OONHUYS
DE ROODE VULPENHOUDER
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN ZATERDAG 24 DECEMBER 1 9 3 2.
No. 215.
it, waarn-r,ri'PflNKWWMK
EEN NEDERLANDSCH-ESTLANDSCHE VROUW
OVER HAAR ERVARINGEN IN SOVJET-RUSLAND.
[De brief van een Vlissingschen stuur
man, die in simpele bewoordingen een
en ander van eigen belevenissen in Ar
changel vertelde, bezorgde ons van be
vriende zijde een interessant manuscript:
een brief van een Nederlandsche ver
pleegster, zuster Magielse, later met ir.
Neumann der Siemens-Schuckertwerke,
van Estlandsche nationaliteit, gehuwd.
De brief is gericht aan vrienden in Ne
derland; voorzoover de mededeelingen
niet van particulieren aard zijn, mogen
zij in al hun eenvoud en welsprekend
heid hier volgen. Red.]
„Ik wil dan eerst vertellen van mijn
leven. zoo vangt deze brief aan. In
het jaar 1917 trouwden wij in St. Pe
tersburg, waar mijn man als ingenieur
bij Siemens-Schuckert aangesteld was.
Het was toen al in den revolutietijd, met
Kerenski aan hoofd der regeering. In
Februari 1918 kwamen de bolsjewiki in
Petersburg en namen de macht in han
den. Toen heerschte er cholera en hon
gersnood, en wie niet door de bolsjewiki
omgebracht werd, ging ten gronde aan
ziekte en verhongering.
Wij woonden toen met onze familie,
3 kleine jongens en een dochter mijn
(stiefkinderen) en mijn schoonmoeder,
nog altijd in St. Petersburg. Het was dus
onmogelijk daar te blijven w.onen. Mijn
man besloot daarom zijn moeder en de
kinderen naar familie te zenden in Sein
beersk (Samara-gouvernement), want
we kregen in St. Petersburg maar pd.
brood per dag, en dat nog niet eens re
gelmatig. Mijn man bracht de kinderen
dus daarheen, want hij dacht dat ze
daar geen honger zouden lijden.
Een maand later werd hij als leider
bij de Siemens-Schuckert-Werke naar
Archangel overgeplaatst, wijl in St. Pe
tersburg alle fabrieken gesocialiseerd
werden. Wij pakten dus al onze meu
bels in, en reisden naar Archangel. Daar
hadden de bolsjewiki 'toen ook de macht
in handen, maar we waren er pas twee
dagen en toen werden zij door de ge
allieerden verdreven
Daar zaten we nu in Archangel, door
het front afgesneden van onze kinde
ren! Ook bleven onze meubels en de
bibliotheek van mijn man in de goe(
ren wagens te Wolgda staan. Zij wer
den later, zooals we hoorden, door de
bolsjewiki in beslag genomen. Van 1918
tot 1920 bleven de geallieerden in Ar
changel. We hoorden al dien tijd niets
van de kinderen en wisten niet wat
van hen geworden was. Ze waren toch
nog zoo jong, de tweelingen 5 jaar en
de kleinste 3 jaar, terwijl het meisje 15
jaar oud was, toen ze van ons afgesne
den werden
In Februari 1920 echter moesten de
geallieerden Archangel aan de bolsje-
vviki overlaten en daarmede was de
burgeroorlog in Noord-Rusland ten ein
de. We kregen weer verbinding met
onze kinderen en dachten hen nu weer
naar huis te halen, maar men wilde ons
geen verlof geven om te reizen, daar
mijn man onder streng toezicht van de
Tsjeka stond als politiek verdachte.
Eindelijk gelukte het ons toch, door om-
koopen, verlof te krijgen tot het bezoe
ken van een congres te Moskou. We
reisden toen in vrachtwagens ande
re wagens waren er niet meer te
midden van lijders aan vlektyphus en
transporten van gewonden, naar Mos
kou.
In Moskou wilde men ons echter gèen
verlof geven om verder te reizen. Ein
delijk, na zes weken loopen van het
eene Volkscommissariaat naar het an
dere en voor veel geld en goede woor
den, konden we verder trekken. Na
vier dagen bereikten wij Kombala, het
1.
door A. W. v. E.v. R.
HOOFDSTUK I.
