binnenland. ZEELAND. WALCHEREN. ZüiD-BEVELAND. SCHGUWEN-DUIVELAND. TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN DINSDAG 22 NOVEMBER 1932. No. 187. BINNENLANDSCHE ZAKEN BEGROOTING 1933. Aan de Memorie van.Antwoord der begrooting van Binnenlandsche Zaken van 1933, ontleenen wij: Wijziging van de thans geldende pe riode van den zomert ij d ontmoet ern stige bezwaren. Zoowel verkorting als verlenging zouden tijdelijke wijzigingen in den internationalen treinenloop nood zakelijk maken. Indien klachten over niet behoorlijke uitvoering van de Zondagswet in bepaalde gevallen te zijner kennis komen, pleegt de minister daaraan ernstige aan dacht te schenken, terwijl, bij gegrond- bevinding zijnerzijds een richtige nale ving zooveel mogelijk wordt bevorderd. De minister kan slechts zijn reeds vroeger geuite zienswijze herhalen, dat, althans onder de werking van 't huidig stelsel van evenredige vertegenwoordi ging, de z. g. stemplicht behouden moet blijven, De posten uitgetrokken voor de v r ij- willige burgerwachten en den vr ij willigen landstorm, heeft de regeering voor het volle bedrag van het dienstjaar 1932 gehandhaafd op grond van de overweging dat beide organi saties nog steeds van groot nut acht en die posten, met het oog op de tegenwoor dige tijdsomstandigheden niet voor ver mindering in aanmerking komen. Met betrekking tot het gebeurde in de Ridderzaal op 2 0 Sept. j. 1. ver oorlooft de minister zich er op te wij zen, dat het feit plaats vond in een ver- eenigde vergadering van de Staten Ge neraal, weshalve de leden uit een oog punt van strafrecht immuniteit genoten. Voor zoover den minister bekend, ple gen de burgemeesters ter bescher ming van werkwilligen eigener beweging de noodige maatregelen te treffen. Mocht hem blijken, dat in een bepaald geval de genomen maatregelen niet voldoende zijn, dan zal hij niet na laten den daarbij betrokken burge meester tot een krachtiger optreden aan te sporen. Met betrekking tot de kwestie van samenvoegingvangemeenten acht de minister zijn standpunt in het al gemeen genoegzaam bekend. De vraag is slechts of niet onder de huidige tijdsom standigheden in dat standpunt wijziging dient te worden gebracht in verband met te verkrijgen aanzienlijke be sparingen en rationaliseering van de gebiedsindeeling. Wat de door samen voeging van kleine gemeenten te ver wachten besparingen betreft, is omtrent dit punt een ambtelijk onderzoek loopen- de. Met den uitslag daarvan zal de mi nister bij het bepalen van zijn standpunt ten volle rekening houden. Het optreden van de regeering ten opzichte van gemeenten die op on- derstand uit 's R ij k s k a s wordt ge leid door de gedachte, dat uit de alge- meene middelen niet meer mag worden bijgedragen voor locale behoeften, dan strikt noodig is. De minister wijdt aan het vraagstuk van de ontwikkeling van jeugdi ge werkloozen bij voortduring zijn aandacht. Hij overweegt voorts, in hoe verre het mogelijk is, in de bestaande re geling in zake plaatsing van kostgangers eenige wijziging te brengen. De vraag, of de regeering bereid is volwassen vrouwen, ook indien zij jon ger zijn dan 35 jaar, in de algemeene steunregeling op te nemen, meent de re geering, althans in het algemeen, ontken nend te moeten beantwoorden. Zij is echter bereid op korten termijn te doen nagaan, of de leeftijdsgrens van 35 jaar niet eenigszins verlaagd kan worden. WatdeVolkshuisvesing betreft bestaat tegen verlaging van de 6 pet. „DERWENT", ALIAS THORNTON door Herman Antonsen. 