No. 121.
BINNENLAND.
ZEELAND.
MIDDELBURG.
TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN DINSDAG 6 SEPTEMBER 193 2.
HET KANAAL AMSTERDAM—RIJN.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot onteigening, noodig
voor den aanleg van het gedeelte Jut-
phaasVreeswijk van de scheepvaart
verbindingen, bedoeld in de wet van 27
Maart 1931.
Het kanaal-gedeelte Amsterdam-Wijk
bij Duurstede zal gemeen liggen met het
benedenpunt van het Merwedekanaal
(gemiddeld peil 0.40 M. N.A.P.) In
verband hiermede is het aangewezen om
den zijtak naar Vreeswijk, welke in
vroeger opgemaakte plannen, waarbij 't
hoofdkanaal door een schutsluis bij
Utrecht nog in twee panden was ver
deeld, bewesten Vreeswijk de Lek be
reikte, thans te ontwerpen beoosten de
ze plaats, omdat daar het hoofdkanaal
op niet grooten afstand van de Lek
komt te liggen. De zijtak naar Vreeswijk
buigt af nabij de kruising van het hoofd
kanaal met den Vaartschen Rijn. Door
den aanleg van het kanaalvak met den
Vaartschen Rijn naar Vreeswijk kan der
halve reeds dadelijk een zeer belangrijke
verbetering van de Amsterdamsche Rijn
verbinding tot stand worden gebracht,
omdat na voltooiing van dezen tak de
Koninginnesluis, welke thans het groot
ste oponthoud in den vaarweg vormt,
kan worden ontgaan.
Met het oog hierop is het gewenscht,
hangende de onderhandelingen voor de
uitvoering van het hoofdkanaal, zoo
spoedig mogelijk een aanvang te ma
ken met den zijtak naar Vreeswijk.
MASSA-ONTSLAG BIJ DE H. A. L.
ZIJ DIE 25 EN 30 DIENSTJAREN
HEBBEN.
De directie van de Holland Amerika
Lijn heeft aan haar expeditie-personeel
en de bootwerkers het navolgend schrij
ven overhandigd:
„Met verwijzing naar ons schrijven d.d.
4 November 1931, deelen wij u mede, dat
wij de daarin vervatte garantie tenge
volge van de zeeliedenstaking niet meer
kunnen handhaven en wij dus gedwon
gen zijn u met ingang van 10 September
a.s. uit onzen dienst te ontslaan.
Indien dus het scheepvaartconflict
vóór Zaterdag 10 September a.s. niet tot
een oplossing komt zullen tengevolge van
bovenbedoeld schrijven plus minus 180
man expeditiepersoneel en bootwerkers
en ongeveer 100 man vaklieden als sme
den, timmerlui, zeilmakers etc. uit den
dienst van de H. A. L. zijn ontslagen.
Het betreft hier vast personeel van
wie er verscheidenen zijn die 25 en 30
dienstjaren achter den rug hebben.
REGEERINGSCOMMISSARIS
CRISIS-V ARKENS WET.
Bij Kon. besluit is benoemd tot re-
geeringscommissaris voor de uitvoering
van de Crisis-Varkenswet 1932 ir. S. L.
Louwes, te Zwolle.
GROOTE VREDESBETOOGING TE
ARNHEM.
Zondag had op het Gem. sportterrein
te Arnhem een door de S.D.A.P. geor
ganiseerde internationale vredesbetoo-
ging plaats. Sprekers waren de heeren
De La Bella, bestuurder van het N.V.V.
Johan Thaber uit Crefeld, lid van den
Rijksdag en ir. J. W, Albarda, lid der
Tweede Kamer.
Er waren omstreeks 25.000 demon
stranten uit het geheele land en onge
veer 5000 Duitschers aanwezig.
AUTOVERKEER
NEDERLAND-BELGIE.
Men schrijft ons:
Tot heden moesten Nederlandscbe au-
tomobil'sten bij het eerste betreden van
het Belgisch grondgebied een zegelbe
lasting betalen van 7.50 voor het vi-
seeren van hun internationale documen
ten, Reeds geruimen tijd rezen hiertegen
NA DE OPERATIE.
door Dr. Jan Walch.
32.
