ASPIRIN BERLIJNSCHE BRIEF. LANDBOUW I S*°P £eze* kan worden, zelfs niet op hal- KUNST EN WETENSCHAP. Bil Rheumatiek HANDEL EN NIJVERHEID den van B ver- H. met een rijwiel rijden zonder licht: I K. te Nieuw- en St. Joosland; L. de S. te Vlissingen ieder 5 b. s. 5 d.h.; C. M. R. te Ritthem, teruggave van verdachte aan zijn ouders, zonder toepassing eenige straf; met een motorrijtuig rijden bestuurd onder het onmiddellijk toezicht var iemand aan wien een rijbewijs is uitge reikt, zonder dat de bestuurder J~* leeftijd vereischt voor het verkrijgen - een rijbewijs heeft bereikt: Th. J. de te Middelburg, 25 b. s. 25 d.h.; met een motorrijtuig rijden op zooda nige wijze dat de veiligheid van het T keer wordt in gevaar gebracht: H. C. te 's-Gravenhage 15 b. s. 15 d.h.; dronkenschap bij herhaling: J. P. H. te Middelburg, 3 d.h.; wateren buiten de bakken: I. S. ie Middelburg, J. F. te Koudekerke ieder 3 b. s. 3 d.h.; De Haagsche rechtbank heeft van alle rechtsvervolging ontslagen de firma Jamin, die door den kantonrechter tot een geldboete was veroordeeld, wegens het in strijd met de Haagsche verorde- ning op de winkelsluiting openhouden van een harer winkels gedurende een bij die verordening bepaalde, gesloten tijd. De rechtbank achtte de Haagsche verordening, waarbij op grond van het feit, dat de firma Jamin een aantal over de geheele stad verspreide filialen heeft, in strijd met de winkelsluitingswet, dus niet verbindend, omdat het hebben van een aantal filialen niet te beschouwen is als een bijzondere omstandigheid, waaraan de gemeente bevoegdheid ont leend, van de wet afwijkende bepalin gen te maken i.e. het inkorten van den tijd gedurende welken een winkel des Zondags mag geopend zijn. De rechtbank oordeelde, dat het heb ben van verschillende winkelfilialen een veel voorkomende omstandigheid is, waarmede, indien noodig, de rijkswet gever zelf wel rekening had gehouden. Naar V.D. verneemt is door den procureur-generaal te Arnhem cassatie aangeteekend tegen de beide arresten van het gerechtshof aldaar, waarbij G, G. F. A. S., uitgever van het pamflet ,,Het vuile ei" te Helmond werd ontsla gen van alle rechtsvervolging ter zake eener hem ten laste gelegde beleediging van een notaris en een bankdirecteur uit zijn woonplaats. De zaak komt dus voor den tweeden maal voor den Hoogen Raad. Vervalschte postzegels. De arr. rechtbank te Breda heeft uit spraak gedaan tegen den postzegelhan delaar J. H. D. uit Den Haag, die 14 dagen geleden terecht had gestaan we gens het leveren van vervalschte zegels aan een genieofficier te Teteringen. Hij zou o.m. een Surinaamsche postzegel die een waarde van 50 had, door een valschen opdruk hebben veranderd in een zeer zeldzamen zegel, waarvan slechts 40 exemplaren bestaan en die een waarde van f 625 vertegenwoor digde. De officier van justitie had zich aan verdachte's bekentenis in eerste instan tie gehouden, welke bekentenis later, door een schriftelijke verklaring werd bevestigd. Het O. M. had 4 maanden gevangenis straf geëischt, voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, wegens oplichting. In de uitspraak werd de postzegel handelaar vrijgesproken, wegens gebrek aan bewijs. Berlijn in stakingsdagen van vroeger. De verkeersstaking. Wat dat zeggen wil in een groote stad. Een uitgaans- koorts. (Van onzen correspondent.) Berlijn, November, Hoe gaarne zou ik in mijn Berlijnsche brieven nu eens wat vroolijks vertellen! De tijden zijn toch al zoo somber, bij u en bij ons. In Nederland hoor ik wordt al even hard gemopperd als in Duitschland. En daar komt nu nog een serie van regendagen bij, die van geen ophouden weet. Drie, vier weken mot regen, r stroomende regen, striemende