Rheumatiek?
VSLOAN S LINIMENT °P/jRl
LANDBOUW.
Groentenhandelaren van buiten
de gemeente.
Naar aanleiding van het adres van
de Vereeniging van Groenten- en fruit
handelaren te Vlissingen om aan alle
handelaren van buiten de gemeente, die
hun waren wenschen te verkoopen te
Vlissingen, de verplichting op te leggen,
dat zij zich moeten voorzien van een
ventvergunning tegen vergoeding, mel
den burg. en weth. dat zij, evenals de
Commissie voor de Groente- en fruit
veiling van meening zijn, dat de ge
meentewet geen belemmering van den
invoer van waren in een gemeente toe
laat en dat het overigens ook geen aan
beveling verdient, om ten aanzien van
den verkoop van groenten en fruit een
monopolie van bepaalde handelaren in
de gemeente te vestigen. Burg. en weth.
vestigen er verder de aandacht op, dat
de Vlissingsche handelaren ook niet al
hun waren via de veiling koopen en
dat trouwens de veilingskosten van on
geveer 6 pet. van den inkoopsprijs geen
reden vormen om de prijzen belangrijk
te verhoogen. De vergelijking met het
„invoerkeurloon" van vleesch gaat niet
op, omdat het vleesch aan een onder
zoek moet worden onderworpen. Burg.
en weth. stellen dan ook voor afwijzend
op het verzoek te beschikken.
Steun voor kleeding enz.
Naar aanleiding van een verzoek der
afdeeling van de O. S. P. om een „vier
voudige uitkeering in eens" aan de
werklozen voor het aanschaffen van
kleeding, dekking en schoeisel, wijzen
B. en W. er op, dat zij in zake steun-
verleening gebonden zijn aan de Rijks
regeling en het daarom onmogelijk is
het verzoek in te willigen. Zonder rijks
bijdrage zou het niet mogelijk zijn den
thans bestaanden steun voort te zetten.
Opcenten op de Personeele
belasting.
Reeds in de vergadering van 26 Aug.
wezen B. en W. er den raad op, dat Ged.
Staten niet bereid waren zonder meer
goedkeuring te hechten aan een dek
king van de crisisuitgaven over 1933
door een crisisleening, doch er op aan
drongen, maatregelen te nemen om de
inkomsten te versterken en de uitgaven
te verminderen, waarbij door hen eenig
objecten met name werden genoemd. B.
en W, deelden toen mede genoodzaakt
te zijn maatregelen te beramen in den
zin als door Ged. Staten aangegeven. Of
schoon bij de aanbieding der gemeente-
begrooting voor 1933, welke binnenkort
kan worden tegemoet gezien, een meer
uitvoerig overzicht zal worden gegeven
betreffende den toestand der gemeente-
financiën zooals deze zich in genoemde
begrooting afspiegelt, achten B. en W.
het noodzakelijk, ten einde vertraging
der invordering te voorkomen en aan
de wettelijke voorschriften te voldoen,
reeds thans die belastingverhooging aan
de orde te stellen, welke op 1 Januari
a.s. in werking zal moeten treden en
waarvan de inning is opgedragen aan de
Rijksbelastingadministratie. B, en W.
hebben hier de opcenten op de perso
neele belasting op het oog en stellen
voor overeenkomstig den wensch van
Ged. Staten deze opcenten met 30 te
verhoogen, waardoor deze van 120 tot
220 gebracht worden op 150 tot 250,
waardoor een meerdere opbrengst ge
raamd kan worden van 18.600.
Retributie voor automaten.
B. en W. hebben reeds een 25-tal ver
gunningen verleend voor het plaatsen
van automaten voor den verkoop van
chocolade, sigaretten enz. Zij deden dit
met eenige aarzeling, omdat zij er het
geven van een voordeel aan den eenen
winkelier boven den anderen inzagen,
maar ook omdat het gevolg is het be-
lemmeren van het verkeer op de open-
bare trottoirs. Nu zij in navolging van
andere plaatsen toestemming verleen
den, meenden zij, dat men ook tot het
heffen van een retributie moet overgaan,
mede omdat dit het willekeurig plaatsen
van automaten op de trottroirs wel
eemgzins zal tegengaan. Zij stellen voor
te heffen van een toestel met een groot
ste afmeting van niet meer dan 1 m,
7.50, niet meer van 1.50 m 10 en
daarboven 15 per jaar te vorderen, bij
minder dan zes maanden, stellen zij
voor resp. 0.75, 1 en 1.50 per
maand te vragen van 5 tot 10 per
kalenderjaar of voor korter dan 6 maan-
den 1 per maand. De thans aanwezige
automaten en pompen zouden daardoor
327.50 per jaar opbrengen.