1). HOOFDSTUK I. De doode in de coupé, Henry Thornton zat in een hoek van de coupé eerste klasse en keek met ontzetting naar den jongen man, die dood tegenover hem zat. Vijf minuten geleden nog had die zelfde jonge man met hem zitten pra ten en lachen. Hij scheen zich niet te bekommeren om de sjovele kleeding van Thornton, noch om diens wanhopi ge gelaatsuitdrukking. Hij had zich al evenmin moeite gegeven, om te ver bloemen, dat hij tot de gelukkige klasse der bezitters behoorde. Overal in 'de coupé lagen nog de bewijzeneen gouden sigarettenkoker, een zilveren thermosflesch met emaille monogram, golf clubs, een kostbare reisdeken, een stok met schildpaddenknop, een groot valies van krokodillenleer met zilverbe slag en een zilveren zakflacon, waaruit hij meermalen zelf gedronken en zijn reisgenoot royaal te 'drinken geboden had. Misschien bevatte die flacon wel het geheim van zijn uitbundige spraak zaamheid en zijn plotselingen dood. Thorton verkeerde ontegenzeggelijk in een meer dan afschuwelijke positie. Al was het alleen maar, omdat hij zoo vlak na zijn ontslag uit de gevangenis in een eerste klasse coupé zat met een kaartje derde klasse en een doode! rente voor nog loopende voorschotten bezwaar. Verlaging van annuïteiten kan de regeering tot haar leedwezen niet be vorderen. De regeering bereidt normalisatie voor van de voor onderhoud der ,,W o n i n g- wetwoningen" beschikbaar te stel len bedragen. Wat de credietverleening voor woningbouw betreft: Voor vereenigingsbouw is 20 millioen beschik baar. Pogingen om voor den particulie ren bouw kapitaal beschikbaar te stellen zijn mislukt. Thans is een ander denk beeld in studie. Zoolang het onderzoek daarvan niet is afgeloopen, kunnen daar over geen mededeelingen worden ver strekt. Leidt het onderzoek tot een vast plan, dan zal aan de Kamer daarvan me- dedeeling worden gedaan, casu quo de medewerking van de Staten-Generaal worden gevraagd. ART. 101 DER LAGER ONDERWIJS WET 1920. De Bijzondere school, de radio en de gemeentelijke vergoeding. Enkele dagen geleden heeft de Kroon een belangrijk besluit genomen, waaruit blijkt, dat het voor de bijzondere schoolbesturen mogelijk is, langs den weg van art. 101 der L. O. 1920 vergoe ding te krijgen uit de gemeentekas voor de aanschaffing van een radio-installa tie, dus in een geval, waar medewer king van gemeentewege ingevolge art. 72 dier wet niet mogelijk is. Voor de Ned. Herv. school te Aalten (Geld.) was aangekocht een radio-in stallatie (kosten van aanleg en onder houd 213.34terwijl voor de ontvan gen schriftelijke lessen van de N. C. R. V. 30 verschuldigd was. Het school bestuur plaatste deze kosten ad f 243.34 op de exploitatierekening. Bij besluit van 23 Maart 1932 besloot de gemeenteraad van Aalten tot vast stelling van de vergoeding ingevolge art. 101 van genoemde wet over 1930 en over de jaren 1928 tot en met 1930 (drie-jaarlijksche afrekening), doch liet daarbij buiten beschouwing het bedrag ad 243.34. Het schoolbestuur ging hierop in be roep, waarop Ged. Staten van Gelder land, met vernietiging in zooverre van het bestreden raadsbesluit, de vergoe ding ex art. 101 opnieuw vaststelden, daarbij rekening houdende met de kos ten van aanschaffing en onderhoud van de radio-installatie en die van de radio- lessen. De onderwijsraad door Ged. Staten gehoord was van meening, dat bedoelde kosten voor vergoeding in aanmerking kwamen. Van dit besluit van Ged. Staten ging de gemeenteraad bij de Króón in be roep, o.m. aanvoerende, dat de wet den vorm van het geven van onderwijs per radio niet kent; dat in hoogste instan tie is uitgemaakt, dat geen medewer king ingevolge art. 72 der wet voor de aanschaffing van een radio behoort te worden verleend; dat het schoolbestuur deze kosten, welke volgens de beslis sing der Kroon buiten de grenzen van het onderwijs vallen, toch door de ge meente wil doen betalen langs den weg van art. 101; dat hierin een inconse quentie ligt, daar wat bij