De wind gierde zoo hevig door de
bochtige hoofdstraat van 't kleine dorp
je Keys dat de gelukkige menschen, die
niet door het een of ander van hun war-
•men haard waren weggelokt, hun stoelen
dichter bij het vuur schoven en over
peinsden, hoeveel boomen er den volgen
den ochtend zouden zijn omgewaaid.
De geheele maand Maart had het bij
na aldoor geregend, en nu, in de vierde
week woei er in het noorden van En
geland een ijskoude wind, die reeds twee
dage* had aangehouden en nog steeds
geen teeken vertoonde, te zullen gaan
ligge*.
De wegen, waar de modder weken
lang tot op kniehoogte had gelegen, wa
ren wonderbaarlijk vlug opgedroogd en
zij, die tot de zuinige dorpelingen be
hoorden, hadden een mooien voorraad
hout verzameld van de afgewaaide tak
ken.
Dezen avond waren zij blij, dat zij bin
nen konden blijven zitten en van de
vruchten van hun arbeid konden genie
ten.
De wind, die zijn verwoestenden weg
door het open weiland, dat Keys omring
de, vervolgde, nam ieder oogenblik in
hevigheid toe, zoodat de binten van de
kleine boerenwoning, die ongeveer op
een mijl afstand van het dorp aan het
dorp waar mijn kinderen vertoefden.
Arme kinderen, wat was van hen ge
worden!
De neef van mijn man was omge
bracht door de bolsjewiki en zijn wedu
we had zelf 5 kleine kinderen te verzor
gen, zoodat ze onzen kleinen alleen
maar een slaapplaats had kunnen geven.
Hun dagelijksch brood moesten ze zelf
bij elkaar bedelen. Dit leven hebben ze
bijna twee jaar lang geleid. Ook had
den de drie jongens de pokken gehad en
mijn schoonmoeder was intusschen aan
j vlektyphus gestorven,
j U kunt wel begrijpen hoe blij wij wa-
ren, dat we eindelijk weer allen bij el
kaar waren en dat we onze kinderen
j uit deze ellende weg konden brengen,
i Onze jongens hadden alleen maar een
hemdje en een broekje aan, meer niets.
J Na een lange, moeilijke reis kwamen
wij dan gelukkig in Archangel aan. Nau-
i welijks aangekomen werd mijn man ge
vangen genomen en men hield hem 14
dagen als politiek verdachte in de ge
vangenis. Men was toen reeds begonnen
met de intellectueelen op groote schaal
om te brengen. U kunt begrijpen wat 'n
angst en zorgen ik toen moest uitstaan,
want nu waren de kinderen wel geluk
kig thuis, maar nu liep het leven van
mijn man groot gevaar!
Gelukkig liet men hem tenslotte toch
vrij; dat was in October 1920. In Febru
ari echter werd hij opnieuw gevangen
genomen en ditmaal zag het er heel
ernstig uit. Met behulp van twee Est
landsche communisten kreeg ik hem
echter nog een keer vrij, maar zij
moesten met hun levens voor mijn man
instaan. Op denzelfden avond dat mijn
man vrij kwam, werden 18 of 20 man
nen, die met hem tezamen in de gevan
genis zaten, gefusilleerd. Hij was de
eenige die het leven er af bracht.
Nu was het leven in Archangel voor
ons onmogelijk geworden. Gelukkig ech
ter kon mijn man als Estlander zich Est
landsche papieren en een pas verschaf
fen, al ging dat natuurlijk met veel geld
en veel goede woorden gepaard.
In September 1921 kregen wij bevel
Archangel binnen 4 dagen te verlaten,
waren we na 4 dagen niet weg, dan gaf
de regeering ons geen verlof meer. Zoo
lieten wij huis, meubels en alles wat we
adden in den steek, namen alleen wat
linnengoed en bedden mede, en ver
trokken met nog zeven families, ook al
weer per vrachtwagen, naar Estland,
waar wij 14 dagen later, na een ontzet
tende reis, aankwamen. Toen wij de Est
landsche grens passeerden was er nie
mand onder ons, die geen tranen in de
oogen had. Het beteekende toch voor
allen rust en vrijheid. Nu moesten we
nog in Narva in quarantaine. Onze kof
fers moesten wij in een schuur in be
waring geven. Toen wij na tien dagen
de quarantaine konden verlaten en onze
koffers wilden afhalen, ontdekten wij,
dat 't beetje wat we uit Rusland had
den kunnen meenemen, bijna alles ge
stolen was
Daarna reisden we naar Tallinn, de
hoofdstad van Estland. Arm en zonder
geld hielp ons hier een goede jeugd
vriend van mijn man, aan geld, kleeren,
meubels en voor mijn man een goede
betrekking, We dachten weer wat op
dreef te komen na zooveel lijden. Maar
dat zou ook al weer niet lang duren.
