binnenland.
ZEELAND.
WALCHEREN.
ZüiD-BEVELAND.
SCHGUWEN-DUIVELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN DINSDAG 22 NOVEMBER 1932.
No. 187.
BINNENLANDSCHE ZAKEN
BEGROOTING 1933.
Aan de Memorie van.Antwoord der
begrooting van Binnenlandsche Zaken
van 1933, ontleenen wij:
Wijziging van de thans geldende pe
riode van den zomert ij d ontmoet ern
stige bezwaren. Zoowel verkorting als
verlenging zouden tijdelijke wijzigingen
in den internationalen treinenloop nood
zakelijk maken.
Indien klachten over niet behoorlijke
uitvoering van de Zondagswet in
bepaalde gevallen te zijner kennis komen,
pleegt de minister daaraan ernstige aan
dacht te schenken, terwijl, bij gegrond-
bevinding zijnerzijds een richtige nale
ving zooveel mogelijk wordt bevorderd.
De minister kan slechts zijn reeds
vroeger geuite zienswijze herhalen, dat,
althans onder de werking van 't huidig
stelsel van evenredige vertegenwoordi
ging, de z. g. stemplicht behouden
moet blijven,
De posten uitgetrokken voor de v r ij-
willige burgerwachten en den
vr ij willigen landstorm, heeft de
regeering voor het volle bedrag van het
dienstjaar 1932 gehandhaafd op grond
van de overweging dat beide organi
saties nog steeds van groot nut acht en
die posten, met het oog op de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden niet voor ver
mindering in aanmerking komen.
Met betrekking tot het gebeurde
in de Ridderzaal op 2 0 Sept. j. 1. ver
oorlooft de minister zich er op te wij
zen, dat het feit plaats vond in een ver-
eenigde vergadering van de Staten Ge
neraal, weshalve de leden uit een oog
punt van strafrecht immuniteit genoten.
Voor zoover den minister bekend, ple
gen de burgemeesters ter bescher
ming van werkwilligen eigener
beweging de noodige maatregelen te
treffen. Mocht hem blijken, dat in een
bepaald geval de genomen maatregelen
niet voldoende zijn, dan zal hij niet na
laten den daarbij betrokken burge
meester tot een krachtiger optreden aan
te sporen.
Met betrekking tot de kwestie van
samenvoegingvangemeenten
acht de minister zijn standpunt in het al
gemeen genoegzaam bekend. De vraag is
slechts of niet onder de huidige tijdsom
standigheden in dat standpunt wijziging
dient te worden gebracht in verband
met te verkrijgen aanzienlijke be
sparingen en rationaliseering van de
gebiedsindeeling. Wat de door samen
voeging van kleine gemeenten te ver
wachten besparingen betreft, is omtrent
dit punt een ambtelijk onderzoek loopen-
de. Met den uitslag daarvan zal de mi
nister bij het bepalen van zijn standpunt
ten volle rekening houden.
Het optreden van de regeering ten
opzichte van gemeenten die op on-
derstand uit 's R ij k s k a s wordt ge
leid door de gedachte, dat uit de alge-
meene middelen niet meer mag worden
bijgedragen voor locale behoeften, dan
strikt noodig is.
De minister wijdt aan het vraagstuk
van de ontwikkeling van jeugdi
ge werkloozen bij voortduring zijn
aandacht. Hij overweegt voorts, in hoe
verre het mogelijk is, in de bestaande re
geling in zake plaatsing van kostgangers
eenige wijziging te brengen.
De vraag, of de regeering bereid is
volwassen vrouwen, ook indien zij jon
ger zijn dan 35 jaar, in de algemeene
steunregeling op te nemen, meent de re
geering, althans in het algemeen, ontken
nend te moeten beantwoorden. Zij is
echter bereid op korten termijn te doen
nagaan, of de leeftijdsgrens van 35 jaar
niet eenigszins verlaagd kan worden.
WatdeVolkshuisvesing betreft
bestaat tegen verlaging van de 6 pet.
„DERWENT", ALIAS
THORNTON
door
Herman Antonsen.
1).
HOOFDSTUK I.
De doode in de coupé,
Henry Thornton zat in een hoek van
de coupé eerste klasse en keek met
ontzetting naar den jongen man, die
dood tegenover hem zat.