toepassing van art. 72 de onderwijsgrenzen over schrijdt, dit evenzeer doet ten opzichte van art. 101; dat de bijdrage aan de N. C. R, V. voor radio-lessen niet is ver plicht, in dien zin namelijk, dat men ook zonder de handleiding, welke men na de betaling van de bijdrage ontvangt, de lessen volgen kan en dat deze uit gave dus een financieelen steun van een omroepvereeniging inhoudt, terwijl van de gemeente niet gevraagd kan worden, ook daartoe op zulk een wijze bij te dragen. De Kroon verklaarde het beroep van Het viel gemakkelijk genoeg te gis sen, wat er gebeuren zou, als hij aan de noodrem trok, zooals hij in een eerste opwelling had willen doen. Want de feiten waren hem van alle kanten on gunstig. Al wist hij voor zich zelf maar al te zeker, dat hij onschuldig was en gevan genisstraf had ondergaan voor de schuld van een ander, de autoriteiten en de wereld zouden natuurlijk alleen rekening houden met het feit, dat hij een ontsla gen tuchthuisboef was. Hij had er nooit over gedroomd, dat hij den Ierschen mailtrein zou kunnen nemen, om de doodeenvoudige reden, dat die exprestrein nog nooit gestopt had aan het kleine hulpstation van Dowchester. Maar de een of andere regeerings- persoon, voor wien de trein gestopt had en een welwillende kruier hadden sa mengewerkt, om hem in zijn tegenwoor- digen toestand te brengen. Voor die re- geeringspersoon was de mailtrein pre cies een halve minuut aan het station van Dowchester opgehouden en Thorn ton, die op 't sombre kille perron zat om een paar uur te wachten op den boemel- trein, had zich zelf bij den schouder voe len grijpen en in een coupé duwen, toen de laatste wagon juist het perron netje voorbijgleed. Thornton zat te kijken naar de le- venlooze gedaante, daar voor hem en voelde een groot medelijden in zichzelf opkomen. De man was ongeveer van zijn eigen leeftijd, bijna nog een jongen en nog wel een met overbruisenden le den gemeenteraad ongegrond, daarbij o.m. overwegende, dat noch uit de be woordingen van art. 101, lid 5, der wet, noch uit eenig ander artikel der wet voortvloeit, dat met de kosten, bedoeld in art. 55 onder e tot en met h en o en met die van instandhouding slechts zijn bedoeld de kosten, die noodzakelijk zijn voor het geven van 1. o. binnen de grenzen der normale eischen, aan het geven van 1. o. te stellen, terwijl zulks evenmin anders dan bij art. 72 der wet, voor zoover betreft uitbreiding, verbouw of verandering van inrichting van het schoolgebouw en aanschaffing van schoolmeubelen, de leer- en hulp middelen daaronder begrepen moet worden afgeleid uit den aard der be paling; dat moet worden aangenomen, dat tot de werkelijk gemaakte kosten van de bijzondere school, waartoe lid 8 van art. 101 de vergoeding beperkt, behooren alle uitgaven ten behoeve van de bijzondere school gedaan ook voor zoover zij uitgaan boven de nor male eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, mits de uitgaven slechts krachtens haren aard en haar karakter vallen onder een der rubrie ken e tot en met h en o van art. 55 of onder die van instandhouding. ~RAAD VAN SEROOSKERKE. Benoeming agent arbeidsbe middeling en beambte met het toezicht op het werkloo- zenbesluit 1917. SEROOSKERKE (W.) Maandagmid dag werd een voltallige raadsvergade ring gehouden. Ingekomen was een schrijven van den Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeids bemiddeling, dat de jaarwedde van den agent der Arbeidsbemiddeling op 50 dient te worden gesteld. De Voorzitter zegt, dat bij de behandeling der begrooting voor 1933 de totale jaarwedde van den agent der Arbeidsbemiddeling tevens beambte be last met het toezicht op het werkloo- zenbesluit 1917 is vastgesteld op 100, waarvan 75 als agent der arbeids bemiddeling