Kasgeldleening.
B. en W. stellen voor het bedrag waar
voor in 1933 kasgeld zal kunnen worden
opgenomen te bepalen op 250.000.
Rekening Burgerlijk Armbestuur
en Maatschappelijk hulpbetoon.
B. en W. bieden ter goedkeuring aan
de rekening van het Burgerlijk Armbe
stuur over het eerste halfjaar 1931, slui
tende met een goed slot van 92.58 en
een gemeentelijk subsidie van 28.750
en die van Maatschappelijk Hulpbetoon
over het tweede half jaar met resp,
985.54 en 33.500.
Retributie Radio-distributie.
Tot nu stort de N.V. Zuid Nederland-
sche Radio Distributie Maatschappij per
kwartaal 0.25 in de gemeentekas voor
eiken op het net aangesloten abonné.
De directie verklaarde zich op verzoek
van B. en W. bereid dit bedrag te ver
dubbelen en op 0.50 per kwartaal te
brengen jmits de verleende concessie,
die nu van jaar tot jaar loopt wordt
verlengd tot 1 Mei 1937, het tijdstip
waarop de door den minister van Wa
terstaat aan de N.V. verleende machti
ging voor den aanleg en het gebruik van
haar distributie-inrichting eindigt.
B. en W. hebben tegen deze verlenging
geen bezwaar en stellen voor in boven-
genoemden geest te besluiten.
Gelden voor bijzondere
scholen.
B, en W. stellen voor aan de Vereeni-
ging voor Chr. U.L.O., gelden te ver
schaffen voor den aankoop van meube
len en schoolbehoeften, omdat een tot
nu toe ongebruikt lokaal, in dienst wordt
gesteld in verband met de uitbreiding
van het aantal leerlingen. Het bedrag
wordt nader vastgesteld. Voor de Vlis
singsche schoolvereeniging stellen zij een
bedrag voor van 58.25 voor de aan
schaffing van leermiddelen.
W erkverschaf f ing.
Als objecten voor werkverschaffing
noemen B. en W. het egaliseeren van
de stortplaats van den Gemeentelijken
Reinigingsdienst en het doortrekken van
den Hoogeweg vanaf het haaks omgebo
gen gedeelte van dien weg naar den
West Souburgschen weg, ter lengte van
ongeveer 90 m. De Nederl. Heidemaat
schappij begroot de kosten resp. op
4000, w.o. 3600 en 1800, w.o.
1500 aan loonen. Van de loonen be
taalt het rijk 75 pCt, en is het ook be
reid een stuk grond van ongeveer 700
m2 voor 14 per jaar aan de gemeente
in erfpacht te geven, omdat dit voor
het tweede bedoelde werk noodig is.
B. en W. stellen voor tot een en an
der te besluiten.
Verkoop grond.
B. en W. stellen voor den termijn waar
binnen de verleden jaar aan de firma
de Muynck en A. A. Kullberg verkoch
ten grond aan de Sottegemstraat moet
Smeer de pijnlijke plek licht in
met Sloan's Liniment, zonder
inwriiven. Het dringt onmiddel
lijk door geeft een tintelende
warmte aan de pijnlijke
gewrichten en spieren. De
opzwelling en i n f 1 a m m a t i e
slinken en de pijn verdwijnt
Snelle verlichting. Heerlijk wel
behagen. Millioenen hebben
Sloan's Liniment met succe*
gebruikt voor het verdrijven
der pijnen van Rheumatiek,
Lendejicht, Ischias,
Verkoudheden op de Borst,
Verstuikingen, Kneuzingen.
CONSUMENT EN LANDBOUW.
Een consument schrijft ons:
De bestrijding van mijn opmerkingen
door een landbouwmedewerker van dit
blad, vereischen een antwoord.
Uw medewerker verwart oorzaak en
gevolg. Hij och meent, dat de verschil
lende landbouwindustrieën lijden ten
gevolge van de slechte toestanden in
den landbouw en daardoor ook verschil
lende aanverwante bedrijven.