regen, nauwelijks door enkele uren herfstzon onderbroken. Het is om kre gelig van te worden. Vooral wij Berlijners zijn daar niet aan gewend. Wij wonen hier tusschen de denneboschen in het centrum van een geweldig zandplateau, van alle kanten ver weg van de zee. Met het gevolg, dat het hier 's zomers zeer warm, 's winters grillig koud is maar met heel weinig regen en over t algemeen gezond, zoo dat asthma-lijders bij voorkeur naar de Duitsche hoofdstad verhuizen. En nu opeens deze hoogst-onaange- name verrassing! Maar tenslotte is dat allesbehalve de hoofdzaak. Veel erger is de algemeene situatie. Straatgevechten, dooden en ge wonden, politieke relletjes, vooral als nu zoo kort voor groote verkiezin gen; daar zijn we aan gewend. Stakin- op groote schaal echter, die hevig in 't dagelijksche leven ingrijpen, waren we, sinds we in 1923 de laatste beleefden, eigenlijk zoo goed als vergeten.... Ja, in die tijden van inflatie, Rhur- J ve kracht kan worden gebracht. Eiken dag, elk uur vragen vernieuwde zorgen; geploegd, gezaaid, gewerkt moet er worden en dat alles met de wiskundige zekerheid, dat het nul komma nul in het laadje brengt, integendeel, dat weer idem zooveel verlies zal zijn te boe ken, Vermogens teren in, credieten wor den grooter, veelal hebben deze de draagkracht reeds overschreden, met alle kwade gevolgen daarvan in het zicht. Niet één categorie waren te noe men, die zoo iets met dezelfde lijdzaam heid zou dragen als de boer. We onder schrijven dan ook volmondig, wat het Landbouw-Comité in zijn adres zegt: .Onder deze omstandigheden den re- geeringssteun aan de landbouwbedrij- ven mede verantwoordelijk te stellen voor een opdrijving der algemeene le- venskosten klinkt den boerenstand als hoon in de ooren". Nog altijd zijn de prijzen onzer landbouw-producten ruim 20 p'Ct. lager dan voor den oorlog. Nog altijd wordt er dus door den consument op deze bodemproducten crisiswinst gemaakt, in totaal ongeveer 400500 mililoen gulden. Als „Het Handelsblad",1 dat in deze aangeeft ais een maximum thermometer, heeft uitgerekend, dat het Nederlandsche volk ongeveer 150 mil- lioen gulden per jaar aan boerensteun moet opbrengen, dan blijft dit dus verre beneden het bedrag, dat aan de bodem productie tekort wordt gekomen. Nu worden de werklooze cn de „in zijn in komen beknotte" ten tooneele gevoerd. Met de laatste zal wel bedoeld zijn de gene, die enkele percenten van zijn vas te jaarwedden heeft moeten afstaan, doch waardoor zijn koopkracht nog altijd grooter is dan ten tijde, dat hem dit sa laris werd toegekend. Zelfs de werklooze gaat nog uit bo ven den boer. Deze ontvangt tenminste elke week wat, in vele gevallen zelfs meer, dan onze landarbeiders met wer ken verdienen. Het is ook voor de laat- sten, dat we met kracht opkomen voor landbouwsteun, want ieder redelijk den kend mensch zal moeten toegeven, dat het loon dezer categorie bijzonder laag is, doch tegelijk zal moeten worden er kend, dat uit een verlies-lijdend bedrijf geen behoorlijk loon kan worden betaald. Opkomend dus voor den steun aan den landbouw, komen we op voor het voort bestaan van het platteland in zijn ge heel, komen we zelfs op voor den ste deling, omdat deze zonder den landbouw eenvoudig niet leven kan. Dat heeft hij in oorlogstijd ondervonden, dat zou hij ook thans ondervinden, zij het dan op andere wijze. Als al onze landbouwbe drijven eens „eenvoudig gesloten" wer den, „omdat de loopende rekening sluit met een deficit, dan zouden die ruim 600.000 landbouwers- en landarbeiders gezinnen, die van alle werk verstoken zouden zijn, toch ook van „den steun" moeten trekken? Voor welke bedragen zou de schatkist dan komen te staan? Ons