No. 172. Twee Bladen. VRIJDAG 4 NOVEMBER 1 932. Eerste Blad. 119e Jaargang. Theorie en praktijk der smalende godslastering STATEN-GENERAAL BINNENLAND. -VAN MELLB'S- GOESCHE ONT BYT- i<0 EK MER EN WHIG. PERSKRONIEK. «OEM 'HE i COURANT Dagblad - Abonnement.prij. f 2.30 per kwartaal (Buiten Goes plus 20 ct. UITG.: N.V. DE MIDDELBURGSCHE COURANT Familieberichten en dankbetuigingen: van 1-7 regels 2.10; elke regel voor expeditie). Weekabonnementen in Goes 18 cent per week. Lange St. Pieterstraat, Middelburg meer 30 cent lu^de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uit- e advertentieprijs is voor de gewone advertentiën 30 cent per regel; Kantoor voor GOES Turfkade, telefoon no. 17. ^frukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën. tot niet meer dan 6 regeto voor ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Bij abonnement Middelburg, Redactie tel. 269; Administratie tel. 139. t> Opgenomen a 75 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven o» voor beide veel lager Men vrage daarvoor de tarieven. Postcheque- en girorekening 43255- „Bevragen bureau dedScou^nt" 10 cent extra Bewijsnummer» 5 cent. Met 28 tegen 18 stemmen, rechts tegen links, heeft de Eerste Kamer gisteren het „wetsontwerp tot aanvulling van het wetboek van strafrecht met voorzienin gen betreffende bepaalde voor gods dienstige gevoelens krenkende uitingen" aangenomen. Wij vreezen, dat minister Donner, die het wetsontwerp indiende en ten einde toe knap verdedigde, tenslotte weinig plezier van deze overwinning zal bele ven, evenmin trouwens als de geheele rechterzijde, die de overwinnende leger macht vormde. Want van tweeën een: öf de wet wordt een wassen neus en die kans lijkt ons in theologiseerend Nederland niet groot of zij zal in hare uitvoering tot de onverkwikkelijkste tooneelen aanleiding geven, tooneelen, die er allerminst op gericht zullen zijn, den godsdienstzin van ons volk te bevorderen. En die zelfs het tegendeel zullen bereiken van wat dit wetsontwerp beoogt. Het is juist het verschil tusschen de grauwe theorie, die men aan beide zijden van het Binnenhof beoefend heeft, en de o.i. met zekerheid te verwachten p r a k t ij k van de wet, die, op gods dienstige en algemeen zedelijke gron den de geheele linkerzijde als een man tegen deze wet heeft doen stemmen. En nu moge dit volgens „De Zeeuw" der linkerzijde „niet tot eere strekken", wij meenen nog steeds dat het van een juiste opvatting van den volksvertegenwoor diger getuigt, indien hij stemt tegen een wetsontwerp dat tegen zijn geweten en zijn zedelijke gevoelens indruischt, of waarvan hij schade verwacht voor ons volksleven. De theorie van de zaak is eenvoudig. Geruimen tijd geleden kwamen er in het communistische en dus naar Moskou- schen trant anti-godsdienstige dagblad de „Tribune" godslasterlijke platen met bijschriften voor, die werkelijk niet an ders dan schunnig genoemd konden worden. We kunnen vragen: wie leest de „Tri bune"? En het antwoord moet dan lui den: vrijwel niemand buiten de groote steden, en daar ook nog maar een ge ring aantal der bevolking. Maar goed de „Tribune" is een dag blad, waarmede ook wel openlijk gecol porteerd wordt, en dus kan men zeggen: moet zulke openlijke en smalende gods lastering bij de wet verboden worden, ja of neen? Aanvankelijk en oppervlakkig zal ieder weldenkend mensch, geheel onaf hankelijk van zijn politieke gezindheid, als natuurlijke opvatting 'zeggen: „dat moest toch verboden worden!" Maar het is onze grief dat de rechter zijde in Tweede en Eerste Kamer feite lijk bij dezen aanvankelijken en opper- vlakkigen natuurlijken aandrang is blij ven volharden. Want al zeide de heer Mendels misschien een beetje spot tend dat de discussie tot de diepste diepten van het wetsontwerp was door gedrongen, toch komt