In het jaar 1923 geraakte dezelfde
vriend, die mijn man zoo onzelfzuchtig
geholpen had, in geldelijke ongelegen
heden.
Einde 1923 failleerde de firma waar
bij mijn man aangesteld was. Mijn man
verloor daarbij zijn betrekking. Kort
daarop failleerde ook de bovengenoemde
vriend en nu verlangde men van mijn
eind van een doodloopenden weg stond,
kraakten en kreunden onder zijn schrik
wekkend woeste aanvallen.
De voordeur van de hoeve stond open
en slingerde bij iederen windvlaag met
een harden slag tegen den binnenmuur,
van den donkeren gang; maar niemand
kwam ze sluiten, en door geen der ven
sters van het schijnbaar verlaten huis
kwam licht.
Voor een kort oogenblik bedaarde de
wind en hoorde men het eentonig geblaf
van een hond op een naburige hoeve;
behalve dit geluid hoorde men niets dan
het hernieuwde, lang aangehouden loei
en van den wind, het protesteerend ge
kraak der boomen. als de zware takken
door elkander werden geslingerd, en het
vervelende slaan van de heen en weer
zwaaiende deur.
De zon was ondergegaan en het was
al donker, toen het eerste geluid van
voetstappen op'den weg weerklonk. De
wandelaar naderde snel, met een vreem
den, schuifelenden tred, die bijna gc-
ruischloos werd, toen hij dichter bij het
huis kwam. Bij de poort gekomen, die
naar den kleinen voortuin leidde, bleef
hij een oogenblik staan, om dan, zonder
ze te openen, als een schaduw' weg te
glijden in de richting van de schuur, die
aan den anderen kant van de hoeve
stond. Wat hij daar ook te do^en had, hij
maakte geen geluid, en nog bijna een
uur, nadat hij voorbijgegaan was, bleef
de woning stil en verlaten staan en
bleef de open deur eentonig heen en
man de betaling van door hem mede-on-
derteekende wissels, op diens vriend
en zoo langzamerhand is het ons ook ge
lukt den wissel van een millioen Est
landsche marken nog af te betalen. Nu
is daar echter nog een wissel van 300.000
Estlandsche marken, dit is ,t 2000 (twee
duizend gulden.)
I En toen heeft men nu bij ons gerech
telijke openbare verkoop gehouden
j want men wil dat de wissel betaald
wordt, en wij hebben niets meer. Men
i liet ons alleen de bedden, 4 stoelen en
i een tafel behouden. Dus we hebben nu
i voor de derde maal onzen geheelen in
boedel verloren, en dat nog niet genoeg
zijnde, heeft men ook nog beslag gelegd
op het salaris van mijn man. Hij heeft
een kleine betrekking bij de Staats
controle, op een salaris van 17000 Est
landsche marken, dat is 112 gulden per
maand.
Nu neemt men hem gedwongen
iedere maand 7000 mark af, blijft ons
10.000 marken over. Daarvan wordt
5000 mark huur betaald (wij hebben
daarvoor een heel kleine woning) zonder
waterleiding, electrisch licht enz. De
woningnood is hier ontzettend. Dan be
talen we voor vuur en licht nog 1000
marken. Blijft ons over voor voeding,
kleeding, schoolgeld enz. 4000 marken,
dat is een beetje minder dan 28 gulden
per maand, en daarvan moeten 4 men
schen leven.
Dat beteekent voor ons den algehee-
len ondergang. Ik weet dan ook geen
raad meer en weet me niet te helpen
het ongeluk groeit ons over 't hoofd.
Mijn kinderen gaan dan ook dikwijls
hongerig slapen
Ziehier het onopgesmukte verhaal
van een Nederlandsche vrouw, van het
geen zij in het Rusland de bolsjewiki be
leefde.
Tallinn (Reval)
Estland
E. NeumannMagielse
(vroeger zuster Magielse.
