VOOR TERNEUZEN
VRIJDAG 6 OCTOBER 1944
No. 3
Een verzoek van
PRINS BERNHARD.
Prinses Juliana te Liverpool.
Verordening in-, uit- en
doorvoerverbod.
Publicatie inzake het Post-,
Telegraaf- en Telefoonverkeer.
MILITAIR GEZAG,
HET GEMEENTEBLAD
Prins Bernhard heeft het verzoek tot
de Nederlandsche bevolking gericht om
alle mogelijke wapens en munitie en
materialen die daarvoor dienstig kunnen
zijn ter beschikking te stellen van de
binnenlandsche strijdkrachten, opdat ieder
op die wijze kan helpen het succes te
verzekeren van het optreden der binnen
landsche strijdkrachten om den vijand te
verdrijven.
H. K, H. Prinses Juliana is Donderdag
avond uit Londen te Liverpool aange
komen, waar zij den nacht zou doorbren
gen aan boord van een Nederlandsch
mailschip van 15.000 ton. De Prinses
zou Vrijdag eenige bezoeken afleggen bij
een Nederlandsche marineafdeeling en
Nederlandsche zeelieden en tehuizen.
Militair Gezag.
De Chef van den Staf Militair Gezag,
uitoefenende de bevoegdheden, toegekend
aan het militair gezag, in het geheele in
bijzonderen staat van beleg verkeerende
grondgebied van het Rijk in Europa,
Overwegende, dat de veiligheid van
den Staat vordert een van de bestaande
voorschriften afwijkende regeling van
tijdelijken aard te treffen ten einde een
bijzondere controle op den in-, uit- en
doorvoer van goederen mogelijk te maken
Gelet op de desbetreffende bepalingen
van het Besluit op den bijzonderen staat
van beleg
Stelt vast de volgende
Verordening.
Artikel L
1. Voor de toepassing van deze ver
ordening wordt verstaan onder
de. goederen goederen in den zin van
artikel 3 van de Algemeene Wet van
26 Augustus 1822 (Staatsblad No. 38);
2e. gezagsgebiedhet in bijzonderen
staat van beleg verkeerende grondgebied
van het Rijk in Europa.
2. Onder uitvoer wordt mede begrepen
a. het ten vervoer uit het gezagsgebied
aan een ondernemer van vervoer
aanbieden van goederen of het ten
uitvoer aan ambtenaren van den
betrokken belastingdienst aangeven
van goederen
b. het opnemen, aanbrengen of aan
wezig hebben- van goederen, welke
kennelijk ten uitvoer uit het gezags
gebied bestemd zijn, in, aan of op
eenig vervoermiddel, terwijl dit zich
bevindt op of buitenwaarts van de
plaats, waar het, alvorens uit het
gezagsgebied te vertrekken, door
ambtenaren van den betrokken be
lastingdienst moet worden uitge
klaard
c. het opnemen, aanbrengen of aan
wezig hebben van goederen, welke
kennelijk ten uitvoer uit het gezags
gebied bestemd zijn, in, aan of
op een tot opstijging gereed lucht
vaartuig
d. het tot vertrek gereed maken van
een vervoermiddel, hetwelk kennelijk
ten uitvoer uit het gezagsgebied be
stemd is.
Artikel 2.
1. Invoer, uitvoer,en doorvoer van
goederen, alsmede uitslag uit entrepots,
is verboden zonder door of vanwege het
militair gezag verleende vergunning.
2. Het in het voorgaande lid bedoelde
verbod geldt niet ten aanzien van den
in-, uit- en doorvoer van goederen door
of ten behoeve van een Nederlandsche
of geallieerde overheidsinstantie, dan wel
door of ten behoeve van de United Nations
Relief and Rehabilitation Administration
of derzelver ambtenaren.
3. Het militair gezag kan bepalen, dat
het in het eerste lid gestelde verbod geen
toepassing zal vinden ten aanzien van
bepaalde soorten van goederen.
Artikel 3.
De bepalingen van de Algemeene Wet
van 26 Augustus 1822, Staatsblad, No. 38.
van de Wet van 3 Augustus 1914, Staats-]
blad, No. 344, houdende verbod tot uit
en vervoer van sommige artikelen, van
de Crisisuitvoerwet 1933, Staatsblad, No.
533, van de Invoerwet 1939, Staatsblad,
No. 639 R, zoomede de bepalingen tot
uitvoering dezer wetten, alsmede van alle
andere wetten en besluiten, waarin regelin
gen zijn getroffen op het gebied van in-, uit
en doorvoer, worden, voor zoover zij
met het bepaalde in deze verordening
niet vereenigbaar zijn, tijdelijk buiten toe
passing gelaten.
Artikel 4.
