NA DE OPERATIE. TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN DONDERDAG 27 OCTOBER 1 932. No. 16 5. GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG, Vergadering van Woensdag 26 Oct. Voorzitter de burgemeester. Aanwe zig 16 leden, afwezig de heer v. d. Feltz, Notulen vorige vergadering. Deze worden ongewijzigd goedge keurd. Ingekomen stukken. De VOORZITTER deelt o.a. mede dat ook de Kon. Nederl Motorwielrij ders vereeniging in de verkeerscommis- missie is opgenomen en vertegenwoor digd wordt door baron van Randwijck. Bij de mededeeling over goedkeuring van kohieren schoolgeld, wijst de heer PAUL er op, dat toegezegd was, dat door het laat verschijnen der aanslag biljetten met kalme inning zou reke ning worden gehouden en nu staat er juist op .Dadelijk invorderbaar". De VOORZITTER verzekert den ont vanger te hebben gezegd soepel te moeten zijn, maar de genoemde woor den moeten er volgens de verordening op staan. Inzake het adres van de bewoners van den Kinderdijk over de rattenplaag zegt de VOORZITTER alles te zullen jloen om die plaag te verminderen en stelt hij voor het stuk ter afdoening in handen van B. en W. te stellen. Mevr. WEIJL wijst in dit verband op een klacht van een ingezetene over de vele ratten op het open terrein ach ter de huizen van de Molstraat en uit komende in de Spanjaardstraat. De hulp van de reiniging is reeds ingeroe pen, maar dit heeft niet voldoende ge holpen. De VOORZITTER zegt, dat men al tijd een g*y>ot gevaar houdt, n.l. dat, men de ratten verjaagt, Mevr. WEIJL wijst op het verkeerde om etensresten buiten te werpen, dat trekt de ratten juist aan. De heer HEEMSKERK wijst op het in andere plaatsen met succes toege paste stelsel om op verschillende plaat sen in de stad tegelijk de verdelging ter hand te nemen. Inzake het adres van den heer Smit over de verpachting van de jacht aan den Oranjezon, stelt de VOORZITTER voor dit voor kennisgeving aan te ne men. De heer PAUL vraagt waarom de jacht niet openbaar wordt aanbesteed. De heer DE VEER zegt, dat men goed in handen moet houden wie er jaagt geen loonjager mag het zijn, maar iemand die de duinstreken ontziet. Bij openbare aanbesteding zal men er zeker niet meer van krijgen. De heer JERONIMUS concludeert, dat het de bedoeling is den wildstand in takt te houden en dus het kapitaal te sparen, opdat het rente kan afwer pen. Spr. vraagt of er vroeger klachten over den heer Smit zijn geweest en als dit niet het geval is waarom de jacht hem nu niet meer gegund, daar hij toch hooger inschreef. De heer DE VEER zegt dat dit laat ste uit den brief niet juist is. De heer PORTHEINE keurt de gun ning van den jacht goed, maar meent, dat B. en W. niet alleen hadden moe ten schrijven, dat zij geen antwoord ga ven, maar dit hadden moeten motivee- ren. Hij vraagt thans een meer gemoti veerd schrijven aan den heer Smit te richten. De VOORZITTER zegt, dat dit zoo veel mogelijk zal worden gedaan. De heer DE VEER zegt, dat het niet opgaat, dat ieder willekeurig persoon aan B. en W. vraagt waarom zij zus of zoo gehandeld hebben. De heer PORTHEINE geeft dit toe, maar hier is het niet iedereen, het is de vroegere pachter. ALs B. en W. duide- Door Dr. Jan Walch. 