OONHUYS DE ROODE VULPENHOUDER ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN ZATERDAG 24 DECEMBER 1 9 3 2. No. 215. it, waarn-r,ri'PflNKWWMK EEN NEDERLANDSCH-ESTLANDSCHE VROUW OVER HAAR ERVARINGEN IN SOVJET-RUSLAND. [De brief van een Vlissingschen stuur man, die in simpele bewoordingen een en ander van eigen belevenissen in Ar changel vertelde, bezorgde ons van be vriende zijde een interessant manuscript: een brief van een Nederlandsche ver pleegster, zuster Magielse, later met ir. Neumann der Siemens-Schuckertwerke, van Estlandsche nationaliteit, gehuwd. De brief is gericht aan vrienden in Ne derland; voorzoover de mededeelingen niet van particulieren aard zijn, mogen zij in al hun eenvoud en welsprekend heid hier volgen. Red.] „Ik wil dan eerst vertellen van mijn leven. zoo vangt deze brief aan. In het jaar 1917 trouwden wij in St. Pe tersburg, waar mijn man als ingenieur bij Siemens-Schuckert aangesteld was. Het was toen al in den revolutietijd, met Kerenski aan hoofd der regeering. In Februari 1918 kwamen de bolsjewiki in Petersburg en namen de macht in han den. Toen heerschte er cholera en hon gersnood, en wie niet door de bolsjewiki omgebracht werd, ging ten gronde aan ziekte en verhongering. Wij woonden toen met onze familie, 3 kleine jongens en een dochter mijn (stiefkinderen) en mijn schoonmoeder, nog altijd in St. Petersburg. Het was dus onmogelijk daar te blijven w.onen. Mijn man besloot daarom zijn moeder en de kinderen naar familie te zenden in Sein beersk (Samara-gouvernement), want we kregen in St. Petersburg maar pd. brood per dag, en dat nog niet eens re gelmatig. Mijn man bracht de kinderen dus daarheen, want hij dacht dat ze daar geen honger zouden lijden. Een maand later werd hij als leider bij de Siemens-Schuckert-Werke naar Archangel overgeplaatst, wijl in St. Pe tersburg alle fabrieken gesocialiseerd werden. Wij pakten dus al onze meu bels in, en reisden naar Archangel. Daar hadden de bolsjewiki 'toen ook de macht in handen, maar we waren er pas twee dagen en toen werden zij door de ge allieerden verdreven Daar zaten we nu in Archangel, door het front afgesneden van onze kinde ren! Ook bleven onze meubels en de bibliotheek van mijn man in de goe( ren wagens te Wolgda staan. Zij wer den later, zooals we hoorden, door de bolsjewiki in beslag genomen. Van 1918 tot 1920 bleven de geallieerden in Ar changel. We hoorden al dien tijd niets van de kinderen en wisten niet wat van hen geworden was. Ze waren toch nog zoo jong, de tweelingen 5 jaar en de kleinste 3 jaar, terwijl het meisje 15 jaar oud was, toen ze van ons afgesne den werden In Februari 1920 echter moesten de geallieerden Archangel aan de bolsje- vviki overlaten en daarmede was de burgeroorlog in Noord-Rusland ten ein de. We kregen weer verbinding met onze kinderen en dachten hen nu weer naar huis te halen, maar men wilde ons geen verlof geven om te reizen, daar mijn man onder streng toezicht van de Tsjeka stond als politiek verdachte. Eindelijk gelukte het ons toch, door om- koopen, verlof te krijgen tot het bezoe ken van een congres te Moskou. We reisden toen in vrachtwagens ande re wagens waren er niet meer te midden van lijders aan vlektyphus en transporten van gewonden, naar Mos kou. In Moskou wilde men ons echter gèen verlof geven om verder te reizen. Ein delijk, na zes weken loopen van het eene Volkscommissariaat naar het an dere en voor veel geld en goede woor den, konden we verder trekken. Na vier dagen bereikten wij Kombala, het 1. door A. W. v. E.v. R. HOOFDSTUK I. De wind gierde zoo hevig door de bochtige hoofdstraat van 't kleine dorp je