dunkt, dat een staatsbankroet on vermijdelijk ware, zoodat we gerust kunnen herhalen, dat het gaat om het al of niet zijn van den Nederlandschen Staat. DE CONSUMENT SCHATPLICHTIG AAN DEN LANDBOUW? I. Onze landbouwmedewerker schrijft ons: Het geluid, dat „een consument" on der bovenstaanden titel laat hooren, geeft ongeveer weer, wat de stedelijke bevolking in het algemeen denkt en zegt van den steun aan den landbouw. Het Verbond van Ned. Werkgevers sprak ook al van het „opschroeven der kosten van het noodzakelijk levenson derhoud" en richtte een adres in dien geest aan de Tweede Kamer. Het be stuur van de drie Noordelijke Boeren bonden, alsmede het Kon. Ned. Land- bouw-Comité zonden hiertegen een adres van verweer, zoodat te juister plaatse het voor en tegen rustig kan worden overwogen. Dii mag ons echter niet weerhouden eveneens van antwoord te dienen, temeer, daar de noodlijdende toestand van den landbouw juist voor Zeeland zulke funeste gevolgen reeds heeft en steeds meer zal hebben. Zeg gen Ged. Staten niet, dat ze de opge spaarde gelden moeten gaan opleven? Het uitgangspunt van „een consu ment, n.l. „dat de financieele toestand van allen, die van de opbrengst van den bodem moeten leven, allertreurigst is", is ook het onze. Het aantal dergenen, die van de bodemopbrengst moeten le ven, is in ons land^groot. Dat zijn voor eerst de ruim 200.000 zelfstandigen op de bedrijven met hunne gezinnen en de ongeveer 400.000 landarbeiders met hun gezinnen. Deze gezinnen behoeven niet groot te zijn om een belangrijk percen tage van onze bevolking te vormen. Die allen, „consument" erkent het, verkee- ren in een allertreurigste positie. Dit reeds respectabele aantal moet worden vermeerderd met hen, wier welvaart ab soluut door de uitkomsten van het land bouwbedrijf wordt beheerscht. Smeden, wagenmakers, gareelmakers, alle am bachtslieden te platten lande, commis sionairs of handelaars in landbouw producten, handelaars in landbouwma chines, neringdoenden op de dorpen, zij allen staan of vallen met den land bouw. Verder noemen we de landbouw industrie: Coöp.-, Suiker-, Vlas-, Stroo- carton-, Aardappelmeel-, Zuivel-, Con serven- en Jamfabrieken. Allen, die hierin werken, izijn zwaar afhankelijk van de financieele opbrengst der bodem productie. Direct hierop volgen ver schillende transportmiddelen. Onze trams onze binnenschipperij, zij lijden van den weeromstuit mee. Zoo is men er niet af met te beweren, dat het in andere tak ken van volksbestaan ook slecht is. Uit voorgaande moge blijken, hoe dit voor vele bedrijven een gevolg is van de land bouwcrisis. Het gaat er hier om, dat on ze vaderlandsche landbouw in den ruim- sten zin en met hem de heele platte- landsche bevolking tot pauperisme zal vervallen, waardoor het fundament van onze samenleving zou zijn ondermijnd, niet meer geschikt tot het dragen van ons staatsgebouw. Vandaar, dat we den steun niet „ei- schen op een f i c t i e", doch op grohd van het allergrootste belang, het al of niet zijn van den N derlandschen Staat! En we vragen met te meer durf, om dat de boer niet, zooals deindustrieel „de zaak eenvoudig kan sluiten". Dat is juist zoo, we zouden haast zeggen, gemeen. Men weet, dat de boerderij niet bezetting, Kapp-contra-revolutie, en. nog langer geleden: Spartacus-onlusten, toen waren ook de groote stakingen geen eigenlijk schrikbeeld meer voor den Duitscher in de groote stad en in het bijzonder niet voor den Berlijner. Het is merkwaardig, hoe elastisch de mensch is, hoe hij zich tenslotte aan alles went, ook aan het onaangenaamste. Zoo her inner ik me nog levendig de dagen van algemeene werkstaking, toen geen enkel verkeersmiddel meer functioneerde, geen