verderop zag ik een
gorilla in een boom, hij zag
ons niet en zodoende kon ik
hem rustig observeren. De
beste en veiligste methode om
gorilla's te naderen is deze,
dat men in open terrein, dus
zelf duidêlijk zichtbaar, kalm
hun richting uiloovt tot ov 3
a 13 meter en dan in een
boom klimt.
Door gebruikmaking van
een goede uitkijkpost kan men
de dieren goed bekijken en
bestuderen. Men nadert de
dieren door bijvoorbeeld met
de handen op de borst te
trommelen, zoals ook de goril
la's zelf doen. Deze gedragsui-
téng is een vorm van bluf of
intimidatie, zo in de geest van
„hier ben ik, opgepast"! Door
deze gedragsuiting die voort
komt uit angst en woede,
wordt iedere vijand op een
veilige afstand gehouden. Door
zelf ook lawaai te maken toont
men zijn aanwezigheid. De go
rilla's trekken terug en imite
ren deze vertoning. Indien
men zichzelf op de aangege
ven wijze gedraagt, zullen de
gevaren voor wat betreft het
aanvallen, tot een minimum
worden beperkt. Dieren zijn
in het algemeen niet gevaar
lijk. Misverstanden en onkun
de ten opzichte van dieren
kunnen ongelukken in de
hand werken. Een dier voelt
bijvoorbeeld ook heel goed
aan dat iemand bang voor hem
is. denkt u maar aan een hond
die achter u aangaat indien u
laat blijken dat u bang bent.
Wat betreft de methodiek van
gorilla's benaderen op de zo
even bedoelde wijze ligt de na
druk. vooral op het duidelijk
gezien en gehoord worden van
degene die naar gorilla's
speurt. Deze keer kon ik ech
ter de juiste manier niet toe
passen en geen lawaai maken,
omdat ik slechts met één go
rilla te doen had. Ik was met
die ene gorilla in de boom niet
zo erg gerust.
Gorilla's zijn zelden alleen
tijdje had begluurd, zag ik
duidelijk- hoe voorzichtig het
dier zk
en ik was er van overtuigd
dat de andere dieren ook in de
buurt waren. Deze hypothese
bleek een realiteit, want al
gauw hoorden wij andere go
rilla's, maar wij zagen ze niet.
Het was verstandiger te blij
ven waar men was een geen
lawaai te maken. Ondanks het
.feit dat gorilla's zelden alleen
rijn bestaan er weel eens uit
zonderingen op deze regel.
Gorilla-mannetjes gaan wei
eens alleen op stap. Voorzibh-
tig gingen wij verder, bedacht
op een plotselinge ontmoeting
met de andere gorilla's. Toen
ik de gorilla in de boom zo'n
■ijdje hac
luitylijk--
zich vn de boom bewoog.
Een gorilla is geen goede
boomklimmer. Ik had hierover
al veel gelezen, maar nu kon
ik het dan eens met mijn ei
gen ogen zien. Plotseling za
gen wij de andere gorilla's. De
gorilla in de boom die wij zo
ongestoord bezig hadden ge
zien sloot zich bij de groep
aan, zoals ik had verwacht. Ik
gaf de wachten opdracht zich
te verschuilen, terwijl ik dui
delijk zichtbaar naar voren
liep.
Toen de dieren mij zagen
aankomen begonnen rij te
schreeuwen en zich op de
borst te slaan, ook ik begon op
mijn borst te trommelen. Dik
wijls ging ik ook hard met
mijn handen klappen, dat
klonk behoorlijk luid zodat de
dieren dit goed konden horen.
Alle gorilla's begonnen deze
vertoning na te doen. De die
ren liepen opgewonden heen
en weer. Vooral als de heel
jcmge gorilla's op de borst
trommelden was het een ver
makelijk gezicht. Ik kon de
gorilla-familie goed gadeslaan
dank zij een open plek in het
woud. Ik zag een paar gorilla
wijfjes met enkele jongen, een
paar adolescente zwartgerugde
mannetjes en de leider met
zijn zilvergrijs rugdek. Het
trommelen op de borst werd
iets minder, naarmate de
nieuwsgierigheid toenam. Een
paar gorilla's klommen *n de
bomen om mij nog beter te
kunnen zien. De gidsen hiel.
den zich rustig en zaten hele
maal verscholen in het struik
gewas en zo kon ik dus de
dieren rustig observeren. Het
volwassen of zilverrugmanne
tje, de onbetwiste leider van
de groep, die bepaalt waar
heen de groep zal gaan, gaf
een diep keelgeluid met als
gevolg dat de hele groep in
beweging kwam en wegtrok.
