Rheumatiek? VSLOAN S LINIMENT °P/jRl LANDBOUW. Groentenhandelaren van buiten de gemeente. Naar aanleiding van het adres van de Vereeniging van Groenten- en fruit handelaren te Vlissingen om aan alle handelaren van buiten de gemeente, die hun waren wenschen te verkoopen te Vlissingen, de verplichting op te leggen, dat zij zich moeten voorzien van een ventvergunning tegen vergoeding, mel den burg. en weth. dat zij, evenals de Commissie voor de Groente- en fruit veiling van meening zijn, dat de ge meentewet geen belemmering van den invoer van waren in een gemeente toe laat en dat het overigens ook geen aan beveling verdient, om ten aanzien van den verkoop van groenten en fruit een monopolie van bepaalde handelaren in de gemeente te vestigen. Burg. en weth. vestigen er verder de aandacht op, dat de Vlissingsche handelaren ook niet al hun waren via de veiling koopen en dat trouwens de veilingskosten van on geveer 6 pet. van den inkoopsprijs geen reden vormen om de prijzen belangrijk te verhoogen. De vergelijking met het „invoerkeurloon" van vleesch gaat niet op, omdat het vleesch aan een onder zoek moet worden onderworpen. Burg. en weth. stellen dan ook voor afwijzend op het verzoek te beschikken. Steun voor kleeding enz. Naar aanleiding van een verzoek der afdeeling van de O. S. P. om een „vier voudige uitkeering in eens" aan de werklozen voor het aanschaffen van kleeding, dekking en schoeisel, wijzen B. en W. er op, dat zij in zake steun- verleening gebonden zijn aan de Rijks regeling en het daarom onmogelijk is het verzoek in te willigen. Zonder rijks bijdrage zou het niet mogelijk zijn den thans bestaanden steun voort te zetten. Opcenten op de Personeele belasting. Reeds in de vergadering van 26 Aug. wezen B. en W. er den raad op, dat Ged. Staten niet bereid waren zonder meer goedkeuring te hechten aan een dek king van de crisisuitgaven over 1933 door een crisisleening, doch er op aan drongen, maatregelen te nemen om de inkomsten te versterken en de uitgaven te verminderen, waarbij door hen eenig objecten met name werden genoemd. B. en W, deelden toen mede genoodzaakt te zijn maatregelen te beramen in den zin als door Ged. Staten aangegeven. Of schoon bij de aanbieding der gemeente- begrooting voor 1933, welke binnenkort kan worden tegemoet gezien, een meer uitvoerig overzicht zal worden gegeven betreffende den toestand der gemeente- financiën zooals deze zich in genoemde begrooting afspiegelt, achten B. en W. het noodzakelijk, ten einde vertraging der invordering te voorkomen en aan de wettelijke voorschriften te voldoen, reeds thans die belastingverhooging aan de orde te stellen, welke op 1 Januari a.s. in werking zal moeten treden en waarvan de inning is opgedragen aan de Rijksbelastingadministratie. B, en W. hebben hier de opcenten op de perso neele belasting op het oog en stellen voor overeenkomstig den wensch van Ged. Staten deze opcenten met 30 te verhoogen, waardoor deze van 120 tot 220 gebracht worden op 150 tot 250, waardoor een meerdere opbrengst ge raamd kan worden van 18.600. Retributie voor automaten. B. en W. hebben reeds een 25-tal ver gunningen verleend voor het plaatsen van automaten voor den verkoop van chocolade, sigaretten enz. Zij deden dit met eenige aarzeling, omdat zij er het geven van een voordeel aan den eenen winkelier boven den anderen inzagen, maar ook omdat het gevolg is het be- lemmeren van het verkeer op de open- bare trottoirs. Nu zij in navolging van andere plaatsen toestemming verleen den, meenden zij, dat men ook tot het heffen van een retributie moet overgaan, mede omdat dit het willekeurig plaatsen van automaten op de trottroirs wel eemgzins zal tegengaan. Zij stellen voor te heffen van een toestel met een groot ste afmeting van niet meer dan 1 m, 7.50, niet meer van 1.50 