Invoer of uitvoer van verhuisboedels,
uit gebruikte goederen bestaande, van
kleine geschenken en van handelsmonsters,
alsmede de invoer of uitvoer door reizi
gers van lijfsgoederen en goederen voor
hun persoonlijk gebruik,' kan door den
betrokken ambtenaar van de visitatie, aan
wien de goederen worden vertoond, zon
der een vergunning, als bedoeld in artikel
2, eerste lid worden toegestaan.
Artikel 5.
Aan een vergunning, als bedoeld in
artikel 2, eerste lid, kunnen voorwaarden
worden verbonden. Een verleende ver
gunning kan te allen tijde weder worden
ingetrokken en de gestelde voorwaarden
kunnen te allen tijde worden gewijzigd.
Artikel 6.
1. Hij, die opzettelijk het verbod,
gesteld in artikel 2, eerste lid, of een
voorwaarde, als in artikel 5 bedoeld,
overtreedt, niet nakomt of de uitvoering
daarvan verhindert of belemmert, wordt
als schuldig aan een misdrijf ingevolge
artikel 26, derde lid, van het Besluit op
den bijzonderen staat van beleg, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van ten hoogste tien
duizend gulden.
2. Hij, aan wiens schuld te wijten is,
dat het verbod, in artikel 2, eerste lid.
gesteld, of een voorwaarde, als- in artikel
5 bedoeld, wordt overtreden, niet nage
komen of dat de uitvoering daarvan wordt
verhinderd of belemmerd, wordt als
schuldig aan een overtreding ingevolge
artikel 26, eerste lid, van het Besluit op
den bijzonderen staat van beleg, gestraft
met hechtenis van ten hoogste een jaar
of geldboete van ten hoogste twee duizend
gulden.
Artikel 7.
Met het opsporen van de strafbare
feiten, bedoeld in het voorgaande artikel,
zijn, behalve de in artikel 141 van het
Wetboek van Strafvordering genoemde
ambtenaren, belast
a. zij, aan wier waakzaamheid de hand
having der in artikel 3 van deze
verordening genoemde wetten en
bepalingen of de opsporing der daarin
bedoelde strafbare feiten js toever
trouwd
b. zij, die daartoe door of vanwege den
Chef van den Staf Militair Gezag
worden aangewezen.
Artikel 8.
1. Deze verordening geldt voor het
geheele in bijzonderen staat van beleg
verkeerende gebied.
2. Zij zal worden bekend gemaakt door
plaatsing in de Staatscourant en in het
Publicatieblad van het Militair Gezag en
treedt in werking onmiddellijk na haar af
kondiging.
3. Zij kan worden aangehaald onder
den titel: „Verordening in-, uit-en door
voerverbod".
Gegeven ten Stafkwartiere,
den 7 September 1944.
De Generaal-Majoor,
Chef van den Staf Militair Gezag,
H. J. KRULS.
Het streven van het Staatsbedrijf der
P.T.T. is er op gericht om den omvang
van de diensten die door dit bedrijf worden
verricht ten spoedigste weder te doen
beantwoorden aan de eischen die daaraan
door de bevolking en het bedrijfsleven
worden gesteld.
De leiding van het Staatsbedrijf der
P.T.T. zietx zich hierbij geplaatst voor
groote moeilijkheden vanwege de eischen,
die door het Geallieerde leger moeten
worden gesteld aan de beschikbare trans-
port- en overige communicatie-middelen.
Om deze moeilijkheden te overwinnen
wordt vertrouwd, dat het Nederlandsche
Volk zich voor korten tijd bij het gebruik
maken van de diensten van het Staats
bedrijf de uiterste zelfbeperking zal op
leggen.
De noodzaak tot zelfbeperking geldt in
bijzondere mate voor de kassiersdiensten
die door het Staatsbedrijf worden ver
richt, en voor het buitenlandsche post-,
telegraaf- en telefoonverkeer, naarmate de
verbindingen met het buitenland en de
vrije overzeesche gebiedsdeelen weder
hersteld zijn.
Gedurende den eersten tijd na de be
vrijding, schrijve, telegrafeere en telefo-
neere men dus zoo weinig en zoo kort
mogelijk, ook wanneer daartoe gelegenheid
bestaat. Men vermijde zendingen die
hooge eischen aan de transportmiddelen
stellen als postpakketten en drukwerken.
Omtrent de beperkingen, die door den
drang der omstandigheden voor eenigen
r tijd noodig zijn, zullen meer gedetailleerde
mededeelingen gedaan worden.
Het Nederlandsche Volk zal voorts
begrijpen dat in verband met de eischen
der Geallieerde oorlogvoering gedurende
den Bijzonderen Staat van Beleg een
postcensuur niet kan worden gemist.
Het Militair Gezag heeft de noodige
maatregelen getroffen, waardoor de moge
lijkheid van vertraging in het post-, tele
graaf- en telefoonverkeer zoo gering
mogelijk is. Deze maatregelen leiden even
wel eerst dan tot zoo gunstig mogelijke
resultaten indien in het buitenlandsche
post-, telegraaf- en telefoonverkeer de
volgende aanwijzingen nauwkeurig worden
gevolgd.