En evenzeer passend en begrij
pelijk was het, dat hij „allereerst"
Hare Majesteit, onze geëerbiedig
de Vorstin, zijn eerbiedigen dank
bracht voor de onderscheiding, die hij
met dankbaarheid zou dragen; en daar
na den secretaris-generaal, den voor-
treffelijken, humanen chef, die zich wel
de moeite had willen getroosten, zich
naar zijn bureau te begeven, en die
verzekerd kon zijn, dat hij, mr. Colver,
zijn waardeerende woorden als eene
heerlijke belooning beschouwde, en dat
hij die woorden in zijn hart zal bewaren;
en dat ze hem steeds zullen aanvuren
bij het volbrengen van zijn plicht. „En
vervolgens", de spreker maakte bij
deze woorden een ietwat houterigen
omzwaai, waarvan de bedoeling was, al
de aanwezigen met zijn vriendelijken
blik te bestrijken, „vervolgens" de
herhaling van dit woord onderstreepte
een beetje sterk de hiërarchische volg
orde, maar dat kan nooit kwaad
bracht hij zijn dank aan al die trouwe
medewerkers, die hem zoo allerliefst
eigenlijk zei mr. Colver „allerliest"
hadden verrast. „De kleine geschenken
onderhouden de goede verstanahou-
verschillende bezwaren en thans heeft
de Belgische Min ster van financiën be
sloten van de heffing der genoemde be
lasting af te zien. Alleen geldt zulks na
tuurlijk voor de documenten, die in Bel
gië geviseerd worden. Indien deze do
cumenten in België zelf worden u tge-
geven blijven zij onderworpen aan ge
noemde belasting.
DE FEESTEN VAN
HANDELSBELANG.
Het concert.
Zoo konden dan gisterenavond de bei
de onderdeelen van het feestprogramma,
die Zaterdag tengevolge van het slechte
weder moesten worden uitgesteld, voort
gang hebben wel in de eerste plaats
het concert op de Markt, gegeven door
het Middelburgsch Muziekkorps. Het
werd tegen acht uur weer druk in de
straten die naar de Markt voeren, en
tijdens het concert waren eenige hon
derden op de Markt bijeen, die volop
genoten van de populaire muziek, die de
heer Caro voor deze uitvoering op het
programma had gezet.
De verlichting.
Voor de laatste maal was alom de
feestverlichting ontstoken en hebben
wij nog eens alle mooie plekjes bezocht,
en ook na zoovele dagen van belichting,
was het ons nog steeds even mooi, frap
peerde ons weer wat ten deze is tot
stand gebracht. Moge nog menigmaal bij
volgende aanleidingen een dergelijke
feestgloed over onze aloude veste schij
nen.
De fakkeloptocht,
Oorspronkelijk als finale van alle
feestdagen bedoeld, doch nu niet het
laatste, omdat nog de gondelvaart he
denavond om half negen zal uitvaren,
trok te tien uur de fakkeloptocht van de
Markt. Vooraf gingen twee agenten te
paard, dan volgde de signaalafdeeling
van „Achilles", dan het muziekgezel
schap „Crescendo", drie rijtuigen met
bestuursleden van „Handelsbelang" en
daar achter het Christelijk muziekgezel
schap „Oefening na den Arbeid".
Aanvankelijk door een zacht regentje
besproeid zette de stoet zich in bewe
ging voor den langen tocht, die ruim
anderhalf uur in beslag zou nemen zon
der tusschenpozen.
Alom stonden velen den stoet gade
te slaan en voor een ontelbaar aantal
woningen stonden de bewoners buiten
of zagen zij den langen stoet door
open of gesloten ramen voorbij trekken.
Een flink aantal personen ging voor
den stoet uit, maar het grootste deel
van hen, die van de muziek niets wilden
missen, liepen achteraan mede en dit
meermalen hosschende.
Meermalen klonk uit het publiek een
„leve Handelsbelang".
In St. Jorisstraat begroette Ben-
gaalsch licht de feestvierenden.
Het was dus ruim half twaalf toen
men voor het Stadhuis terugkeerde.
Hier heeft de heer L. A, S t o f k o-
p e r, Voorzitter van Handelsbelang
beide muziekkorpsen en niet het minst
Achilles bedankt voor de groote mede
werking deze dagen betoond en ook
voor de toekomst een beroep op hun
gedaan. Spr. zeide, dat Handelsbelang
niet zulkeen feest zou hebben kunnen
organiseeren, als zij niet zooveel mede
werking had gehad.
Ook de politie had den welverdien
den dank in ontvangst te nemen.
Ook nu klonk een „Leve Handelsbe-
Iang."
