ASPIRIN
BERLIJNSCHE BRIEF.
LANDBOUW I S*°P £eze* kan worden, zelfs niet op hal-
KUNST EN WETENSCHAP.
Bil
Rheumatiek
HANDEL EN NIJVERHEID
den
van
B
ver-
H.
met een rijwiel rijden zonder licht: I
K. te Nieuw- en St. Joosland; L. de S.
te Vlissingen ieder 5 b. s. 5 d.h.; C. M.
R. te Ritthem, teruggave van verdachte
aan zijn ouders, zonder toepassing
eenige straf;
met een motorrijtuig rijden bestuurd
onder het onmiddellijk toezicht var
iemand aan wien een rijbewijs is uitge
reikt, zonder dat de bestuurder J~*
leeftijd vereischt voor het verkrijgen -
een rijbewijs heeft bereikt: Th. J. de
te Middelburg, 25 b. s. 25 d.h.;
met een motorrijtuig rijden op zooda
nige wijze dat de veiligheid van het T
keer wordt in gevaar gebracht: H. C.
te 's-Gravenhage 15 b. s. 15 d.h.;
dronkenschap bij herhaling: J. P.
H. te Middelburg, 3 d.h.;
wateren buiten de bakken: I. S. ie
Middelburg, J. F. te Koudekerke ieder
3 b. s. 3 d.h.;
De Haagsche rechtbank heeft van
alle rechtsvervolging ontslagen de firma
Jamin, die door den kantonrechter tot
een geldboete was veroordeeld, wegens
het in strijd met de Haagsche verorde-
ning op de winkelsluiting openhouden
van een harer winkels gedurende een
bij die verordening bepaalde, gesloten
tijd.
De rechtbank achtte de Haagsche
verordening, waarbij op grond van het
feit, dat de firma Jamin een aantal over
de geheele stad verspreide filialen heeft,
in strijd met de winkelsluitingswet, dus
niet verbindend, omdat het hebben van
een aantal filialen niet te beschouwen
is als een bijzondere omstandigheid,
waaraan de gemeente bevoegdheid ont
leend, van de wet afwijkende bepalin
gen te maken i.e. het inkorten van den
tijd gedurende welken een winkel des
Zondags mag geopend zijn.
De rechtbank oordeelde, dat het heb
ben van verschillende winkelfilialen een
veel voorkomende omstandigheid is,
waarmede, indien noodig, de rijkswet
gever zelf wel rekening had gehouden.
Naar V.D. verneemt is door den
procureur-generaal te Arnhem cassatie
aangeteekend tegen de beide arresten
van het gerechtshof aldaar, waarbij G,
G. F. A. S., uitgever van het pamflet
,,Het vuile ei" te Helmond werd ontsla
gen van alle rechtsvervolging ter zake
eener hem ten laste gelegde beleediging
van een notaris en een bankdirecteur
uit zijn woonplaats.
De zaak komt dus voor den tweeden
maal voor den Hoogen Raad.
Vervalschte postzegels.
De arr. rechtbank te Breda heeft uit
spraak gedaan tegen den postzegelhan
delaar J. H. D. uit Den Haag, die 14
dagen geleden terecht had gestaan we
gens het leveren van vervalschte zegels
aan een genieofficier te Teteringen. Hij
zou o.m. een Surinaamsche postzegel
die een waarde van 50 had, door een
valschen opdruk hebben veranderd in
een zeer zeldzamen zegel, waarvan
slechts 40 exemplaren bestaan en die
een waarde van f 625 vertegenwoor
digde.
De officier van justitie had zich aan
verdachte's bekentenis in eerste instan
tie gehouden, welke bekentenis later,
door een schriftelijke verklaring werd
bevestigd.
Het O. M. had 4 maanden gevangenis
straf geëischt, voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar, wegens oplichting.
In de uitspraak werd de postzegel
handelaar vrijgesproken, wegens gebrek
aan bewijs.
Berlijn in stakingsdagen van
vroeger. De verkeersstaking.
Wat dat zeggen wil in een
groote stad. Een uitgaans-
koorts.
(Van onzen correspondent.)
Berlijn, November,
Hoe gaarne zou ik in mijn Berlijnsche
brieven nu eens wat vroolijks vertellen!