m 10 en daarboven 15 per jaar te vorderen, bij minder dan zes maanden, stellen zij voor resp. 0.75, 1 en 1.50 per maand te vragen van 5 tot 10 per kalenderjaar of voor korter dan 6 maan- den 1 per maand. De thans aanwezige automaten en pompen zouden daardoor 327.50 per jaar opbrengen. Kasgeldleening. B. en W. stellen voor het bedrag waar voor in 1933 kasgeld zal kunnen worden opgenomen te bepalen op 250.000. Rekening Burgerlijk Armbestuur en Maatschappelijk hulpbetoon. B. en W. bieden ter goedkeuring aan de rekening van het Burgerlijk Armbe stuur over het eerste halfjaar 1931, slui tende met een goed slot van 92.58 en een gemeentelijk subsidie van 28.750 en die van Maatschappelijk Hulpbetoon over het tweede half jaar met resp, 985.54 en 33.500. Retributie Radio-distributie. Tot nu stort de N.V. Zuid Nederland- sche Radio Distributie Maatschappij per kwartaal 0.25 in de gemeentekas voor eiken op het net aangesloten abonné. De directie verklaarde zich op verzoek van B. en W. bereid dit bedrag te ver dubbelen en op 0.50 per kwartaal te brengen jmits de verleende concessie, die nu van jaar tot jaar loopt wordt verlengd tot 1 Mei 1937, het tijdstip waarop de door den minister van Wa terstaat aan de N.V. verleende machti ging voor den aanleg en het gebruik van haar distributie-inrichting eindigt. B. en W. hebben tegen deze verlenging geen bezwaar en stellen voor in boven- genoemden geest te besluiten. Gelden voor bijzondere scholen. B, en W. stellen voor aan de Vereeni- ging voor Chr. U.L.O., gelden te ver schaffen voor den aankoop van meube len en schoolbehoeften, omdat een tot nu toe ongebruikt lokaal, in dienst wordt gesteld in verband met de uitbreiding van het aantal leerlingen. Het bedrag wordt nader vastgesteld. Voor de Vlis singsche schoolvereeniging stellen zij een bedrag voor van 58.25 voor de aan schaffing van leermiddelen. W erkverschaf f ing. Als objecten voor werkverschaffing noemen B. en W. het egaliseeren van de stortplaats van den Gemeentelijken Reinigingsdienst en het doortrekken van den Hoogeweg vanaf het haaks omgebo gen gedeelte van dien weg naar den West Souburgschen weg, ter lengte van ongeveer 90 m. De Nederl. Heidemaat schappij begroot de kosten resp. op 4000, w.o. 3600 en 1800, w.o. 1500 aan loonen. Van de loonen be taalt het rijk 75 pCt, en is het ook be reid een stuk grond van ongeveer 700 m2 voor 14 per jaar aan de gemeente in erfpacht te geven, omdat dit voor het tweede bedoelde werk noodig is. B. en W. stellen voor tot een en an der te besluiten. Verkoop grond. B. en W. stellen voor den termijn waar binnen de verleden jaar aan de firma de Muynck en A. A. Kullberg verkoch ten grond aan de Sottegemstraat moet Smeer de pijnlijke plek licht in met Sloan's Liniment, zonder inwriiven. Het dringt onmiddel lijk door geeft een tintelende warmte aan de pijnlijke gewrichten en spieren. De opzwelling en i n f 1 a m m a t i e slinken en de pijn verdwijnt Snelle verlichting. Heerlijk wel behagen. Millioenen hebben Sloan's Liniment met succe* gebruikt voor het verdrijven der pijnen van Rheumatiek, Lendejicht, Ischias, Verkoudheden op de Borst, Verstuikingen, Kneuzingen. CONSUMENT EN LANDBOUW. Een consument schrijft ons: De bestrijding van mijn opmerkingen door een landbouwmedewerker van dit blad, vereischen een antwoord. Uw medewerker verwart oorzaak en gevolg. Hij och meent, dat de verschil lende landbouwindustrieën lijden ten gevolge van de slechte toestanden in den landbouw en daardoor ook verschil lende aanverwante bedrijven. Maar het is juist andersom. Door de slechte omstandigheden in de wereld lijden verschillende takken van volks bestaan en dientengevolge ook de landbouw. Nu heeft uw landbouw medewerker als (waarschijnlijk?) een rechtgeaard coöperator het wel over de coöperatieve fabrieken, doch