76. En dat je niet eens durft te zeg gen, dat het doel de middelen heiligt, vulde Haas aan. Dr. Marelman knikte rustig; hij maak te op de anderen in dit oogenblik den indruk van een ongunstig type, dat aan zijn medewerkers het plan voor een ge compliceerde inbraak zit toe te ver trouwen. Ik heb zoo gedacht, zei hij kalm. „We moeten de machtigste elementen die op het wezen van een mensch in vloed kunnen hebben, in werking stel len. Wat zijn die machtigste elementen? Zucht tot zelfbehoud is er één; maar dan: de liefde. We hebben onzen vriend nu al eenige malen zwaar getempteerd door de liefde in het geding te brengen; cn in zeker opzicht ook den zin tot zelfbehoud; want hen kan niet zonder zijn vrouw. Die instincten dan hebben we uitgespeeld tegen zijn waarheidszin. Ja, hij houdt van zijn vrouw. Ze zijn over een paar maanden twaalf-en-een- half-jaar getrouwd; dat heeft zij mij juist dezer dagen meegedeeld; ze zei, dat het zoo heerlijk zou zijn als ze dan meteen de volkomen'genezing van haar man konden vierenNu dan. Bij de proeven die we tot-nog-toe in deze lijker antwoordde, dan zou men zich niet tot den raad wenden. De heer DE VEER zegt, dat de vader van den heer Smit pachtte voor den oorlog. Men wilde toen de konijnen op ruimen en staakte het verpachten. Tij dens den oorlog verdween de wilstand geheel, ofschoon er geen jacht verpacht was. (Gelach). Na de demobilisatie kwa men er weer fazanten en pachtte de heer Hoegen voor 1000. Doch er werd toch nog veel gestroopt en dit maak te, dat het te duur werd. Voor één jaar heeft de heer Hoegen er van af gezien, en pachtte de heer Smit den jacht weer maar die maakte het te erg, er werd te veel weggeschoten. De jacht op ko nijnen was toen uitgesloten. Thans pacht de heer Hoegen weer en hem is toege staan af en toe ook konijnen te schie ten, terwijl ook de klemmenzetters mo gen werken. De heer JERONIMUS stelt nogmaals vast, dat wat de heer Smit schrijft niet waar is. Zand in riolen. de vragen van den heer Jeronimus in- De raad stemt toe in het stellen van zake een onderzoek naar de hoeveel heid zand in de riolen, De VOORZITTER zegt, dat alom zand in de riolen voorkomt vooral na eersten aanleg. Maar er is toch 1000 gevoteerd voor een onderzoek naar 't zand. De heer JERONIMUS zegt, dat het juist op die gegevens aankomt. Spr. wil juist het onderzoek afwachten al vorens de werken uit te voeren. De heer ONDERDIJK zegt dat de vragen niet te beantwoorden zijn. Ir. de Bruijne heeft verklaard dat de pompen ook zullen werken bij eenig zand in de buizen. Bestrating. Inzake het adres van de bewoners van de Branderijmolengang over de bestra ting, zegt de VOORZITTER, dat het in de bedoeling ligt de bestrating op het Molenwater van Koepoortstraat tot Koepoort te vernieuwen en de uitko mende steenen te gebruiken voor ver betering van den Branderijmolengang. De heer JERONIMUS wijst in ver band met de vernieuwing der bestra ting in de Giststraat op de slechte ver lichting bij des avonds openliggende ge deelten. Tijdelijk plaatsvervangend secretaris. De VOORZITTER stelt voor, omdat de hoofdcommies, de heer Leverink, met 3 weken ziekenverlof is, den heer J. Ph. Koenen te benoemen tot even- tueele plaatsvervanger van den secre taris. De raad vereenigt zich hie: mede en de heer Koenen legt de noodige be loften af. Jaarverslag en begrooting. De VOORZITTER biedt nu den raad het jaarverslag over 1931 en de begroo ting voor 1933 aan. Salarisverlaging. De heer JERONIMUS had juist te 12 uur een voorstel ingediend om Burg. en Weth. te verzoeken overleg te plegen met Georganiseerd overleg inzake ver laging der loonen en salarissen naar verhouding van de verlaging van de koopwaarde. De VOORZITTER zegt, dat alle le den van het georganiseerd overleg too iets vaags zullen afstemmen. Spr. vindt 't dan ook een zeer eigenaardige vraag, men weet de gevolgen niet. Mevrouw WEIJL meent, dat de heer Jeronimus toont alleen theoretische overwegingen toe te passen. De heer HEEMSKERK acht het wel beter voor de behandeling der begroo ting overleg te plegen met georgani seerd overleg, want als men anders bij die behandeling tot salarisverlaging be sluit is het te laat. Het is idan moeilijk er nog op terug te