licht brandde en geen gas; toen we niet meer telefoneeren konden en nog slechts per eigen auto op reis konden gaan. Mits men over voldoende reserve-voorraden benzine beschikte! Wat deden we? We bleven thuis, kookten op een spirituslichtje, putten ons water uit de tijdig volgeloopen bad kuip, en namen, als we toch door de stad moesten, voor een mark of twee een „kaartje op een der vele door paarden getrokken bestelwagens of kar ren, die in hulporganen voor het ver keer in der haast in diens waren ge steld. En werd het donker, dan behiel pen we ons met kaarsen, die we in die tijden altijd pakken vol in huis in voor raad hadden. Men wist toen nu eenmaal niet anders of elk oogenblik kon een nieuwe staking uitbreken. ,En men bezat de noodige routine in noodmaatregelen. Verleden week hebben we echter in Berlijn opeens wéér in 'n groote sta king, weliswaar voorloopig nog slechts beperkt tot een groot deel van de open bare verkeersmiddelen (taxi's en voor- stadtreinen staken niet) en van den af voer van stadsvuil; maar geen mensch kon zeggen, hoe het er de volgende week zal uitzien, en of niet tenslotte, direct of over eenige dagen of weken, zich andere beroepsgroepen zouden aan sluiten en alle ellende van 1919'23 in Duitschland zou keeren. In het midden latende de mogelijke juistheid van hetgeen hier bedoeld wordt, zij toch vastgesteld dat de term „crisiswinst" hier economisch gansch niet door den beugel kan! Red. Koopt toch in den vreemde niet Wat eigen land u net zoo biedtl Op de politieke zijde van deze sta king wil ik hier niet nader ingaan, al zou men er belangwekkende dingen over kunnen vertellen, 't Bleek wel, dat in Duitschland thans meer dan 80 pCt. van de totale bevolking, meer of min der radicaal getint, tot de anti-burger lijke groepen moet gerekend worden, en het samengaan van communisten en na- tionaal-socialisten bij deze staking be wijst, dat de hoop, de Hitler-bewegfng in het sleeptouw van de burgerlijk-na tionale partijen te nemen, als een vol komen mislukking moet beschouwd wor den .en dat we nog voor verrassingen van onberekenbare afmetingen staan. Maar laten we de politiek terzijde en bepalen ons tot uiterlijkheden. Kunt u zich voorstellen, wat 'n groote verkeersstaking beteekent voor 'n stad van A.V. millioen zielen, de derde ter wereld wat het aantal inwoners, de tweede ter wereld wat de uitgestrekt heid van het stadsgebied aangaat? Voor hen, die steeds aan Nederlandsche af standen in bewoonde plaatsen gewend zijn, is het zeker niet zoo gemakkelijk zich daar in te denken. Ik woon in het Berlijnsche Westen, en waar ik mij de voortdurende uitgaven voor taxi's niet veroorloven kan, ben ik op omnibus sen, electrische trams, centuurspoorwe- gen of ondergrondsche sneltreinen aan gewezen. Om van mijn huis naar het u allen bekende Centrum, den Post- damer Platz, te komen, heb ik in het allergunstigste geval 40 minuten noodig. Maar als ik niet dadelijk een tram of een „ondergrondje" krijg, duurt het een uur langer. Wil ik dus iemand bezoeken, die even 'ver oostelijk, noordelijk of zuidelijk als ik westelijk uit het cen trum wegwoont, dan moet ik anderhalf tot twee uren héén en even lang terug berekenen, alleen voor de verbinding van huis tot huis, wat dus neerkomt op een bezoek van een Amsterdammer Till i Hollandsche villabouw in Engeland. Den Larenschen architect Wouter Hamdorf is opdracht gegeven om in groot Londen ten Zuiden van de Theeiiis Insurrey een complex landhuizen te bou wen. De opdrachtgeefster daarvan is de in tersate Land Company Ltd. te Londen Als eerste uit te voeren project is ge ka. zen het in exploitatie brengen van ecu te 'Coulsdon gelegen geaccidenteerd ter rein namelijk een