DE WOESTE BERGGORILLA UIT AFRIKA IS VEEL „MENSELIJKER DAN JE OOIT ZOU DENKEN Slotbeschouwing Op bezoek bij de gorilla's Gorilla's zijn vreedzame dieren Paniek in de apenfamilie Eindelijk geaccepteerd Spoor Kiekeboe OOSTERHOUT De heer B. Vermij uit Oosterhout, bad meester van beroep, is afwis selend werkzaam in het over dekte bad De Blikken en het buitenbad De Warande. Vooral het dagelijks werk in het overdekte bad is niet zo ge zond en erg vermoeiend, maar in de zomer kan de heer Ver mij zijn scha weer inhalen in de gezonde buitenlucht van De Warande. Maar toch zou het hem allemaal gaan vervelen, als hij naast zijn werk niet een hele grote en vrij specta culaire hobby had. De heer Vermij is namelijk geïnteres seerd in apen, en dan wel bijzonder in berggorilla's. Nu is de heer Vermij niet iemand die genoegen neemt met af en toe een retourtje Artis om zijn nieuwsgierigheid te bevredi gen, meneer Vermij heeft meer nodig. Hij spaarde zijn geld en zijn vakantie op en ging met een vriend naar Mid- dcn-Afrika, naar het Albert National Park, om de berggo rilla's in het wild te kunnen bestuderen. Hij maakte deze reis in juli van het vorig jaar met medewerking van dr. J. H- Westermann vaii de Ned. Commissie voor Natuurbehoud en dr. J. Verschuren van het Albert Park, die graag deze enthousiaste amateurbioloog wilden helpen en die boven dien zijn bevindingen goed konden gebruiken. De heer Vermij is niet getrouwd en kan zodoende naast zijn werk veel tijd besteden aan zijn studie. Vaak houdt hij lezin gen en ook gaf hij een paar gastlessen aan de Oosterhoutse Levensschool. Meneer Vermij houdt van de natuur. In die natuur interesseert hem vooral het gedrag van de dieren en hij vergelijkt het met het ge drag van de mensen. „Dieren zijn niet wreed", herhaalt de heer Vermij voortdurend. „Ze vallen alleen aan als je ze in het nauw drijft en als ze in paniek geraken. Dan kan zelfs het liefste dier gevaarlijk zijn. Maar het ligt helemaal aan jezelf. Dieren zijn meer te vertrouwen dan mensen". Op deze pagina geeft de heer Vermij uitvoerig verslag van zijn belevenissen op de berg Mikeno. Uit het oorspronkelij ke, zeer gedetailleerd geschre ven verhaal, zijn vooral die fragmenten gehaald, die direct betrekking hadden op de ob servatie van de berggorilla's- De heer Vermij is overigens al aan het sparen voor een vol gende reis. Waarschijnlijk naar de Galapagos Eilanden. In het vulkanengebied van Oostelijk Kongo, Westelijk Oeganda en Ruanda leeft de berggorilla (Beringe'i Matschie). Die gebieden in de Kongo en Ruanda behoorden tot het Albert Nationale Park, maar sinds de onafhankelijkheid is het gebied in Ruanda van het Albert Nationale Park in de Kongo geschei. den. Zoals bekend, is het sedert de onafhankelijkheid in I960, met de berggorilla van Ruanda snel bergafwaarts gegaan. Voor de berggorilla in de Kongo ziet het er wel iets beter iul, maar dat wil nog lang niet zeggen dat de zaak goed zit. We weten dat zeldzame dieren, zoals de berggorilla's, zeer kwets baar zijn in hun voortbestaan. Waakzaamheid nu en in de toekomst, zal niet overbodig blijken. Op 16 juli 1971 zou ik met mijn vriend ten Brink een bezoek aan het Albert Park brengen. De zaken waren niet zo eenvoudig Er moesten vele brieven worden geschreven. Tevens waren wij aangewezen op de hulp van buitenlandse instituten. Alvorens wij Nederland verlieten had ik nagenoeg alles bestudeerd wat ik kon vinden over berggorilla'sHet doel was dan ook om de gorilla's in hun natuurlijke omgeving van dichtbij te observeren en eventueel te fotograferen. De kampeerplaats was gekozen bij de rustplaats Kabara, op de helling van de uitgedoofde vulkaan de Mikeno. Het is alleen wel te hopen, dat in de toekomst zowel com missies en organisaties voor de ontwikkeling van de