rept geen woord van de speculatieve bedrijven, Bepaald roerend is het wanneer uw landbouwmedewerker, de commissio nairs en handelaren in landbouwproduc ten ten tooneele voert. Weet hij niet, dat er Gewestelijke Tarweorganisaties zijn, die trachten de behandeling van de tarwe in verband met het wettelijk maal- en menggebod aan den handel te onttrekken en deze werkzaamheden aan bevriende machten (coöperaties) in handen te spelen? Dit geschiedt ondanks ministerieele toezeggingen. Ook in Zeeland zijn wel eens dergelijke geluiden vernomen. Dat de landbouw zich maar niet be kommert om den handel, deze zal - mits gerust gelaten door regeering en de door haar bewerkte landbouw organisaties best haar eigen boon tjes doppen. Over het economisch acadabra van de zoogenaamde crisiswinst, heeft de redactie reeds in een noot het noodige gezegd. Volgens uw medewerker zoude mijn bedoeling zijn geweest met de in inko men beknotten te doelen op de ambte naren die enkele percenten zouden zijn gekort. Niets is minder waar. Voor den landbouwer bestaat kennelijk geen di videndloos 1932, onwetend houden zij zich omtrent het feit, dat feitelijk met den landbouw ook het gehee- le industriëele Neder land plat ligt, en dat dit uit den aard behalve de rechtstreeks daarbij betrokkenen, vervoerbedrijven e.d. ook zijn terugslag moet hebben op bankbe drijven, assurantiebezorgers, ja op wien al niet. Dat de werklooze boven den boer gaat, heeft des consuments instemming allerminst, z.i. zou het werkloozenloon zich behooren aan te passen bij den minstbetaalden arbeid: het landarbei- dersloon. Gaarne zal ik van uw land bouwmedewerker vernemen of dit zijn instemming heeft. Zoo lang men dezen wereldtoestand niet ziet, wil of kan zien, in het licht zooals zij feitelijk is, een omwaarding aller waarden, komt men er met lap middelen niet. De bezwaren van den landbouw komen hoofdzakelijk daaruit voort, dat de landbouw vast zit, öf aan pacht op langen termijn, öf met te duur gekochte of bij versterf te duur bere kende vaste goederen, daarnaast soms nog over een roerenden inventaris, een en ander al dan niet bezwaard met hy pothecaire en andere schulden, alles berekend op geld, dat nu in goederen gemeten veel meer waard geworden is. Van deze moeilijkheid wil men afko men door pachtverlaging, hypotheek verlaging eenerzijds en andererzh door aan te nemen, dat herstel van het voorbijgegane mogelijk is. Het ligt niet op den weg van den consument het juiste of het onjuiste van die meening te betoogen, maar zou waar zijn, wat b.v. oud-minister Colijn bij de behandeling van de staatsbegrooting in zijn magistrale redevoering heeft ge zegd, dat wij ons op een ander peil moeten instellen, dan behoeft het geen betoog, dat de landbouwkringen, zich met een ijdele hoop vleien. Het maal- en menggebod met vast stelling van een richtprijs is inflato- risch, aan de tarwe wordt een hooge- re waarde toegekend, dan deze in feite heeft, en nu van beiden één: of de loo nen en diensten moeten zich aanpas sen aan de waarde van de goederen (onverschillig of deze waarde werke lijk, dan wel toegekend is) of de goe- derenwaarde moet zich aanoassen aan die van loonen en diensten. In 't eerste geval derhalve deflatie, in het laatste ge val inflatie. In zijn geheel gesproken, zijn er nog weinig teekenen, dat het Ne- derlandsche volk loonen en diensten wil zien aangepast aan de waarde van de goederen (men noemt dit zeer ten on rechte loonsverlaging), maar dan ook is inflatie onvermijdelijk. Economische wetten laten zich door menschelijke wetten niet dwingen. Wat in den oorlogstijd is geschied 't afnemen van producten (c.q. het vast stellen van huren), beneden de werke lijke waarde heeft nimmer zijn sympathie gehad. Zonder dergelijke maatregelen, zou b.v. de scheurwet niet zijn