Dit was jammer, want ik had
de dieren maar kort kunnen
obseT~veren. Toen de groep
weggetrokken was onderzocht
ik nog even de plek waar de
dieren zich hadden opgehou
den.
Wij besloten de gorilla-
groep nu voorzichtig te volgen
en te samen met de gidsen
klauterde ik weer verder. Het
wats nu heerlijk en zonnig
weer en ookde temperatuur,
was aangenaam. Spoedig had
den de gidsen het spoor weer
gevonden en wij vervolgden
onze weg. Overal op het spoor
lagen verse uitwerpselen. Mis
schien ontstaat dit verschijnsel
wel door angst of dat de die
ren voelen dat zij steeds op de
hielen worden gezeten. Na een
poos te hebben gelopen hoor
den wij de gorilla's weer. Wij
volgden hun spoor en baanden
ons een weg dwars door aüler-
lei slingerplanten en onder
laag overhangende boomtak
ken. Opeens kwamen wij
weer bij een open plek, waar
wij weer werden begroet melt
hetzelfde gebrul.
Een paar gorilla's zaten in
de bomen en de andere liepen
opgewonden heen en weer m
de struiken. De gidsen trok
ken zich nu terug in het
struikgewas en ik klom in een
boom, maar daarvoor moest ik
eerst door een veld van brand
netels lopen. De brandnetels
stonden terplaatse manshoog
en sloegen mij bij het lopen in
mijn gezicht. Ik had tot over
maat van ramp geen hand
schoenen meegenomen, zodat
mijn gezicht en handen onder
de rode bulten zaten. In de
boom beland kon ik de goril
la's goed zien en zij mij. De
dieren waren niet zo angstig
als tijdens de eerste ontmoe
ting. Waarschijnlijk hield dit
kalme gedrag enigszins ver
band met de ervaring die de
dieren eerder hadden opge
daan. Het rommelen op. de
borst deed zich haast niet
meer voor. Het feit dat de
gorilla's wat rustiger waren
geworden was voor mij een
groot winstpunt, want nu was
ik in staat deze prachtige
mensapen in hun natuurlijke
staat rustig te observeren.
Wanneer ik de dieren aankeek
wendden zij hun kop af, keek
ik even niet dan kwamen zij
voor de dag. Vooral wanneer
de kop van een gorilla achter
de struiken te voorschijn
kwam, wanneer ze dachten dat
ik niet keek, was het een leuk
gezicht. Doch het dier te lang
en recht in de ogen zien, zou
weer spanning of agressie fin
de hand kunnen werken. Men
moet de dieren dus niet strak
aankijken.
Soms speelden we kiekeboe,
als ik keek trokken zij hun
kop terug in de struiken en
voorzichtig kwamen zij weer
te voorschijn. De hele kleine
gorilla's die erg nieuwsgierig
waren konden goed kiekeboe
spelen. De dieren werden zo
rustig dat ze gewoon gingen
eten tijdens mijn aanwezig
heid. Natuurlijk hielden zij
mij goed in de gaten, je kon
immers nooit weten. De erva
ringen die de gorilla's met de
mensen hebben gehad, zijn in
de regel niet zo best geweest.
Het was iets geweldigs om de
dieren zo doende te zien met
hun dagelij se bezigheden.
Als amateur-bioloog was het
mij dan eindelijk gelukt de
dieren van zeer nabij te bestu
deren. Ik had het voordeel, dat
de gorilla-groep zich niet zo
ver van de boom bevond
waar ik in zat. De zoete wat
muffe lucht van de gorilla's
hing in de lucht. Vaak wanneer
ik de gorilla's op het spoor was,
kon ik hen goed ruiken, al zag
ik de dieren niet. Terwijl ik
de gorilla's zag eten, hoorde ik
ook vaak hun ontlasting vallen.
Gorilla's kunnen de plaat3
waar ze zich bevinden behoor
lijk bevuilen. Ik zat in deze
boom niet zo prettig en besloot
een betere boom te zoeken.