Keys dat de gelukkige menschen, die niet door het een of ander van hun war- •men haard waren weggelokt, hun stoelen dichter bij het vuur schoven en over peinsden, hoeveel boomen er den volgen den ochtend zouden zijn omgewaaid. De geheele maand Maart had het bij na aldoor geregend, en nu, in de vierde week woei er in het noorden van En geland een ijskoude wind, die reeds twee dage* had aangehouden en nog steeds geen teeken vertoonde, te zullen gaan ligge*. De wegen, waar de modder weken lang tot op kniehoogte had gelegen, wa ren wonderbaarlijk vlug opgedroogd en zij, die tot de zuinige dorpelingen be hoorden, hadden een mooien voorraad hout verzameld van de afgewaaide tak ken. Dezen avond waren zij blij, dat zij bin nen konden blijven zitten en van de vruchten van hun arbeid konden genie ten. De wind, die zijn verwoestenden weg door het open weiland, dat Keys omring de, vervolgde, nam ieder oogenblik in hevigheid toe, zoodat de binten van de kleine boerenwoning, die ongeveer op een mijl afstand van het dorp aan het dorp waar mijn kinderen vertoefden. Arme kinderen, wat was van hen ge worden! De neef van mijn man was omge bracht door de bolsjewiki en zijn wedu we had zelf 5 kleine kinderen te verzor gen, zoodat ze onzen kleinen alleen maar een slaapplaats had kunnen geven. Hun dagelijksch brood moesten ze zelf bij elkaar bedelen. Dit leven hebben ze bijna twee jaar lang geleid. Ook had den de drie jongens de pokken gehad en mijn schoonmoeder was intusschen aan j vlektyphus gestorven, j U kunt wel begrijpen hoe blij wij wa- ren, dat we eindelijk weer allen bij el kaar waren en dat we onze kinderen j uit deze ellende weg konden brengen, i Onze jongens hadden alleen maar een hemdje en een broekje aan, meer niets. J Na een lange, moeilijke reis kwamen wij dan gelukkig in Archangel aan. Nau- i welijks aangekomen werd mijn man ge vangen genomen en men hield hem 14 dagen als politiek verdachte in de ge vangenis. Men was toen reeds begonnen met de intellectueelen op groote schaal om te brengen. U kunt begrijpen wat 'n angst en zorgen ik toen moest uitstaan, want nu waren de kinderen wel geluk kig thuis, maar nu liep het leven van mijn man groot gevaar! Gelukkig liet men hem tenslotte toch vrij; dat was in October 1920. In Febru ari echter werd hij opnieuw gevangen genomen en ditmaal zag het er heel ernstig uit. Met behulp van twee Est landsche communisten kreeg ik hem echter nog een keer vrij, maar zij moesten met hun levens voor mijn man instaan. Op denzelfden avond dat mijn man vrij kwam, werden 18 of 20 man nen, die met hem tezamen in de gevan genis zaten, gefusilleerd. Hij was de eenige die het leven er af bracht. Nu was het leven in Archangel voor ons onmogelijk geworden. Gelukkig ech ter kon mijn man als Estlander zich Est landsche papieren en een pas verschaf fen, al ging dat natuurlijk met veel geld en veel goede woorden gepaard. In September 1921 kregen wij bevel Archangel binnen 4 dagen te verlaten, waren we na 4 dagen niet weg, dan gaf de regeering ons geen verlof meer. Zoo lieten wij huis, meubels en alles wat we adden in den steek, namen alleen wat linnengoed en bedden mede, en ver trokken met nog zeven families, ook al weer per vrachtwagen, naar Estland, waar wij 14 dagen later, na een ontzet tende reis, aankwamen. Toen wij de Est landsche grens passeerden was er nie mand onder ons, die geen tranen in de oogen had. Het beteekende toch voor allen rust en vrijheid. Nu moesten we nog in Narva in quarantaine. Onze kof fers moesten wij in een schuur in be waring geven. Toen wij na tien dagen de quarantaine konden verlaten en onze koffers