komen. Spr. geeft den heer Jeronimus in overweging zijn voorstel te veranderen in 10 pet. of minder. De heer JERONIMUS heeft eerst de zelfde gedachten gehad, maar vreesde dat men hem vooruit loopen op de be grooting zou verwijten. Spr. is bereid te lezen „10 pet. of minder". De heer ONDERDIJK acht het een bezwaar, dat Burg. en Weth. het voor stel zoo kort voor de vergadering kre gen en het niet bekijken konden. Er zal echter niets mede bereikt worden. G. O. kan er ook na een beslissing van den raad over gehoord worden. De heer JERONIMUS: Na kaarten. De heer PAUL: Het kan altijd nog. Men moet niet vergeten, dat de aange nomen pensioenaftrek ten deele nog moet wórden ingevoerd. De heer JERONIMUS heeft uit de ontvangen bedrijfsbegrootingen, die hij Dinsdag kreeg, een en ander geconclu- i deerd en kwam daarom zoo laat met 't voorstel, Dinsdagavond was hij verhin derd het te maken. Mevrouw WEIJL meent, dat raadsle den geen voorstellen aan het georgani seerd overleg kunnen doen en is er daarom tegen. De heer DE VEER zegt dat Burg. en Weth. altijd coulant zijn als leden laat voorstellen doen, maar dit is geen voor stel om zoo laat mede te komen. Het moet volgens het reglement minstens een dag van te voren zijn ingezonden. Als men zoo voortgaat zou men een agenda nimmer afgewerkt krijgen. De heer JERONIMUS neemt zijn voorstel tot de volgende vergadering te rug. In handen van Burg. en Weth. stelt de raad een verzoek van het bestuur van de Ned. Herv. school aan den Zuid singel om 400 voor aanschaffing van nieuwe leermiddelen. De VOORZITTER deelt mede, dat de Weth. van fabricage nog enkele nieuwe objecten voor werkverschaffing heeft gevonden met name beplanting van het aarde terrein aan den Dampoortsingel en het maken van een eilandje in de vest tusschen de Baanstraat en de Oude Visscherij, opdat eenden enz. er een rustige plaats zullen vinden. Waar het aspect der stad er door verandert, vraagt spr. den raad of hij er genoegen mede neemt, wat het geval blijkt te zijn. De VOORZITTER stelt voor de hee- ren Onderdijk, den gemeente-secretaris en den directeur van den Vee- en Vleeschkeuringsdienst te belasten met vertegenwoordiging van de gemeente voor den Raad van State ten opzichte der kwestie van de nieuwe verordening op de keuring van vee- en vleesch. Volgens den wensch, opgekomen uit den raad, gaat de heer De Veer zoo mogelijk ook mede. Op de vraag van den heer JERONI MUS of de minderheid ook gehoord zal worden, zegt de VOORZITTER dat als de raad een besluit heeft genomen, er geen mniderheid meer is. Trouwens hij weet, dat de heeren Van Andel, Jeroni mus en Mes aan den Kroon verzocht hebben, de verordening niet goed te keuren. Van de Vereeniging voor spraak- en stemverbetering is een verzoek ingeko men te Middelburg een cursus te ope nen. De VOORZITTER stelt voor om fi- nancieele redenen dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen. Op aandrang van mvrouw WEIJL zal aan adressante kennis worden gegeven, dat de kwestie de volle aandacht van het gemeentebe stuur heeft. Van St. Maartensdijk is een verzoek om adhaesie te betuigen ingekomen voor een adres aan Ged. Staten met verzoek de jaarwedden nog meer te verlagen. Hierop gaat de raad niet in, zulks om dat de salariskwestie later toch aan de orde komt. Eervol ontslag pikeur Stads- Rijschool. De raad verleent den heer J, M. Ur- chard overeenkomstig diens verzoek richting namen, bleek zijn waarheidszin de sterkste, al heeft hij benauwde mo menten beleefd. Dus heb ik gedacht: we moeten de dosis liefde-plus-zelfbe- houd nog wat sterker nemen...." „Hm", zei Kees. „Over het algemeen zijn je explicaties duidelijker dan van- Ik zal jelui mijn idee zeggen, ver volgde de dokter