De beide muziekkorpsen speelden 't
Zeeuwsch Volkslied, de signaalafdeeling
sloeg en speelde een taptoe en ook dit
deel van het feest behoorde tot het ver
ding". En een goede verstandhouding
was gewenscht; dat had hij altijd zoo
beschouwd, „niet alleen dat dat aangena
mer is, maar het komt de samenwer
king ten goede; aan de taak, de groote,
eervolle, maar somtijds zware taak, die
ons is toevertrouwd". En toen was het
uit; dat wil zeggen:: toen begon het de-
filé, waarbij allen feliciteerden, en de
secretaris-generaal, die uiteraard voor
opging» drukte hem de hand; en mr.
Colver drukte de hand van wie na
dezen kwamen; en van enkelen van wie
nog daarna volgden. En naturrlijk was
Henri als hoofdcommies, een van de
eersten die voor felicjlteeren en be-
handdrukt worden in aanmerking kwam
maar dire verliep op eenigszins ongewo
ne wijze. Want Henri zei: „Wel meneer
Colver, ik feliciteer u van harte met
uw feest. En wat prettig voor u, dat ze
allemaal zoo'n goed idee van u heb
ben." Toen trok de heer Colver de
wenkbrauwen hoog; want dit was een
opmerking, die niet meer verontwaardi
ging opwekt, maar de hoogste verba
zing. Doch Henri, in de goedheid zijns
harten, ging hi'er niet even op door en
zei: „Ik las vanmorgen van uw jubi
leum in de krant, en mijn moeder ried
mij, u dadelijk even te gaan gelukwen-
schen; u weet natuurlijk, dat ik hier
toch wezen moet, om dat malle geval
in Straatsburg Maar in dien tus-
leden.
Even later ging de belichting ook uit.
Een nabetrachting.
Als wij dezen avond dan toch even als
hel slot willen beschouwen, is dit omdat
wij nog enkele algemeene opmerkingen
willen maken. Ten eerste, dat uit de
feestdagen wel volkomen is gebleken
wat door een krachtige samenwerking is
te bereiken en dan willen wij geen op
somming geven van alle organisaties en
personen, die medewerkten, daar wij ge
vaar zien dreigen er dan te vergeten.
Maar wij spreken zeker uit naam van
de duizenden, die van deze feesten zoo
geheel kosteloos hebben kunnen genie
ten, als wij dank brengen aan het be
stuur van „Handelsbelang" en allen, die
hen terzijde hebben gestaan.
Ook is weer zoo ten volle bewezen,
dat men te Middelburg echt feest weet
te vieren, maar rustig en zonder ook
maar de minste ordeverstoring.
Voor de winkeliers, vooral die in de
hoofdstraten is uit deze week wel een
goede les te leeren en wel, dat zij goed
doen hunne etalagelichten bij mooie
avonden ook na de winkelsluiting te la
ten branden, want in verlichte straten
wandelt men gaarne en er gaat voor hen
o.i. een propagandistische kracht van
uit.
Moge dit zoo worden in het belang
van een „bloeienden middenstand".
ACTIE TEGEN HET
RAPPORT-WELTER.
In de groote beneden-achterzaal der
sociëteit „St. Joris" spraken gisteren
avond vanwege den besturenbond voor
Walcheren van de Nederlandsche Vak
centrale de heeren Joh. M. de Zeeuw,
Alg. Secretaris van „Mercurius" en H.
van Gie6seï, Alg. Secretaris van den
Centralen Bond van P. T. T.-personeel.
Na te zijn ingeleid door den voorzit
ter, de heer J. C. Peeman, heeft de heer
de Zeeuw allereerst gememoreerd de
oprichting van het Verbond van Ned.
werkgevers in 1926. In hun orgaan
werd spoedig daarna gewezen op het
wassend saamhoorigheidsgevoel 'tus-
schen werkgevers en werknemers. Spr.
heeft daar niet veel van bespeurd. Wel
echter tusschen de werkgevers onder
ling tegenover degene, die bij hen in
dienst zijn. Ongeacht of het betrof rijks-,
gemeente-, of andere overheid, men
constateert een toenemende nivelleering
t.o.v. werknemers. Dit saamhoorigheids
gevoel heeft echter ook wel bijgedra
gen tot een groeiend saamhoorigheids
gevoel onder de werknemers, ongeacht
van godsdienst en politiek.