landbouw en andere levensbelangrijke zaken als de plaatselijke rege ringen eerst goed overleg ple gen juist i. v. b. met natuurbe houd alvorens men tot daden overgaat. De berichten op 22- 5-71 waren voor ons, terwijl wij druk bezig waren met on ze voorbereidingen voor de Afrika-reis niet erg bemoedi gend. Het ziet er echter naar uit dat men zowel nationaal als internationaal zich meer bewust wordt van het nut van natuurbehoud. Een lichtpuntje is dat de regering van Kongo- Kinshasa zich van een betere kant laat zien wat betreft na tuurbescherming en vooral het behoud van de berggorilla gaat hen ter harte. Stevige schoenen en goede kleding zijn in een oerwoud geen overbodige zaken. De 'eerste tekenen dat wij ons in de nabijheid van gorilla's be vonden, vond ik, in de vorm van Jcapotgetrokken bamboe stengels en twijgen. Verder groeide daar wilde selderij, een van de lekkernijen van de gorilla. De gorilla's zwerven, zoals het hen uitkomt, zonder een bepaald doel en zij voeden zich tijdens het lopen hoofd zakelijk met bamboespruiten, wortels, bramen, netels, distels enz. Het komt zelden voor dat gorilla's zich lang op een be paalde plaats ophouden. Daar de oerwouden zich eindeloos uitstrekken en de voedsel voorraad onuitputtelijk is, kan het lang duren voor men een groep gorill's ontdekt. In tegenstelling tot chimpan sees en bavianen is de gorilla een vegetariër, die dus uitslui tend plantaardig voedsel nut tigt. In gevangenschap is het wel voorgekomen dat gorilla's vlees aten. Ook schijnen goril la's in het wild niet altijd te drinken. De planten bevatten meestal zoveel vocht, enerzijds de plantensappen zelf ander zijds de dauw of regendrop pels op bladeren en stengels zodat de gorilla's niet noodza kelijkerwijs (be) hoeven te drinken. In de dierentuin van Antwerpen zag ik vaak goril la's drinken, maar men moet niet uit het oog verliezen, dat deze dieren geen andere keus hadden. Wij gingen nu steeds verder het oerwoud in. Het kan weieens voorkomen, dat men al spoedig een groep go rilla's ontdekt. Het beste is meestal om een spoor te vol gen en speciaal op die plaat sen waar de dieren de vorige dag zijn gezien (gesignaleerd). Plotseling zag ik een plek, die er uitzag alsof er een tank doorheen was gereden. Hier op deze plaats hadden de go rilla's waarschijnlijk de nacht doorgebracht. Het spoor wees er duidelijk op dat de gorilla's zich hier tot voor kort hadden opgehouden. Ik vond verschei dene nesten met verse uit werpselen zodat de dieren waarschijnlijk nog niet ver weg konden zijn. Ik begon de nesten eens te bekijken, som mige waren behoordelijk groot, maar ik vond ook klei nere nesten. Het spreekt van zelf dat een volwassen men net j es gorilla een behoorlijk groot nest bouwt. De nesten bestonden uit bladeren en on dergroei en leken soms net op badkuipen. Terwijl ik nauw keurig de nesten bekeek rook ten de wachten een sigaretje. Een gorilla-nest bestaat ook wel uit twijgen en lianen. Soms bouwen gorilla's nesten in de bomen. Toch komen boomnesten minder vaak voor dan grondnesten. De nesten in de bomen gebouwd bevinden zich in de regel op geringe hoogte boven de grond.. Dat ligt voor de hand, omdat een volwassen gorilla te zwaar is om zich in en tussen de bo men te bewegen Vooral goril lajongen of -wijfjes die niet zo groot zijn, maken van de boom gebruik. Dat neemt niet weg dat ik ook jonge gorilla- mannetjes wel in de boom het gezien, echter nooit een vol wassen of zilverrugmannetje. Ik stuitte ecchter praktisch al tijd op grondnesten en zelden op boomnesten. Deze mensa pen werden in de loop der evolutie zo groot, dat door het klimmen in de bomen het risi co van het vallen werd ver groot. De hypothese is dan ook dat de neiging om toch in de bomen te klimmen moet wor den gezien als een erfenis