onverstoorbaar, „dan begrijp je al deze pour-parlers beter. Nu dan: We moesten eens zien te be werken, dat onze vriend Lugt verliefd werd op een andere vrouw. En als dat het geval was, dan zou ik wel eens willen zien, of hij bij een voorzichtige ondervraging, in tegenwoordigheid van Clara-zal-ik-ook-maar-zeggen niet tot liegen zou worden gebracht Hij zweeg, en trok gezapig een bree- de rookwolk uit zijn sigaar. Het is het gewone gebaar van iemand, die, zich bewust is in andere oogen een hoogst schunnig figuur te maken, een groote on verschilligheid wenscht ten toon |e spreiden. Ook de anderen zwegen. Ze waren min-of-meer, Kees min, Haa>s meer, menschen uit de maatschappij en dus aan vrij wat gemeenheid gewend. Maar deze wetenschappelijke proef overtrof toch wel de gewone maat in-dezen. Hm, zei Kees, na ook eenige pijn halen; je bent een knappe man, Ma relman. Maarre.heeft Hendrik Lugt bedoel ik heeft die indertijd, bij zijn fameuze enquête, jou ook naar je idee over vivisectie-op-menschen ge vraagd?" Dr. Marelman knipte eens even met de oogen, maar rookte rustig door, en gaf geen antwoord. 1 Wie zwijgt stemt alvast niet toe, vervolgde Kees. „Maar enfin,om kort te gaan: ik vind dit een beetje al te sme rig." Nog dampte de dokter zwijgend ver der. Je moet verdorie een medicus zijn, om op zoo'n idee te komen, ging de an der nu voort; minder venijnig, dan wel begeerig, den dokter uit zijn tent te lokken. En inderdaad antwoordde die nu be daard: Je ve-geüjking met vivisectie is werkelijk niet onaardig. Maar het is eigenlijk nog erger, wat ik wil doen. Want ik breng niet alleen het proefdier eenige flinke kerven toe, maar ook nog het wijfjesdier, dat er bij staat. En dat niet in bewerking is." En après-tont-et-tont geef je zoo doende misschien beiden wel zooveel kerven, 'dat het onderzoek-mater^al er min-of-meer „kapot" van is. En stel, dat je proef dan gelukt dat is het gun stigste geval, over het andere geval moeten we maar- liever hee'emaal niet denken; goed: stel dat je resultaat hebt, eervol ontslag met ingang van 1 Juli '33. De heer WONDERGEM vraagt of er nog een opvolger zal worden benoemd. De VOORZITTER zegt, dat Burg. en Weth. met een voorstel zullen komen tot opheffing der rijschool, mede omdat het rijk geen toeslag meer geeft voor het doen leeren rijden door de officie ren van het garnizoen. Heffing rechten voor stand plaats taxi-automobielen. De heer BYBAU wijst er op, dat vol gens het voorstel de huur ingaat met den dag volgende op dien, dat de plaats is toegestaan, maar dan zal ieder de huren op een verschilenden dag eindi gen en moet men er steeds aan denken op tijd te innen. Spr. zou het tweede jaar met het kalenderjaar willen doen samenvalen. De VOORZITTER zegt, dat men het zelfde heeft bij verpachtingen en derge lijke, waarvan een lijst is. Het is zelfs wel gemakkelijk, waar er maar één bo de is, als niet alles te gelijk valt. De heer JERONIMUS zegt, dat de raad wellicht niet wist dat dit voor stel ook een gevolg is van aandrang van Ged. Staten, die geschreven, dat 't hier niet in den haak was. De VOORZITTER zegt, dat zulks niet in het schrijven van Ged. Staten De heer JERONIMUS zegt, dat hij die conclusie er uit las, en leest het schrij ven, waarvan hij een afschrift heeft, voor. Ged. Staten schrijven dat het hef fen van staangeld niet mogelijk is zon der dat een belasting-verordening ter zake is goedgekeurd. Het kardinale bezwaar is, dat terug werkende kracht aan deze belasting wordt gegeven. De VOORZITTER zegt dat dit ieder oogenblik voorkomt en wijst o.a. op de schoolgelden. De heer JERONIMUS is het daar niet mede eens en hij waarschuwt er tegen dien weg te blijven volgen. Spr. meent, dat het in strijd