De omstand gheden, waarin wij ver-
keeren zijn voldoende bekend te ach
ten; ook de oorzaken, die daartoe heb
ben geleid; door het tolmurensysteem
zijn de landen verdeeld geraakt; spoedig
wees de praktijk uit, dat ook het eigen
belang daarmee slecht is gediend. Spr.
memoreert eenige bankkrachs in het
buitenland en den val van het pond
sterling, die ook voor Nederland funes
te gevolgen heeft gehad. Daardoor zijn
handel, industrie, scheepvaart in het ge
drang gekomen.
Men heeft maatregelen daartegen ge
nomen. Het verzet gaat hiertegen, dat
men tegen die ontreddering zoo weinig
doeltreffende maatregelen heeft getrof
fen; men treft die slechts tot schade van
de werknemers. En dat geschiedde zon
der de minste ruggespraak met ons.
Het Verbona van Ned. Werkgevers
heeft het sein gegeven tot alles wat tot
dit oogenblik gebeurt. De loonen moeten
omlaag heeft de spoorwegkoning ir.
Kalff gezegd, en de regeering heeft dat
gevolgd. Ook de gemeenten, de provin
ciën, de waterschappen volgden; en ook
de particuliere bedrijven.
Ons verzet gaat niet tegen loonsver
laging, arbeidskorting op zich zelf, döch
wel, dat wij in 't geheel niet in de voor
nemens zijn gekend. We moeten maar
gelooven dat verlaging noodzakelijk is.
schentijd was mr. Colver bekomen van
zijn verbazing en van de verdere aan
doeningen die zich daarbij hadden ge
voegd; en aangemoedigd door de tegen
woordigheid van den secretaris, zei hij,
zonder op de zonderlinge felicitatie in
te gaan: „Ik zal u waarschijnlijk nog wel
dezer dagen in dit gebouw zien, mijn-
heerre.Lugt"; en zonder groet wend
de hij zich onmiddellijk tot den volgen
den felicitant En behandelde Henri Lugt
.inderdaad als lucht.
Zeer verbaasd trok die zich terug; vol
spijt, dat hij zich door Mama er toe had
laten brengen, d'en ingebeelden gek te
gaan feliciteeren. Ja, toen hij dat stukje
in de courant las, en, meer, toen hij den
secretaris zijn prijzende toespraak hoor
de houden, had hij zich afgevraagd: zou
ik me dan aldoor in hem vergist heb
ben? Zou hij dan werkelijk toch een man
van beteekenis zijn? Al wat hij, nu
twaalf jaar lang, van hem gezien had,
was echter met zoo'n opvatting in
strijd, en hij had werkelijk gemeend, wat
hij zeide, en wat het vriendelijkste was,
dat hij in waarheid zeggen kon:
„Wat prettig, dat ze allemaal zoo'n goed
idee van u hebben...." En kon Colver
dan met die woorden niet tevreden zijn?
't Be' Ae toch veel meer voor hem,
uan eenig eigen oordeel van zijn onder
geschikte. En hij was zoo ijdel; gek, dat
hij 't dan niet prettiger had gevonden..
De hoofdschotel van hedenavond is
het rapport-Weiter. Er zijn er die zich
hebben afgevraagd, wat de werknemers
in het particuliere bedrijf daarmee te
maken hebben. Doch men weet wel,
hoe een samenhang er is tusschen over-
heids- en particulier bedrijf. Naarmate
van de eene zijde het voorbeeld wordt
gegeven, wordt van de andere zijde dit
gevolgd. Spr. toont dit met voorbeelden
aan. Als de regeering het rapport-Wel-
ter verwezenlijkt dan zal dat zeker in
het particuliere bedrijf navolging vinden.
En met bezuiniging op onderwijsgebied
heeft toch ook iedereen te maken? Wat
de vakbonden hebben bereikt, wordt
met afbraak bedreigd. Spr. wijst o.a. op
de werkloosheidsverzekering door groo
te offers door de werknemers tot stand
gekomen.
Het is ieder tot plicht te zorgen dat
zeker niet verdere resultaten tegen ons
worden bereikt.
Wij moeten toonen, dat de welvaart
die wij nog de onze kunnen noemen,
niet nog voor verdere versobering vat
baar is, doch ook dat die verdere ver
sobering niet gewettigd is. Onze groo
te grief blijft, dat we worden behan
deld als onmondigen. Dpt verzet moet
zich toonen door onze vakbeweging
zoo sterk mogelijk te maken. Dat zal
niet nalaten indruk te maken bij de
patroons en bij de regeering. Spr, wek
te tot die versteviging der vakorgani
satie krachtig op. We moeten ons als
leden der neutrale vakorganisatie één
voelen.
