No. 121. BINNENLAND. ZEELAND. MIDDELBURG. TWEEDE BLAD VAN DE GOESCHE COURANT VAN DINSDAG 6 SEPTEMBER 193 2. HET KANAAL AMSTERDAM—RIJN. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot onteigening, noodig voor den aanleg van het gedeelte Jut- phaasVreeswijk van de scheepvaart verbindingen, bedoeld in de wet van 27 Maart 1931. Het kanaal-gedeelte Amsterdam-Wijk bij Duurstede zal gemeen liggen met het benedenpunt van het Merwedekanaal (gemiddeld peil 0.40 M. N.A.P.) In verband hiermede is het aangewezen om den zijtak naar Vreeswijk, welke in vroeger opgemaakte plannen, waarbij 't hoofdkanaal door een schutsluis bij Utrecht nog in twee panden was ver deeld, bewesten Vreeswijk de Lek be reikte, thans te ontwerpen beoosten de ze plaats, omdat daar het hoofdkanaal op niet grooten afstand van de Lek komt te liggen. De zijtak naar Vreeswijk buigt af nabij de kruising van het hoofd kanaal met den Vaartschen Rijn. Door den aanleg van het kanaalvak met den Vaartschen Rijn naar Vreeswijk kan der halve reeds dadelijk een zeer belangrijke verbetering van de Amsterdamsche Rijn verbinding tot stand worden gebracht, omdat na voltooiing van dezen tak de Koninginnesluis, welke thans het groot ste oponthoud in den vaarweg vormt, kan worden ontgaan. Met het oog hierop is het gewenscht, hangende de onderhandelingen voor de uitvoering van het hoofdkanaal, zoo spoedig mogelijk een aanvang te ma ken met den zijtak naar Vreeswijk. MASSA-ONTSLAG BIJ DE H. A. L. ZIJ DIE 25 EN 30 DIENSTJAREN HEBBEN. De directie van de Holland Amerika Lijn heeft aan haar expeditie-personeel en de bootwerkers het navolgend schrij ven overhandigd: „Met verwijzing naar ons schrijven d.d. 4 November 1931, deelen wij u mede, dat wij de daarin vervatte garantie tenge volge van de zeeliedenstaking niet meer kunnen handhaven en wij dus gedwon gen zijn u met ingang van 10 September a.s. uit onzen dienst te ontslaan. Indien dus het scheepvaartconflict vóór Zaterdag 10 September a.s. niet tot een oplossing komt zullen tengevolge van bovenbedoeld schrijven plus minus 180 man expeditiepersoneel en bootwerkers en ongeveer 100 man vaklieden als sme den, timmerlui, zeilmakers etc. uit den dienst van de H. A. L. zijn ontslagen. Het betreft hier vast personeel van wie er verscheidenen zijn die 25 en 30 dienstjaren achter den rug hebben. REGEERINGSCOMMISSARIS CRISIS-V ARKENS WET. Bij Kon. besluit is benoemd tot re- geeringscommissaris voor de uitvoering van de Crisis-Varkenswet 1932 ir. S. L. Louwes, te Zwolle. GROOTE VREDESBETOOGING TE ARNHEM. Zondag had op het Gem. sportterrein te Arnhem een door de S.D.A.P. geor ganiseerde internationale vredesbetoo- ging plaats. Sprekers waren de heeren De La Bella, bestuurder van het N.V.V. Johan Thaber uit Crefeld, lid van den Rijksdag en ir. J. W, Albarda, lid der Tweede Kamer. Er waren omstreeks 25.000 demon stranten uit het geheele land en onge veer 5000 Duitschers aanwezig. AUTOVERKEER NEDERLAND-BELGIE. Men schrijft ons: Tot heden moesten Nederlandscbe au- tomobil'sten bij het eerste betreden van het Belgisch grondgebied een zegelbe lasting betalen van 7.50 voor het vi- seeren van hun internationale documen ten, Reeds geruimen tijd rezen hiertegen NA DE OPERATIE. door Dr. Jan Walch. 