wijde vallei met soli tair geboomte en gedeeltelijk bebos-* waarna de architect een wegen, en bouw plan heeft ontworpen met een. totaal van 150 landhuizen. Om liet Hollandsche karakter van de Coulsdon vale estate nog duidelijker t doen uitkomen, is besloten om zooveel mogelijk gebruik te maken van Neder landsche bouwmaterialen, melselsteenen, dakbedekkingen etc. Gereleveerd kan nog worden, dat in een een dezer dagen gehouden bestuurs vergadering der Compagny besloten is twee der hoofdwegen te noemen Ne» therland Avenue en Juliana Road, Inmid dels is met den bouw reeds een aanvang gemaakt. De Nobelprijzen. De Academie der Wetenschappen te Stockholm heeft besloten, den Nobel prijs voor letterkunde voor dit jaar toe te kennen aan den Engelschen schrijver John Galsworthy, John Galsworthy, die den 14en Au gustus 1867 is geboren en dus thans 65 jaar oud is, heeft zijn grooten roem voornamelijk te danken aan zijn uitge- breiden roman-cyclus The Forsyte Saga. Hij bestaat uit de zes volgende werken The man of Property (1906), In Chan cery (1920), To Let (1921), The white Monkey (1924) The Silver Spoon (1926) en Swang Song (1928). De Nobelprijs voor scheikunde werd toegekend aan den 'Amerikaan Irving Langmuir, uitvinder van de gashouden- de Wolramlamp en de Condensatiepomp voor het verkrijgen van hooger vacua. De Nobelprijzen voor natuurkunde zullen niet worden toegekend. ONTVANGEN BOEKEN. „Er waren twee koningskinderen' Een vroolijke filmfantasie door Melis Stoke. (N.V. H. P. Leopolds Uitg. Mij. Den Haag.) Aflevering 5 van „Ik maak alles", encyclopaedic voor het huisgezin. In deze aflevering o.a. schabloneeren van stoffen, raffiawerk, kralenwerk, inlijs ten van platen etc. (Uitg. Mij. Enum Amsterda m). Van de N.V. Em. Querido's Uitge vers Mij. Amsterdam: „De dood van de Patriarch", 'n No velle door A. M. de Jong. Het boek is geheel uitgegeven in het facsimile van de Jong's handschrift. Naam en zaakregister op P. J. Troelstra's gedenkschriften, door L. J. Klein. Ethel Mannin: „Gezond verstand: gezonde kinderen". Vertaald door mr. I. E. PrinsWillekes Mac Donald. Met een voorwoord van dr, Arie Querido, „Nachtvlucht", roman door An- toine de St. Exupéry. Vertaald en inge- aan een vriend in Den Haag of Rotter dam. Te voet zou ik van mijn woning naar den Postdammerplatz bijna 3 uren noodig hebben waaruit u al dadelijk ziet, dat geen 'enkele Berlijner, die in de buitenwijken woont of ze bezoeken moet, zonder verkeersmiddelen kan uitkomen. Tientallen omnibussen, eeni ge honderden tramlijnen, ondergrond sche en bovengrondsche spoorwegen in alle richtingen, tienduizenden taxi's zijn dus noodig om in het verkeer te voor zien. En op de drukke uren zijn die alle tezamen nog onvoldoende en moet men vaak een half uur en langer op een staanplaatsje wachten om naar huis te komen, En in zulk een stad staken plotseling alle trams, alle ondergrondsche treinen en alle omnibussen! De verkeersdeputa- tie, door de politie geholpen, wist van geen toegeven, dreigde met een ultima tum en ontslag op staanden voet, stelde met willig personeel(de vakvereeniginij gen keuren de staking af!) een voor- loopigen hulpdienst in. En nu begon de kermis pas goed! Elk half uur, of zelf maar vol uur, rijdt voorzichtigtjes een tram of een omnibus door Berlijn. Op het voorbal- con één, op het achterbalcon een twee de agent met karabijn in den aanslag. Bij elke halte honderden opgeschoten jongens, wagens met politie, bereden agenten. Zoodra een tram nadert, waar in slechts weinige doodsbenauwde pas sagiers, een gejoel, geschreeuw en ge fluit van je welste. Steenen vliegen in de ruiten van den tramwagen, kogels fluiten, charges volgen. Ginds in de straat