het in feite hierop neer, dat de rechterzijde den gewoon- menschelijken aandrang „dat zoo-iets bij de wet verboden moest worden", is blij ven volgen, terwijl juist de geheele lin kerzijde, met volkomen waardeering van den zedelijk-godsdienstigen grondslag waaraan dit wetsontwerp is ontsproten, vérder heeft gekeken dan haar neus lang was. En op grond van deze breedere, verder-ziende, meer nuchtere en practi- sche beschouwing heeft de linkerzijde, juist de krenkende en smalende gods lastering die haars inziens het gevolg van deze wet zal zijn willende voor kómen, tegen dit ontwerp gestemd. Men zal zich met eenige verwondering afvragen: hoe zal een wet, die tegen de smalende godslastering gericht is, de ze kunnen bevorderen? Dat lijkt ingewikkeld, doch het is doodeenvoudig. Het is juist het verschil tusschen de opvattingen van rechts en links, van de theorie en de praktijk. Dat de wet de smalende godslastering zal bestrijden, meent in gemoede de rech terzijde, met den minister. Dit is de the orie. Dat, tengevolge van deze wet, zeer waarschijnlijk een geraffineerde aanval op het godsdienstig front in Nederland gedaan zal worden, dat althans de evi dente mogelijkheid en bijna uitlokking daartoe door deze wet gegeven is, dat meent evenzeer in gemoede de linker zijde. Maar hoe kan dat dan toch? Zoo: door de noodgedwongen volstrek te onbepaaldheid van het strafbaar ge stelde begrip der smalende godslastering. Dat is de kern van de zaak. Nederland is in godsdienstigen zin vermoedelijk het meest-verdeelde land ter wereld. En naar onze meening is een grootste-gemeene-deeler van een „sma lende godslastering" begrip uit deze ver deeldheid niet af te leiden. Is deze meening juist, dan zal altijd krenking van eens anders eerlijke overtuiging moge lijk blijven, in dezen zin dat hij wegens „smalende godslastering" (naar het eer lijk inzicht van den rechter, die ook mensch is) veroordeeld zal worden, ter wijl hij naar eigen even eerlijk inzicht het hem ten laste gelegde feit niet pleegde. En nu kan dat nog iemand zijn, die on wetend, althans onbedoeld, de wet schond. Maar welk een mogelijkheden biedt deze wet voor hem, die openlijk gods- lasteren wil, ter bestrijding van den door hem verfoeiden godsdienst? In het Tijdschrift voor Strafrecht heeft mr. Baelde in een artikel over 166 van het Duitsche wetboek van strafrecht op hetzelfde onderwerp in eenigszins an dere bewoordingen betrekking hebbend als prognose voor Nederland o.m. het volgende geschreven: „Toch durf ik te zeggen: Ja, inder daad, het is „eenvoudig", vanuit eerlijke verontwaardiging en oprecht gekrenkt- zijn een wetsbepaling te formuleeren, die het kwaad in theorie doeltreffend den kop indrukt. Maar wat daaruit worden zal: wat er in onze rechtszalen, in on ze kranten, in de gedachtenwereld van ons volk zal gaan gebeuren, zal gaan spoken dat te voorzien en te bestu ren is n i e t eenvoudig, dat ontsnapt aan ons aller willen deze wet is een eer ste schakel in een keten van noodwen digheden dat heeft niemand onzer in de hand. Behalve één onzer: het is de godslasteraar of zijn verdediger. Hij kan (en heeft hij van zijn standpunt geen ge lijk?) het heele arsenaal van logische ar gumenten, de volle maat van redenee- rings-, uitleggings-, begripvormingskunst, zooals die zich in Duitschland onder vi geur van 166 hebben ontwikkeld en zooals in schr.'s artikel die zijn geschetst hij kan en moet dat alles gaan gebrui ken. Het materiaal ligt in onze bibliothe ken; slechts voor een zeer klein gedeelte op het oogenblik op schr.'s tafel". En, zoo vervolgt mr. Baelde: „Ook het Openbaar Ministerie moet mee in die sfeer," en „ook de rechter moet mee praten en pluizen"....; „en wij allen moeten mee in die sfeer, die geruchtma kende rechtzaak bepratend en overden kend. Allen worden