is met art. 267 271 der gemeentewet. Als er tegen ge protesteerd wordt dan is men van den wal in de sloot. Het was beter de ver ordening 1 Januari 1933 te doen ingaan cf zoo veel eerder als zij zal zijn goed gekeurd. Mevrouw WEIJL vraagt hoe men aan den datum van 27 Juli is gekomen. De VOORZITTER zegt dat toen de staanp'aatsen zijn toegekend. De heer HARTHOORN zegt dat de plaatsen toch 27 Juli zijn gegund en dan is er ook practisch geen bezwaar tegen dien datum aan te houden. Mevrouw WEIJL zegt dat er toch duidelijk staat, dat men voor het ge- heele jaar moet betalen, dus zou dit toch tot 27 Juli zijn. De hee- DE VEER meent, dat er wel zal blijken er geen bezwarenzijn. De heer PORTHEINE is tegen terug werkende kracht en acht het verkeerd, de al of niet goedkeuring maar af te wachten, om dan eventueel later er toch weer op terug te moeten komen. De heer DE VEER zegt dat voor hem de goedkeuring wel vast staat, maar men weet het tenslotte nooit. Op een opmerking van den heer VAN ANDEL zegt spr.dat art. 272 der gemeentewet hier niet geldt. Het voo-stel wordt aangenomen met 13 tegen 3 stemmen, die der heeren Portheine, van Andel en Jeronimus. Advies omtrent tijdelijke korting jaarwedden amb tenaren burgerlijken stand. De raad vereenigt zich z.h.s. met het voorstel om aan Ged. Staten te melden, dat de raad een tijdelijke korting op de ze jaarwedden niet gewenscht acht. Advies omtrent tijdelijke korting jaarwedden wet houders. Bij dit voorstel van den burgemees ter, namelijk om ook inzake de jaar wedden der wethouders een zelfde hou ding aan te nemen, verlieten de heeren Onderdijk en de Veer de vergadering. Mevrouw WEIJL zegt, dat haar frac- tis dit voorstel ernstig overwogen heeft. De weth. worden door den burgemees ter beschouwd als de vertrouwensman nen der burgerij. Veel meer kan men zeggen, dat ze de vertrouwensmannen van den raad zijn. Ondanks verschil van inzicht bij bepaalde punten kan men zeggen, dat de raad met vertrouwen t beleid van zijn wethouders volgt. In deze omstandigheden zou het spr. aan genaam geweest zijn het advies „goen korting' te kunnen volgen. Intusschen acht spr's fractie het plicht haar hou ding niet door gevoelens van sympathie of collegialiteit met deze mede raads leden te laten bepalenr Zij heeft de vraag al of geen korting moeten toetsen aan dezelfde argumenten, die hare houding bepaald hebben bij de korting der amb tenaren salaissen. Daarbij bleken haar de argumenten van den burgemeester niet steekhoudend. De wettelijke pensi- oenregelen zijn niet op de wethouders toeoasselijk. Spr. acht bekend, dat de fractie eeni ge jaren geleden het wethouderspen- j sloen heeft voorgesteld, de raad heeft dat niet gewild, wat zij betreurt. Maar sedert de raad in het bekende kortings besluit sub c ook hen getroffen heeft, die niet pensioengerechtigd zijn, kan spr. het hier besproken argument te gen de korting voor de wethouders niet deelen. De burgemeester betoogt verder, dat het aantal wethouders een uiterste minimum vormt. Dat is waar, maar in Vlissingen met drie wethou ders bedraagt de jaarwedde ook f 500 minder, ofschoon ze daar pensioenge rechtigd zijn. De jaarwedden te Mid delburg bedroegen in 1919 f 1000, toen werden deze op f 1500 gebracht, in 1920 op f 2000. Dat de wedde voor het werk niet hoog is, is al weer geen re den tot afwijzing van de korting want onder besluit sub c vallen ambtenaren met een inkomen van f 75, die gekort zullen worden. Ook dat het werk in de laatste jaren zeer is toegenomen, moet men buiten beschouwing laten. Immers toen de fractie bij de voorstellen tot pensioenverhaal het denkbeeld naar voren bracht de salarissen eerst te her zien, omdat door veel nieuwe wetten en veranderde