behoe ven te komen, de overheidswoningbouw minder noodzakelijk zijn geworden. De landbouw (huizenbouw) zoude zich door winstbejag gedreven tijdig hebben inge steld. De maximumprijzen van 1916 en later waren een evengroote economische fout als de richtprijzen (minimumprijzen van 1930-'32. Uw landbouwmedewerker, geeft de groote uitbreiding van de tarweteelt toe, excuseert deze, doch herhaalt, dat de HET BEZOEK VAN NAPOLEON IN 1803 AAN WALCHEREN door M. D. LAMMERTS. De bezoeken van Napoleon aan Zee land in de jaren 1810 en 1811 zijn vol doende bekend 1). Van het bezoek, dat Napoleon als Eerste Consul aan Zee land bracht in het jaar 1803, is minder bekend geworden. Wel hebben de pers en enkele geschiedschrijvers er iets aan vermeld, doch de bijzonderheden heb ben zij niet aangeroerd. Hij bezocht toen op 12 Juli Vlissingen en Middelburg. Zijne komst was reeds den 18 Juni 1803 aangekondigd. Het spreekt vanzelf, dat de noodige maatre gelen werden genomen om hem waar dig te ontvangen. Laat ons eerst eens zien wat er te Vlissingen voor hem in gereedheid werd gebracht. De Eerste Consul had te ken- nen gegeven niet te Middelburg, doch te Vbssingen bij het Hoofdkwartier te zullen verblijven. Als voorlooper van het groote bezoek kwam den 25 Juni de Fransche Minister van Marine te Vlis singen aan, die vervolgens ook een be zoek gebracht aan Middelburg, vanwaar hij 's avonds naar Vere vertrok, waar hij bleef overnachten. Den volgenden morgen vroeg ging hij weder naar Vlissingen. Hier werd de minister op gewacht door den heer mr. A. van Doorn, lid van het Departementaal Be stuur van Zeeland, aan wien hij mede deelde, dat de komst van den Eersten Consul nog wel een veertien dagen zou aanloopen, als hij kwam. Men moest C. F. Gijsberti Hodenpijl, Napole on in Nederland; Het bezoek van Napo- evenwel alles laten zooals het in ge reedheid was gebracht, Het duurde dan ook nog wel veertien dagen voor Bono- parte arriveerde. Behalve van het voor genomen bezoek, kreeg het Staatsbe wind ook hiervan kennis en zond per expresse het bericht door aan het De partementaal Bestuur van Zeeland, met verzoek om den Eersten Consul overeenkomstig zijn rang te ontvangen. Laatstgenoemd bestuur benoemde eene commissie voor ontvangst, t.w. de hee- ren mr. A. van Doorn, J. C. van Stape- le en mr. J. W. Schorer. Het lag in de bedoeling van den Eersten Consul om te Vlissingen eenige dagen te verblijven en verzocht was aldaar drie vertrekken voor hem in gereedheid te brengen. In overleg met den raad van Vlissingen werd evenwel besloten het fraaie huis van mr. A. van Doorn, staande op de Houtkade, daarvoor te bestemmen. Dit huis, bewoond door den eigenaar, werd nu zoo spoedig mogelijk ontruimd en eenige goederen werden overgebracht naar een gehuurd huis te Middelburg. De heer van Doorn was bereid om in zijn huis te Vlissingen tapijten en meu belen achter te laten. Hij werd hiervoor en voor verdere kosten schadeloos ge steld, terwijl zijn huis gedurende den tijd, dat het bestemd was voor de re ceptie van den Eersten Consul, tegen brand werd verzekerd voor een bedrag van 15000. Het huis werd behoorlijk gemeubileerd door de zorg van het Departementaal Bestuur van Zeeland. De kosten kwamen ten laste van den Lande. Wij zullen later vernemen, dat deze nogal groot zijn geweest, leon I en Marie Louise aan Zeeland in 1810. Op 20 Juni kwam de generaal Mon- net dit huis bezichtigen en het beneden zijn bebouwd te verlengen met één jaar. Zij stellen voor aan J. Huysman q.q. te Koudekerke te verkoopen 171 en 174 m- aan de Westzijde van de Duiven- drechtstraat voor resp. 1184 en 1196. Verpachting bouw- en wei" land. B. en W. stellen voor te verpachten aan; J. Schier Wz. 0.5140 weiland voor 25; G. Leendertse 0.96.00 h.a. weiland voor 40; M. J. van Zweeden 0.30.00, ha. bouwland