van de voorouders van de gorilla, die uitsluitend boomdieren waren. De uitwerpselen die ik van gorilla's vond leken veel op paardemest. De nesten lagen er vol mee en de kleine vliegjes die. er op zaten, waren voor mij een aanwijzing dat de gorilla's dicht bij moesten zijn. Nadat ik de nesten had bekeken gin gen wij verder en wij volgden nu voorzichtig het spoor. Go rilla's zijn vreedzame dieren maar door een onvoorzichtige benadering zouden de dieren in hun angst kunnen aanval len. Juist omdat gorilla's schu we dieren zijn is voorzichtig heid geboden. Het is een be kend feit dat vele dieren wan neer zij worden opgejaagd tot de aanval overgaan. Dat heb ik zélf wel eens met honden ondervonden. Wanneer een angstige gorilla lot de aanval overgaat wordt de toestand zeer gevaarlijk, maar dat geldt evenzo voor andere grote die ren. Dat dus een gorilla die op gejaagd en als gevolg daarvan angstig wordt en uiteindelijk tot de aanval overgaat is vol komen begrijpelijk. Hoe voelt een mens zich wanneer hij opgejaagd wordt. Ook 'n mens kan gevaarlijk worden wan neer hij in het nauw wordt gedreven. Wat zouden wij zelf doen als plotseling uit d'e struiken een vreemd of moge lijk een zeer gevaarlijk wezen op ons af kwam. Laat een jeder verstandig mens nu eens goed begrijpen dat geen enkel dier zal aanvallen zonder aanleiding. Indien wij steeds dieren achtervolgen, kan het meest vreedzame dier ons aan vallen. Een benadering van gorilla's in het wild eist een grondige studie. De bestude ring van deze mensapen en hun gedrag is van uitzonder lijk groot belang. De laatste sporen volgen, was voor mij altijd het spannendste deel van de dag. Ook de gidsen waren dan altijd enigszins nerveus. De afspraak was dat zij de dieren opspoorden. Zo dra de gidsen de gorilla's za gen, trokken zij zich terug en ik ging naar voren. Ik kon de dieren dan van nabij bekijken. De gorilla's worden ook onrus tiger wanneer zij twee in- plaats van een persoon zien. Plotseling werd de stilte van het oerwoud verscheurd door een vreselijk gebrul. Overal om ons heen klonken die kor te blaffende geluiden, terwijl in de berghellingen de echo's weerkaatsten. Het vervelende voor ons was dat men tijdens het geschreeuw door het dich te bos, de gorilla's niet kon zien. Op de grond, onder de bomen en er omheen vonden wij nieuwe sporen en verse uitwerpselen. Wij hielden ons muisstil en ik verkende de directe omgeving. Zodra de rust was hersteld, gaf ik de wens te kennen voorzichtig verder te gaan, daar de goril la's tijdens het kabaal blijk baar verder het bos waren in getrokken. Ik overdacht de mogelijkheid dat ik plotseling oog in oog zou kunnen komen te staan met een gorilla. Wij trokken verder en hoorden toen een oorverdovend lawaai op nog geen 12 meter afstand in het kreupelhout. De goril la's waren zo geschrokken dat er een grote paniek was ont staan. De gidsen begonnen ook te schreeuwen en werden ang stig. Wij bevonden ons hier in een hachelijke situatie. Juist een splitsing in een gorilla-groep kan de paniek nog erger maken. Het was een zeer onaangename situatie. Deze paniek had nooit kunnen ontstaan wanneer de gorilla's ons gezien hadden en wij hen. Toen wij allemaal tot rust wa ren gekomen, besloot ik weer naar ons kamp in Kabara te rug te gaan. Ik was al teleurge steld en ik hoopte dat het de volgende dagen wat succesvol ler zou gaan. Het was mij al spoedig duidelijk, dat in dit gedeelte van het oerwoud het observeren van gorilla's een onmogelijke zaak zou worden. De dichte ondergroei van het oerwoud vormde hier een gro te belemmering. De volgende morgen was het opstaan een koude aange legenheid. Het had de afgelo pen nacht behoorlijk gevroren. Rondom ons kamp was het een witte wereld. De gidsen zaten behaaglijk bij het hout vuur. Wij