NA DE OPERATIE.
TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN DONDERDAG 27 OCTOBER 1 932.
No. 16 5.
GEMEENTERAAD VAN
MIDDELBURG,
Vergadering van Woensdag 26 Oct.
Voorzitter de burgemeester. Aanwe
zig 16 leden, afwezig de heer v. d.
Feltz,
Notulen vorige vergadering.
Deze worden ongewijzigd goedge
keurd.
Ingekomen stukken.
De VOORZITTER deelt o.a. mede
dat ook de Kon. Nederl Motorwielrij
ders vereeniging in de verkeerscommis-
missie is opgenomen en vertegenwoor
digd wordt door baron van Randwijck.
Bij de mededeeling over goedkeuring
van kohieren schoolgeld, wijst de heer
PAUL er op, dat toegezegd was, dat
door het laat verschijnen der aanslag
biljetten met kalme inning zou reke
ning worden gehouden en nu staat er
juist op .Dadelijk invorderbaar".
De VOORZITTER verzekert den ont
vanger te hebben gezegd soepel te
moeten zijn, maar de genoemde woor
den moeten er volgens de verordening
op staan.
Inzake het adres van de bewoners
van den Kinderdijk over de rattenplaag
zegt de VOORZITTER alles te zullen
jloen om die plaag te verminderen en
stelt hij voor het stuk ter afdoening in
handen van B. en W. te stellen.
Mevr. WEIJL wijst in dit verband
op een klacht van een ingezetene over
de vele ratten op het open terrein ach
ter de huizen van de Molstraat en uit
komende in de Spanjaardstraat. De
hulp van de reiniging is reeds ingeroe
pen, maar dit heeft niet voldoende ge
holpen.
De VOORZITTER zegt, dat men al
tijd een g*y>ot gevaar houdt, n.l. dat,
men de ratten verjaagt,
Mevr. WEIJL wijst op het verkeerde
om etensresten buiten te werpen, dat
trekt de ratten juist aan.
De heer HEEMSKERK wijst op het
in andere plaatsen met succes toege
paste stelsel om op verschillende plaat
sen in de stad tegelijk de verdelging
ter hand te nemen.
Inzake het adres van den heer Smit
over de verpachting van de jacht aan
den Oranjezon, stelt de VOORZITTER
voor dit voor kennisgeving aan te ne
men.
De heer PAUL vraagt waarom de
jacht niet openbaar wordt aanbesteed.
De heer DE VEER zegt, dat men
goed in handen moet houden wie er
jaagt geen loonjager mag het zijn, maar
iemand die de duinstreken ontziet.
Bij openbare aanbesteding zal men er
zeker niet meer van krijgen.
De heer JERONIMUS concludeert,
dat het de bedoeling is den wildstand
in takt te houden en dus het kapitaal
te sparen, opdat het rente kan afwer
pen. Spr. vraagt of er vroeger klachten
over den heer Smit zijn geweest en als
dit niet het geval is waarom de jacht
hem nu niet meer gegund, daar hij toch
hooger inschreef.
De heer DE VEER zegt dat dit laat
ste uit den brief niet juist is.
De heer PORTHEINE keurt de gun
ning van den jacht goed, maar meent,
dat B. en W. niet alleen hadden moe
ten schrijven, dat zij geen antwoord ga
ven, maar dit hadden moeten motivee-
ren.
Hij vraagt thans een meer gemoti
veerd schrijven aan den heer Smit te
richten.
De VOORZITTER zegt, dat dit zoo
veel mogelijk zal worden gedaan.
De heer DE VEER zegt, dat het niet
opgaat, dat ieder willekeurig persoon
aan B. en W. vraagt waarom zij zus of
zoo gehandeld hebben.
De heer PORTHEINE geeft dit toe,
maar hier is het niet iedereen, het is de
vroegere pachter. ALs B. en W. duide-
Door Dr. Jan Walch.
76.
En dat je niet eens durft te zeg
gen, dat het doel de middelen heiligt,
vulde Haas aan.
Dr. Marelman knikte rustig; hij maak
te op de anderen in dit oogenblik den
indruk van een ongunstig type, dat aan
zijn medewerkers het plan voor een ge
compliceerde inbraak zit toe te ver
trouwen.
Ik heb zoo gedacht, zei hij kalm.
„We moeten de machtigste elementen
die op het wezen van een mensch in
vloed kunnen hebben, in werking stel
len. Wat zijn die machtigste elementen?