Vijf minuten geleden nog had die
zelfde jonge man met hem zitten pra
ten en lachen. Hij scheen zich niet te
bekommeren om de sjovele kleeding
van Thornton, noch om diens wanhopi
ge gelaatsuitdrukking. Hij had zich al
evenmin moeite gegeven, om te ver
bloemen, dat hij tot de gelukkige klasse
der bezitters behoorde. Overal in 'de
coupé lagen nog de bewijzeneen
gouden sigarettenkoker, een zilveren
thermosflesch met emaille monogram,
golf clubs, een kostbare reisdeken, een
stok met schildpaddenknop, een groot
valies van krokodillenleer met zilverbe
slag en een zilveren zakflacon, waaruit
hij meermalen zelf gedronken en zijn
reisgenoot royaal te 'drinken geboden
had. Misschien bevatte die flacon wel
het geheim van zijn uitbundige spraak
zaamheid en zijn plotselingen dood.
Thorton verkeerde ontegenzeggelijk
in een meer dan afschuwelijke positie.
Al was het alleen maar, omdat hij zoo
vlak na zijn ontslag uit de gevangenis
in een eerste klasse coupé zat met een
kaartje derde klasse en een doode!
rente voor nog loopende voorschotten
bezwaar. Verlaging van annuïteiten kan
de regeering tot haar leedwezen niet be
vorderen.
De regeering bereidt normalisatie voor
van de voor onderhoud der ,,W o n i n g-
wetwoningen" beschikbaar te stel
len bedragen.
Wat de credietverleening
voor woningbouw betreft: Voor
vereenigingsbouw is 20 millioen beschik
baar. Pogingen om voor den particulie
ren bouw kapitaal beschikbaar te stellen
zijn mislukt. Thans is een ander denk
beeld in studie. Zoolang het onderzoek
daarvan niet is afgeloopen, kunnen daar
over geen mededeelingen worden ver
strekt. Leidt het onderzoek tot een vast
plan, dan zal aan de Kamer daarvan me-
dedeeling worden gedaan, casu quo de
medewerking van de Staten-Generaal
worden gevraagd.
ART. 101 DER LAGER ONDERWIJS
WET 1920.
De Bijzondere school, de radio
en de gemeentelijke vergoeding.
Enkele dagen geleden heeft de Kroon
een belangrijk besluit genomen, waaruit
blijkt, dat het voor de bijzondere
schoolbesturen mogelijk is, langs den
weg van art. 101 der L. O. 1920 vergoe
ding te krijgen uit de gemeentekas voor
de aanschaffing van een radio-installa
tie, dus in een geval, waar medewer
king van gemeentewege ingevolge art.
72 dier wet niet mogelijk is.
Voor de Ned. Herv. school te Aalten
(Geld.) was aangekocht een radio-in
stallatie (kosten van aanleg en onder
houd 213.34terwijl voor de ontvan
gen schriftelijke lessen van de N. C. R.
V. 30 verschuldigd was. Het school
bestuur plaatste deze kosten ad f 243.34
op de exploitatierekening.
Bij besluit van 23 Maart 1932 besloot
de gemeenteraad van Aalten tot vast
stelling van de vergoeding ingevolge
art. 101 van genoemde wet over 1930
en over de jaren 1928 tot en met 1930
(drie-jaarlijksche afrekening), doch liet
daarbij buiten beschouwing het bedrag
ad 243.34.
Het schoolbestuur ging hierop in be
roep, waarop Ged. Staten van Gelder
land, met vernietiging in zooverre van
het bestreden raadsbesluit, de vergoe
ding ex art. 101 opnieuw vaststelden,
daarbij rekening houdende met de kos
ten van aanschaffing en onderhoud van
de radio-installatie en die van de radio-
lessen. De onderwijsraad door Ged.
Staten gehoord was van meening,
dat bedoelde kosten voor vergoeding in
aanmerking kwamen.
Van dit besluit van Ged. Staten ging
de gemeenteraad bij de Króón in be
roep, o.m. aanvoerende, dat de wet den
vorm van het geven van onderwijs per
radio niet kent; dat in hoogste instan
tie is uitgemaakt, dat geen medewer
king ingevolge art. 72 der wet voor de
aanschaffing van een radio behoort te
worden verleend; dat het schoolbestuur
deze kosten, welke volgens de beslis
sing der Kroon buiten de grenzen van
het onderwijs vallen, toch door de ge
meente wil doen betalen langs den weg
van art. 101; dat hierin een inconse
quentie ligt, daar wat bij toepassing
van art. 72 de onderwijsgrenzen over
schrijdt, dit evenzeer doet ten opzichte
van art. 101; dat de bijdrage aan de N.