moesten eerst het ijs van de taf ei en stoeltjes 'afkrabben alvorens we konden ontbijten. De zon kwam nu boven de bomen en de lucht was heerlijk fris. Na smake lijk te hebben ontbeten maak te ik mij weer gereed voor de tweede tocht naar de gorilla's, in de hoop het er nu beter af te brengen dan de vorige dag. Wij verlieten ons kamp en verdwenen weer in het oer woud. De planten en struiken waren doordrenkt van de dauw. Wij vonden al gauw een gorilla- spoor en waren nog ver van het kamp, toen wij opeens ge-, kraak hoorden. Even verderop zag ik een gorilla in een boom, hij zag ons niet en zodoende kon ik hem rustig observeren. De beste en veiligste methode om gorilla's te naderen is deze, dat men in open terrein, dus zelf duidêlijk zichtbaar, kalm hun richting uiloovt tot ov 3 a 13 meter en dan in een boom klimt. Door gebruikmaking van een goede uitkijkpost kan men de dieren goed bekijken en bestuderen. Men nadert de dieren door bijvoorbeeld met de handen op de borst te trommelen, zoals ook de goril la's zelf doen. Deze gedragsui- téng is een vorm van bluf of intimidatie, zo in de geest van „hier ben ik, opgepast"! Door deze gedragsuiting die voort komt uit angst en woede, wordt iedere vijand op een veilige afstand gehouden. Door zelf ook lawaai te maken toont men zijn aanwezigheid. De go rilla's trekken terug en imite ren deze vertoning. Indien men zichzelf op de aangege ven wijze gedraagt, zullen de gevaren voor wat betreft het aanvallen, tot een minimum worden beperkt. Dieren zijn in het algemeen niet gevaar lijk. Misverstanden en onkun de ten opzichte van dieren kunnen ongelukken in de hand werken. Een dier voelt bijvoorbeeld ook heel goed aan dat iemand bang voor hem is. denkt u maar aan een hond die achter u aangaat indien u laat blijken dat u bang bent. Wat betreft de methodiek van gorilla's benaderen op de zo even bedoelde wijze ligt de na druk. vooral op het duidelijk gezien en gehoord worden van degene die naar gorilla's speurt. Deze keer kon ik ech ter de juiste manier niet toe passen en geen lawaai maken, omdat ik slechts met één go rilla te doen had. Ik was met die ene gorilla in de boom niet zo erg gerust. Gorilla's zijn zelden alleen tijdje had begluurd, zag ik duidelijk- hoe voorzichtig het dier zk en ik was er van overtuigd dat de andere dieren ook in de buurt waren. Deze hypothese bleek een realiteit, want al gauw hoorden wij andere go rilla's, maar wij zagen ze niet. Het was verstandiger te blij ven waar men was een geen lawaai te maken. Ondanks het .feit dat gorilla's zelden alleen rijn bestaan er weel eens uit zonderingen op deze regel. Gorilla-mannetjes gaan wei eens alleen op stap. Voorzibh- tig gingen wij verder, bedacht op een plotselinge ontmoeting met de andere gorilla's. Toen ik de gorilla in de boom zo'n ■ijdje hac luitylijk-- zich vn de boom bewoog. Een gorilla is geen goede boomklimmer. Ik had hierover al veel gelezen, maar nu kon ik het dan eens met mijn ei gen ogen zien. Plotseling za gen wij de andere gorilla's. De gorilla in de boom die wij zo ongestoord bezig hadden ge zien sloot zich bij de groep aan, zoals ik had verwacht. Ik gaf de wachten opdracht zich te verschuilen, terwijl ik dui delijk zichtbaar naar voren liep. Toen de dieren mij zagen aankomen begonnen rij te schreeuwen en zich op de borst te slaan, ook ik begon op mijn borst te trommelen. Dik wijls ging ik ook hard met mijn handen klappen, dat klonk behoorlijk luid zodat de dieren dit goed konden horen. Alle gorilla's begonnen deze vertoning na te doen. De die ren liepen opgewonden heen en weer. Vooral als de heel jcmge gorilla's op de borst trommelden was het een ver makelijk gezicht. Ik kon de gorilla-familie goed gadeslaan dank zij een open plek in het woud. Ik zag een paar gorilla wijfjes met