De politieke politie. Red.
WESTKAPELLE'S TOREN.
Men schrijft ons:
Naar men weet heeft 'reeds sinds
verscheidene jaren het departement van
defensie (vroeger dat van marine) on
der voorlichting van Let Rijksbureau
voor de Monumentenzorg en geheel op
's Rijkskosten, restauratiewerkzaam
heden laten verrichten aan den beken
den toren te Westkapelle, thans als
vuurbaak bekend in wijden omtrek,
oorspronkelijk de toren der kerk, die
omstreeks het midden der vijftiende
eeuw ter vervanging van een meer wes
telijk gelegen gebouw werd opgetrok
ken. Onlangs is met de laatste groep
werkzaamheden, het herstel der steun-
beeren en het muurwerk van den ooste
lijken gevel, een aanvang gemaakt, zoo
dat binnenkort dit fraaie monument,
zoover zijn tegenwoordige bestemming
dit toelaat, in zijn luister zal zijn her
steld.
Een beschrijving van den toren vindt
men in een voorloopige lijst der monu
menten voor geschiedenis en kunst dl.
VI p. 281, Ten onrechte echter wordt
daar medegedeeld, dat „de toren in 1409
1410 is gebouwd door Adriaen Iran-
tin, nadat de oudere toren in 1406 door
de Engelschen was verbrand.'' Dit
moet op een verkeerd gelezen mede-
deeling in de bijdragen voor oudheid
kunde en geschiedenis van Zeeuwsch-
Vlaanderen berusten, waar van West-
capelle in Vlaanderen melding wordt
gemaakt. Onze Wesfkappelsche toren
is omstreeks 1460 gebouwd, zooals uit
de bekende uittreksels der Middelburg-
sche stadsrekeningen in het archief van
weer slaan.
Daarna doemde een tweede schaduw
op uil de duisternis van den weg. De
zen keer was het geklik van de klink
hoorbaar, toen de nieuw aangekomene
de poort opende en vlug het pad opliep,
dat naar de voordeur leidde. Hier bleef
hij met een scherpen uitroep van ver
bazing staan en liep toen den gang in
naar binnen. Een lucifer werd aangesto
ken en vlamde op, gevolgd door een be
stendiger schijn, toen de olielamp, die bij
de deur stond, werd aangestoken.
Met de lamp in de hand ging de eige
naar van de hoeve eerst naar cic voor
deur en onderzocht de klink, voordat hij
ze sloot, om te zien, of die stuk was.
Vervolgens begaf hij zich naar het keu
kentje achter in het huis en wilde het
vuur aanmaken, toen hij ontdekte, dat
hij geen lucifers meer had. De laatste
had hij gebruikt om de lamp aan te ste
ken.
Met een ongeduldigen uitroep nam hij
de lamp weer op en ging naar de zitka
mer, een van de twee kamers, die ter
weerszijden van de voordeur lagen. Zijn
bewegingen waren snel, vervuld als hij
was van de gedachte aan voedsel en
warmte, die hij hcog noodig had, want
hij had een langen weg afgelegd in den
harden wind en voelde zich zoowel hon
gerig als vermoeid.
Verblind door het schijnsel van de-
lamp in zijn oogen, was hij reeds goed
en wel in de zitkamer, toen hij iets zag,
dat hem deed opspringen met zoo'n
De moderne Siësta-fauteuil voor 1933
Een fauteuil met bijzondere eigenschappen Siësta s
zijn anti-mot/ bezitlen een gepatenteerde veering en
worden naar keus bekleed.
D e
«I z e
ij n
VOOR BETERE MEUBELEN
Dir. F. J. ZEEGERS
Prinsengracht 709-713
Leidschestraat 73
AMSTERDAM
(lngez. Med.)
het Zeeuwsch Genootschap dl. VI p.
120 duidelijk blijkt.
De kerk werd in den nacht van 14
cp 15 Maart 1831 door brand vrijwel ge
heel verwoest.
tifCDELBURG.
Het Nut.
Gistermiddag vergaderde het Depar
tement van de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen in het Spaarbankge-
bwuvv onder voorzitterschap van den
Leer mr. H. Pleijte,
Tit lid der commissie voor de Spaar
bank herbenoemde de vergadering de
heer mr. Th. Portheine, en benoemde in
plaats van den heer G. K. A. Nonhebei
die bedankte, de heer mr. J. Moolen-
b-irgh.