C. R, V. voor radio-lessen niet is ver
plicht, in dien zin namelijk, dat men ook
zonder de handleiding, welke men na
de betaling van de bijdrage ontvangt,
de lessen volgen kan en dat deze uit
gave dus een financieelen steun van een
omroepvereeniging inhoudt, terwijl van
de gemeente niet gevraagd kan worden,
ook daartoe op zulk een wijze bij te
dragen.
De Kroon verklaarde het beroep van
Het viel gemakkelijk genoeg te gis
sen, wat er gebeuren zou, als hij aan de
noodrem trok, zooals hij in een eerste
opwelling had willen doen. Want de
feiten waren hem van alle kanten on
gunstig.
Al wist hij voor zich zelf maar al te
zeker, dat hij onschuldig was en gevan
genisstraf had ondergaan voor de schuld
van een ander, de autoriteiten en de
wereld zouden natuurlijk alleen rekening
houden met het feit, dat hij een ontsla
gen tuchthuisboef was.
Hij had er nooit over gedroomd, dat
hij den Ierschen mailtrein zou kunnen
nemen, om de doodeenvoudige reden,
dat die exprestrein nog nooit gestopt
had aan het kleine hulpstation van
Dowchester.
Maar de een of andere regeerings-
persoon, voor wien de trein gestopt had
en een welwillende kruier hadden sa
mengewerkt, om hem in zijn tegenwoor-
digen toestand te brengen. Voor die re-
geeringspersoon was de mailtrein pre
cies een halve minuut aan het station
van Dowchester opgehouden en Thorn
ton, die op 't sombre kille perron zat om
een paar uur te wachten op den boemel-
trein, had zich zelf bij den schouder voe
len grijpen en in een coupé duwen,
toen de laatste wagon juist het perron
netje voorbijgleed.
Thornton zat te kijken naar de le-
venlooze gedaante, daar voor hem en
voelde een groot medelijden in zichzelf
opkomen. De man was ongeveer van
zijn eigen leeftijd, bijna nog een jongen
en nog wel een met overbruisenden le
den gemeenteraad ongegrond, daarbij
o.m. overwegende, dat noch uit de be
woordingen van art. 101, lid 5, der wet,
noch uit eenig ander artikel der wet
voortvloeit, dat met de kosten, bedoeld
in art. 55 onder e tot en met h en o en
met die van instandhouding slechts zijn
bedoeld de kosten, die noodzakelijk
zijn voor het geven van 1. o. binnen de
grenzen der normale eischen, aan het
geven van 1. o. te stellen, terwijl zulks
evenmin anders dan bij art. 72 der
wet, voor zoover betreft uitbreiding,
verbouw of verandering van inrichting
van het schoolgebouw en aanschaffing
van schoolmeubelen, de leer- en hulp
middelen daaronder begrepen moet
worden afgeleid uit den aard der be
paling; dat moet worden aangenomen,
dat tot de werkelijk gemaakte kosten
van de bijzondere school, waartoe lid
8 van art. 101 de vergoeding beperkt,
behooren alle uitgaven ten behoeve van
de bijzondere school gedaan ook voor
zoover zij uitgaan boven de nor
male eischen, aan het geven van lager
onderwijs te stellen, mits de uitgaven
slechts krachtens haren aard en haar
karakter vallen onder een der rubrie
ken e tot en met h en o van art. 55 of
onder die van instandhouding.
~RAAD VAN SEROOSKERKE.
Benoeming agent arbeidsbe
middeling en beambte met
het toezicht op het werkloo-
zenbesluit 1917.
SEROOSKERKE (W.) Maandagmid
dag werd een voltallige raadsvergade
ring gehouden.
Ingekomen was een schrijven van den
Directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeids
bemiddeling, dat de jaarwedde van den
agent der Arbeidsbemiddeling op 50
dient te worden gesteld.
De Voorzitter zegt, dat bij de
behandeling der begrooting voor 1933
de totale jaarwedde van den agent der
Arbeidsbemiddeling tevens beambte be
last met het toezicht op het werkloo-
zenbesluit 1917 is vastgesteld op 100,
waarvan 75 als agent der arbeids
bemiddeling en 25 voor het toezicht
op het werkloozenbesluit. Van de ge
noemde 75 werd 40 pCt. Rijksbijdrage
verwacht, dus 30. Bovengenoemde di
recteur is bereid om 40 pCt. te verlee-
nen van 50 is 20.