enkele jongen, een paar adolescente zwartgerugde mannetjes en de leider met zijn zilvergrijs rugdek. Het trommelen op de borst werd iets minder, naarmate de nieuwsgierigheid toenam. Een paar gorilla's klommen *n de bomen om mij nog beter te kunnen zien. De gidsen hiel. den zich rustig en zaten hele maal verscholen in het struik gewas en zo kon ik dus de dieren rustig observeren. Het volwassen of zilverrugmanne tje, de onbetwiste leider van de groep, die bepaalt waar heen de groep zal gaan, gaf een diep keelgeluid met als gevolg dat de hele groep in beweging kwam en wegtrok. Dit was jammer, want ik had de dieren maar kort kunnen obseT~veren. Toen de groep weggetrokken was onderzocht ik nog even de plek waar de dieren zich hadden opgehou den. Wij besloten de gorilla- groep nu voorzichtig te volgen en te samen met de gidsen klauterde ik weer verder. Het wats nu heerlijk en zonnig weer en ookde temperatuur, was aangenaam. Spoedig had den de gidsen het spoor weer gevonden en wij vervolgden onze weg. Overal op het spoor lagen verse uitwerpselen. Mis schien ontstaat dit verschijnsel wel door angst of dat de die ren voelen dat zij steeds op de hielen worden gezeten. Na een poos te hebben gelopen hoor den wij de gorilla's weer. Wij volgden hun spoor en baanden ons een weg dwars door aüler- lei slingerplanten en onder laag overhangende boomtak ken. Opeens kwamen wij weer bij een open plek, waar wij weer werden begroet melt hetzelfde gebrul. Een paar gorilla's zaten in de bomen en de andere liepen opgewonden heen en weer m de struiken. De gidsen trok ken zich nu terug in het struikgewas en ik klom in een boom, maar daarvoor moest ik eerst door een veld van brand netels lopen. De brandnetels stonden terplaatse manshoog en sloegen mij bij het lopen in mijn gezicht. Ik had tot over maat van ramp geen hand schoenen meegenomen, zodat mijn gezicht en handen onder de rode bulten zaten. In de boom beland kon ik de goril la's goed zien en zij mij. De dieren waren niet zo angstig als tijdens de eerste ontmoe ting. Waarschijnlijk hield dit kalme gedrag enigszins ver band met de ervaring die de dieren eerder hadden opge daan. Het rommelen op. de borst deed zich haast niet meer voor. Het feit dat de gorilla's wat rustiger waren geworden was voor mij een groot winstpunt, want nu was ik in staat deze prachtige mensapen in hun natuurlijke staat rustig te observeren. Wanneer ik de dieren aankeek wendden zij hun kop af, keek ik even niet dan kwamen zij voor de dag. Vooral wanneer de kop van een gorilla achter de struiken te voorschijn kwam, wanneer ze dachten dat ik niet keek, was het een leuk gezicht. Doch het dier te lang en recht in de ogen zien, zou weer spanning of agressie fin de hand kunnen werken. Men moet de dieren dus niet strak aankijken. Soms speelden we kiekeboe, als ik keek trokken zij hun kop terug in de struiken en voorzichtig kwamen zij weer te voorschijn. De hele kleine gorilla's die erg nieuwsgierig waren konden goed kiekeboe spelen. De dieren werden zo rustig dat ze gewoon gingen eten tijdens mijn aanwezig heid. Natuurlijk hielden zij mij goed in de gaten, je kon immers nooit weten. De erva ringen die de gorilla's met de mensen hebben gehad, zijn in de regel niet zo best geweest. Het was iets geweldigs om de dieren zo doende te zien met hun dagelij se bezigheden. Als amateur-bioloog was het mij dan eindelijk gelukt de dieren van zeer nabij te bestu deren. Ik had het voordeel, dat de gorilla-groep zich niet zo ver van de boom bevond waar ik in zat. De zoete wat muffe lucht van de gorilla's hing in de lucht. Vaak wanneer ik de gorilla's op het spoor was, kon ik hen goed ruiken, al zag ik de dieren niet. Terwijl ik de gorilla's zag eten, hoorde ik ook vaak hun ontlasting vallen. Gorilla's kunnen de