en 25 voor het toezicht op het werkloozenbesluit. Van de ge noemde 75 werd 40 pCt. Rijksbijdrage verwacht, dus 30. Bovengenoemde di recteur is bereid om 40 pCt. te verlee- nen van 50 is 20. B. en W. overtuigd, dateen belooning van 100 in totaal niet te veel is, voor het werk, dat hiervoor verricht moet werden, stellen voor aan het verzoek te voldoen en voor iedere functie fo50 als belooning vast te stellen. Z.h.s. aangenomen. Volgens de in de vergadering van 17 October j.I. vastgestelde verordening, moeten B. en W. een voordracht indie nen, Waar echter naar hunne meening de heer Clarisse, die nu reeds eenige jaren op voorbeeldige wijze, deze func tie uitoefent, de eenige is die voor een benoeming in aanmerking komt, mee- nen B, en W. er in dit geval mede te kunnen volstaan, als zij dezen persoon tot benoeming voordragen. De directeur der Districtsarbeidsbeurs gaat met deze handelwijze accöord. Mochten van 's Raads zijde bezwaren bestaan, dan zullen B. en W. in een vol gende vergadering een voordracht in dienen. De heer H o e g e n vraagt of, het be noemen zonder voordracht geen bezwaar kan hebben bij hoogere autoriteiten. venslust. Met bijna jongensachtige openhartigheid had hij aan Thornton zijn levensgeschiedenis verteld. Hij was Engelschman van geboorte, maar opge voed in Amerika. Zijn vader had zich daar millioenen vergaard. Daarna had de wereld hem zijn millioenen weer ont nomen en tevens zijn hart gebroken. Hij was vrij arm gestorven, maar als handig Amerikaan had hij er voor we ten te zorgen, dat zijn zoon toch niet heelemaal zonder geld achterbleef, door achteraf enkele schikkingen te treffen. Zoo'n goede oude heer! had de jonge man gezegd. Daarna had hij een slok uit zijn veld- flesch genomen en had verder over zich zelf verteld. Hij was blijkbaar een slachtoffer van die groote zelfingeno menheid, zoo kenmerkend voor de be woners van de groote steden in het Westen. Hij scheen het vanzelfsprekend te vinden, dat Thornton belang zou stel len in zijn ongeval, hem bij base-ball overkomen, dat hij namelijk op zekeren dag in elkaar was gezakt, hoewel hij niet meer had gevoeld dan een speldenprikje in zijn hart en daardoor totaal buiten adem was. De dokters hadden het een ernstig geval gevonden, dat beslist gevaarlijk was. Ze beweerden, dat hij een langdu rige kuur zou moeten volgen. Hun ernst had dan ook zulk een diepen indruk op hem gemaakt, dat hij heimelijk naar 'n onbekenden dokter was geloopen, die hem, omdat hij hem totaal niet kende, onomwonden de waarheid verteld had. Als hij, Percy Mackinaw Derwent, zich- De Voorzitter antwoordt ontken nend. Hierna wordt .met algemeene stemmen de heer Clarisse benoemd. Vaststelling vergoeding ingevolge art. 101 der L. O.-wet 1920, over 1930, voor de school der Vereeniging voor Geref. Lager Onderwijs alhier. De kostende prijs per leerling aan de Openbare La gere School bedroeg in 1930 14.98. 't Gemiddelde aantal kinderen op de school voor Gereformeerd Lager On derwijs bedroeg in 1930, 181 zoodat de vergoeding behoort te worden vastge steld op 181 maal 14.89 is 2711.38. Aan voorschot werd in 1930 ontvangen f 1200 zoodat alsnog betaald moet wor- 2711,38 min 1200 is 1511,38. Aan de Openbare school is in 1930 gedurende 140 uren een vakonderwijzeres werk zaam geweest tegen 1 per uur; waar aan de bijzondere school in 1930 even eens een vakonderwijzeres werkzaam was, dient de vergoeding bedoeld in Art. 101, 9e lid te worden vastgesteld op 140. B. en W. stellen voor overeenkom stig bovenstaande te besluiten. De heer H o e g e n vindt de maatstaf, om de vergoeding voor een groote school te regelen overeenkomstig de kosten ge maakt op een kleine school, onbillijk is, en vraagt of daar geen betere weg voor te vinden