De tijden zijn toch al zoo somber, bij u
en bij ons. In Nederland hoor ik
wordt al even hard gemopperd als in
Duitschland. En daar komt nu nog een
serie van regendagen bij, die van geen
ophouden weet. Drie, vier weken mot
regen, r stroomende regen, striemende
regen, nauwelijks door enkele uren
herfstzon onderbroken. Het is om kre
gelig van te worden.
Vooral wij Berlijners zijn daar niet aan
gewend. Wij wonen hier tusschen de
denneboschen in het centrum van een
geweldig zandplateau, van alle kanten
ver weg van de zee. Met het gevolg, dat
het hier 's zomers zeer warm, 's winters
grillig koud is maar met heel weinig
regen en over t algemeen gezond, zoo
dat asthma-lijders bij voorkeur naar de
Duitsche hoofdstad verhuizen.
En nu opeens deze hoogst-onaange-
name verrassing!
Maar tenslotte is dat allesbehalve de
hoofdzaak. Veel erger is de algemeene
situatie. Straatgevechten, dooden en ge
wonden, politieke relletjes, vooral als
nu zoo kort voor groote verkiezin
gen; daar zijn we aan gewend. Stakin-
op groote schaal echter, die hevig in 't
dagelijksche leven ingrijpen, waren we,
sinds we in 1923 de laatste beleefden,
eigenlijk zoo goed als vergeten....
Ja, in die tijden van inflatie, Rhur-
J ve kracht kan worden gebracht. Eiken
dag, elk uur vragen vernieuwde zorgen;
geploegd, gezaaid, gewerkt moet er
worden en dat alles met de wiskundige
zekerheid, dat het nul komma nul in
het laadje brengt, integendeel, dat weer
idem zooveel verlies zal zijn te boe
ken, Vermogens teren in, credieten wor
den grooter, veelal hebben deze de
draagkracht reeds overschreden, met
alle kwade gevolgen daarvan in het
zicht. Niet één categorie waren te noe
men, die zoo iets met dezelfde lijdzaam
heid zou dragen als de boer. We onder
schrijven dan ook volmondig, wat het
Landbouw-Comité in zijn adres zegt:
.Onder deze omstandigheden den re-
geeringssteun aan de landbouwbedrij-
ven mede verantwoordelijk te stellen
voor een opdrijving der algemeene le-
venskosten klinkt den boerenstand als
hoon in de ooren". Nog altijd zijn de
prijzen onzer landbouw-producten ruim
20 p'Ct. lager dan voor den oorlog. Nog
altijd wordt er dus door den consument
op deze bodemproducten crisiswinst
gemaakt, in totaal ongeveer 400500
mililoen gulden. Als „Het Handelsblad",1
dat in deze aangeeft ais een maximum
thermometer, heeft uitgerekend, dat het
Nederlandsche volk ongeveer 150 mil-
lioen gulden per jaar aan boerensteun
moet opbrengen, dan blijft dit dus verre
beneden het bedrag, dat aan de bodem
productie tekort wordt gekomen. Nu
worden de werklooze cn de „in zijn in
komen beknotte" ten tooneele gevoerd.
Met de laatste zal wel bedoeld zijn de
gene, die enkele percenten van zijn vas
te jaarwedden heeft moeten afstaan,
doch waardoor zijn koopkracht nog altijd
grooter is dan ten tijde, dat hem dit sa
laris werd toegekend.
Zelfs de werklooze gaat nog uit bo
ven den boer. Deze ontvangt tenminste
elke week wat, in vele gevallen zelfs
meer, dan onze landarbeiders met wer
ken verdienen. Het is ook voor de laat-
sten, dat we met kracht opkomen voor
landbouwsteun, want ieder redelijk den
kend mensch zal moeten toegeven, dat
het loon dezer categorie bijzonder laag
is, doch tegelijk zal moeten worden er
kend, dat uit een verlies-lijdend bedrijf
geen behoorlijk loon kan worden betaald.
Opkomend dus voor den steun aan den
landbouw, komen we op voor het voort
bestaan van het platteland in zijn ge
heel, komen we zelfs op voor den ste
deling, omdat deze zonder den landbouw
eenvoudig niet leven kan. Dat heeft hij
in oorlogstijd ondervonden, dat zou hij
ook thans ondervinden, zij het dan op
andere wijze. Als al onze landbouwbe
drijven eens „eenvoudig gesloten" wer
den, „omdat de loopende rekening sluit
met een deficit, dan zouden die ruim
600.000 landbouwers- en landarbeiders
gezinnen, die van alle werk verstoken
zouden zijn, toch ook van „den steun"
moeten trekken? Voor welke bedragen
zou de schatkist dan komen te staan?