plaat3 waar ze zich bevinden behoor lijk bevuilen. Ik zat in deze boom niet zo prettig en besloot een betere boom te zoeken. Toen ik uit de boom klom wer den de gorilla's onrustig. Som mige gorilla's hielden op met eten en hun blikken waren al lemaal op mij gericht. De reac tie van gorilla's was begrijpe lijk, want toen ik van de boom wegliep zagen ze mij niet meer. Wanneer ik in de boom klom deden de gorilla's hetzelfde. Als wij elkaar door het dichte struikgewas uit het oog verlo ren, bleef het een poosje rus tig. Dat was altijd voor mij en waarschijnlijk ook voor de gorilla's even e enmoment van spanning. Het was niet uitge sloten dat ik weer in een zelfde situatie zou kunnen komen, als op mijn eerste tocht naar de gorilla's. Zo snel mogelijk klom ik in een andere boom, zodat de diren mij weer konden zien. Terwijl ik in die andere boom zat werden de gorilla's zo rustig, dat het leek alsof ik bij hen hoorde. Sommige go rilla's zaten wat te eten en schonken geen aandacht meer aan mij. Wat heerlijk was het hier, rondom het wilde ruige oerwoud, op de achtergrond de bergen en verder overal een paradijselijke rust. Het tevre den geknor van de gorilla's beneden mij kon ik goed ho ren. Het was voor mij een bewijs dat zij mij in zekere zin hadden geaccepteerd. Hoe wel ik toch afstand moest houden. Geweldig was het om te zien hoe vredig de dieren met elkaar omgingen. Het leek net een mensenfamilie. Trou wens het groepsgedrag van mens en aap vertoont vele pa ralellen. Het is van groot be lang individuele dieren goed te kennen, indien men nauw keurig hun sociale gedrag wil bestuderen. Ik was wel op de goede weg, maar kon door tijdgebrek en door gebrek aan voldoende financiële middelen deze zaak niet verder doorzet ten. Dat is voor mij een grote teleurstelling geweest, die ik tot nu toe nooit helemaal heb kunnen verkroppen. De ethologie, de wetenschap der moderne gedragsleer, spreekt mij bijzonder aan. Het is een wetenschap die interna tionaal gezien steeds meer in het licht van de belangstelling komt te staan. Ik geloof zeker dat ik als amateur temidden van de gorilla's, heel interes sante zaken had kunnen be studeren. Tevens ben ik ervan overtuigd, dat wanneer ik tijd genoeg had gehad, de dieren mij opgenomen zouden hebben in de groep. Maar zo'n experi ment zou wel een jaar kunnen duren. De bekende zoöloge Ja ne Goodall heeft er vijftien maanden aan besteed om in het wildreservaat genaamd „Gombe" in Tanzania in een chimpansee-groep te worden opgenomen. Toen ik zo de go rilla's zag, die zich overigens net zo gedragen als mensen in vermomming, kreeg ik steeds de behoefte om naar ze toe te gaan. Men kan de dieren na deren, door niet al te veel aandacht aan hen te schenken. Ook de gorilla's zo nu en dan de rug toe keren, kan kalme rend (ontspannend) werken. Wel moest ik oppassen niet onverwachts en te abrupt mijn hoofd om te draaien. Dieren voelen heel goed aan of je het goed of slecht met hen voor- hebt. Zij interpreteren geba ren veel beter dan mensen. Aan hun houding dacht ik duidelijk te merken, dat de dieren in mij geen kwaad za gen. Wel moest ik zorgen dat de gidsen zich goed verborgen hielden in de struiken. Hoe vreemd het ook moge klinken het is bewezen dat gorilla's op kleurlingen heel anders reage ren dan op blanken. Men zou bij deze mensapen t. a. v. hun reacties op mensen van ras sendiscriminatie kunnen spre ken. De oorzaak hiervoor zou moeten worden gezocht in het jagen op de gorilla's door de volkeren in dit gedeelte van Afrika. Een onvoorzichtige hande ling van de kant van de gid sen of mijnerzijds zou mijn observatie grondig kunnen be derven. Terwijl alles naar wens verliep, stond het vol wassen of zilverrugmannetje, nog weieens op, om op zijn borst te trommelen. Deze vol wassen gorilla's