is. De Voorzitter antwoordt ontken nend, doch zegt dat thans deze regeling vervalt daar geen openbaar onderwijs meer in de gemeente wordt gegeven. In den vervolge wordt de kosten per leer- ling genomen van een naastbijzijnde O. School met een ongeveer gelijk aantal leerlingen als op de Chr. scholen zijn ondergebracht. Het rapport der raads commissie belast met het nazien der re keningen van de school der Ver, voor Geref. L. Onderwijs over de jaren 1928, 1929 en 1930 en afrekening met die school over de genoemde jaren. Bij mon de van den heer Cornelisse brengt de commissie verslag uit en blijkt, dat die school in die 3-jarige periode een overschot heeft gemaakt van 2819 welk bedrag in de gemeentekas is terugge stort. De heer Cornelisse spreekt zijn waardeering uit, over het aan die school gevoerde zuinig beheer, waarbij de heer H o e g e n zich aansluit met het voorstel om de Vereeniging, namens den raad, daarvoor een schrijven van dank toe te zenden. Dit zal worden uit gevoerd. Een verzoek van het Gemeentebestuur van St. Maartensdijk om adhaesie te be tuigen bij Ged. Staten van Zeeland, aan een adres van den Raad dier gemeente, tot verdere verlaging van de jaarwed den van de Burgemeesters, secretarissen en ontvangers, dan tot hiertoe geschied is. Waar een schrijven van gélijke strek king uit dezen raad is verzonden aan Ged. Staten, stellen B. en W. voor, dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Z. h. st. aldus besloten. Een verzoek van A. B. J. Boijenk en anderen, om verbetering van den< Secre- tarisweg. B. en W, stellen voor, dit ver zoek in hunne handen te stellen ter af doening. De Voorzitter zegt voorts, dat B. en W. zullen onderzoeken, of dit in het a.s. voorjaar een werkobject voor de werkloozen kan zijn. Z. h. st. goedge keurd. Rondvraag. De heer H o e g e n vraagt naar aanlei ding van het delven der sloot bij de wo ning van den Burgemeester, of B. en W. zoodra de mogelijkheid het toelaat, deze sloot zullen dempen. De Voorzitter antwoordt dat B. en W. hierin diligent zijn, doch de kos ten hun alsnog moeten weerhouden, daaraan gevolg te geven. Weth. Goedbloed spreekt in ge lijken geest. De heer Cornelisse vraagt naar zelf wilde dwingen tot een leven van onthouding en streng diëet. dan zou hij nog geruimen tijd kunnen leven; wilde hij zulk een dood leven niet leiden, dan liep hij elk oogenblik de kans van dood neer te vallen. Mackinaw Derwent was al gauw tot een besluit gekomen. Over den ver- schrikkelijken tijd, die aan die beslissing voorafging, had hij weing tegen Thorn ton gezegd. Hij had een kort maar vroo- lijk leven verkozen; dat waren zijn eigen woorden geweest. In niet veel minder dan twee jaar was het hem gelukt de erfenis, die zijn vader hem met zooveel moeite en zorg had nagelaten, er door heen te brengen. Nu was hij op weg naar Londen, waar een oom van hem woon de. Want die oom, dien hij nog nooit ont moet had, had de ronde som van veertig duizend pond voor hem in bewaring. Met dat geld was Mackinaw van plan Londen en Parijs te gaan bezoeken en. enfin, hij had er vast op gerekend, dat hij nog wel leven zou, totdat hij zijn laatsten cent had uitgegeven. En met die woorden nog op de lippen was hij plotseling paarsrood geworden, een gesmoorde kreet was aan zijn blauwe lippen ontsnapt en krampachtig hadden zijn vingers getracht zijn boord los te krijgen. Thornton was opgespron gen en had het portierraampje neerge laten en den jongenman beetgegrepen. Maar hij was al dood. Een heel vluchtig leekenonderzoek bewees dat meer dan oncmstootelijk. Daar was geen dokter \oor noodig. Een bittere glimlach gleed over Thorn- Van de lezing, die mr. j. H. Bybau voor het Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen heeft