wilden afhalen, ontdekten wij, dat 't beetje wat we uit Rusland had den kunnen meenemen, bijna alles ge stolen was Daarna reisden we naar Tallinn, de hoofdstad van Estland. Arm en zonder geld hielp ons hier een goede jeugd vriend van mijn man, aan geld, kleeren, meubels en voor mijn man een goede betrekking, We dachten weer wat op dreef te komen na zooveel lijden. Maar dat zou ook al weer niet lang duren. In het jaar 1923 geraakte dezelfde vriend, die mijn man zoo onzelfzuchtig geholpen had, in geldelijke ongelegen heden. Einde 1923 failleerde de firma waar bij mijn man aangesteld was. Mijn man verloor daarbij zijn betrekking. Kort daarop failleerde ook de bovengenoemde vriend en nu verlangde men van mijn eind van een doodloopenden weg stond, kraakten en kreunden onder zijn schrik wekkend woeste aanvallen. De voordeur van de hoeve stond open en slingerde bij iederen windvlaag met een harden slag tegen den binnenmuur, van den donkeren gang; maar niemand kwam ze sluiten, en door geen der ven sters van het schijnbaar verlaten huis kwam licht. Voor een kort oogenblik bedaarde de wind en hoorde men het eentonig geblaf van een hond op een naburige hoeve; behalve dit geluid hoorde men niets dan het hernieuwde, lang aangehouden loei en van den wind, het protesteerend ge kraak der boomen. als de zware takken door elkander werden geslingerd, en het vervelende slaan van de heen en weer zwaaiende deur. De zon was ondergegaan en het was al donker, toen het eerste geluid van voetstappen op'den weg weerklonk. De wandelaar naderde snel, met een vreem den, schuifelenden tred, die bijna gc- ruischloos werd, toen hij dichter bij het huis kwam. Bij de poort gekomen, die naar den kleinen voortuin leidde, bleef hij een oogenblik staan, om dan, zonder ze te openen, als een schaduw' weg te glijden in de richting van de schuur, die aan den anderen kant van de hoeve stond. Wat hij daar ook te do^en had, hij maakte geen geluid, en nog bijna een uur, nadat hij voorbijgegaan was, bleef de woning stil en verlaten staan en bleef de open deur eentonig heen en man de betaling van door hem mede-on- derteekende wissels, op diens vriend en zoo langzamerhand is het ons ook ge lukt den wissel van een millioen Est landsche marken nog af te betalen. Nu is daar echter nog een wissel van 300.000 Estlandsche marken, dit is ,t 2000 (twee duizend gulden.) I En toen heeft men nu bij ons gerech telijke openbare verkoop gehouden j want men wil dat de wissel betaald wordt, en wij hebben niets meer. Men i liet ons alleen de bedden, 4 stoelen en i een tafel behouden. Dus we hebben nu i voor de derde maal onzen geheelen in boedel verloren, en dat nog niet genoeg zijnde, heeft men ook nog beslag gelegd op het salaris van mijn man. Hij heeft een kleine betrekking bij de Staats controle, op een salaris van 17000 Est landsche marken, dat is 112 gulden per maand. Nu neemt men hem gedwongen iedere maand 7000 mark af, blijft ons 10.000 marken over. Daarvan wordt 5000 mark huur betaald (wij hebben daarvoor een heel kleine woning) zonder waterleiding, electrisch licht enz. De woningnood is hier ontzettend. Dan be talen we voor vuur en licht nog 1000 marken. Blijft ons over voor voeding, kleeding, schoolgeld enz. 4000 marken, dat is een beetje minder dan 28 gulden per maand, en daarvan moeten 4 men schen leven. Dat beteekent voor ons den algehee- len ondergang. Ik weet dan ook geen raad meer en weet me niet te helpen het ongeluk groeit ons over 't hoofd. Mijn kinderen gaan dan ook dikwijls hongerig slapen Ziehier het onopgesmukte verhaal van een Nederlandsche vrouw, van het geen zij in het Rusland de