Zucht tot zelfbehoud is er één; maar
dan: de liefde. We hebben onzen vriend
nu al eenige malen zwaar getempteerd
door de liefde in het geding te brengen;
cn in zeker opzicht ook den zin tot
zelfbehoud; want hen kan niet zonder
zijn vrouw. Die instincten dan hebben
we uitgespeeld tegen zijn waarheidszin.
Ja, hij houdt van zijn vrouw. Ze zijn
over een paar maanden twaalf-en-een-
half-jaar getrouwd; dat heeft zij mij
juist dezer dagen meegedeeld; ze zei,
dat het zoo heerlijk zou zijn als ze dan
meteen de volkomen'genezing van haar
man konden vierenNu dan. Bij de
proeven die we tot-nog-toe in deze
lijker antwoordde, dan zou men zich niet
tot den raad wenden.
De heer DE VEER zegt, dat de vader
van den heer Smit pachtte voor den
oorlog. Men wilde toen de konijnen op
ruimen en staakte het verpachten. Tij
dens den oorlog verdween de wilstand
geheel, ofschoon er geen jacht verpacht
was. (Gelach). Na de demobilisatie kwa
men er weer fazanten en pachtte de
heer Hoegen voor 1000. Doch er werd
toch nog veel gestroopt en dit maak
te, dat het te duur werd. Voor één jaar
heeft de heer Hoegen er van af gezien,
en pachtte de heer Smit den jacht weer
maar die maakte het te erg, er werd
te veel weggeschoten. De jacht op ko
nijnen was toen uitgesloten. Thans pacht
de heer Hoegen weer en hem is toege
staan af en toe ook konijnen te schie
ten, terwijl ook de klemmenzetters mo
gen werken.
De heer JERONIMUS stelt nogmaals
vast, dat wat de heer Smit schrijft niet
waar is.
Zand in riolen.
de vragen van den heer Jeronimus in-
De raad stemt toe in het stellen van
zake een onderzoek naar de hoeveel
heid zand in de riolen,
De VOORZITTER zegt, dat alom
zand in de riolen voorkomt vooral na
eersten aanleg. Maar er is toch 1000
gevoteerd voor een onderzoek naar 't
zand.
De heer JERONIMUS zegt, dat het
juist op die gegevens aankomt. Spr.
wil juist het onderzoek afwachten al
vorens de werken uit te voeren.
De heer ONDERDIJK zegt dat de
vragen niet te beantwoorden zijn. Ir. de
Bruijne heeft verklaard dat de pompen
ook zullen werken bij eenig zand in de
buizen.
Bestrating.
Inzake het adres van de bewoners van
de Branderijmolengang over de bestra
ting, zegt de VOORZITTER, dat het in
de bedoeling ligt de bestrating op het
Molenwater van Koepoortstraat tot
Koepoort te vernieuwen en de uitko
mende steenen te gebruiken voor ver
betering van den Branderijmolengang.
De heer JERONIMUS wijst in ver
band met de vernieuwing der bestra
ting in de Giststraat op de slechte ver
lichting bij des avonds openliggende ge
deelten.
Tijdelijk plaatsvervangend
secretaris.
De VOORZITTER stelt voor, omdat
de hoofdcommies, de heer Leverink,
met 3 weken ziekenverlof is, den heer
J. Ph. Koenen te benoemen tot even-
tueele plaatsvervanger van den secre
taris. De raad vereenigt zich hie: mede
en de heer Koenen legt de noodige be
loften af.
Jaarverslag en begrooting.
De VOORZITTER biedt nu den raad
het jaarverslag over 1931 en de begroo
ting voor 1933 aan.
Salarisverlaging.
De heer JERONIMUS had juist te 12
uur een voorstel ingediend om Burg. en
Weth. te verzoeken overleg te plegen
met Georganiseerd overleg inzake ver
laging der loonen en salarissen naar
verhouding van de verlaging van de
koopwaarde.
De VOORZITTER zegt, dat alle le
den van het georganiseerd overleg too
iets vaags zullen afstemmen. Spr. vindt
't dan ook een zeer eigenaardige vraag,
men weet de gevolgen niet.
Mevrouw WEIJL meent, dat de heer
Jeronimus toont alleen theoretische
overwegingen toe te passen.
De heer HEEMSKERK acht het wel
beter voor de behandeling der begroo
ting overleg te plegen met georgani
seerd overleg, want als men anders bij
die behandeling tot salarisverlaging be
sluit is het te laat. Het is idan moeilijk
er nog op terug te komen. Spr. geeft
den heer Jeronimus in overweging zijn
voorstel te veranderen in 10 pet. of
minder.