Er zijn kleine blauwe plekjes aan de
lucht, die een klein beetje hoop geven
voor een kentering in de crisis. Dat
moet ons bemoedigen in den strijd.
Bovendien zal de vakbeweging dan 'n
groote strijd hebben om terug te win
nen, wat ons stuk voor stuk is ontno
men.
Spr. zegt dat met elkaar veel kan
worden gedaan. Laat ons dan doen,
wat ons te doen staat.
De tweede spreker was de heer H.
van Giessel, die enkele punten
uit het rapport-Weiter belichtte. Spr.
zeide eerst een lans te willen bre
ken voor die commissie zelve. Het
is de schuld der commissie niet
zoozeer, dat het rapport er zoo-
uitziet, doch veeleer der opdrachtgeef
ster: de regeering. De hoofdambtena
ren hebben de opdracht vervuld, er
waren bezuinigingsmaniakken bij ,wien
't een lust was die opdracht te vervul
len. Men laat een commissie met cij
fers toonen, dat 't er zoo slecht uit
ziet in Nederland.
Spr. geeft een overzicht hoe een
staatsbegrooting tot stand komt, en
wijst er op hoe men de ambtenaren
afneemt en hoe men vrijwel niet raakt
aan het percentage van hen, die aan
de regeering hebben geleend.
Men wil een blijvende korting van 8
pCt. voor de gehuwden; het lager perso
neel op 1 Jan. 1933 5 pCt., het hooger
3 pCt., naar spr. berekent.
Niet alleen dat men het loon wil ver
lagen, doch bovendien wil men 12 pCt.
der ambtenaren ontslaan. Een op de
acht, Stel u eens voor wat het is voor
een ambtenaar in dezen tijd afgevloeid
te worden. En dat op bezuinigingsvoor
stellen, gebaseerd op fictieve cijfers. De
vertegenwoordigers van het overheids
personeel hebben andere maatregelen
geadviseerd, doch de regeering is er
doof voor.
Zoo wordt alles wat we hebben op
gebouwd, geknot. Daartegen moet ge
protesteerd. Spr. wijst op de vergadering
in Den Haag, op 24 Sept. Laat ook Zee
land daar flink vertegenwoord'gd zijn,
opdat er goede kracht van uitga.
Want in het rapport staat, dat dit
maar een eerste stap is. Zullen we ons
dit laten welgevallen? Men bedenke,
dat ook gemeentepersoneel er zeker
onder lijden zal en ook het particuliere
bedrijf. Zie het scheepvaartbedrijf.
De stroom der felicitaties ging intus-
schen voort en Colver nam met rustige
waardigheid de huldigingen in ontvangst,
al werd hij, naarmate de huldigers in
rang daalden, allengs wat koeler. Maar
dat kon ook aan den langen duur der
receptie liggen.
Wie gedefileerd had, vertrok, en zoo
werd de kamer allengs leeger. Ze was
zelfs bestemd, geheel leeg te raken de
zen dag; want de heer Colver zou, we
gens het feest en de emotiën daaraan
verbonden, dadelijk na de receptie te
zijnen bureele naar huis gaan; waar dan
's middags weer een ontvangst plaats
zou hebben, mede door mevrouw Col
ver en de jongedames. Er was zelfs in
het hart van den heer Colver een glin
sterend schijnseltje van hoop, dat deze
feestelijke dag nóg feestelijker zou wor
den door een verloving van de oudset
der dochters. Daartoe zou dan evenwel
de zoon van zijn vriend en bankier zijn
medewerking moeten verleenen; waar
wel heel veel kans op scheen te be
staan, maar toch-maar geen zekerheid;
de tegenwoordige jongelui voelen zoo
vreeselijk weinig neiging tot het huwe
lijk. En dit huwelijk zou den heer Col
ver toch zoo welkom wezen; nu ja, de
andere partij behoefde het ook niet als
een soort concessie te beschouwen. De
bankier had geld, dat is waar,, en véél
ook; maar zijn zoon had niet de minste
De cijfergroepeering van de commis-
sie-Welter, van de regeering moet cri-
tisch bekeken worden.
De ontvangsten eerste half jaar 1932
zijn zeker heel wat lager dan die van
verleden jaar, doch de opbrengst der in
komstenbelasting was in die periode
9Y» millioen meer dan de minister had
geraamd.Dan is er toch geen reden tot
klagen. De totale ontvangsten over het
eerste half jaar zijn hoewel veel lager
dan van het vorig jaar slechts 1 milli
oen beneden de raming gebleven.