Staatsbedrijf der P.T.T.
AANWIJZINGEN
inzake de verzending van Poststukken
en Telegrammen en het voeren van
Telefoongesprekken NAAR HET
BUITENLAND.
In Poststukken, Telegrammen en
Telefoongesprekken naar het Buitenland
voor zoover deze zijn toegelaten
vermijde men:
1. Mededeelingen
a) die van directe of indirecte waarde
voor den vijand zouden kunnen zijn
b) die de autoriteiten zouden kunnen be
lemmeren 'in de opsporing en in be
waring stellen van landverraderlijke
en politiek verdachte elementen
c) die gevaar kunnen opleveren voor
personen die zich nog in de feitelijke
macht van den vijand bevinden.
2. Het gebruik van geheimschrift
(overeengekomen taal én cijferschrift) met
uitzondering evenwel in telegrammen van
de toegelaten code-systemen, waaromtrent
op de P.T.T.-kantoren nadere inlichtingen
kunnen worden verkregen.
3. Het gebruik van cijfer- en letter
groepen zonder geheime beteekenis, tenzij
een korte vermelding is bijgevoegd van de
beteekenis dier groep, zooals „Koersbericht"
„Marktbericht", „Noteering Veiling" en
dergelijke.
4. Het weglaten van den inhoud en
het gebruik van woorden en uitdrukkin
gen, welke geen algemeen verstaanbare
of aanneemlijke zin oplevert.
Men schrijve ter voorkoming van ver
traging voorloopig in het Neder
landsch (Zuid-Afrikaansch en Vlaamsch
daaronder begrepen)
Engelsch
Fransch of
D u i t s c h.
Voor brieven, briefkaarten en overige
poststukken naar het buitenland
voor zoover deze zijn toegelaten geldt
nog het volgende
1. Aan de adreszijde vermelde men
in de linkerbovenhoek de taal, waarin
het stuk is gesteld, zoo het is geschreven
in een andere dan de Nederlandsche taal.
2. Op duidelijke wijze dienen de naam,
voornamen en volledig adres van den
afzender (bij briefkaarten aan de voorzijde,
bij brieven aan de achterzijde) te worden
aangegeven.
3. Gevoerde omslagen mogen niet ge
bezigd worden.
4. Brieven en briefkaarten mogen uit
sluitend aan een zijde van mededeelingen
voorzien worden.
5. Men schrijve duideiijk en leesbaar
schrift.
6. Lakzegels op gewone en aangetee-
kende brieven mogen niet worden ge
bruikt.
7. Telegrammen en telefoongesprekken
mogen niet per post bevestigd worden.
8. Tenslotte mogen onverminderd
hetgeen ingevolge wettelijke be
palingen tep aanzien van de in- v
sluiting is verboden niet in
gesloten worden:
i a.) gebruikte zegels;
b.) afbeeldingen van welken aard
ook (met uitzondering van
personenfoto's van het pas
formaat), voor zoover zij niet
zijn afgedrukt in boeken, tijd
schriften, couranten of pros
pectussen
c.) schaakproblemen, kruiswoord
raadsels of andere raadsel-
opgaven
d.) gramofoonplaten of mede
deelingen, die op mechanische
wijze zijn opgenomen, tenzij
de verzending geschiedt ten
behoeve van den handel.
Bij de aanbieding van telegrammen moet
de naam van den geadresseerde onverkort
worden vermeld en is opgave van naam,
voornamen en volledig adres van den
afzender verplicht.
N.B. Ten aanzien van correspondentie
naar vijandelijk gebied wordt de aan
dacht gevestigd op de mogelijkheid
om door middel van het Roode Kruis
mededeelingen van persoonlijken aard
tot ten hoogste 25 woorden te ver
zenden.
Verdere inlichtingen dienaangaande
kunnen bij de Roode Kruis organi
saties worden verkregen.
Verordening van den Militairen
Commissaris in de Provincie Zeeland
van 2 October 1944 No. 1 (Gebruik
bouwmaterialen). i
De Militaire Commissaris, mede uit
oefende de bevoegdheden toegekend aan
het Militair Gezag in de Provincie Zee
land, zijnde een deel van het in Bijzon
deren Staat van Beleg verkeerend grond
gebied van het Rijk in Europa.
Overwegende dat de Veiligheid van den
Staat vordert dat zekere maatregelen
worden genomen ten aanzien van na te
noemen roerende goederen.
Gelet op de desbetreffende bepalingen
van het Besluit van den Bijzonderen Staat
van Beleg.
Stelt vast de navolgende
VERORDENING.
1. Er is door mij ingesteld een Com
missie van Openbare Dienst voor Zeeuwsch-
Vlaanderen, w^lke onder meer de be
schikking en het beheer krijgt over de in
Zeeuwsch-Vlaanderen aanwezige voor
raden bouwmaterialen.