bolsjewiki be leefde. Tallinn (Reval) Estland E. NeumannMagielse (vroeger zuster Magielse. De politieke politie. Red. WESTKAPELLE'S TOREN. Men schrijft ons: Naar men weet heeft 'reeds sinds verscheidene jaren het departement van defensie (vroeger dat van marine) on der voorlichting van Let Rijksbureau voor de Monumentenzorg en geheel op 's Rijkskosten, restauratiewerkzaam heden laten verrichten aan den beken den toren te Westkapelle, thans als vuurbaak bekend in wijden omtrek, oorspronkelijk de toren der kerk, die omstreeks het midden der vijftiende eeuw ter vervanging van een meer wes telijk gelegen gebouw werd opgetrok ken. Onlangs is met de laatste groep werkzaamheden, het herstel der steun- beeren en het muurwerk van den ooste lijken gevel, een aanvang gemaakt, zoo dat binnenkort dit fraaie monument, zoover zijn tegenwoordige bestemming dit toelaat, in zijn luister zal zijn her steld. Een beschrijving van den toren vindt men in een voorloopige lijst der monu menten voor geschiedenis en kunst dl. VI p. 281, Ten onrechte echter wordt daar medegedeeld, dat „de toren in 1409 1410 is gebouwd door Adriaen Iran- tin, nadat de oudere toren in 1406 door de Engelschen was verbrand.'' Dit moet op een verkeerd gelezen mede- deeling in de bijdragen voor oudheid kunde en geschiedenis van Zeeuwsch- Vlaanderen berusten, waar van West- capelle in Vlaanderen melding wordt gemaakt. Onze Wesfkappelsche toren is omstreeks 1460 gebouwd, zooals uit de bekende uittreksels der Middelburg- sche stadsrekeningen in het archief van weer slaan. Daarna doemde een tweede schaduw op uil de duisternis van den weg. De zen keer was het geklik van de klink hoorbaar, toen de nieuw aangekomene de poort opende en vlug het pad opliep, dat naar de voordeur leidde. Hier bleef hij met een scherpen uitroep van ver bazing staan en liep toen den gang in naar binnen. Een lucifer werd aangesto ken en vlamde op, gevolgd door een be stendiger schijn, toen de olielamp, die bij de deur stond, werd aangestoken. Met de lamp in de hand ging de eige naar van de hoeve eerst naar cic voor deur en onderzocht de klink, voordat hij ze sloot, om te zien, of die stuk was. Vervolgens begaf hij zich naar het keu kentje achter in het huis en wilde het vuur aanmaken, toen hij ontdekte, dat hij geen lucifers meer had. De laatste had hij gebruikt om de lamp aan te ste ken. Met een ongeduldigen uitroep nam hij de lamp weer op en ging naar de zitka mer, een van de twee kamers, die ter weerszijden van de voordeur lagen. Zijn bewegingen waren snel, vervuld als hij was van de gedachte aan voedsel en warmte, die hij hcog noodig had, want hij had een langen weg afgelegd in den harden wind en voelde zich zoowel hon gerig als vermoeid. Verblind door het schijnsel van de- lamp in zijn oogen, was hij reeds goed en wel in de zitkamer, toen hij iets zag, dat hem deed opspringen met zoo'n De moderne Siësta-fauteuil voor 1933 Een fauteuil met bijzondere eigenschappen Siësta s zijn anti-mot/ bezitlen een gepatenteerde veering en worden naar keus bekleed. D e «I z e ij n VOOR BETERE MEUBELEN Dir. F. J. ZEEGERS Prinsengracht 709-713 Leidschestraat 73 AMSTERDAM (lngez. Med.) het Zeeuwsch Genootschap dl. VI p. 120 duidelijk blijkt. De kerk werd in den nacht van 14 cp 15 Maart 1831 door brand vrijwel ge heel verwoest. tifCDELBURG. Het Nut. Gistermiddag vergaderde het Depar tement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in het Spaarbankge- bwuvv onder voorzitterschap van den Leer mr. H. Pleijte, Tit lid der commissie voor de Spaar bank herbenoemde de vergadering de heer mr. Th. Portheine, en benoemde in plaats