Toen ik uit de boom klom wer
den de gorilla's onrustig. Som
mige gorilla's hielden op met
eten en hun blikken waren al
lemaal op mij gericht. De reac
tie van gorilla's was begrijpe
lijk, want toen ik van de boom
wegliep zagen ze mij niet meer.
Wanneer ik in de boom klom
deden de gorilla's hetzelfde.
Als wij elkaar door het dichte
struikgewas uit het oog verlo
ren, bleef het een poosje rus
tig. Dat was altijd voor mij
en waarschijnlijk ook voor de
gorilla's even e enmoment van
spanning. Het was niet uitge
sloten dat ik weer in een zelfde
situatie zou kunnen komen, als
op mijn eerste tocht naar de
gorilla's. Zo snel mogelijk klom
ik in een andere boom, zodat
de diren mij weer konden zien.
Terwijl ik in die andere
boom zat werden de gorilla's
zo rustig, dat het leek alsof ik
bij hen hoorde. Sommige go
rilla's zaten wat te eten en
schonken geen aandacht meer
aan mij. Wat heerlijk was het
hier, rondom het wilde ruige
oerwoud, op de achtergrond de
bergen en verder overal een
paradijselijke rust. Het tevre
den geknor van de gorilla's
beneden mij kon ik goed ho
ren. Het was voor mij een
bewijs dat zij mij in zekere
zin hadden geaccepteerd. Hoe
wel ik toch afstand moest
houden. Geweldig was het om
te zien hoe vredig de dieren
met elkaar omgingen. Het leek
net een mensenfamilie. Trou
wens het groepsgedrag van
mens en aap vertoont vele pa
ralellen. Het is van groot be
lang individuele dieren goed
te kennen, indien men nauw
keurig hun sociale gedrag wil
bestuderen. Ik was wel op de
goede weg, maar kon door
tijdgebrek en door gebrek aan
voldoende financiële middelen
deze zaak niet verder doorzet
ten. Dat is voor mij een grote
teleurstelling geweest, die ik
tot nu toe nooit helemaal heb
kunnen verkroppen.
De ethologie, de wetenschap
der moderne gedragsleer,
spreekt mij bijzonder aan. Het
is een wetenschap die interna
tionaal gezien steeds meer in
het licht van de belangstelling
komt te staan. Ik geloof zeker
dat ik als amateur temidden
van de gorilla's, heel interes
sante zaken had kunnen be
studeren. Tevens ben ik ervan
overtuigd, dat wanneer ik tijd
genoeg had gehad, de dieren
mij opgenomen zouden hebben
in de groep. Maar zo'n experi
ment zou wel een jaar kunnen
duren. De bekende zoöloge Ja
ne Goodall heeft er vijftien
maanden aan besteed om in
het wildreservaat genaamd
„Gombe" in Tanzania in een
chimpansee-groep te worden
opgenomen. Toen ik zo de go
rilla's zag, die zich overigens
net zo gedragen als mensen in
vermomming, kreeg ik steeds
de behoefte om naar ze toe te
gaan. Men kan de dieren na
deren, door niet al te veel
aandacht aan hen te schenken.
Ook de gorilla's zo nu en dan
de rug toe keren, kan kalme
rend (ontspannend) werken.
Wel moest ik oppassen niet
onverwachts en te abrupt mijn
hoofd om te draaien. Dieren
voelen heel goed aan of je het
goed of slecht met hen voor-
hebt. Zij interpreteren geba
ren veel beter dan mensen.
Aan hun houding dacht ik
duidelijk te merken, dat de
dieren in mij geen kwaad za
gen. Wel moest ik zorgen dat
de gidsen zich goed verborgen
hielden in de struiken. Hoe
vreemd het ook moge klinken
het is bewezen dat gorilla's op
kleurlingen heel anders reage
ren dan op blanken. Men zou
bij deze mensapen t. a. v. hun
reacties op mensen van ras
sendiscriminatie kunnen spre
ken. De oorzaak hiervoor zou
moeten worden gezocht in het
jagen op de gorilla's door de
volkeren in dit gedeelte van
Afrika.