Ons dunkt, dat een staatsbankroet on
vermijdelijk ware, zoodat we gerust
kunnen herhalen, dat het gaat om het
al of niet zijn van den Nederlandschen
Staat.
DE CONSUMENT SCHATPLICHTIG
AAN DEN LANDBOUW?
I.
Onze landbouwmedewerker schrijft
ons:
Het geluid, dat „een consument" on
der bovenstaanden titel laat hooren,
geeft ongeveer weer, wat de stedelijke
bevolking in het algemeen denkt en
zegt van den steun aan den landbouw.
Het Verbond van Ned. Werkgevers
sprak ook al van het „opschroeven der
kosten van het noodzakelijk levenson
derhoud" en richtte een adres in dien
geest aan de Tweede Kamer. Het be
stuur van de drie Noordelijke Boeren
bonden, alsmede het Kon. Ned. Land-
bouw-Comité zonden hiertegen een
adres van verweer, zoodat te juister
plaatse het voor en tegen rustig kan
worden overwogen. Dii mag ons echter
niet weerhouden eveneens van antwoord
te dienen, temeer, daar de noodlijdende
toestand van den landbouw juist voor
Zeeland zulke funeste gevolgen reeds
heeft en steeds meer zal hebben. Zeg
gen Ged. Staten niet, dat ze de opge
spaarde gelden moeten gaan opleven?
Het uitgangspunt van „een consu
ment, n.l. „dat de financieele toestand
van allen, die van de opbrengst van den
bodem moeten leven, allertreurigst is",
is ook het onze. Het aantal dergenen,
die van de bodemopbrengst moeten le
ven, is in ons land^groot. Dat zijn voor
eerst de ruim 200.000 zelfstandigen op
de bedrijven met hunne gezinnen en de
ongeveer 400.000 landarbeiders met hun
gezinnen. Deze gezinnen behoeven niet
groot te zijn om een belangrijk percen
tage van onze bevolking te vormen. Die
allen, „consument" erkent het, verkee-
ren in een allertreurigste positie. Dit
reeds respectabele aantal moet worden
vermeerderd met hen, wier welvaart ab
soluut door de uitkomsten van het land
bouwbedrijf wordt beheerscht. Smeden,
wagenmakers, gareelmakers, alle am
bachtslieden te platten lande, commis
sionairs of handelaars in landbouw
producten, handelaars in landbouwma
chines, neringdoenden op de dorpen,
zij allen staan of vallen met den land
bouw. Verder noemen we de landbouw
industrie: Coöp.-, Suiker-, Vlas-, Stroo-
carton-, Aardappelmeel-, Zuivel-, Con
serven- en Jamfabrieken. Allen, die
hierin werken, izijn zwaar afhankelijk
van de financieele opbrengst der bodem
productie. Direct hierop volgen ver
schillende transportmiddelen. Onze trams
onze binnenschipperij, zij lijden van den
weeromstuit mee. Zoo is men er niet af
met te beweren, dat het in andere tak
ken van volksbestaan ook slecht is. Uit
voorgaande moge blijken, hoe dit voor
vele bedrijven een gevolg is van de land
bouwcrisis. Het gaat er hier om, dat on
ze vaderlandsche landbouw in den ruim-
sten zin en met hem de heele platte-
landsche bevolking tot pauperisme zal
vervallen, waardoor het fundament van
onze samenleving zou zijn ondermijnd,
niet meer geschikt tot het dragen van
ons staatsgebouw.
Vandaar, dat we den steun niet „ei-
schen op een f i c t i e", doch op grohd
van het allergrootste belang, het al
of niet zijn van den N
derlandschen Staat!
En we vragen met te meer durf, om
dat de boer niet, zooals deindustrieel
„de zaak eenvoudig kan sluiten". Dat
is juist zoo, we zouden haast zeggen,
gemeen. Men weet, dat de boerderij niet
bezetting, Kapp-contra-revolutie, en. nog
langer geleden: Spartacus-onlusten, toen
waren ook de groote stakingen geen
eigenlijk schrikbeeld meer voor den
Duitscher in de groote stad en in het
bijzonder niet voor den Berlijner. Het
is merkwaardig, hoe elastisch de mensch
is, hoe hij zich tenslotte aan alles went,
ook aan het onaangenaamste. Zoo her
inner ik me nog levendig de dagen van
algemeene werkstaking, toen geen enkel
verkeersmiddel meer functioneerde,
geen licht brandde en geen gas;
toen we niet meer telefoneeren konden
en nog slechts per eigen auto op reis
konden gaan. Mits men over voldoende
reserve-voorraden benzine beschikte!
