Êt VOOR TERNEUZEN DINSDAG 3 OCTOBER 1944No. 2 Nadere bekendmaking betreffende den bijzonderen staat van beleg* HET GEMEENTEBLAD De op het Koninklijk besluit van 11 September 1943 berustende bijzondere staat van beleg is thans ingetreden in bevrijd Nederland. Ten einde een ieder een beknopt maar zoo duidelijk mogelijk beeld te geven van den uit dezen bijzoaderen staat van beleg voortvloeienden rechtstoestand wordt het volgende ter kennis gebracht. I.—Reden voor den Bijzonderen staat van beleg. Hare Majesteit de Koningin heeft reeds op 24 April 1943 over Radio Oranje medegedeeld, dat bij de bevrijding des lands de staat van beleg aanvankelijk noodzakelijk zou zijn ter handhaving van orde en rust en niet in de laatste plaats ter bescherming van allen, die van goeden wille zijn. Talrijke en moeilijke vraagstukken van herstel en wederopbouw moeten in den kortst mogelijken tijd worden aangepakt, terwijl tevens van stond af aan maat regelen moeten worden genomen om de gemeenschap van landverraderlijke elemen ten te zuiveren. De Regeering heeft het in verband daarmede noodig geoordeeld in den over gangstijd een orgaan te scheppen mili tair gezag geheeten dat met behulp van de hem toegekende bevoegdheden en in nauwe samenwerking met het burgerlijk gezag alle maatregelen zal nemen voor de handhaving van orde en rust en tot het verzekeren van zoodanige omstandig heden dat het burgerlijk gezag spoedig in staat zal zijn weer op normale wijze te functioneeren. De taak en de bevoegd heden van het militair gezag zijn geregeld in het Besluit op den bijzonderen staat van beleg en de daarbij behoorende in structies, terwijl bovendien enkele andere Besluiten bevoegdheden aan het militair gezag toekennen. Een tweede, zeer belangrijke, reden voor de instelling van het militair gezag wordt gevonden in de wenschelijkheid om een orgaan te scheppen, dat nauw met het geallieerde opperbevel kan samenwerken en aldus een rechtstreeksche inmenging van dit opperbevel in" het binnenlandsch bestuur zooveel mogelijk voorkomt. Uit de beide vermelde redenen volgt, dat het door het Besluit op den bijzon deren staat van beleg ingestelde gezags- apparaat slechts bestemd is voor een over gangstijdperk. Het drqagt met het oog op zijn bijzondere taak een militair karak ter. Vandaar de naam militair gezag. II.—Beteekenis van den Bijzonderen staat van beleg. Gedurende den bijzonderen staat van beleg kan wanneer zulks voor de in- of uitwendige veiligheid van den Staat noodig zou blijken een deel van de bestuursbevoegdheden, welke in normale tijden worden uitgeoefend door het burger lijk gezag, op vereenvoudigde wijze door het militair gezag -worden uitgeoefend. Daar de bestaande wet op den staat van oorlog en van beleg (de Oorlogswet van 23 Mei 1899, Staatsblad, No. 128) onvoldoende werd geacht om te kunnen voorzien in de te verwachten bijzondere omstandigheden, waarin land en volk zouden verkeeren, Is bij Koninklijk Besluit van 11 September 1943 een regeling ge troffen voor de instelling van een bijzon deren staat van beleg. Aan de met uitvoering van dezen staat van beleg belaste militaire autoriteiten zijn buitengewone bevoegdheden gegeven. Voor de uitoefening dezer bevoegdheden blijven zij steeds verantwoording schuldig aan de Regeering. Zoolang de bestuhrstaak op de normale wijze door het burgerlijk gezag kan worden verricht, treedt het militair gezag zoo weinig mogelijk op. Het houdt zich op den achtergrond, om dan van haar bijzondere bevoegdheden gebruik temaken, wanneer tengevolge van buitengewone omstandigheden sneller er krachtiger moet worden ingegrepen dan de burgerlijke bestuursbevoegdheden mogelijk maken. In het Besluit op den bijzonderen staat van beleg is dit tot uitdrukking gebracht in de formul.eering, dat het militair gezag van zijn bevoegdheden slechts gebruik mag'maken, voor zoover zulks noodig is voor de handhaving of herstel van de uit- of inwendige veiligheid van den Staat. III.Duur van dén bijzonderen staat van beleg. Gelijk reeds eerder is gezegd, is de bijzondere staat van beleg bestemd voor het overgangstijdperk en dus slechts van tijdelijken aard. Het is de oprechte wensch van de Regeering en van de militaire autoriteiten, die met de uitoefening van de bestuursbevoegdheden gedurende den bijzonderen staat van beleg zijn belast, dat zoo spoedig mogelijk door het wedér- keeren van normale toestanden, de bij zondere staat van beleg zal kunnen wor den opgeheven en het militair gezag over bodig zaTzijn geworden. IV.