van den heer G. K. A. Nonhebei die bedankte, de heer mr. J. Moolen- b-irgh. Verder benoemde zij in de commissie van de Hulpbank, den heer mr. H. Doo- renbos, in die van het Badhuis, den heer jhr. S- O. de Casembroot, in die van de Bewaarscholen den heer mr. Th. Port heine en benoemde in laatst genoemde commissie den heer W. Hardon, in plaats van den heer G. K. A. Nonhebei, die ook voor deze commissie bedankte. De rekeningen, van het Departement en die van de Spaarbank de Hulpbank en het Badhuis keurde de vergadering goed. Uit laatst genoemde rekening bleek, dat in 1931 verkocht zijn 4 boekjes van 25 kuipbaden, 56 van 10 kuipbaden, 9 van 25 regenbaden en 56 van 10 regen- baden eerste klasse, in die klasse zijn verder genomen 653 kuip- en 1159 re genbaden. Tn de tweede klasse was het gebruik 4189 regenbaden en 143 abbonnemen- ten voor die baden. In gebruik zijn gegeven 265 handdoe ken. Bachvereemging Donderda* 22 December had hier ter stede de jaarvergadering der Bachver- eeniging plaats. Uit hel door de secretaresse uitge brachte verslag bleek o.a. dat wegens de tijdsomstandigheden hadden bedankt 6 leden en 3 leden-begunstigers, te: wijl de vereeniging door overlijden of vertrek 1 lid en 3 leden-begunstigers verloor; één nieuw lid gaf zich cp. De rekening en verantwoording van de geldmiddelen, werd in orde bevon den. Na de uitvoering van de Matthaus-Pas- sion, door de zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning in Februari 1932, was gebleken, dat de recette had bedragen de som van 990.30, een spre kend bewijs van de groote belangstelling die in Middelburg en omstreken voor zulk een uitvoering bestaat. Deze recet te was echter lang niet toereikend voer de dekking der feosfen, welke een uit voering als deze meebrengt; de steun der Bachvereeniging, die met een niet on belangrijke som kon helpen, was zeer noodig gebleken. scherpen kreet, alsof iemand hem on verwachts bij den schouder had vastge grepen. Hij stond als aan den grond genageld en hield de lamp zoo schuin, dat ze he vig walmde. Doch de zwarte rook ging zijn neus onopgemerkt voorbij. Want de kamer, die hij, behalve zijn eigen persoon, leeg had gedacht, bevat te nog iemand anders. Voor de schrijftafel, tegenover de deur, met haar armen er over uitge strekt, en het hoofd op het open vloei boek, zat een vrouw. Vanwaar hij stond kon hij slechts het bovenste deel van haar hoofd zien, een verwai'de massa blonde krullen, die als gesponnen goud in 't lamplicht schitter den, en de rijke bontkraag van den man tel, dien zij aan had. Ook haar handen kon hij zien en het flonkeren van haar ringen. Er was iets aan de handen met hun vreemd toege knepen vingers, alsof zij plotseling, ter wijl gesloten werden, tegengehouden wa ren, alsof iemand haar bedriegelijk een slapende houding had willen geven. Maar het waren niet haar handen of de schoonheid van heur haar, die de oogen van den man bij de deur geboeid hadden. Die bleven gevestigd op het open vloeiboek en de vlek, die er zich over verspreid had, 'n vlek, die de blonde krullen, die zoo stil op het witte papier lagen, reeds tot harde kleine rin gen had doen verstijven, en zelfs van zijn eerst helder scharlakenrood in een doffe De Voorzitter achtte 't 'n verheugend feit, dat ondanks de slechte tijden, zoo- velen de Bachvereeniging waren trouw gebleven. Toen zal versterking van het ledental noodzakelijk zijn, wil men de Passionsuitvoeringen naar beboeren blij ven steunen. Hij hield zich ve: zekerd dat deze versterking, wanneer weer een uitvoering in het vooruitzicht werd ge steld, ook mogelijk zcu blijken. Het aftredend