Wat deden we? We bleven thuis,
kookten op een spirituslichtje, putten
ons water uit de tijdig volgeloopen bad
kuip, en namen, als we toch door de
stad moesten, voor een mark of twee
een „kaartje op een der vele door
paarden getrokken bestelwagens of kar
ren, die in hulporganen voor het ver
keer in der haast in diens waren ge
steld. En werd het donker, dan behiel
pen we ons met kaarsen, die we in die
tijden altijd pakken vol in huis in voor
raad hadden.
Men wist toen nu eenmaal niet anders
of elk oogenblik kon een nieuwe staking
uitbreken. ,En men bezat de noodige
routine in noodmaatregelen.
Verleden week hebben we echter
in Berlijn opeens wéér in 'n groote sta
king, weliswaar voorloopig nog slechts
beperkt tot een groot deel van de open
bare verkeersmiddelen (taxi's en voor-
stadtreinen staken niet) en van den af
voer van stadsvuil; maar geen mensch
kon zeggen, hoe het er de volgende
week zal uitzien, en of niet tenslotte,
direct of over eenige dagen of weken,
zich andere beroepsgroepen zouden aan
sluiten en alle ellende van 1919'23 in
Duitschland zou keeren.
In het midden latende de mogelijke
juistheid van hetgeen hier bedoeld
wordt, zij toch vastgesteld dat de term
„crisiswinst" hier economisch gansch
niet door den beugel kan! Red.
Koopt toch in den vreemde niet
Wat eigen land u net zoo biedtl
Op de politieke zijde van deze sta
king wil ik hier niet nader ingaan, al
zou men er belangwekkende dingen
over kunnen vertellen, 't Bleek wel, dat
in Duitschland thans meer dan 80 pCt.
van de totale bevolking, meer of min
der radicaal getint, tot de anti-burger
lijke groepen moet gerekend worden, en
het samengaan van communisten en na-
tionaal-socialisten bij deze staking be
wijst, dat de hoop, de Hitler-bewegfng
in het sleeptouw van de burgerlijk-na
tionale partijen te nemen, als een vol
komen mislukking moet beschouwd wor
den .en dat we nog voor verrassingen
van onberekenbare afmetingen staan.
Maar laten we de politiek terzijde en
bepalen ons tot uiterlijkheden.
Kunt u zich voorstellen, wat 'n groote
verkeersstaking beteekent voor 'n stad
van A.V. millioen zielen, de derde ter
wereld wat het aantal inwoners, de
tweede ter wereld wat de uitgestrekt
heid van het stadsgebied aangaat? Voor
hen, die steeds aan Nederlandsche af
standen in bewoonde plaatsen gewend
zijn, is het zeker niet zoo gemakkelijk
zich daar in te denken. Ik woon in het
Berlijnsche Westen, en waar ik mij de
voortdurende uitgaven voor taxi's niet
veroorloven kan, ben ik op omnibus
sen, electrische trams, centuurspoorwe-
gen of ondergrondsche sneltreinen aan
gewezen. Om van mijn huis naar het
u allen bekende Centrum, den Post-
damer Platz, te komen, heb ik in het
allergunstigste geval 40 minuten noodig.
Maar als ik niet dadelijk een tram of
een „ondergrondje" krijg, duurt het een
uur langer. Wil ik dus iemand bezoeken,
die even 'ver oostelijk, noordelijk of
zuidelijk als ik westelijk uit het cen
trum wegwoont, dan moet ik anderhalf
tot twee uren héén en even lang terug
berekenen, alleen voor de verbinding
van huis tot huis, wat dus neerkomt op
een bezoek van een Amsterdammer
Till i
Hollandsche villabouw in Engeland.
Den Larenschen architect Wouter
Hamdorf is opdracht gegeven om in
groot Londen ten Zuiden van de Theeiiis
Insurrey een complex landhuizen te bou
wen.
De opdrachtgeefster daarvan is de in
tersate Land Company Ltd. te Londen
Als eerste uit te voeren project is ge ka.
zen het in exploitatie brengen van ecu te
'Coulsdon gelegen geaccidenteerd ter
rein namelijk een wijde vallei met soli
tair geboomte en gedeeltelijk bebos-*
waarna de architect een wegen, en bouw
plan heeft ontworpen met een. totaal van
150 landhuizen.