voor 25 en A. Meliefste 0.30.00 ha bouwland voor 32 alles tot 24 November 1933. huis in orde bevindende, doch de slaap kamer niet, wegens de onaangename reuk, eischte hij dat er verandering en verbetering werd gemaakt. Een andere kamer werd voor slaapkamer ingericht. Den 12 Juli 's avonds waren te Vlissin gen de voornaamste huizen geillumineerd waaronder in 't bijzonder uitmuntten 't huis van den heer Van Doorn, dat van de Fransche Marine en het Gemeente huis, terwijl verscheidene voeten boven het huis Van Doorn was geplaatst een groote zon, welke onder de algemeene verlichting een prachtige glans vertoon de. We zullen eerst eens nagaan op welke wijze de Eerste Consul te Vlissingen aankomt en ontvangen werd. De Eerste Consul had den vorigen dag, den 11 Juli, Brugge met een bezoek vereerd, kwam des morgens te 4 uur te Sluis aan, bracht een bezoek aan Oostburg, werd opge wacht door een eerewacht en door deze naar Breskens vergezeld. Terstond scheepte hij zich op een prachtig jacht in dat men voor deze overtocht had be stemd. Tegen 9 uur kwam men te Vlis singen aan, alwaar den Eersten Consul werd opgewacht door den generaal Mon- net. Vanwege het Departementaal Be stuur van Zeeland werd hij verwelkomd door de genoemde commissie van ont vangst, alsmede den secretaris en twee Statenboden. Bij deze gelegenheid werd geinformeerd wanneer de Eerste Consul naar Middelburg dacht te komen en men noodigde hem ter maaltijd. In zijn ant woord gaf hij te kennen, dat de komst te Middelburg over een half uur kon plaats vinden. Zijn uniform zag er weinig ooge- lijk uit en stak af bij die zijner generaals. Hij steeg te paard en nam achtereenvol gens in oogenschouw het dok, de werf, de batterijen en 's Lands magazijnen van oorlog, alwaar hij werd opgewacht door den Commissaris der Bataafsche Marine van het Departement Vlissingen, den Commandant der Marine op de Zeeuw- sche Stroomen, en eenige Bataafsche zeeofficieren en door den Commandant kapitein Lemmers met een gepaste toe spraak verwelkomd, hetgeen met eene buiging werd beantwoord. Vervolgens doorliep de Eerste Consul vergezeld door een groote stoet van generaals en mi nisters, waaronder ook de minister van marine, de verscheidene apartepmenten van het arsenaal, hield den commandant verscheidene malen staande en gaf met ongenoegen te kennen, dat hij meest al les ledig vond. Ook toen de Eerste Con sul buiten op de geschutwerf kwam en het ledige emplacement zag, riep hij uit: „Wederom niets" en was hij zeer onte vreden. Op de scheepswerf komende en alsnog onvergenoegde gesprekken hou dende, informeerde hij wanneer het op stapel staande fregat zoude afloopen Toen hem geantwoord werd, dat dit over 3 maanden zou plaats hebben, zeide hij dat het binnen 14 dagen klaar moest zijn en dat daarna een schip met 74 stukken moest worden gebouwd. Hij betoonde zich ontevreden, steeg weder te paard en reed weg. Bij de audiëntie kwam het bezoek aan de werf en andere inrichtin gen nog eens ter sprake, doch nu was de toon minder vinnig en werd het ge sprokene meer op eene lachende wijze behandeld. Vervolgens hield hij de re vue over het garnizoen en ontving in het voor hem gereedgemaakte hotel de com plimenten van het Bestuur van Vlissin gen en Veere, alsmede van den ker- keraad van Vlissingen. Na afloop der audiëntie en het gebruiken van eenige ververschingen, begaf hij zich naar Mid delburg in eene koets, bespannen mef zes paarden, gevolgd door verscheidene andere koetsen, waarin de Ambassadeur Semonville, die zich voor het bijwonen van het bezoek van den Eersten Consul, (lngez. Med.J lasten daarvan voor rekening van den consument moeten komen. Het schijnt uwen landbouwmedewer ker niet bekend te zijn, dat de meelfa brieken reeds in voorjaar 1930 besloten dat voor ieder meerder percent