De heer JERONIMUS heeft eerst de
zelfde gedachten gehad, maar vreesde
dat men hem vooruit loopen op de be
grooting zou verwijten. Spr. is bereid te
lezen „10 pet. of minder".
De heer ONDERDIJK acht het een
bezwaar, dat Burg. en Weth. het voor
stel zoo kort voor de vergadering kre
gen en het niet bekijken konden. Er zal
echter niets mede bereikt worden. G.
O. kan er ook na een beslissing van den
raad over gehoord worden.
De heer JERONIMUS: Na kaarten.
De heer PAUL: Het kan altijd nog.
Men moet niet vergeten, dat de aange
nomen pensioenaftrek ten deele nog
moet wórden ingevoerd.
De heer JERONIMUS heeft uit de
ontvangen bedrijfsbegrootingen, die hij
Dinsdag kreeg, een en ander geconclu-
i deerd en kwam daarom zoo laat met 't
voorstel, Dinsdagavond was hij verhin
derd het te maken.
Mevrouw WEIJL meent, dat raadsle
den geen voorstellen aan het georgani
seerd overleg kunnen doen en is er
daarom tegen.
De heer DE VEER zegt dat Burg. en
Weth. altijd coulant zijn als leden laat
voorstellen doen, maar dit is geen voor
stel om zoo laat mede te komen. Het
moet volgens het reglement minstens
een dag van te voren zijn ingezonden.
Als men zoo voortgaat zou men een
agenda nimmer afgewerkt krijgen.
De heer JERONIMUS neemt zijn
voorstel tot de volgende vergadering te
rug.
In handen van Burg. en Weth. stelt
de raad een verzoek van het bestuur
van de Ned. Herv. school aan den Zuid
singel om 400 voor aanschaffing van
nieuwe leermiddelen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de
Weth. van fabricage nog enkele nieuwe
objecten voor werkverschaffing heeft
gevonden met name beplanting van het
aarde terrein aan den Dampoortsingel
en het maken van een eilandje in de
vest tusschen de Baanstraat en de Oude
Visscherij, opdat eenden enz. er een
rustige plaats zullen vinden. Waar het
aspect der stad er door verandert,
vraagt spr. den raad of hij er genoegen
mede neemt, wat het geval blijkt te zijn.
De VOORZITTER stelt voor de hee-
ren Onderdijk, den gemeente-secretaris
en den directeur van den Vee- en
Vleeschkeuringsdienst te belasten met
vertegenwoordiging van de gemeente
voor den Raad van State ten opzichte
der kwestie van de nieuwe verordening
op de keuring van vee- en vleesch.
Volgens den wensch, opgekomen uit
den raad, gaat de heer De Veer zoo
mogelijk ook mede.
Op de vraag van den heer JERONI
MUS of de minderheid ook gehoord zal
worden, zegt de VOORZITTER dat als
de raad een besluit heeft genomen, er
geen mniderheid meer is. Trouwens hij
weet, dat de heeren Van Andel, Jeroni
mus en Mes aan den Kroon verzocht
hebben, de verordening niet goed te
keuren.
Van de Vereeniging voor spraak- en
stemverbetering is een verzoek ingeko
men te Middelburg een cursus te ope
nen.
De VOORZITTER stelt voor om fi-
nancieele redenen dit verzoek voor
kennisgeving aan te nemen. Op aandrang
van mvrouw WEIJL zal aan adressante
kennis worden gegeven, dat de kwestie
de volle aandacht van het gemeentebe
stuur heeft.
Van St. Maartensdijk is een verzoek
om adhaesie te betuigen ingekomen voor
een adres aan Ged. Staten met verzoek
de jaarwedden nog meer te verlagen.
Hierop gaat de raad niet in, zulks om
dat de salariskwestie later toch aan de
orde komt.
Eervol ontslag pikeur Stads-
Rijschool.
De raad verleent den heer J, M. Ur-
chard overeenkomstig diens verzoek
richting namen, bleek zijn waarheidszin
de sterkste, al heeft hij benauwde mo
menten beleefd. Dus heb ik gedacht:
we moeten de dosis liefde-plus-zelfbe-
houd nog wat sterker nemen...."
„Hm", zei Kees. „Over het algemeen
zijn je explicaties duidelijker dan van-
Ik zal jelui mijn idee zeggen, ver
volgde de dokter onverstoorbaar, „dan
begrijp je al deze pour-parlers beter.