Maar het is juist andersom. Door de
slechte omstandigheden in de wereld
lijden verschillende takken van volks
bestaan en dientengevolge ook
de landbouw. Nu heeft uw landbouw
medewerker als (waarschijnlijk?) een
rechtgeaard coöperator het wel over de
coöperatieve fabrieken, doch rept geen
woord van de speculatieve bedrijven,
Bepaald roerend is het wanneer uw
landbouwmedewerker, de commissio
nairs en handelaren in landbouwproduc
ten ten tooneele voert. Weet hij niet,
dat er Gewestelijke Tarweorganisaties
zijn, die trachten de behandeling van
de tarwe in verband met het wettelijk
maal- en menggebod aan den handel
te onttrekken en deze werkzaamheden
aan bevriende machten (coöperaties) in
handen te spelen?
Dit geschiedt ondanks ministerieele
toezeggingen. Ook in Zeeland zijn wel
eens dergelijke geluiden vernomen.
Dat de landbouw zich maar niet be
kommert om den handel, deze zal
- mits gerust gelaten door regeering
en de door haar bewerkte landbouw
organisaties best haar eigen boon
tjes doppen.
Over het economisch acadabra van
de zoogenaamde crisiswinst, heeft de
redactie reeds in een noot het noodige
gezegd.
Volgens uw medewerker zoude mijn
bedoeling zijn geweest met de in inko
men beknotten te doelen op de ambte
naren die enkele percenten zouden zijn
gekort. Niets is minder waar. Voor den
landbouwer bestaat kennelijk geen di
videndloos 1932, onwetend houden zij
zich omtrent het feit, dat feitelijk met
den landbouw ook het gehee-
le industriëele Neder
land plat ligt, en dat dit uit den
aard behalve de rechtstreeks daarbij
betrokkenen, vervoerbedrijven e.d. ook
zijn terugslag moet hebben op bankbe
drijven, assurantiebezorgers, ja op wien
al niet.
Dat de werklooze boven den boer
gaat, heeft des consuments instemming
allerminst, z.i. zou het werkloozenloon
zich behooren aan te passen bij den
minstbetaalden arbeid: het landarbei-
dersloon. Gaarne zal ik van uw land
bouwmedewerker vernemen of dit zijn
instemming heeft.
Zoo lang men dezen wereldtoestand
niet ziet, wil of kan zien, in het licht
zooals zij feitelijk is, een omwaarding
aller waarden, komt men er met lap
middelen niet. De bezwaren van den
landbouw komen hoofdzakelijk daaruit
voort, dat de landbouw vast zit, öf aan
pacht op langen termijn, öf met te duur
gekochte of bij versterf te duur bere
kende vaste goederen, daarnaast soms
nog over een roerenden inventaris, een
en ander al dan niet bezwaard met hy
pothecaire en andere schulden, alles
berekend op geld, dat nu in goederen
gemeten veel meer waard geworden is.
Van deze moeilijkheid wil men afko
men door pachtverlaging, hypotheek
verlaging eenerzijds en andererzh
door aan te nemen, dat herstel van het
voorbijgegane mogelijk is.
Het ligt niet op den weg van den
consument het juiste of het onjuiste van
die meening te betoogen, maar zou waar
zijn, wat b.v. oud-minister Colijn bij de
behandeling van de staatsbegrooting in
zijn magistrale redevoering heeft ge
zegd, dat wij ons op een ander peil
moeten instellen, dan behoeft het geen
betoog, dat de landbouwkringen, zich
met een ijdele hoop vleien.
Het maal- en menggebod met vast
stelling van een richtprijs is inflato-
risch, aan de tarwe wordt een hooge-
re waarde toegekend, dan deze in feite
heeft, en nu van beiden één: of de loo
nen en diensten moeten zich aanpas
sen aan de waarde van de goederen
(onverschillig of deze waarde werke
lijk, dan wel toegekend is) of de goe-
derenwaarde moet zich aanoassen aan
die van loonen en diensten. In 't eerste
geval derhalve deflatie, in het laatste ge
val inflatie. In zijn geheel gesproken,
zijn er nog weinig teekenen, dat het Ne-
derlandsche volk loonen en diensten wil
zien aangepast aan de waarde van de
goederen (men noemt dit zeer ten on
rechte loonsverlaging), maar dan ook is
inflatie onvermijdelijk.
Economische wetten laten zich door
menschelijke wetten niet dwingen.
Wat in den oorlogstijd is geschied 't
afnemen van producten (c.q. het vast
stellen van huren), beneden de werke
lijke waarde heeft nimmer zijn sympathie
gehad. Zonder dergelijke maatregelen,
zou b.v. de scheurwet niet zijn behoe
ven te komen, de overheidswoningbouw
minder noodzakelijk zijn geworden. De
landbouw (huizenbouw) zoude zich door
winstbejag gedreven tijdig hebben inge
steld.