noodzakelijkerwijs meegetrokken naar een gebied, waar godsdienst bepraat, betast, aan de ratio onderworpen wordt. Samen, de gods lasteraar en zijn rechter, (hoe persoon- lijk-geloovig deze moge zijn) voeren, ten aanschouwe van het verzamelde volk, het allegorisch schouwspel op der knech ting Gods onder het kervend intellect, samen ondermijnen ze, elkaar antwoor dend, elkaar bestrijdend, het levende ge loof." Dat wordt de praktijk. Wij herinneren ons een spreker, die voor een vrijdenkersvereeniging zou op treden met een zeer positief anti-gods- sig onderwerp; zijn rede droeg tot titel „God is het kwaad". Het is van rechts in Eerste en Tweede Kamer meermalen gezegd: aan de vrijheid van meeningsuiting, aan de mogelijkheid tot bestrijding van den godsdienst op zichzelf mag geen beper king in den weg gelegd worden. Alleen „smalende" godslastering is verboden. Maar nu zitten we er al midden in Wij weten stellig, dat zeer velen aan een aanplakbiljet, waarop met groote letters de titel van deze rede aange kondigd zal staan, zich grootelijks zul len ergeren, en het eerlijk „smalende godslastering" zullen achten. Anderen zullen wellicht vinden, dat het zeker niet fraai staat, maar dat het, steunende op uitspraken van minister Donner en co- rypheeën der rechterzijde, toch niet strafbaar zal zijn. Wellicht zal er dan eens een vervol ging aanhangig gemaakt wordenen dan zijn we juist waar we niet wezen willen. Want dan treedt in werking wat Een verlegen hond blaft harder dan hij bijt. mr. Baelde schetste: de uitpluizing en ontleding, het gedebatteer over God en godslastering. En, zoo zeide men in de Kamer: dan sluit de rechtbank de deuren maar Maar dat wordt toch al te gek Tenslotte mogen wij dan nog eens herinneren aan het te dezen opzichte leerzame Bossche geval, dat illustreert, hoe op een eenigszins ander, maar hier toch aangrenzend terrein een rechter zich niet altijd strikt binnen de hem ge stelde perken houdt. Men weet dat voor den roomsch-ka- tholiek het burgerlijke huwelijk geen andere dan registreerings-beteekenis heeft, het eigenlijke, werkelijke huwelijk is het kerkelijke. En iemand, die dus alleen voor den ambtenaar van den bur gerlijken stand, doch niet in de kerk getrouwd is, is naar roomsch-katholie- ke opvatting dus.... niet getrouwd. Het spreekt echter vanzelf, dat deze normen alleen gelden binnen de r.k. sfeer en dat een Nederlandsche rech ter, geroepen de Nederlandsche wet te handhaven en toe te passen, binnen de rechtzaal met Keze kerkelijke inzich ten geen rekening heeft te houden: daar geldt voor hem alleen de Nederland sche wet. En toch is het in Den Bosch gebeurd, dat een wettig gehuwde vrouw voor de rechtbank door zulk een rechter voor de voeten geworpen werd: „gij zijt niet gehuwd, ge lééft slechts in concubinaat met dien man." Terecht is dat als een heel erge rech terlijke misstap beschouwd. Maar het is leerzaam ten aanzien van wat ons ook met het godslasterings wetje mogelijkerwijze te wachten staat: hoe zal deze, hoe gene rechterlijke in stantie de „smalende godslastering op voor godsdienstige gevoelens krenken de wijze" opvatten? Een onaantastbaar criterium ont breekt o.i. te eenenmale; in godsdien stig verdeeld Nederland zal een unifor me wetsioepassing op onoverkomelijke moeilijkheden stuiten en de kans, dat een onrechtmatige veroordeeling zal vóórkomen is even groot als die op een het elementaire rechtsgevoel des volks krenkende vrijspraak. En het gevaar: dat de positief anti godsdienstige Nederlandsche bolsjewiki deze wet zullen uitbuiten om buiten en in de Nederlandsche rechtszalen an ti-godsdienstige propaganda te maken, achten wij groot. Is dat zoo, dan zal de rechterzijde der volksvertegenwoordiging dat zichzel- ven te wijten hebben: zij wilde niet luis teren naar de eerlijke bezwaren die links, op grond van de te verwachten praktijk der wet, te berde bracht. EERSTE KAMER. Godsdienstige gevoelens krenkende uitingen. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp inzake voor godsdien stige gevoelens krenkende uitingen. Mevr. Pothui s-S m i t (s.-d.) geeft als haar persoonlijke meening te kennen dat we hier in wezen te doen hebben met een wetsontwerp tegen godslastering doch godslastering is evenmin mogelijk als de zee te dempen door er steentjes in te werpen. De heer Van Sasse van IJsselt (r.k.) betoogt, dat het ontwerp voldoet aan hetgeen in katholieke kringen leeft. Is het wet geworden, dan zullen rechter en openbaar ministerie zich strikt heb ben te houden aan hetgeen er in staat. De heer Drooglever Fortuin (lib.) verwacht niet, dat de minister met deze wet bereiken zal wat hij bedoelt. Voorts zijn er gevaren aan verbonden. Immers er ontbreekt rechtszekerheid, toch een eerste eisch, aan het ontwerp. De heer A n e m a (a.-r.) betoogt, dat de overheid moet ingaan tegen die strijd middelen tegen den godsdienst, welke de openbare orde aantasten. De heer W i b a u t (s.-d.), het ontwerp beoordeelend van algemeen maatschap pelijk standpunt, noqmt het een voor beeld van eigen gerechtigheid. De minister van justitie mr. Donner betoogt, dat het ontwerp zich bij ons strafrecht aansluit en dat het begrip godslastering volkomen objectief is ge bleven, ondanks de toevoeging van het woord „smalende". Het gaat niet om het onderdrukken van nieuwe meeningen, maar om den vorm waarin die worden geuit. De wet wordt door de overheid staan de boven de onderdanen gesteld en is geen instrument van onderdanen tegen onderdanen. Na de replieken, wordt het wetsont werp aangenomen met 28 tegen 18 stem men, (rechts tegen links). Daarna sluiting. STEUN AAN DEN TUINBOUW. In het Voorloopig verslag over het wetsontwerp tot steun ten behoeve van verbouwers van fruit en warmoezerij- gewassen betuigen de leden der Twee de Kamer vrij algemeen instemming met de strekking van het voorstel. Men wenscht deze regeling, zij het eenigs zins gewijzigd, spoedig tot stand te zien komen. HET STATION TE ROOSENDAAL. In den nacht van 3 op 4 November 1907, heeft men de verbindingen van de verschillende spoorlijnen, die te Roo sendaal samen komen verlegd van het bij velen nog in herinnering voortleven de uit 1854 dateerende oude station naar het groote nieuwe en heden is het dus 25 jaar geleden, dat het huidige sta tion aldaar in dienst is gesteld. „De Grondwet" wijdt aan dit zilveren jubi leum een uitvoerig grootendeels his torisch artikel. GEEN KONINKLIJKE GOEDKEURING. Het genootschap Nederland-Nieuw Rusland heeft op 1 December 1928 een verzoek ingediend om Kon, goedkeuring van zijn statuten. In „Nieuw Rusland", het orgaan van het genootschap, wijst 't bestuur erop, dat de regeering daarom trent nog steeds geen beslissing heeft ge nomen, zulks in weerwil van het feit, dat bij herhaling op spoedige beschikking is aangedrongen en dat deze reeds twee jaren geleden van regeeringswege ook werd toegezegd. DE EX-KEIZER. In de memorie van antwoord op de algemeene beschouwingen van de be grooting deelt de regeering mede: Voor zooveel der regeering bekend is, onthoudt de gewezen Duitsche keizer zich overeenkomstig destijds afgelegde beloften, van politieke handelingen. Geruchten van andere strekking, wel ke vooral in de buitenlandsche bladen plegen verspreid te worden, bleken bij nader onderzoek onjuist te zijn. Ook dit najaar zullen op H e t L o o geen Hofjachten plaats vinden. De hofdames en de waarnemend grootmeester van 11. M. de Koningin- Moeder maken bekend dat H. M. zich gedurende het winterseizoen bij het ver- ieenen van audiënties zal moeten be perken en in deze omstandigheden iniel verwacht, dat aanvragen om eerbiedi ge opwachting aan