Nu dan: We moesten eens zien te be
werken, dat onze vriend Lugt verliefd
werd op een andere vrouw. En als dat
het geval was, dan zou ik wel eens
willen zien, of hij bij een voorzichtige
ondervraging, in tegenwoordigheid van
Clara-zal-ik-ook-maar-zeggen niet tot
liegen zou worden gebracht
Hij zweeg, en trok gezapig een bree-
de rookwolk uit zijn sigaar. Het is het
gewone gebaar van iemand, die, zich
bewust is in andere oogen een hoogst
schunnig figuur te maken, een groote on
verschilligheid wenscht ten toon |e
spreiden.
Ook de anderen zwegen. Ze waren
min-of-meer, Kees min, Haa>s meer,
menschen uit de maatschappij en dus
aan vrij wat gemeenheid gewend. Maar
deze wetenschappelijke proef overtrof
toch wel de gewone maat in-dezen.
Hm, zei Kees, na ook eenige pijn
halen; je bent een knappe man, Ma
relman. Maarre.heeft Hendrik
Lugt bedoel ik heeft die indertijd, bij
zijn fameuze enquête, jou ook naar je
idee over vivisectie-op-menschen ge
vraagd?"
Dr. Marelman knipte eens even met
de oogen, maar rookte rustig door, en
gaf geen antwoord.
1 Wie zwijgt stemt alvast niet toe,
vervolgde Kees. „Maar enfin,om kort te
gaan: ik vind dit een beetje al te sme
rig."
Nog dampte de dokter zwijgend ver
der.
Je moet verdorie een medicus zijn,
om op zoo'n idee te komen, ging de an
der nu voort; minder venijnig, dan wel
begeerig, den dokter uit zijn tent te
lokken.
En inderdaad antwoordde die nu be
daard:
Je ve-geüjking met vivisectie is
werkelijk niet onaardig. Maar het is
eigenlijk nog erger, wat ik wil doen.
Want ik breng niet alleen het proefdier
eenige flinke kerven toe, maar ook nog
het wijfjesdier, dat er bij staat. En dat
niet in bewerking is."
En après-tont-et-tont geef je zoo
doende misschien beiden wel zooveel
kerven, 'dat het onderzoek-mater^al
er min-of-meer „kapot" van is. En stel,
dat je proef dan gelukt dat is het gun
stigste geval, over het andere geval
moeten we maar- liever hee'emaal niet
denken; goed: stel dat je resultaat hebt,
eervol ontslag met ingang van 1 Juli '33.
De heer WONDERGEM vraagt of er
nog een opvolger zal worden benoemd.
De VOORZITTER zegt, dat Burg. en
Weth. met een voorstel zullen komen
tot opheffing der rijschool, mede omdat
het rijk geen toeslag meer geeft voor
het doen leeren rijden door de officie
ren van het garnizoen.
Heffing rechten voor stand
plaats taxi-automobielen.
De heer BYBAU wijst er op, dat vol
gens het voorstel de huur ingaat met
den dag volgende op dien, dat de plaats
is toegestaan, maar dan zal ieder de
huren op een verschilenden dag eindi
gen en moet men er steeds aan denken
op tijd te innen. Spr. zou het tweede
jaar met het kalenderjaar willen doen
samenvalen.
De VOORZITTER zegt, dat men het
zelfde heeft bij verpachtingen en derge
lijke, waarvan een lijst is. Het is zelfs
wel gemakkelijk, waar er maar één bo
de is, als niet alles te gelijk valt.
De heer JERONIMUS zegt, dat de
raad wellicht niet wist dat dit voor
stel ook een gevolg is van aandrang van
Ged. Staten, die geschreven, dat 't hier
niet in den haak was.
De VOORZITTER zegt, dat zulks
niet in het schrijven van Ged. Staten
De heer JERONIMUS zegt, dat hij die
conclusie er uit las, en leest het schrij
ven, waarvan hij een afschrift heeft,
voor. Ged. Staten schrijven dat het hef
fen van staangeld niet mogelijk is zon
der dat een belasting-verordening ter
zake is goedgekeurd.
Het kardinale bezwaar is, dat terug
werkende kracht aan deze belasting
wordt gegeven.
De VOORZITTER zegt dat dit ieder
oogenblik voorkomt en wijst o.a. op de
schoolgelden.