omstandigheden alle sa larissen niet meer billijk genoemd kun nen worden, toen meenden B. en W. de oorzaken voor pensioenverhaal zijn voor allen gelijk, de korting zij dus ook gelijk. De fractie meent, dat het noo- dig is, dat voor alles de burgerij en het ambtenarencorps van de rechtvaardig heid van den raad overtuigd is. Daar om, hoezeer zij het ook betreurt, moet de fractie zich verklaren tegen het voorstel. De JERONIMUS is van een tegen overgestelde meening. Voor zoover hij het werk kan beoordeelen, is dit niet gering, niet alleen in de vergaderingen maar ook vooraf en eischt het een groo- te mate van studie. Spr. meent dan ook dat de jaarwedden niet voor wijziging vatbaar zijn. Een vergelijking met Vlis singen is ten deze onjuist. Men heeft daar geen bedrijven als de gemeente. Wellicht wel in aantal, maar zeker niet in omvang. De heer PAUL voelt vooral het ar gument dat de wethouders geen recht op pensioen hebben. Daarbij wacht den raad over de niet pensioengerechtig den nog een afzonderlijk voorstel. Vlissingen heeft tot verleden jaar geen zorg gehad voor electrisch bedrijf, gas- of waterleiding. Alleen het laatste komt nu pas. Bovendien is daar het werk over 3 personen verdeeld. De heer MES zal stemmen voor het voorstel van den burgemeester, hij acht f 2000 niet te veel en eerder aan den la gen kant. Anders zou men eerst moe ten gaan verhoogen en dan weer kor ting toepassen, dat is te gek. De heer PORTHEINE meent, dat dan zal je daar als wetenschappelijk on derzoeker blij mee kunnen zijn, maar als geneesheer heb je meer kwaad dan goed gedaan.... Tenminste als je Clara vertelt, dat Henri een leugen heeft gezegdEn dat zal je onmogelijk kunnen verzwij gen Er was weer een peins- en overweeg- pauze. Toen wierp ook de bedachtzame Haas zijn voorzichtigen duit in het zakje: Zou het niet kunnen zijn, Marelman, dat je zooveel naar „het geval" op-zich- zelf hebt gekeken, dat je uif het oog bent gaan verliezen, dat er aan dat ge val menschen vast zitten; vrienden nog wel?" Toen deed de dokter nog een paar kalme halen aan zijn sigaar, en zei: Jelui hebt precies gezegd,, wat ik verwachtte. En niet om jelui te be- leedigen maar: dat was allemaal erg voor de hand liggend; en als ik jelui mis schien toch beleedig met dit te zeggen, dan zijn we quitte; want jelui hebt mij ook niet gespaard door me voor een soort gevoelloozen wetenschaps-maniak te houden. Dat ben ik niet; en al wat jelui nu zoo gewichtig komt vertellen, had ik allang tegen me zelf gezegd. En het resultaat van die dialogen met me zelf was après-tout, dat ik meende, er toch in e^k geval eens met jelui over te moeten spreken. Het is gemeen; nu ja; dat is te zeggen: het is natuurlijk hee- lemaal niet gemeen, want als we het doen, doen we hetgeen van allen om Hen'i of Clara verdriet te bezorgen, maar om ze, allebei, te helpen. Van ge meen is dus geen sprake. Maar het zou daarom wel verkeerd kunnen zijn, te eenzijdig, enfin, noem het zooals je het noemen wilt...." Er was weer een pauze. Toen zei Kees Bender en hij zei het een beetje schor en geagiteerd: Er is mischien toch niet zooveel tegen. En zweeg obrupt. De anderen wachtten op een toelich ting. Maar die bleef achterwege. Laten we de zaak dan eens bespre ken, ging dr. Marelman voort. „Kijk eens, we zouden natuurlijk veel zui verder staan, als we Clara in onze over leggingen konden bet ekken; maar en dit als bewijs, dat ik heusch nog wel iets meer zie dan „medische gevallen" dat lijkt me te pijnlijk. En, nu ja, 't zou ook onpractisch zijn; tenminste om dat van het begin af te doen. Want als hij al dadelijk. De dokter zweeg. Hij scheen plotseling toch gegeneerd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 3