Een onvoorzichtige hande
ling van de kant van de gid
sen of mijnerzijds zou mijn
observatie grondig kunnen be
derven. Terwijl alles naar
wens verliep, stond het vol
wassen of zilverrugmannetje,
nog weieens op, om op zijn
borst te trommelen. Deze vol
wassen gorilla's geven zich
nooit gauw gewonnen, dat is
begrijpelijk, want deze dieren
moeten de veiligheid van de
groep waarborgen. Deze zil-
vergerugde mannetjes zijn het
meest waakzaam en dus hét
meest attent. Ook als de jon
gere gorilla's eri de wijfjes
alsmede de adolescente man
netjes, en wijfjes in de boom
klommen bleef het volwasseri
of zilverrugmannetje op de
grond wat rond lopen. Het
was een prachtig dier, fors
gebouwd en zeker van zijn
macht en positie. Wanneer hij
opstond om op zijn borst te
trommelen behaalde hij een
behoorlijke lengte. Ik schatte
zijn lengte minstens op 1.80
m. Het liep weldra tegen het
einde van de middag en ik
besloot weer naar het kamp
terug te gaan, terwijl ik van
de boom klom schrokken de
gorilla's behoorlijk.
De verwantschap van de
grote mensapen en de mens
is zeer nauw. De gedaante
en het gelaat van de leven
de mens en de gorilla roe
pen bij ons de gedachten op
van een gemeenschappelij
ke afstamming. Men moet
wel bedenken dat verwant
schap met de mensapen nog
niet inhoudt dat we van
deze apen afstammen zoals
men maar al te vaak hoort
beweren. We moeten het
woord verwantschap niet
altijd met afstamming ver
warren. De gedragsstudie
of ethologie en het trekken
van een duidelijke parallel
tussen de aard van het dier
en van de mens, heeft
vooral de laatste jaren ver
rassende resultaten opgele
verd. Onze verwanten uit
het oerwoud zijn hoog ont
wikkelde sociale wezens,
en doen denken aan de pri
mitieve mens. Net als een
mensenfamilie willen de
dieren in vrede leven. Deze
primaten te beschermen is
eem plicht voor ieder. Enig
gevoel van ethische en mo
rele verantwoordelijkheid
is wel het minste dat de
mens zou moeten kunnen
opbrengen tegenover schep
selen, die hem naar geest
en lichaam zo na staan.
Maar jammer genoeg heeft
de „homo sapiens" (weten
de mens) zelfs zijn eigen
soort nooit goed leren be
handelen. Wanneer deze
prachtige mensapen van de
aardbodem zouden verdwij
nen, zou dit voor de weten
schap en de natuurliefheb
bers een groot verlies zijn.
Laten wij echter hopen dat
de mens hetzij als individu,
netzij als plaatselijke over
heid zich bijtijds bezint, en
wettelijke maatregelen
treft en die ook sanctio
neert, om te voorkomen dat
wij ooit het punt bereiken
van totale en onherroepelij
ke uitroeiing. Moge dit
reisverslag een stimulans
zijn, voor een ieder die dit
leest, om hier over na te
denken.
Ik betuig mijn dank voor
de volgende memsen, die
ons geholpen hebben, om-
deze mini-expeditie te doen
slagen. Dr. Jacques Ver
schuren bioloog van het Al-
bertpark ben ik bijzonder
dankbaar. Hij gaf mij toe
stemming om in de sector
der vulkanen te kamperen
als uitzonderingsgeval in
verband met de weten
schappelijke kant van mijn
reis. Dr. Jaques Verschuren
is al jaren lang bioloog van
het Albertpark. In de moei
lijke jaren 1959, 1960 bra
ken onlusten uit in de Kon
go in verband met de onaf
hankelijkheid. Talrijke Bel
gen vluchtten toen uit de
Kongo. Dr. Jaques Verschu
ren bleef trouw op zijn
post. Hij riskeerde zijn le
ven voor het behoud van
het Albert Nationaal park.
In 1969 vertrouwde gene
raal Mobutu hem het direc
toraat toe over alle nationale
parken in de Kongo. In
1970 ontving dr. Jaques
Verschuren de gouden me
daille van verdienste van
het Wereld Natuur Fonds.
De assistent van dr. Jaques
Verschuren conservateur J.
P. von der Becke van het
Albert fark gaf mij ook
veel steun. Ook ben ik de
plaatselijke bevolking zeer
dankbaar, voor zijn gast
vrijheid, hulp, vriendelijk
heid en raad. Tenslotte be
tuig ik ook grote dank aan
dr. J. H. Westermann uit
Den Haag, dr. J. H. Wester
mann is geoloog en is bij
de stichting tot internatio
nale natuurbescherming.
Tevens is hij secretaris van
het World Wildlife Fund.
B. P. Vermij.