32. En evenzeer passend en begrij pelijk was het, dat hij „allereerst" Hare Majesteit, onze geëerbiedig de Vorstin, zijn eerbiedigen dank bracht voor de onderscheiding, die hij met dankbaarheid zou dragen; en daar na den secretaris-generaal, den voor- treffelijken, humanen chef, die zich wel de moeite had willen getroosten, zich naar zijn bureau te begeven, en die verzekerd kon zijn, dat hij, mr. Colver, zijn waardeerende woorden als eene heerlijke belooning beschouwde, en dat hij die woorden in zijn hart zal bewaren; en dat ze hem steeds zullen aanvuren bij het volbrengen van zijn plicht. „En vervolgens", de spreker maakte bij deze woorden een ietwat houterigen omzwaai, waarvan de bedoeling was, al de aanwezigen met zijn vriendelijken blik te bestrijken, „vervolgens" de herhaling van dit woord onderstreepte een beetje sterk de hiërarchische volg orde, maar dat kan nooit kwaad bracht hij zijn dank aan al die trouwe medewerkers, die hem zoo allerliefst eigenlijk zei mr. Colver „allerliest" hadden verrast. „De kleine geschenken onderhouden de goede verstanahou- verschillende bezwaren en thans heeft de Belgische Min ster van financiën be sloten van de heffing der genoemde be lasting af te zien. Alleen geldt zulks na tuurlijk voor de documenten, die in Bel gië geviseerd worden. Indien deze do cumenten in België zelf worden u tge- geven blijven zij onderworpen aan ge noemde belasting. DE FEESTEN VAN HANDELSBELANG. Het concert. Zoo konden dan gisterenavond de bei de onderdeelen van het feestprogramma, die Zaterdag tengevolge van het slechte weder moesten worden uitgesteld, voort gang hebben wel in de eerste plaats het concert op de Markt, gegeven door het Middelburgsch Muziekkorps. Het werd tegen acht uur weer druk in de straten die naar de Markt voeren, en tijdens het concert waren eenige hon derden op de Markt bijeen, die volop genoten van de populaire muziek, die de heer Caro voor deze uitvoering op het programma had gezet. De verlichting. Voor de laatste maal was alom de feestverlichting ontstoken en hebben wij nog eens alle mooie plekjes bezocht, en ook na zoovele dagen van belichting, was het ons nog steeds even mooi, frap peerde ons weer wat ten deze is tot stand gebracht. Moge nog menigmaal bij volgende aanleidingen een dergelijke feestgloed over onze aloude veste schij nen. De fakkeloptocht, Oorspronkelijk als finale van alle feestdagen bedoeld, doch nu niet het laatste, omdat nog de gondelvaart he denavond om half negen zal uitvaren, trok te tien uur de fakkeloptocht van de Markt. Vooraf gingen twee agenten te paard, dan volgde de signaalafdeeling van „Achilles", dan het muziekgezel schap „Crescendo", drie rijtuigen met bestuursleden van „Handelsbelang" en daar achter het Christelijk muziekgezel schap „Oefening na den Arbeid". Aanvankelijk door een zacht regentje besproeid zette de stoet zich in bewe ging voor den langen tocht, die ruim anderhalf uur in beslag zou nemen zon der tusschenpozen. Alom stonden velen den stoet gade te slaan en voor een ontelbaar aantal woningen stonden de bewoners buiten of zagen zij den langen stoet door open of gesloten ramen voorbij trekken. Een flink aantal personen ging voor den stoet uit, maar het grootste deel van hen, die van de muziek niets wilden missen, liepen achteraan mede en dit meermalen hosschende. Meermalen klonk uit het publiek een „leve Handelsbelang". In St. Jorisstraat begroette Ben- gaalsch licht de feestvierenden. Het was dus ruim half twaalf toen men voor het Stadhuis terugkeerde. Hier heeft de heer L. A, S t o f k o- p e r, Voorzitter van Handelsbelang beide muziekkorpsen en niet het minst Achilles bedankt voor de groote mede werking