De maximumprijzen van 1916 en later
waren een evengroote economische fout
als de richtprijzen (minimumprijzen van
1930-'32.
Uw landbouwmedewerker, geeft de
groote uitbreiding van de tarweteelt toe,
excuseert deze, doch herhaalt, dat de
HET BEZOEK VAN NAPOLEON
IN 1803 AAN WALCHEREN
door
M. D. LAMMERTS.
De bezoeken van Napoleon aan Zee
land in de jaren 1810 en 1811 zijn vol
doende bekend 1). Van het bezoek, dat
Napoleon als Eerste Consul aan Zee
land bracht in het jaar 1803, is minder
bekend geworden. Wel hebben de pers en
enkele geschiedschrijvers er iets aan
vermeld, doch de bijzonderheden heb
ben zij niet aangeroerd.
Hij bezocht toen op 12 Juli Vlissingen
en Middelburg. Zijne komst was reeds
den 18 Juni 1803 aangekondigd. Het
spreekt vanzelf, dat de noodige maatre
gelen werden genomen om hem waar
dig te ontvangen.
Laat ons eerst eens zien wat er te
Vlissingen voor hem in gereedheid werd
gebracht. De Eerste Consul had te ken-
nen gegeven niet te Middelburg, doch
te Vbssingen bij het Hoofdkwartier te
zullen verblijven. Als voorlooper van het
groote bezoek kwam den 25 Juni de
Fransche Minister van Marine te Vlis
singen aan, die vervolgens ook een be
zoek gebracht aan Middelburg, vanwaar
hij 's avonds naar Vere vertrok, waar
hij bleef overnachten. Den volgenden
morgen vroeg ging hij weder naar
Vlissingen. Hier werd de minister op
gewacht door den heer mr. A. van
Doorn, lid van het Departementaal Be
stuur van Zeeland, aan wien hij mede
deelde, dat de komst van den Eersten
Consul nog wel een veertien dagen zou
aanloopen, als hij kwam. Men moest
C. F. Gijsberti Hodenpijl, Napole
on in Nederland; Het bezoek van Napo-
evenwel alles laten zooals het in ge
reedheid was gebracht, Het duurde dan
ook nog wel veertien dagen voor Bono-
parte arriveerde. Behalve van het voor
genomen bezoek, kreeg het Staatsbe
wind ook hiervan kennis en zond per
expresse het bericht door aan het De
partementaal Bestuur van Zeeland,
met verzoek om den Eersten Consul
overeenkomstig zijn rang te ontvangen.
Laatstgenoemd bestuur benoemde eene
commissie voor ontvangst, t.w. de hee-
ren mr. A. van Doorn, J. C. van Stape-
le en mr. J. W. Schorer. Het lag in de
bedoeling van den Eersten Consul om te
Vlissingen eenige dagen te verblijven
en verzocht was aldaar drie vertrekken
voor hem in gereedheid te brengen. In
overleg met den raad van Vlissingen
werd evenwel besloten het fraaie huis
van mr. A. van Doorn, staande op de
Houtkade, daarvoor te bestemmen. Dit
huis, bewoond door den eigenaar, werd
nu zoo spoedig mogelijk ontruimd en
eenige goederen werden overgebracht
naar een gehuurd huis te Middelburg.
De heer van Doorn was bereid om in
zijn huis te Vlissingen tapijten en meu
belen achter te laten. Hij werd hiervoor
en voor verdere kosten schadeloos ge
steld, terwijl zijn huis gedurende den
tijd, dat het bestemd was voor de re
ceptie van den Eersten Consul, tegen
brand werd verzekerd voor een bedrag
van 15000. Het huis werd behoorlijk
gemeubileerd door de zorg van het
Departementaal Bestuur van Zeeland.
De kosten kwamen ten laste van den
Lande. Wij zullen later vernemen, dat
deze nogal groot zijn geweest,
leon I en Marie Louise aan Zeeland in
1810.
Op 20 Juni kwam de generaal Mon-
net dit huis bezichtigen en het beneden
zijn bebouwd te verlengen met één jaar.
Zij stellen voor aan J. Huysman q.q.
te Koudekerke te verkoopen 171 en 174
m- aan de Westzijde van de Duiven-
drechtstraat voor resp. 1184 en 1196.
Verpachting bouw- en wei"
land.