Verder benoemde zij in de commissie
van de Hulpbank, den heer mr. H. Doo-
renbos, in die van het Badhuis, den heer
jhr. S- O. de Casembroot, in die van de
Bewaarscholen den heer mr. Th. Port
heine en benoemde in laatst genoemde
commissie den heer W. Hardon, in plaats
van den heer G. K. A. Nonhebei, die ook
voor deze commissie bedankte.
De rekeningen, van het Departement
en die van de Spaarbank de Hulpbank
en het Badhuis keurde de vergadering
goed.
Uit laatst genoemde rekening bleek,
dat in 1931 verkocht zijn 4 boekjes van
25 kuipbaden, 56 van 10 kuipbaden, 9
van 25 regenbaden en 56 van 10 regen-
baden eerste klasse, in die klasse zijn
verder genomen 653 kuip- en 1159 re
genbaden.
Tn de tweede klasse was het gebruik
4189 regenbaden en 143 abbonnemen-
ten voor die baden.
In gebruik zijn gegeven 265 handdoe
ken.
Bachvereemging
Donderda* 22 December had hier ter
stede de jaarvergadering der Bachver-
eeniging plaats.
Uit hel door de secretaresse uitge
brachte verslag bleek o.a. dat wegens de
tijdsomstandigheden hadden bedankt 6
leden en 3 leden-begunstigers, te: wijl de
vereeniging door overlijden of vertrek 1
lid en 3 leden-begunstigers verloor; één
nieuw lid gaf zich cp.
De rekening en verantwoording van
de geldmiddelen, werd in orde bevon
den.
Na de uitvoering van de Matthaus-Pas-
sion, door de zangvereeniging Tot
Oefening en Uitspanning in Februari
1932, was gebleken, dat de recette had
bedragen de som van 990.30, een spre
kend bewijs van de groote belangstelling
die in Middelburg en omstreken voor
zulk een uitvoering bestaat. Deze recet
te was echter lang niet toereikend voer
de dekking der feosfen, welke een uit
voering als deze meebrengt; de steun der
Bachvereeniging, die met een niet on
belangrijke som kon helpen, was zeer
noodig gebleken.
scherpen kreet, alsof iemand hem on
verwachts bij den schouder had vastge
grepen.
Hij stond als aan den grond genageld
en hield de lamp zoo schuin, dat ze he
vig walmde. Doch de zwarte rook ging
zijn neus onopgemerkt voorbij.
Want de kamer, die hij, behalve zijn
eigen persoon, leeg had gedacht, bevat
te nog iemand anders.
Voor de schrijftafel, tegenover de
deur, met haar armen er over uitge
strekt, en het hoofd op het open vloei
boek, zat een vrouw.
Vanwaar hij stond kon hij slechts het
bovenste deel van haar hoofd zien, een
verwai'de massa blonde krullen, die als
gesponnen goud in 't lamplicht schitter
den, en de rijke bontkraag van den man
tel, dien zij aan had.
Ook haar handen kon hij zien en het
flonkeren van haar ringen. Er was iets
aan de handen met hun vreemd toege
knepen vingers, alsof zij plotseling, ter
wijl gesloten werden, tegengehouden wa
ren, alsof iemand haar bedriegelijk een
slapende houding had willen geven.
Maar het waren niet haar handen of
de schoonheid van heur haar, die de
oogen van den man bij de deur geboeid
hadden. Die bleven gevestigd op het
open vloeiboek en de vlek, die er zich
over verspreid had, 'n vlek, die de
blonde krullen, die zoo stil op het witte
papier lagen, reeds tot harde kleine rin
gen had doen verstijven, en zelfs van zijn
eerst helder scharlakenrood in een doffe
De Voorzitter achtte 't 'n verheugend
feit, dat ondanks de slechte tijden, zoo-
velen de Bachvereeniging waren trouw
gebleven. Toen zal versterking van het
ledental noodzakelijk zijn, wil men de
Passionsuitvoeringen naar beboeren blij
ven steunen. Hij hield zich ve: zekerd
dat deze versterking, wanneer weer een
uitvoering in het vooruitzicht werd ge
steld, ook mogelijk zcu blijken.
Het aftredend bestuurslid, mej. dr. H.