Om liet Hollandsche karakter van de
Coulsdon vale estate nog duidelijker t
doen uitkomen, is besloten om zooveel
mogelijk gebruik te maken van Neder
landsche bouwmaterialen, melselsteenen,
dakbedekkingen etc.
Gereleveerd kan nog worden, dat in
een een dezer dagen gehouden bestuurs
vergadering der Compagny besloten is
twee der hoofdwegen te noemen Ne»
therland Avenue en Juliana Road, Inmid
dels is met den bouw reeds een aanvang
gemaakt.
De Nobelprijzen.
De Academie der Wetenschappen te
Stockholm heeft besloten, den Nobel
prijs voor letterkunde voor dit jaar toe
te kennen aan den Engelschen schrijver
John Galsworthy,
John Galsworthy, die den 14en Au
gustus 1867 is geboren en dus thans 65
jaar oud is, heeft zijn grooten roem
voornamelijk te danken aan zijn uitge-
breiden roman-cyclus The Forsyte Saga.
Hij bestaat uit de zes volgende werken
The man of Property (1906), In Chan
cery (1920), To Let (1921), The white
Monkey (1924) The Silver Spoon (1926)
en Swang Song (1928).
De Nobelprijs voor scheikunde werd
toegekend aan den 'Amerikaan Irving
Langmuir, uitvinder van de gashouden-
de Wolramlamp en de Condensatiepomp
voor het verkrijgen van hooger vacua.
De Nobelprijzen voor natuurkunde
zullen niet worden toegekend.
ONTVANGEN BOEKEN.
„Er waren twee koningskinderen'
Een vroolijke filmfantasie door Melis
Stoke. (N.V. H. P. Leopolds Uitg. Mij.
Den Haag.)
Aflevering 5 van „Ik maak alles",
encyclopaedic voor het huisgezin. In
deze aflevering o.a. schabloneeren van
stoffen, raffiawerk, kralenwerk, inlijs
ten van platen etc. (Uitg. Mij. Enum
Amsterda m).
Van de N.V. Em. Querido's Uitge
vers Mij. Amsterdam:
„De dood van de Patriarch", 'n No
velle door A. M. de Jong. Het boek is
geheel uitgegeven in het facsimile van
de Jong's handschrift.
Naam en zaakregister op P. J.
Troelstra's gedenkschriften, door L. J.
Klein.
Ethel Mannin: „Gezond verstand:
gezonde kinderen". Vertaald door mr.
I. E. PrinsWillekes Mac Donald. Met
een voorwoord van dr, Arie Querido,
„Nachtvlucht", roman door An-
toine de St. Exupéry. Vertaald en inge-
aan een vriend in Den Haag of Rotter
dam.
Te voet zou ik van mijn woning naar
den Postdammerplatz bijna 3 uren noodig
hebben waaruit u al dadelijk ziet,
dat geen 'enkele Berlijner, die in de
buitenwijken woont of ze bezoeken
moet, zonder verkeersmiddelen kan
uitkomen. Tientallen omnibussen, eeni
ge honderden tramlijnen, ondergrond
sche en bovengrondsche spoorwegen in
alle richtingen, tienduizenden taxi's zijn
dus noodig om in het verkeer te voor
zien. En op de drukke uren zijn die alle
tezamen nog onvoldoende en moet men
vaak een half uur en langer op een
staanplaatsje wachten om naar huis te
komen,
En in zulk een stad staken plotseling
alle trams, alle ondergrondsche treinen
en alle omnibussen! De verkeersdeputa-
tie, door de politie geholpen, wist van
geen toegeven, dreigde met een ultima
tum en ontslag op staanden voet, stelde
met willig personeel(de vakvereeniginij
gen keuren de staking af!) een voor-
loopigen hulpdienst in.
En nu begon de kermis pas goed!
Elk half uur, of zelf maar vol uur,
rijdt voorzichtigtjes een tram of een
omnibus door Berlijn. Op het voorbal-
con één, op het achterbalcon een twee
de agent met karabijn in den aanslag.
Bij elke halte honderden opgeschoten
jongens, wagens met politie, bereden
agenten. Zoodra een tram nadert, waar
in slechts weinige doodsbenauwde pas
sagiers, een gejoel, geschreeuw en ge
fluit van je welste. Steenen vliegen in
de ruiten van den tramwagen, kogels
fluiten, charges volgen. Ginds in de
straat opgebroken en het puin op de
rails opgehoopt, overal zijn wissels on
bruikbaar gemaakt door volgieten met
cement.