meng- percentage de prijs van de bloem ge contracteerd voor latere levering zou worden verhoogd met 0.15. Dat even wel de blcemprijs niet gestegen is, is daaraan toe te schrijven, dat gelijktijdig met de verhooging van het maalpercen- tage en de verhooging van de z.g.n. Vita-prijs, de wereldprijzen van tarwe daalden (in het groot gezien, vrij na tuurlijk) Uit den aard der zaak ver hoogden de bloemprijzen door deze com pensatie niet. Dat bij een overvloediger oogst dan een normale de prijzen dalen is toch vrij natuurlijk en een risico, dat de land bouwer steeds heeft geloopen. Wat uw landbouwmedewerker wil, is zelfvoorziening van Nederland ten bate van den landbouw, maar of de in dustrie in het groot gezien, door de duur dere levensmiddelen op de wereldmarkt minder concurrentievaardig" zou wor den, deert den landbouw niet. Ten laste van den Nederlandschen consument, wordt nu zuivel, varkens- vleesch en tarwe uitgevoerd, en de kos ten van levensonderhoud van de bui- tenlandsche industriëele concurrenten van Nederland verlaagd. Het belang van de S taatsgemeenschap moet zijn een maximale behoeftebe vrediging met minimale kosten. Hieraan is tegengesteld het kunstma tig duurder maken of houden van le vensbehoeften en geneugten. Door het eerste daardoor alleen kan bevorderd worden een maximale uitvoer en op voering van welvaartspeil. Behoeftebe vrediging zooals uw medewerker dat wil is onmogelijk voor een staat als Nederland met procentuëel sterkere bevolkingsaanwas. Het zou leiden tot neerdrukken van het welvaartspeil en indirect tot duurder maken van de in dustriëele behoeften van den landbou wersstand. Over de wijze van uitvoering van de tarwewet, zegt uw landbouwmedewer ker niets. Dat de welgestelde landbou wers van de regeeringsmaatregelen voor den oogst 1930 geprofiteerd hebben, en minder gesituëerden niets, wordt onbe sproken gelaten. Dit kon bij het aanvaar de-systeem ook niet anders. Geen veroordeeling van het feit dat in 1932-'33 eenigen tegenover velen wor den bevoordeeld, wat een rechtstreeks gevolg was van het voorafgaande. Dat de wijze van uitvoering van het in van 's-Gravenhage naar Vlissingen had begeven, en eenige generaals, geëskor- teerd door een detachement Bataafsche ruitersen een gedeelte van de Consu laire Lijfwacht. De koets, waarin de Eer ste Consul plaats nam, was eigendom van den heer Slicker te Middelburg, terwijl de heer mr, W. van Citters, pre sident van den raad der stad Middel burg, bereid werd gevonden om zijne statiekoets ter beschikking te stellen. In de nabijheid van de stad werd den Eersten Consul opgewacht door eene commissie. Hij bleef echter geruimen tijd weg, zoodat de commissie, welke zich buiten de Poort aan den Slagboom op hield, zeer gaarne gebruik maakte van het vriendelijk aanbod van den heer De Wind, eigenaar van het buitenverblijf al daar, om in zijn huis de komst af te wachten. De Commissie had opdracht om den Eerste Consul hetzij te voet of met rijtuig naar de Abdij te geleiden, naar het lokaal van den president van het Departementaal Bestuur van Zee land, doch de Eerste Consul gaf bij zijne komst te kennen, dat zijn verblijf te Mid delburg kort zoude zijn. Hij stapte op de Markt gekomen uit het rijtuig, steeg te paard en hield de revue over de troe pen en de gewapende burgerij. Vanwege het Departementaal Bestuur van Zeeland en het Stedelijk Bestuur van Middelburg werd hij gecomplimenteerd. Dit alles ge schiedde onder het spelen der klokken van den Abdijtoren. Na een kort verblijf van circa een half uur reed hij de Noord poort uit, stapte weder in de koets en vertrok buiten de stad om naar Vlissin gen. Men hoorde na een oponthoud van een uur aldaar het geschut zijne afreis en overtocht naar Breskens aankondi gen. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 4