opgebroken en het puin op de rails opgehoopt, overal zijn wissels on bruikbaar gemaakt door volgieten met cement. En op de trottoirs verdringen elkander de honderdduizenden, die toch naar hun tb a*5 alleen Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-band- buisjes van 20 tabletten nu II. .70 en oranjezakjes van 2 tabletten D. .10. (Ingez. Med.) leid door A. Viruly. (Andries Blitz, Am sterda m). Van de uitgevers Valkhof f en Co. te Amersfoort: „De toekomst van Marijke", door Cissy van Marxveldt. Met teekeningen van Hans Borrebach. „Wending", door Emmy Belinfan- teBelinfante. Met teekeningen van Ro Keezer. „Een wonderkind", door M. Slui- zer. Met teekeningen van Jan Lutz. „Levenskunst „van Epictetus". Naar zijn „Encheiridon" of handboekje en zijn „Gesprekken", door dr. II. (W. J. Thieme en Cie te Z u t p h e n.) „Crisis-overpeinzingen in verband met onze kieswet", door B. C. de Groot. (Blankwaardt en Schoonhoven, Rijs- w ij k). Sexueele Hygiëne. Mededeelingen van de Nederl. Verg. tot bestrijding der geslachtsziekten. Eerste reeks no. 1 (J. Ploegsma, Uitgever, Zeist). „Ik boemel de wereld rond". Een reis om de aarde in twee jaar, per ka meel en spoor, schip en auto, door Ri chard Katz, met talrijke illustraties en kaart Geaut. vert. R. Wiessing-de Ster ke. (Erven J. Bijleveld, Utrecht). De jacht op zeehonden. Met betrekking tot de vraag, of de premie op het dooden van zeehonden nog wel noodig is, wordt door den Mi nister van Binnenlandsche Zaken in 'n nota opgemerkt, dat door het college voor de Visscherijen, teneinde de regee ring daaromtrent van advies te kun nen dienen, een commissie is benoemd, welke -die vraag in studi^ heeft geno- en. De beantwoording van de vraag of de verhooging van het artikel wellicht ge volg is van onregelmatigheden, welke bij de aanbieding van gedoode zeehon den zouden hebben plaats gevonden, moet worden opgeschort tot de uitkom sten bekend zijn van het loopende jus- titieele onderzoek. Ter nadere toelichting van de ver werk moesten en in 's hemels naam maar wandelingen van uren door de natgere- genae reuzenstad er aan waagden. Dat is Berlijn van November 1932, één dag voor alwéér een nieuwe ver kiezing voor den Duitschen Rijksdag Zoo gaan we hier in Duitschland een winter in,.van welke men zegt, dat hij weer eens bitter koud zal worden. Valt over zulke dingen iets vroolijks te schrij ven? Ik zou u slechts een volkomen valsch beeld van de situatie geven Maar een ding is weer opmerkelijk en feitelijk een herhaling van waarne mingen, die we tien jaren geleden ge daan hebben. Zoodra de nood grooter wordt en de toestand gevaarlijker, maakt zich een eigenaardige koorts van zekere teringen in de bevolking mees ter, een sterke neiging tot uitgaan en geld uitgeven. Terwijl de beide vorige winters van een „seizoen" nauwelijks meer iets te merken was, zijn ditmaal alle groote zalen reeds tot in het voor jaar uitverkocht voor bals, banketten, carnavalsfeesten, enz. M enmeende een tijdlang, dat het de uitwerking was van het meer en minder kunstmatig vertoon van optimisme, waarmee de tegenwoor dige rijksregeering in tegenstelling mt de vorige tracht, het volk een hart onder den riem te steken. Maar juister is ze ker de opvatting, dat het een koortstoe stand is, de uiting geeft aan een soort onverschilligheid van slechten huize. De gelukkige kant van dit alles is, dat het beetje geld dat in zekere kringen nog voorradig is, tenminste aan het rol len komt, en dat taxi-chauffeurs, koks, kellners, en leveranciers er van profi- teeren zullen, om de modistes, kapsters, manicures en andere nuttige medebur gers niet te vergeten. ROLAND.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 4