B. en W. overtuigd, dateen belooning
van 100 in totaal niet te veel is, voor
het werk, dat hiervoor verricht moet
werden, stellen voor aan het verzoek
te voldoen en voor iedere functie fo50
als belooning vast te stellen.
Z.h.s. aangenomen.
Volgens de in de vergadering van 17
October j.I. vastgestelde verordening,
moeten B. en W. een voordracht indie
nen, Waar echter naar hunne meening
de heer Clarisse, die nu reeds eenige
jaren op voorbeeldige wijze, deze func
tie uitoefent, de eenige is die voor een
benoeming in aanmerking komt, mee-
nen B, en W. er in dit geval mede te
kunnen volstaan, als zij dezen persoon
tot benoeming voordragen.
De directeur der Districtsarbeidsbeurs
gaat met deze handelwijze accöord.
Mochten van 's Raads zijde bezwaren
bestaan, dan zullen B. en W. in een vol
gende vergadering een voordracht in
dienen.
De heer H o e g e n vraagt of, het be
noemen zonder voordracht geen bezwaar
kan hebben bij hoogere autoriteiten.
venslust. Met bijna jongensachtige
openhartigheid had hij aan Thornton
zijn levensgeschiedenis verteld. Hij was
Engelschman van geboorte, maar opge
voed in Amerika. Zijn vader had zich
daar millioenen vergaard. Daarna had
de wereld hem zijn millioenen weer ont
nomen en tevens zijn hart gebroken.
Hij was vrij arm gestorven, maar als
handig Amerikaan had hij er voor we
ten te zorgen, dat zijn zoon toch niet
heelemaal zonder geld achterbleef, door
achteraf enkele schikkingen te treffen.
Zoo'n goede oude heer! had de
jonge man gezegd.
Daarna had hij een slok uit zijn veld-
flesch genomen en had verder over zich
zelf verteld. Hij was blijkbaar een
slachtoffer van die groote zelfingeno
menheid, zoo kenmerkend voor de be
woners van de groote steden in het
Westen. Hij scheen het vanzelfsprekend
te vinden, dat Thornton belang zou stel
len in zijn ongeval, hem bij base-ball
overkomen, dat hij namelijk op zekeren
dag in elkaar was gezakt, hoewel hij niet
meer had gevoeld dan een speldenprikje
in zijn hart en daardoor totaal buiten
adem was.
De dokters hadden het een ernstig
geval gevonden, dat beslist gevaarlijk
was. Ze beweerden, dat hij een langdu
rige kuur zou moeten volgen. Hun ernst
had dan ook zulk een diepen indruk op
hem gemaakt, dat hij heimelijk naar 'n
onbekenden dokter was geloopen, die
hem, omdat hij hem totaal niet kende,
onomwonden de waarheid verteld had.
Als hij, Percy Mackinaw Derwent, zich-
De Voorzitter antwoordt ontken
nend. Hierna wordt .met algemeene
stemmen de heer Clarisse benoemd.
Vaststelling vergoeding ingevolge art.
101 der L. O.-wet 1920, over 1930, voor
de school der Vereeniging voor Geref.
Lager Onderwijs alhier. De kostende
prijs per leerling aan de Openbare La
gere School bedroeg in 1930 14.98. 't
Gemiddelde aantal kinderen op de
school voor Gereformeerd Lager On
derwijs bedroeg in 1930, 181 zoodat de
vergoeding behoort te worden vastge
steld op 181 maal 14.89 is 2711.38.
Aan voorschot werd in 1930 ontvangen
f 1200 zoodat alsnog betaald moet wor-
2711,38 min 1200 is 1511,38. Aan
de Openbare school is in 1930 gedurende
140 uren een vakonderwijzeres werk
zaam geweest tegen 1 per uur; waar
aan de bijzondere school in 1930 even
eens een vakonderwijzeres werkzaam
was, dient de vergoeding bedoeld in Art.
101, 9e lid te worden vastgesteld op
140. B. en W. stellen voor overeenkom
stig bovenstaande te besluiten.
De heer H o e g e n vindt de maatstaf,
om de vergoeding voor een groote school
te regelen overeenkomstig de kosten ge
maakt op een kleine school, onbillijk is,
en vraagt of daar geen betere weg voor
te vinden is.