H. M. te mogen ma ken zullen worden ingediend. In stede hiervan kunnen dames £n heeren zich inschrijven in het daarvoor bestemde boek ten paleize Voorhout. Men schrijft ons, dat het gemelde adres van kantonrechters in Nederland aan de Tweede Kamer inzake het re- geeringsvoorstel tot opheffing van 48 kantongerechten geteekend was door een groot aantal kantonrechters in den lande, en niet alleen door de vier ge noemde, In aansluiting op de reeds gedane mededeelingen omtrent de plannen voor werkverschaffing in den Wierin- germeerpolder kan het Corr. Bur. thans mededeelen dat de werkzaamheden 'n aanvang zullen nemen op 10 Novem ber a.s. Voorloopig zullen slechts de werk- loozen uit de gemeente Wieringen deel nemen. Aangevangen wordt in de om geving van het gemaal de Leeman bij Den Oever op terreinen die bestemd zijn voor boschaanleg. De Coöp. Tuinbouwvereeniging „Beemster en Omstreken" heeft den mi nister van Waterstaat verzocht het peil van het IJsselmeer te brengen op plm. 40 cm onder A.P. r>i .soucn MV; SU)r-FT I.'.ZJV (Ingez. Med.) Middelburg 4-XI-'32 Donderdag: hoog ste lucht temperatuur 13.7 °C; (56 °F); laagste 8.6 °C (47 °F). Heden 9 h: 9.3 °C; 12 h: 12.9 °C. 0.1 mm regen of neerslag. Hoogste barometerstand 770 mm; laag ste 766 mm. Hoogste barometerstand 772.3 mm te München; laagste 750.5 mm te Aberdeen Verwachting tot Morgenavonds Meest matige, aanvankelijk wellicht krachtige Z. tot W. wind, half bewolkt, later toenemende bewolking en wellicht een weinig regen, iets kouder. Zon op: 7 h 03; onder 16 h 24. Licht op: 16 h 54. Maan op: 13 h 47; onder: 21 h 42. E.K. 5 Nov. Hoog- en Laagwater te Vlissingen. Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later, (S springtij). Nov. Vr. 4 5.04 17.43 11.46 Za. 5 6.09 18.59 0.09 12.48 Zo. 6 7.28 20.22 1.18 14.07 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge. Nov. Vr. 4 6.58 19.29 0.17 12.48 Za. 5 7.57 20.35 1.18 13.50 Zo. 6 9.07 21.51 2.28 15.05 6 NIEUWE RADIOTOESTELLEN, (N. S. F. en Philips), vanaf 129,Ziet de etalage. Hoofdagent: J. M. Polder man, Goes. Tel. 129. (Ing. Med.) Bij het adres is een lijst gevoegd van 51 personen, die tezamen ten gevolge van den hoogen waterstand een schade van 16000 hebben. Middelburgs garnizoen. Ir. J. [uten] schrijft, ten aanzien van de opheffing van het XlVe R.l. in „De Avondster" o.m. het volgende: „Bij de opheffing daarvan zou in vre destijd Middelburg zijn laatste restje garnizoen moeten missen en evenals in 1923 zoo hebben zich in Zeeland comi- té's gevormd om dit te verhinderen. Daar de Zeeuwen een streepje voor hebben bij H. M. de Koningin, zoo is het begrijpelijk dat zij zich rechtstreeks tot H. M. gewend hebben. In 1923 hebben zij dat ook gedaan en dat is toen met een klein succesje be kroond; nu verwacht dan ook iedereen dat dit de Zeeuwen in 1932 weer geluk ken zal. Minister Deckers is de vorige week in Middelburg geweest en onmiddellijk liep hier in de stad het praatje dat nu het 14e Regiment zou blijven bestaan, en het derde dus zou worden opgeheven. De maatregelen ten bate van Zeeland, zou den dus zijn ten nadeele van Bergen op Zoom, v; .r Het is aan 't gemeentebestuur van Bergen op Zoom zich daarover met den minister te verstaanwant de we gen onzer militaire bureaucratie zijn duister De oplossing dezer kwestie dient na tuurlijk een geheel andere te zijn." Na enkele beschouwingen van mili- tair-technischen aard vervolgt de schr. dan: „Wanneer dus in vredesorganisatie in 1933 zouden zijn opgeheven acht Regi menten Infanterie, dan zou er geen en kel bezwaar zijn tegelijkertijd vijf divisie- groepen te scheppen. De vijfde gelegen tusschen WillemstadEttenBergen op ZoomMiddelburg. Men kan daarvoor bestemmen in vre destoestand het 3e regiment infanterie

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1