Zoo gezien hoeft de commissie-Wel-
ter er met te 2ijn.
Doch er zijn altijd commissies, die wat
willen grijpen. Daarom zullen wij telkens
moeten vechten, als er een crisis is.
Dit is een zaak voor alles wat werk
nemer heet. Vandaar deze vergaderin
gen. Maar dan zorge men dat het leden
tal stijgt. Die stijging is de barometer
voor de regeering.
Spr. eindigt met een krachtige oproep
zich aan te sluiten.
Motie.
Hierna werd de volgende motie aan
genomen:
De vergadering, belegd door de Ne
derlandsche Vakcentrale, gehouden te
Middelburg op 5 September 1932;
gehoord de besprekingen over den al-
gemeenen toestand der werknemers en
de nog steeds verder voortschrijdende
verslechteringen in de levenspositie van
de werknemers bij uitvoering van de
voorstellen, neergelegd in het rapport-
Weiter;
overwegende, dat door alle nu reeds
getroffen maatregelen van versobering
het levenspeil van den werknemer in
ernstige mate is aangetast;
van oordeel, dat de voorstellen, neer
gelegd in het rapport-Weiter, beoogen
het blijvend verlagen van de Staatsuit
gaven, als gevolg waarvan de sociale
wetgeving het onderwijs en andere in
stellingen van cultureele en charitatieve
waarde, alsmede het loonpeil van alle
werknemers zullen worden aangetast,
waardoor deze laatsten zoowel in de
particuliere- als in de overheidsbedrij
ven worden gedrongen in een niet meer
te dragen staat van verarming;
protesteert tegen deze aanvallen op
allerlei instellingen van algemeen be
lang en het levenspeil van den werk
nemer;
verklaart, dat de versterking der
Staatsinkomsten behoort te (worden
verkregen uit verhooging der heffingen
op de belastingen en het heffen van een
crisisbelasting op de inkomens en ver
mogens;
besluit met kracht te zullen blijven
ijveren voor vermindering van het aan
tal arbeidsuren door verkorting van
werktijd, waardoor een aantal werk-
loozen in het productieproces kan wor
den opgenomen;
wijst af eene verdere beperking van
de werkloozenzorg, als bedoeld in het
rap port-Weiter;
draagt het bestuur van de Nederland
sche Vakcentrale op de thans gevoerde
actie onverzwakt voort te zetten, ten
einde de volksvertegenwoordiging te
overtuigen van de noodzakelijkheid, dat
andere wegen aanwezig zijn, waardoor
de Staatsinkomsten kunnen worden
versterkt.
De Voorzitter bracht tenslotte
dank aan de beide sprekers, en wees op
de noodzakelijkheid de afdeelingen zoo
sterk mogelijk te maken, en drong aan
op aansluiting bij den bestuurdersbond.
Hoofd- en handenarbeiders moeten be
ter samenwerken.
De kwestie van het Sportterrein.
Naar men ons van de zijde der Com
missie van toezicht op de gemeentelijke
sportterreinen mededeeltzal een even-
tueele beantwoording van hetgeen ten
haren opzichte in ons blad is gemeld, in
ieder geval niet kunnen plaats hebben
voor dat de voorzitter der Commissie,
geschiktheid om zijn vader op te volgen;
was ook in de studie blijven steken, en
had nu een keurige, maar niet heel be
langrijke positie bij de Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer. En Colver was
referendaris; en nu ook nog Officier in
der Oranje Nassau; en ook wel een beet
je invloedrijk; en hij zou het jongmensch
wellicht aan een baantje aan 't Minis
terie kunnen helpen, als er een vacatu
re kwam, waarvan eenige opschuiving
het gevolg was; en nu ja, er was wel
kans op zoo'n vacature
Zoodat de heer Colver, dankbaar, en
met het uitzicht op nog meer om dank
baar voor te zijn, om tien uur het Mi
nisterie verliet. En op zijn wandeling
naar huis genoot van den aanblik der
morgenstraten; waarvan hij maar uiterst
zelden de gelegenheid had te genieten.
De secretaris-generaal, mr. Holy
Helman, had nog de detwat lugubere
felicitatie van Henri Lugt bijgewoond,
en was daarna met den geaffaireerden
ernst die hem zoo goed kleedde naar
zijn kamer, de op één na voornaamste
van het Departementsgebouw op het
Plein, vertrokken. En na eenig dralen
besloot Henri, zich bij hem te laten aan
dienen.
(Wordt vervolgd.)