De Voorzitter antwoordt ontken
nend, doch zegt dat thans deze regeling
vervalt daar geen openbaar onderwijs
meer in de gemeente wordt gegeven. In
den vervolge wordt de kosten per leer-
ling genomen van een naastbijzijnde O.
School met een ongeveer gelijk aantal
leerlingen als op de Chr. scholen zijn
ondergebracht. Het rapport der raads
commissie belast met het nazien der re
keningen van de school der Ver, voor
Geref. L. Onderwijs over de jaren 1928,
1929 en 1930 en afrekening met die
school over de genoemde jaren. Bij mon
de van den heer Cornelisse brengt
de commissie verslag uit en blijkt, dat
die school in die 3-jarige periode een
overschot heeft gemaakt van 2819 welk
bedrag in de gemeentekas is terugge
stort. De heer Cornelisse spreekt
zijn waardeering uit, over het aan die
school gevoerde zuinig beheer, waarbij
de heer H o e g e n zich aansluit met het
voorstel om de Vereeniging, namens
den raad, daarvoor een schrijven van
dank toe te zenden. Dit zal worden uit
gevoerd.
Een verzoek van het Gemeentebestuur
van St. Maartensdijk om adhaesie te be
tuigen bij Ged. Staten van Zeeland, aan
een adres van den Raad dier gemeente,
tot verdere verlaging van de jaarwed
den van de Burgemeesters, secretarissen
en ontvangers, dan tot hiertoe geschied
is. Waar een schrijven van gélijke strek
king uit dezen raad is verzonden aan
Ged. Staten, stellen B. en W. voor, dit
adres voor kennisgeving aan te nemen.
Z. h. st. aldus besloten.
Een verzoek van A. B. J. Boijenk en
anderen, om verbetering van den< Secre-
tarisweg. B. en W, stellen voor, dit ver
zoek in hunne handen te stellen ter af
doening. De Voorzitter zegt voorts,
dat B. en W. zullen onderzoeken, of dit
in het a.s. voorjaar een werkobject voor
de werkloozen kan zijn. Z. h. st. goedge
keurd.
Rondvraag.
De heer H o e g e n vraagt naar aanlei
ding van het delven der sloot bij de wo
ning van den Burgemeester, of B. en W.
zoodra de mogelijkheid het toelaat, deze
sloot zullen dempen.
De Voorzitter antwoordt dat B.
en W. hierin diligent zijn, doch de kos
ten hun alsnog moeten weerhouden,
daaraan gevolg te geven.
Weth. Goedbloed spreekt in ge
lijken geest.
De heer Cornelisse vraagt naar
zelf wilde dwingen tot een leven van
onthouding en streng diëet. dan zou hij
nog geruimen tijd kunnen leven; wilde
hij zulk een dood leven niet leiden, dan
liep hij elk oogenblik de kans van dood
neer te vallen.
Mackinaw Derwent was al gauw tot
een besluit gekomen. Over den ver-
schrikkelijken tijd, die aan die beslissing
voorafging, had hij weing tegen Thorn
ton gezegd. Hij had een kort maar vroo-
lijk leven verkozen; dat waren zijn eigen
woorden geweest. In niet veel minder
dan twee jaar was het hem gelukt de
erfenis, die zijn vader hem met zooveel
moeite en zorg had nagelaten, er door
heen te brengen. Nu was hij op weg naar
Londen, waar een oom van hem woon
de. Want die oom, dien hij nog nooit ont
moet had, had de ronde som van veertig
duizend pond voor hem in bewaring.
Met dat geld was Mackinaw van plan
Londen en Parijs te gaan bezoeken en.
enfin, hij had er vast op gerekend, dat
hij nog wel leven zou, totdat hij zijn
laatsten cent had uitgegeven.
En met die woorden nog op de lippen
was hij plotseling paarsrood geworden,
een gesmoorde kreet was aan zijn
blauwe lippen ontsnapt en krampachtig
hadden zijn vingers getracht zijn boord
los te krijgen. Thornton was opgespron
gen en had het portierraampje neerge
laten en den jongenman beetgegrepen.
Maar hij was al dood. Een heel vluchtig
leekenonderzoek bewees dat meer dan
oncmstootelijk. Daar was geen dokter
\oor noodig.
Een bittere glimlach gleed over Thorn-
Van de lezing, die mr. j. H.