De heer JERONIMUS is het daar
niet mede eens en hij waarschuwt er
tegen dien weg te blijven volgen. Spr.
meent, dat het in strijd is met art. 267
271 der gemeentewet. Als er tegen ge
protesteerd wordt dan is men van den
wal in de sloot. Het was beter de ver
ordening 1 Januari 1933 te doen ingaan
cf zoo veel eerder als zij zal zijn goed
gekeurd.
Mevrouw WEIJL vraagt hoe men aan
den datum van 27 Juli is gekomen.
De VOORZITTER zegt dat toen de
staanp'aatsen zijn toegekend.
De heer HARTHOORN zegt dat de
plaatsen toch 27 Juli zijn gegund en dan
is er ook practisch geen bezwaar tegen
dien datum aan te houden.
Mevrouw WEIJL zegt dat er toch
duidelijk staat, dat men voor het ge-
heele jaar moet betalen, dus zou dit
toch tot 27 Juli zijn.
De hee- DE VEER meent, dat er wel
zal blijken er geen bezwarenzijn.
De heer PORTHEINE is tegen terug
werkende kracht en acht het verkeerd,
de al of niet goedkeuring maar af te
wachten, om dan eventueel later er
toch weer op terug te moeten komen.
De heer DE VEER zegt dat voor hem
de goedkeuring wel vast staat, maar
men weet het tenslotte nooit. Op een
opmerking van den heer VAN ANDEL
zegt spr.dat art. 272 der gemeentewet
hier niet geldt.
Het voo-stel wordt aangenomen met
13 tegen 3 stemmen, die der heeren
Portheine, van Andel en Jeronimus.
Advies omtrent tijdelijke
korting jaarwedden amb
tenaren burgerlijken stand.
De raad vereenigt zich z.h.s. met het
voorstel om aan Ged. Staten te melden,
dat de raad een tijdelijke korting op de
ze jaarwedden niet gewenscht acht.
Advies omtrent tijdelijke
korting jaarwedden wet
houders.
Bij dit voorstel van den burgemees
ter, namelijk om ook inzake de jaar
wedden der wethouders een zelfde hou
ding aan te nemen, verlieten de heeren
Onderdijk en de Veer de vergadering.
Mevrouw WEIJL zegt, dat haar frac-
tis dit voorstel ernstig overwogen heeft.
De weth. worden door den burgemees
ter beschouwd als de vertrouwensman
nen der burgerij. Veel meer kan men
zeggen, dat ze de vertrouwensmannen
van den raad zijn. Ondanks verschil van
inzicht bij bepaalde punten kan men
zeggen, dat de raad met vertrouwen t
beleid van zijn wethouders volgt. In
deze omstandigheden zou het spr. aan
genaam geweest zijn het advies „goen
korting' te kunnen volgen. Intusschen
acht spr's fractie het plicht haar hou
ding niet door gevoelens van sympathie
of collegialiteit met deze mede raads
leden te laten bepalenr Zij heeft de vraag
al of geen korting moeten toetsen aan
dezelfde argumenten, die hare houding
bepaald hebben bij de korting der amb
tenaren salaissen. Daarbij bleken haar
de argumenten van den burgemeester
niet steekhoudend. De wettelijke pensi-
oenregelen zijn niet op de wethouders
toeoasselijk.
Spr. acht bekend, dat de fractie eeni
ge jaren geleden het wethouderspen-
j sloen heeft voorgesteld, de raad heeft
dat niet gewild, wat zij betreurt. Maar
sedert de raad in het bekende kortings
besluit sub c ook hen getroffen heeft,
die niet pensioengerechtigd zijn, kan
spr. het hier besproken argument te
gen de korting voor de wethouders
niet deelen. De burgemeester betoogt
verder, dat het aantal wethouders een
uiterste minimum vormt. Dat is waar,
maar in Vlissingen met drie wethou
ders bedraagt de jaarwedde ook f 500
minder, ofschoon ze daar pensioenge
rechtigd zijn. De jaarwedden te Mid
delburg bedroegen in 1919 f 1000, toen
werden deze op f 1500 gebracht, in
1920 op f 2000. Dat de wedde voor het
werk niet hoog is, is al weer geen re
den tot afwijzing van de korting want
onder besluit sub c vallen ambtenaren
met een inkomen van f 75, die gekort
zullen worden. Ook dat het werk in de
laatste jaren zeer is toegenomen, moet
men buiten beschouwing laten. Immers
toen de fractie bij de voorstellen tot
pensioenverhaal het denkbeeld naar
voren bracht de salarissen eerst te her
zien, omdat door veel nieuwe wetten
en veranderde omstandigheden alle sa
larissen niet meer billijk genoemd kun
nen worden, toen meenden B. en W. de
oorzaken voor pensioenverhaal zijn
voor allen gelijk, de korting zij dus ook
gelijk. De fractie meent, dat het noo-
dig is, dat voor alles de burgerij en het
ambtenarencorps van de rechtvaardig
heid van den raad overtuigd is. Daar
om, hoezeer zij het ook betreurt, moet
de fractie zich verklaren tegen het
voorstel.