B. en W. stellen voor te verpachten
aan; J. Schier Wz. 0.5140 weiland voor
25; G. Leendertse 0.96.00 h.a. weiland
voor 40; M. J. van Zweeden 0.30.00,
ha. bouwland voor 25 en A. Meliefste
0.30.00 ha bouwland voor 32 alles tot
24 November 1933.
huis in orde bevindende, doch de slaap
kamer niet, wegens de onaangename
reuk, eischte hij dat er verandering en
verbetering werd gemaakt. Een andere
kamer werd voor slaapkamer ingericht.
Den 12 Juli 's avonds waren te Vlissin
gen de voornaamste huizen geillumineerd
waaronder in 't bijzonder uitmuntten 't
huis van den heer Van Doorn, dat van
de Fransche Marine en het Gemeente
huis, terwijl verscheidene voeten boven
het huis Van Doorn was geplaatst een
groote zon, welke onder de algemeene
verlichting een prachtige glans vertoon
de.
We zullen eerst eens nagaan op welke
wijze de Eerste Consul te Vlissingen
aankomt en ontvangen werd. De Eerste
Consul had den vorigen dag, den 11 Juli,
Brugge met een bezoek vereerd, kwam
des morgens te 4 uur te Sluis aan, bracht
een bezoek aan Oostburg, werd opge
wacht door een eerewacht en door deze
naar Breskens vergezeld. Terstond
scheepte hij zich op een prachtig jacht in
dat men voor deze overtocht had be
stemd. Tegen 9 uur kwam men te Vlis
singen aan, alwaar den Eersten Consul
werd opgewacht door den generaal Mon-
net. Vanwege het Departementaal Be
stuur van Zeeland werd hij verwelkomd
door de genoemde commissie van ont
vangst, alsmede den secretaris en twee
Statenboden. Bij deze gelegenheid werd
geinformeerd wanneer de Eerste Consul
naar Middelburg dacht te komen en men
noodigde hem ter maaltijd. In zijn ant
woord gaf hij te kennen, dat de komst te
Middelburg over een half uur kon plaats
vinden. Zijn uniform zag er weinig ooge-
lijk uit en stak af bij die zijner generaals.
Hij steeg te paard en nam achtereenvol
gens in oogenschouw het dok, de werf,
de batterijen en 's Lands magazijnen van
oorlog, alwaar hij werd opgewacht door
den Commissaris der Bataafsche Marine
van het Departement Vlissingen, den
Commandant der Marine op de Zeeuw-
sche Stroomen, en eenige Bataafsche
zeeofficieren en door den Commandant
kapitein Lemmers met een gepaste toe
spraak verwelkomd, hetgeen met eene
buiging werd beantwoord. Vervolgens
doorliep de Eerste Consul vergezeld door
een groote stoet van generaals en mi
nisters, waaronder ook de minister van
marine, de verscheidene apartepmenten
van het arsenaal, hield den commandant
verscheidene malen staande en gaf met
ongenoegen te kennen, dat hij meest al
les ledig vond. Ook toen de Eerste Con
sul buiten op de geschutwerf kwam en
het ledige emplacement zag, riep hij uit:
„Wederom niets" en was hij zeer onte
vreden. Op de scheepswerf komende en
alsnog onvergenoegde gesprekken hou
dende, informeerde hij wanneer het op
stapel staande fregat zoude afloopen
Toen hem geantwoord werd, dat dit over
3 maanden zou plaats hebben, zeide hij
dat het binnen 14 dagen klaar moest zijn
en dat daarna een schip met 74 stukken
moest worden gebouwd. Hij betoonde
zich ontevreden, steeg weder te paard
en reed weg. Bij de audiëntie kwam het
bezoek aan de werf en andere inrichtin
gen nog eens ter sprake, doch nu was
de toon minder vinnig en werd het ge
sprokene meer op eene lachende wijze
behandeld. Vervolgens hield hij de re
vue over het garnizoen en ontving in het
voor hem gereedgemaakte hotel de com
plimenten van het Bestuur van Vlissin
gen en Veere, alsmede van den ker-
keraad van Vlissingen. Na afloop der
audiëntie en het gebruiken van eenige
ververschingen, begaf hij zich naar Mid
delburg in eene koets, bespannen mef
zes paarden, gevolgd door verscheidene
andere koetsen, waarin de Ambassadeur
Semonville, die zich voor het bijwonen
van het bezoek van den Eersten Consul,
(lngez. Med.J
lasten daarvan voor rekening van den
consument moeten komen.