geven zich nooit gauw gewonnen, dat is begrijpelijk, want deze dieren moeten de veiligheid van de groep waarborgen. Deze zil- vergerugde mannetjes zijn het meest waakzaam en dus hét meest attent. Ook als de jon gere gorilla's eri de wijfjes alsmede de adolescente man netjes, en wijfjes in de boom klommen bleef het volwasseri of zilverrugmannetje op de grond wat rond lopen. Het was een prachtig dier, fors gebouwd en zeker van zijn macht en positie. Wanneer hij opstond om op zijn borst te trommelen behaalde hij een behoorlijke lengte. Ik schatte zijn lengte minstens op 1.80 m. Het liep weldra tegen het einde van de middag en ik besloot weer naar het kamp terug te gaan, terwijl ik van de boom klom schrokken de gorilla's behoorlijk. De verwantschap van de grote mensapen en de mens is zeer nauw. De gedaante en het gelaat van de leven de mens en de gorilla roe pen bij ons de gedachten op van een gemeenschappelij ke afstamming. Men moet wel bedenken dat verwant schap met de mensapen nog niet inhoudt dat we van deze apen afstammen zoals men maar al te vaak hoort beweren. We moeten het woord verwantschap niet altijd met afstamming ver warren. De gedragsstudie of ethologie en het trekken van een duidelijke parallel tussen de aard van het dier en van de mens, heeft vooral de laatste jaren ver rassende resultaten opgele verd. Onze verwanten uit het oerwoud zijn hoog ont wikkelde sociale wezens, en doen denken aan de pri mitieve mens. Net als een mensenfamilie willen de dieren in vrede leven. Deze primaten te beschermen is eem plicht voor ieder. Enig gevoel van ethische en mo rele verantwoordelijkheid is wel het minste dat de mens zou moeten kunnen opbrengen tegenover schep selen, die hem naar geest en lichaam zo na staan. Maar jammer genoeg heeft de „homo sapiens" (weten de mens) zelfs zijn eigen soort nooit goed leren be handelen. Wanneer deze prachtige mensapen van de aardbodem zouden verdwij nen, zou dit voor de weten schap en de natuurliefheb bers een groot verlies zijn. Laten wij echter hopen dat de mens hetzij als individu, netzij als plaatselijke over heid zich bijtijds bezint, en wettelijke maatregelen treft en die ook sanctio neert, om te voorkomen dat wij ooit het punt bereiken van totale en onherroepelij ke uitroeiing. Moge dit reisverslag een stimulans zijn, voor een ieder die dit leest, om hier over na te denken. Ik betuig mijn dank voor de volgende memsen, die ons geholpen hebben, om- deze mini-expeditie te doen slagen. Dr. Jacques Ver schuren bioloog van het Al- bertpark ben ik bijzonder dankbaar. Hij gaf mij toe stemming om in de sector der vulkanen te kamperen als uitzonderingsgeval in verband met de weten schappelijke kant van mijn reis. Dr. Jaques Verschuren is al jaren lang bioloog van het Albertpark. In de moei lijke jaren 1959, 1960 bra ken onlusten uit in de Kon go in verband met de onaf hankelijkheid. Talrijke Bel gen vluchtten toen uit de Kongo. Dr. Jaques Verschu ren bleef trouw op zijn post. Hij riskeerde zijn le ven voor het behoud van het Albert Nationaal park. In 1969 vertrouwde gene raal Mobutu hem het direc toraat toe over alle nationale parken in de Kongo. In 1970 ontving dr. Jaques Verschuren de gouden me daille van verdienste van het Wereld Natuur Fonds. De assistent van dr. Jaques Verschuren conservateur J. P. von der Becke van het Albert fark gaf mij ook veel steun. Ook ben ik de plaatselijke bevolking zeer dankbaar, voor zijn gast vrijheid, hulp, vriendelijk heid en raad. Tenslotte be tuig ik ook grote dank aan dr. J. H. Westermann uit Den Haag, dr. J. H. Wester mann is geoloog en is bij de stichting tot internatio nale natuurbescherming. Tevens is hij secretaris van het World Wildlife Fund. B. P. Vermij.

Krantenbank Zeeland

Groot Walcheren | 1972 | | pagina 6