—Organisatie van het militair gezag. De bevoegdheden, omschreven in het Besluit op de bijzonderen Staat van Beleg worden uitgeoefend door de militaire autoriteiten, die hiertoe rechtstreeks of middellijk door de Kroon zijn aangewezen. De chef van den Staf Militair Gezag is belast met de "uitvoering van het Besluit op den bijzonderen staat van beleg in het geheele bevrijde gebied. Hij wordt in die taak bijgestaan door de in de ver schillende provinciën, in districten en in enkele gemeenten optredende militaire commissarissen. Deze militaire commissarissen staan onder bevel van den Chef van den Staf Militair Gezag, die zelf rechtstreeks verantwoor delijk is aan den Minister van Oorlog. De Staf Militair Gezag is onderverdeeld in een aantal Secties, overeenkomende met de voornaamste takken van overheids zorg (Binnenlandsch Bestuur, Justitie, Politie, Luchtbescherming, Economische Zaken, Volksgezondheid en dergelijke. Teneinde te bereiken, dat de maatrege len van het militair gezag zooveel moge lijk in den geest van de bevolking zullen worden genomen en bovendien op grond van de omstandigheid, dat de uit Enge land overgekomen Staf aanzienlijke uit breiding behoeft, zullen van stond af aan talrijke landgenooten, die gedurende den bezettingstijd in Nederland hebben ver toefd, bij de verschillende organen van het militair gezag worden te werk gesteld V.—Verhouding van het militair gezag tot het burgerlijk gezag. Teneinde het militair gezag in staat te stellen zijn taak naar behooren te ver- vervullen is. het uiteraard noodzakelijk, dat bepaalde organen van het burgerlijk gezag zich zoo noodig naar de wenschen van het militair gezag richten. Het Besluit op den bijzonderen staat van beleg be paalt dan ook, dat het burgerlijk gezag, waaronder volgens de in dat Besluit ge- geven definitie niet zijn begrepen de Ministers, de Hooge Colleges van Staat, de rechterlijke macht en andere belangrijke regeeringsorganen, verplicht zijn de bevelen en aanwijzingen van het militair gezag op te volgen. In de aan het militair gezag gegeven instructies is verder bepaald, dat de uitvoering dier bevelen zooveel mogelijk van het burgerlijk gezag moet worden overgelaten. Het militair gezag kan voorts, indien het dit wenschelijk acht, de uitoefening van zijn bevoegdheden aan een orgaan van het burgerlijk gezag opdragen. Hier door wordt het mogelijk, dat het gezuiverde burgerlijk bestuursapparaat in bepaalde gevallen de beschikking krijgt over de bevoegdheden voortvloeiende uit het Besluit op den bijzonderen staat van beleg. VI.—Verordeningsbevoegdheden van het militair gezag. Teneinde bet militair gezag in staat te stellen de noodige maatregelen te nemen in het belang van het herstel of de hand having van orde en rust'is de bevoegdheid verleend onder den naam „verordeningen" algemeen verbindende voorschriften te geven. Deze verordeningen hebben voorrang boven verordeningen en keuren van pro vinciën, gemeenten, waterschappen en de voor het beroeps- en bedrijfsleven inge stelde lichamen met verordenende bevoegd heid. Het militaire gezag is bevoegd bij ver ordening deze voorschriften geheel of ge deeltelijk te schorsen of daarvan in bijzon dere gevallen ontheffing te verleenen. Door deze lagere wetgevende organen mogen geen verordeningen worden vast gesteld dan in overleg met het militair gezag. Het militair gezag kan een aantal wetten, krachtens de wetten gemaakte algemeene maatregelen van bestuur, Koninklijke besluiten en andere algemeen verbindende voorschriften, alsmede de gehandhaafde maatregelen van den bezetter buiten wer king stellen of wijzigen, dan wel tijdelijk buiten toepassing laten. VII. Bevoegdheden van het militair gezag ten opzichte van publieke eigendommen. De bijzondere staat van beleg verleent aan het militair gezag de volgende be voegdheden ten aanzien van publieke eigendommen. 1. Het M.G. kan beschikken over de inrichtingen en werken der posterijen, telegrafie en telefonie» 2. Spoor- en tramwegdiensten en alle andere openbare middelen van vervoer kunnen worden in gebruik genomen. 3. Het M. G. is bevoegd publieke on-

Krantenbank Zeeland

het Gemeenteblad voor Terneuzen | 1944 | | pagina 1