Bybau voor het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen
heeft gehouden over „Een
Zeeuwsch Regent uit het laatst
der XVIIIe eeuw", (waarvan een
uitvoerig verslag in ons blad is
verschenen) zijn overdrukken in
brochurevorm vervaardigd. Voor
belangstellenden onder onze le
zers zijn deze boekjes, tegen in
zending van i z cent aan post
zegels of in contanten, voor
porto en administratiekosten, in
beperkt aantal bij de admini
stratie van ons blad verkrijgbaar.
De Directie.
het ledigen der volle aschbakken en
wijst voorts op het wegzakken van een
straatgoot.
De Voorzitter antwoordt, dat
voor het eerste reeds opdracht is gege
ven, doch een weinig is verschoven we
gens de drukte van het bietenvervoer;
voor het tweede zegt hij voorziening toe.
Hierna besloten zitting, waarna slui
ting volgt.
HEINKEN'SZAND. Zaterdagavond werd
alhier opgericht een biljartclub wet la
den naam zal dragen „Oefening kweekt
Kunst". Tot voorzitter werd gekozen de
heer J. Verdonck Az., Lot secretaris de
heer N. WaUiout en tol penningmeester
de heer A. Bliek. De oefeningen zullen
worden gehouden op Vrijdagavond.
'S HEER ABTSKERKE. Zaterdag
middag vergaderde de raad. Afwezig met
kennisgeving de heer Pde Jonge.
Besloten wordt vrijstelling te vragen,
voor het geven van vak j l.o.
Een verordening voor een agent dei-
arbeidsbemiddeling wordt vastgesteld.
Tot agent wordt benoemd de heer M.
Drijgers met ingang van 1 Januari 1933,
op een salaris van 20.
Besloten wordt een nieuw uurwerk in
den toren te doen aanbrengen waarvoor
de kosten ongeveer J 800 zullen bedra
gen. De heer Blok informeert nog naar
het aanbrengen van een bliksemafleider
aan den toren.
Dit zal ter zijner tijd worden behan
deld.
De bekende circulaire van St. Maar
tensdijk betreffende verlaging van sa
larissen van Burgemeesters en secretaris
sen wordt voor kennisgeving aangeno
men, nadat de heer Van Weele zich voor
adhaesiebetuiging had verklaard.
KAPELLE. Bij den groentenhandelaar
J. Fr. zijn uit zijn groentenUiin, even
buiten het dorp, 10 konijnen ontvreemd.
Twee kleine dieren hebben de dieven la
ten zitten, die waren zeker nog niet le
verbaar! En van den landbouwer .1. de
J. zijn uit een boomgaard 11 hanen ge
stolen. 5 stuks hebben de dieven waar
schijnlijk niet vljug genoeg te pakken kun
nen krijgen.
HAAMSTEDE. Zaterdagavond j 1.^ hield
de afdeeling „Burgh—Haamstede" van
den modernen Landarbeidersbond een
druk bezochte openbare vergadering
tons lippen. Zijn hersens werkten met
zeldzame helderheid en snelheid. In n
enkel oogenblik overzag hij zijn eigen
leven tot op dat oogenblik toe. Kleine
kwajongensstreken kwamen hem in ge
dachten. Hij herinnerde zich de gestreng
heid van zijn vader, den kolonel, diens
sterke eergevoel, diens hooghartigheid
ondanks zijn kleine inkomen. Alleen
daardoor was het hem mogelijk ge
weest zijn zoon in Cambridge te laten
studeeren. Thorton herinnerde zich
die dagen in Cambridge, dagen van
ingespannen werk, afgewisseld door
uren van ontspanning. Zijn vreugde bij
het halen van zijn graad. Hij was in de
medicijnen gegaan. Vage visioenen van
de collegezalen en van de snijkamer
zweefden voor zijn geest. De plotselinge
dood van zijn vader verijdelde al zijn
streven en hij moest omzien naar een
betrekking om zijn brood te verdienen.
Wat daarna gebeurd was, beteekende
niet veel meer, tot op den dag, dat hij
in de bank der beschuldigden zat, be
schuldigd van verduistering. Toen was
het hem opeens duidelijk geworden, dat
hij door een vriendelijken handelsman
was aangenomen op een mooi salaris
enkel en alleen, om hem later als slacht
offer te kunnen laten boeten voor de
vervalschingen, die in de boeken eener
vennootschap door een ander gepleegd
waren.
Hij was nu zonder huis, zonder geld,
zonder relaties.
(Wordi vervolgd.)