gehouden over „Een Zeeuwsch Regent uit het laatst der XVIIIe eeuw", (waarvan een uitvoerig verslag in ons blad is verschenen) zijn overdrukken in brochurevorm vervaardigd. Voor belangstellenden onder onze le zers zijn deze boekjes, tegen in zending van i z cent aan post zegels of in contanten, voor porto en administratiekosten, in beperkt aantal bij de admini stratie van ons blad verkrijgbaar. De Directie. het ledigen der volle aschbakken en wijst voorts op het wegzakken van een straatgoot. De Voorzitter antwoordt, dat voor het eerste reeds opdracht is gege ven, doch een weinig is verschoven we gens de drukte van het bietenvervoer; voor het tweede zegt hij voorziening toe. Hierna besloten zitting, waarna slui ting volgt. HEINKEN'SZAND. Zaterdagavond werd alhier opgericht een biljartclub wet la den naam zal dragen „Oefening kweekt Kunst". Tot voorzitter werd gekozen de heer J. Verdonck Az., Lot secretaris de heer N. WaUiout en tol penningmeester de heer A. Bliek. De oefeningen zullen worden gehouden op Vrijdagavond. 'S HEER ABTSKERKE. Zaterdag middag vergaderde de raad. Afwezig met kennisgeving de heer Pde Jonge. Besloten wordt vrijstelling te vragen, voor het geven van vak j l.o. Een verordening voor een agent dei- arbeidsbemiddeling wordt vastgesteld. Tot agent wordt benoemd de heer M. Drijgers met ingang van 1 Januari 1933, op een salaris van 20. Besloten wordt een nieuw uurwerk in den toren te doen aanbrengen waarvoor de kosten ongeveer J 800 zullen bedra gen. De heer Blok informeert nog naar het aanbrengen van een bliksemafleider aan den toren. Dit zal ter zijner tijd worden behan deld. De bekende circulaire van St. Maar tensdijk betreffende verlaging van sa larissen van Burgemeesters en secretaris sen wordt voor kennisgeving aangeno men, nadat de heer Van Weele zich voor adhaesiebetuiging had verklaard. KAPELLE. Bij den groentenhandelaar J. Fr. zijn uit zijn groentenUiin, even buiten het dorp, 10 konijnen ontvreemd. Twee kleine dieren hebben de dieven la ten zitten, die waren zeker nog niet le verbaar! En van den landbouwer .1. de J. zijn uit een boomgaard 11 hanen ge stolen. 5 stuks hebben de dieven waar schijnlijk niet vljug genoeg te pakken kun nen krijgen. HAAMSTEDE. Zaterdagavond j 1.^ hield de afdeeling „Burgh—Haamstede" van den modernen Landarbeidersbond een druk bezochte openbare vergadering tons lippen. Zijn hersens werkten met zeldzame helderheid en snelheid. In n enkel oogenblik overzag hij zijn eigen leven tot op dat oogenblik toe. Kleine kwajongensstreken kwamen hem in ge dachten. Hij herinnerde zich de gestreng heid van zijn vader, den kolonel, diens sterke eergevoel, diens hooghartigheid ondanks zijn kleine inkomen. Alleen daardoor was het hem mogelijk ge weest zijn zoon in Cambridge te laten studeeren. Thorton herinnerde zich die dagen in Cambridge, dagen van ingespannen werk, afgewisseld door uren van ontspanning. Zijn vreugde bij het halen van zijn graad. Hij was in de medicijnen gegaan. Vage visioenen van de collegezalen en van de snijkamer zweefden voor zijn geest. De plotselinge dood van zijn vader verijdelde al zijn streven en hij moest omzien naar een betrekking om zijn brood te verdienen. Wat daarna gebeurd was, beteekende niet veel meer, tot op den dag, dat hij in de bank der beschuldigden zat, be schuldigd van verduistering. Toen was het hem opeens duidelijk geworden, dat hij door een vriendelijken handelsman was aangenomen op een mooi salaris enkel en alleen, om hem later als slacht offer te kunnen laten boeten voor de vervalschingen, die in de boeken eener vennootschap door een ander gepleegd waren. Hij was nu zonder huis, zonder geld, zonder relaties. (Wordi vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 3