De JERONIMUS is van een tegen
overgestelde meening. Voor zoover hij
het werk kan beoordeelen, is dit niet
gering, niet alleen in de vergaderingen
maar ook vooraf en eischt het een groo-
te mate van studie. Spr. meent dan ook
dat de jaarwedden niet voor wijziging
vatbaar zijn. Een vergelijking met Vlis
singen is ten deze onjuist. Men heeft
daar geen bedrijven als de gemeente.
Wellicht wel in aantal, maar zeker niet
in omvang.
De heer PAUL voelt vooral het ar
gument dat de wethouders geen recht
op pensioen hebben. Daarbij wacht den
raad over de niet pensioengerechtig
den nog een afzonderlijk voorstel.
Vlissingen heeft tot verleden jaar geen
zorg gehad voor electrisch bedrijf, gas-
of waterleiding. Alleen het laatste komt
nu pas. Bovendien is daar het werk
over 3 personen verdeeld.
De heer MES zal stemmen voor het
voorstel van den burgemeester, hij acht
f 2000 niet te veel en eerder aan den la
gen kant. Anders zou men eerst moe
ten gaan verhoogen en dan weer kor
ting toepassen, dat is te gek.
De heer PORTHEINE meent, dat
dan zal je daar als wetenschappelijk on
derzoeker blij mee kunnen zijn, maar
als geneesheer heb je meer kwaad dan
goed gedaan....
Tenminste als je Clara vertelt, dat
Henri een leugen heeft gezegdEn
dat zal je onmogelijk kunnen verzwij
gen
Er was weer een peins- en overweeg-
pauze. Toen wierp ook de bedachtzame
Haas zijn voorzichtigen duit in het
zakje:
Zou het niet kunnen zijn, Marelman,
dat je zooveel naar „het geval" op-zich-
zelf hebt gekeken, dat je uif het oog
bent gaan verliezen, dat er aan dat ge
val menschen vast zitten; vrienden nog
wel?"
Toen deed de dokter nog een paar
kalme halen aan zijn sigaar, en zei:
Jelui hebt precies gezegd,, wat ik
verwachtte. En niet om jelui te be-
leedigen maar: dat was allemaal erg
voor de hand liggend; en als ik jelui mis
schien toch beleedig met dit te zeggen,
dan zijn we quitte; want jelui hebt mij
ook niet gespaard door me voor een
soort gevoelloozen wetenschaps-maniak
te houden. Dat ben ik niet; en al wat
jelui nu zoo gewichtig komt vertellen,
had ik allang tegen me zelf gezegd. En
het resultaat van die dialogen met me
zelf was après-tout, dat ik meende, er
toch in e^k geval eens met jelui over te
moeten spreken. Het is gemeen; nu ja;
dat is te zeggen: het is natuurlijk hee-
lemaal niet gemeen, want als we het
doen, doen we hetgeen van allen om
Hen'i of Clara verdriet te bezorgen,
maar om ze, allebei, te helpen. Van ge
meen is dus geen sprake. Maar het zou
daarom wel verkeerd kunnen zijn, te
eenzijdig, enfin, noem het zooals je het
noemen wilt...."
Er was weer een pauze.
Toen zei Kees Bender en hij zei het
een beetje schor en geagiteerd:
Er is mischien toch niet zooveel
tegen.
En zweeg obrupt.
De anderen wachtten op een toelich
ting. Maar die bleef achterwege.
Laten we de zaak dan eens bespre
ken, ging dr. Marelman voort. „Kijk
eens, we zouden natuurlijk veel zui
verder staan, als we Clara in onze over
leggingen konden bet ekken; maar en
dit als bewijs, dat ik heusch nog wel
iets meer zie dan „medische gevallen"
dat lijkt me te pijnlijk. En, nu ja, 't zou
ook onpractisch zijn; tenminste om dat
van het begin af te doen. Want als hij
al dadelijk.
De dokter zweeg. Hij scheen plotseling
toch gegeneerd.
(Wordt vervolgd.)