Het schijnt uwen landbouwmedewer
ker niet bekend te zijn, dat de meelfa
brieken reeds in voorjaar 1930 besloten
dat voor ieder meerder percent meng-
percentage de prijs van de bloem ge
contracteerd voor latere levering zou
worden verhoogd met 0.15. Dat even
wel de blcemprijs niet gestegen is, is
daaraan toe te schrijven, dat gelijktijdig
met de verhooging van het maalpercen-
tage en de verhooging van de z.g.n.
Vita-prijs, de wereldprijzen van tarwe
daalden (in het groot gezien, vrij na
tuurlijk) Uit den aard der zaak ver
hoogden de bloemprijzen door deze com
pensatie niet.
Dat bij een overvloediger oogst dan
een normale de prijzen dalen is toch vrij
natuurlijk en een risico, dat de land
bouwer steeds heeft geloopen.
Wat uw landbouwmedewerker wil,
is zelfvoorziening van Nederland ten
bate van den landbouw, maar of de in
dustrie in het groot gezien, door de duur
dere levensmiddelen op de wereldmarkt
minder concurrentievaardig" zou wor
den, deert den landbouw niet.
Ten laste van den Nederlandschen
consument, wordt nu zuivel, varkens-
vleesch en tarwe uitgevoerd, en de kos
ten van levensonderhoud van de bui-
tenlandsche industriëele concurrenten
van Nederland verlaagd.
Het belang van de S taatsgemeenschap
moet zijn een maximale behoeftebe
vrediging met minimale kosten.
Hieraan is tegengesteld het kunstma
tig duurder maken of houden van le
vensbehoeften en geneugten. Door het
eerste daardoor alleen kan bevorderd
worden een maximale uitvoer en op
voering van welvaartspeil. Behoeftebe
vrediging zooals uw medewerker dat
wil is onmogelijk voor een staat als
Nederland met procentuëel sterkere
bevolkingsaanwas. Het zou leiden tot
neerdrukken van het welvaartspeil en
indirect tot duurder maken van de in
dustriëele behoeften van den landbou
wersstand.
Over de wijze van uitvoering van de
tarwewet, zegt uw landbouwmedewer
ker niets. Dat de welgestelde landbou
wers van de regeeringsmaatregelen voor
den oogst 1930 geprofiteerd hebben, en
minder gesituëerden niets, wordt onbe
sproken gelaten. Dit kon bij het aanvaar
de-systeem ook niet anders.
Geen veroordeeling van het feit dat in
1932-'33 eenigen tegenover velen wor
den bevoordeeld, wat een rechtstreeks
gevolg was van het voorafgaande.
Dat de wijze van uitvoering van het in
van 's-Gravenhage naar Vlissingen had
begeven, en eenige generaals, geëskor-
teerd door een detachement Bataafsche
ruitersen een gedeelte van de Consu
laire Lijfwacht. De koets, waarin de Eer
ste Consul plaats nam, was eigendom
van den heer Slicker te Middelburg,
terwijl de heer mr, W. van Citters, pre
sident van den raad der stad Middel
burg, bereid werd gevonden om zijne
statiekoets ter beschikking te stellen.
In de nabijheid van de stad werd den
Eersten Consul opgewacht door eene
commissie. Hij bleef echter geruimen tijd
weg, zoodat de commissie, welke zich
buiten de Poort aan den Slagboom op
hield, zeer gaarne gebruik maakte van
het vriendelijk aanbod van den heer De
Wind, eigenaar van het buitenverblijf al
daar, om in zijn huis de komst af te
wachten. De Commissie had opdracht
om den Eerste Consul hetzij te voet of
met rijtuig naar de Abdij te geleiden,
naar het lokaal van den president van
het Departementaal Bestuur van Zee
land, doch de Eerste Consul gaf bij zijne
komst te kennen, dat zijn verblijf te Mid
delburg kort zoude zijn. Hij stapte op de
Markt gekomen uit het rijtuig, steeg te
paard en hield de revue over de troe
pen en de gewapende burgerij. Vanwege
het Departementaal Bestuur van Zeeland
en het Stedelijk Bestuur van Middelburg
werd hij gecomplimenteerd. Dit alles ge
schiedde onder het spelen der klokken
van den Abdijtoren. Na een kort verblijf
van circa een half uur reed hij de Noord
poort uit, stapte weder in de koets en
vertrok buiten de stad om naar Vlissin
gen. Men hoorde na een oponthoud van
een uur aldaar het geschut zijne afreis
en overtocht naar Breskens aankondi
gen.
(Slot volgt.)