C. M. Ghijsen werd met algemeene stem
man herkozen
Een der aanwezige leden, de heer M.
A van der Leijé- bracht als voorzitter
van de zangvereeniging Tot Oefening en
Uilspanning dank aan de Bachvereeni-
g.ng voor den verleenden steun en sprak
de hoop uit, dat deze ook in de toekomst
weer zou kunnen worden gegeven.
Abonnements-tooneel.
Het Comité voor Abonnements-Too-
neelvoorstellingen verzoekt ons mede
te deelen, dat het thans definitief zijn
voortgezet programma voor dit seizoen
heeft vastgesteld.
Op Maandag 16 Januari 1933 zal de
heer A. Defrense op de Bovenz. van de
Soc. de Vergenoeging voor de Abonné's
en verdere belangstellenden 'n inleiden
de causerie houden over 't twee dagen
later onder zijn regie te vertoonen Pi-
randello-drama „Het verleden
eener vrou w".
Op Woensdag 18 Januari vindt dan
in den Schouwburg de vertooning van
dit stuk plaats. De hoofdrol wordt ver
vuld door Charlotte Kohier. Het spe
ciale decor is ontworpen door Albert
van Dalsum.
De reeds eerder aangekondigde voor
stelling van „Domin o" blijft bepaald
op Donderdag 9 Februari.
Verdere bijzonderheden vindt de be
langstellende lezer in een uitvoerige
advertentie in dit nummer.
ZUID-BEVELAND.
RAAD VAN KRABBENDJKE.
KRABBENDIJKE. Woensdagmiddag
kwam de raad voltallig bijeen.
De Voorzitter deelt mede dat op
de gemeente niet zal worden toegepast
de tijdelijke korting; de gemeente voor
1931 nog een subsidie voor de werk
verschaffing van de Provincie heeft
ontvangen van 291.05; dat het bestuur
van de Hervormde school zijn aanvraag
om een derde lokaal heeft ingetrokken.
Ingekomen zijn verschillende adressen
der landarbeidersvereenigingen en der
S. D. A. P., die de strekking hebben om
schaffing een uitkeering voor huisbrand
te verstrekken, alsmede het geven van
een Kerstgave. B. en W. stellen voor,
hierop afwijzend te beschikken, daar 'n
scheeve verhouding in het leven wordt
geroepen ten opzichte dergenen, die in
het vrije bedrijf werken. De heer Ha-
verhoek herinnert er aan, dat ver
leden jaar ook deze adressen zijn bin
nengekomen, Nu is de toestand wel
eenigszins anders. De werkverschaffing
van gezinnen zijn daardoor 4 tot 5 we-
is later begonnen; verschillende hoofden
ken zonder inkomen geweest. Ook de
verdiensten gedurende dit najaar zijn
roestkleur scheen te zijn overgegaan.
De man bleef roerloos staan, onbe
wust van de doordringende lucht van de
walmende lamp, doch met een krach
tige inspanning beheerschte hij zich ein
delijk en liep de kamer docr. Hij zette
de lamp op den schoorsteenmantel neer,
boog zich over de vrouw heen en legde
zijn hand zacht op de hare; doch hij wist
reeds voordat hij haar aanraakte, dat zij
buiten het bereik van menschelijke hulp
was. Toen hij het dikke, blonde haar op
zij van haar hoofd oplichtte, ontdekte hij
een wond in den slaap, waaruit hel
bloed reeds had opgehouden te vloeien.
Nadat hij zich weer had opgericht na
zijn kort onderzoek, gingen zijn oogen in
stinctmatig naar het raam, doch hij was
niet snel genoeg. Had hij het een se
conde eerder gedaan, dan zou hij het
bleeke gelaat van een man, die elke bij
zonderheid van de kamer en van den
grimmigen persoon er binnen, opnam,
tegen de buitenzijde van het glas gedrukt
hebben gezien. Doch juist, terwijl hij het
hoofd oplnef, was de glurende man ach
ter het vensterkozijn weggedoken, en
toen hij eenige minuten later, na een
haastig onderzoek van het huis, de voor
deur uitrende, was er niemand meer,
noch in de schuur, noch in een der bij
gebouwen.
De ongeziene bespieder aan liet raam
was als een schaduw in de duisternis
verdwenen.
Wordt vervolgd.)