En op de trottoirs verdringen elkander
de honderdduizenden, die toch naar hun
tb a*5
alleen
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-band-
buisjes van 20 tabletten nu II. .70 en
oranjezakjes van 2 tabletten D. .10.
(Ingez. Med.)
leid door A. Viruly. (Andries Blitz, Am
sterda m).
Van de uitgevers Valkhof f en Co.
te Amersfoort:
„De toekomst van Marijke", door
Cissy van Marxveldt. Met teekeningen
van Hans Borrebach.
„Wending", door Emmy Belinfan-
teBelinfante. Met teekeningen van
Ro Keezer.
„Een wonderkind", door M. Slui-
zer. Met teekeningen van Jan Lutz.
„Levenskunst „van Epictetus".
Naar zijn „Encheiridon" of handboekje
en zijn „Gesprekken", door dr. II. (W.
J. Thieme en Cie te Z u t p h e n.)
„Crisis-overpeinzingen in verband
met onze kieswet", door B. C. de Groot.
(Blankwaardt en Schoonhoven, Rijs-
w ij k).
Sexueele Hygiëne. Mededeelingen
van de Nederl. Verg. tot bestrijding der
geslachtsziekten. Eerste reeks no. 1 (J.
Ploegsma, Uitgever, Zeist).
„Ik boemel de wereld rond". Een
reis om de aarde in twee jaar, per ka
meel en spoor, schip en auto, door Ri
chard Katz, met talrijke illustraties en
kaart Geaut. vert. R. Wiessing-de Ster
ke. (Erven J. Bijleveld, Utrecht).
De jacht op zeehonden.
Met betrekking tot de vraag, of de
premie op het dooden van zeehonden
nog wel noodig is, wordt door den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken in 'n
nota opgemerkt, dat door het college
voor de Visscherijen, teneinde de regee
ring daaromtrent van advies te kun
nen dienen, een commissie is benoemd,
welke -die vraag in studi^ heeft geno-
en.
De beantwoording van de vraag of de
verhooging van het artikel wellicht ge
volg is van onregelmatigheden, welke
bij de aanbieding van gedoode zeehon
den zouden hebben plaats gevonden,
moet worden opgeschort tot de uitkom
sten bekend zijn van het loopende jus-
titieele onderzoek.
Ter nadere toelichting van de ver
werk moesten en in 's hemels naam maar
wandelingen van uren door de natgere-
genae reuzenstad er aan waagden.
Dat is Berlijn van November 1932,
één dag voor alwéér een nieuwe ver
kiezing voor den Duitschen Rijksdag
Zoo gaan we hier in Duitschland een
winter in,.van welke men zegt, dat hij
weer eens bitter koud zal worden. Valt
over zulke dingen iets vroolijks te schrij
ven? Ik zou u slechts een volkomen
valsch beeld van de situatie geven
Maar een ding is weer opmerkelijk
en feitelijk een herhaling van waarne
mingen, die we tien jaren geleden ge
daan hebben. Zoodra de nood grooter
wordt en de toestand gevaarlijker,
maakt zich een eigenaardige koorts van
zekere teringen in de bevolking mees
ter, een sterke neiging tot uitgaan en
geld uitgeven. Terwijl de beide vorige
winters van een „seizoen" nauwelijks
meer iets te merken was, zijn ditmaal
alle groote zalen reeds tot in het voor
jaar uitverkocht voor bals, banketten,
carnavalsfeesten, enz. M enmeende een
tijdlang, dat het de uitwerking was van
het meer en minder kunstmatig vertoon
van optimisme, waarmee de tegenwoor
dige rijksregeering in tegenstelling mt
de vorige tracht, het volk een hart onder
den riem te steken. Maar juister is ze
ker de opvatting, dat het een koortstoe
stand is, de uiting geeft aan een soort
onverschilligheid van slechten huize.
De gelukkige kant van dit alles is, dat
het beetje geld dat in zekere kringen
nog voorradig is, tenminste aan het rol
len komt, en dat taxi-chauffeurs, koks,
kellners, en leveranciers er van profi-
teeren zullen, om de modistes, kapsters,
manicures en andere nuttige medebur
gers niet te vergeten.
ROLAND.