bestuurslid, mej. dr. H. C. M. Ghijsen werd met algemeene stem man herkozen Een der aanwezige leden, de heer M. A van der Leijé- bracht als voorzitter van de zangvereeniging Tot Oefening en Uilspanning dank aan de Bachvereeni- g.ng voor den verleenden steun en sprak de hoop uit, dat deze ook in de toekomst weer zou kunnen worden gegeven. Abonnements-tooneel. Het Comité voor Abonnements-Too- neelvoorstellingen verzoekt ons mede te deelen, dat het thans definitief zijn voortgezet programma voor dit seizoen heeft vastgesteld. Op Maandag 16 Januari 1933 zal de heer A. Defrense op de Bovenz. van de Soc. de Vergenoeging voor de Abonné's en verdere belangstellenden 'n inleiden de causerie houden over 't twee dagen later onder zijn regie te vertoonen Pi- randello-drama „Het verleden eener vrou w". Op Woensdag 18 Januari vindt dan in den Schouwburg de vertooning van dit stuk plaats. De hoofdrol wordt ver vuld door Charlotte Kohier. Het spe ciale decor is ontworpen door Albert van Dalsum. De reeds eerder aangekondigde voor stelling van „Domin o" blijft bepaald op Donderdag 9 Februari. Verdere bijzonderheden vindt de be langstellende lezer in een uitvoerige advertentie in dit nummer. ZUID-BEVELAND. RAAD VAN KRABBENDJKE. KRABBENDIJKE. Woensdagmiddag kwam de raad voltallig bijeen. De Voorzitter deelt mede dat op de gemeente niet zal worden toegepast de tijdelijke korting; de gemeente voor 1931 nog een subsidie voor de werk verschaffing van de Provincie heeft ontvangen van 291.05; dat het bestuur van de Hervormde school zijn aanvraag om een derde lokaal heeft ingetrokken. Ingekomen zijn verschillende adressen der landarbeidersvereenigingen en der S. D. A. P., die de strekking hebben om schaffing een uitkeering voor huisbrand te verstrekken, alsmede het geven van een Kerstgave. B. en W. stellen voor, hierop afwijzend te beschikken, daar 'n scheeve verhouding in het leven wordt geroepen ten opzichte dergenen, die in het vrije bedrijf werken. De heer Ha- verhoek herinnert er aan, dat ver leden jaar ook deze adressen zijn bin nengekomen, Nu is de toestand wel eenigszins anders. De werkverschaffing van gezinnen zijn daardoor 4 tot 5 we- is later begonnen; verschillende hoofden ken zonder inkomen geweest. Ook de verdiensten gedurende dit najaar zijn roestkleur scheen te zijn overgegaan. De man bleef roerloos staan, onbe wust van de doordringende lucht van de walmende lamp, doch met een krach tige inspanning beheerschte hij zich ein delijk en liep de kamer docr. Hij zette de lamp op den schoorsteenmantel neer, boog zich over de vrouw heen en legde zijn hand zacht op de hare; doch hij wist reeds voordat hij haar aanraakte, dat zij buiten het bereik van menschelijke hulp was. Toen hij het dikke, blonde haar op zij van haar hoofd oplichtte, ontdekte hij een wond in den slaap, waaruit hel bloed reeds had opgehouden te vloeien. Nadat hij zich weer had opgericht na zijn kort onderzoek, gingen zijn oogen in stinctmatig naar het raam, doch hij was niet snel genoeg. Had hij het een se conde eerder gedaan, dan zou hij het bleeke gelaat van een man, die elke bij zonderheid van de kamer en van den grimmigen persoon er binnen, opnam, tegen de buitenzijde van het glas gedrukt hebben gezien. Doch juist, terwijl hij het hoofd oplnef, was de glurende man ach ter het vensterkozijn weggedoken, en toen hij eenige minuten later, na een haastig onderzoek van het huis, de voor deur uitrende, was er niemand meer, noch in de schuur, noch in een der bij gebouwen. De ongeziene bespieder aan liet raam was als een schaduw in de duisternis verdwenen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 3