deze dagen betoond en ook voor de toekomst een beroep op hun gedaan. Spr. zeide, dat Handelsbelang niet zulkeen feest zou hebben kunnen organiseeren, als zij niet zooveel mede werking had gehad. Ook de politie had den welverdien den dank in ontvangst te nemen. Ook nu klonk een „Leve Handelsbe- Iang." De beide muziekkorpsen speelden 't Zeeuwsch Volkslied, de signaalafdeeling sloeg en speelde een taptoe en ook dit deel van het feest behoorde tot het ver ding". En een goede verstandhouding was gewenscht; dat had hij altijd zoo beschouwd, „niet alleen dat dat aangena mer is, maar het komt de samenwer king ten goede; aan de taak, de groote, eervolle, maar somtijds zware taak, die ons is toevertrouwd". En toen was het uit; dat wil zeggen:: toen begon het de- filé, waarbij allen feliciteerden, en de secretaris-generaal, die uiteraard voor opging» drukte hem de hand; en mr. Colver drukte de hand van wie na dezen kwamen; en van enkelen van wie nog daarna volgden. En naturrlijk was Henri als hoofdcommies, een van de eersten die voor felicjlteeren en be- handdrukt worden in aanmerking kwam maar dire verliep op eenigszins ongewo ne wijze. Want Henri zei: „Wel meneer Colver, ik feliciteer u van harte met uw feest. En wat prettig voor u, dat ze allemaal zoo'n goed idee van u heb ben." Toen trok de heer Colver de wenkbrauwen hoog; want dit was een opmerking, die niet meer verontwaardi ging opwekt, maar de hoogste verba zing. Doch Henri, in de goedheid zijns harten, ging hi'er niet even op door en zei: „Ik las vanmorgen van uw jubi leum in de krant, en mijn moeder ried mij, u dadelijk even te gaan gelukwen- schen; u weet natuurlijk, dat ik hier toch wezen moet, om dat malle geval in Straatsburg Maar in dien tus- leden. Even later ging de belichting ook uit. Een nabetrachting. Als wij dezen avond dan toch even als hel slot willen beschouwen, is dit omdat wij nog enkele algemeene opmerkingen willen maken. Ten eerste, dat uit de feestdagen wel volkomen is gebleken wat door een krachtige samenwerking is te bereiken en dan willen wij geen op somming geven van alle organisaties en personen, die medewerkten, daar wij ge vaar zien dreigen er dan te vergeten. Maar wij spreken zeker uit naam van de duizenden, die van deze feesten zoo geheel kosteloos hebben kunnen genie ten, als wij dank brengen aan het be stuur van „Handelsbelang" en allen, die hen terzijde hebben gestaan. Ook is weer zoo ten volle bewezen, dat men te Middelburg echt feest weet te vieren, maar rustig en zonder ook maar de minste ordeverstoring. Voor de winkeliers, vooral die in de hoofdstraten is uit deze week wel een goede les te leeren en wel, dat zij goed doen hunne etalagelichten bij mooie avonden ook na de winkelsluiting te la ten branden, want in verlichte straten wandelt men gaarne en er gaat voor hen o.i. een propagandistische kracht van uit. Moge dit zoo worden in het belang van een „bloeienden middenstand". ACTIE TEGEN HET RAPPORT-WELTER. In de groote beneden-achterzaal der sociëteit „St. Joris" spraken gisteren avond vanwege den besturenbond voor Walcheren van de Nederlandsche Vak centrale de heeren Joh. M. de Zeeuw, Alg. Secretaris van „Mercurius" en H. van Gie6seï, Alg. Secretaris van den Centralen Bond van P. T. T.-personeel. Na te zijn ingeleid door den voorzit ter, de heer J. C. Peeman, heeft de heer de Zeeuw allereerst gememoreerd de oprichting van het Verbond van Ned. werkgevers in 1926. In hun orgaan werd spoedig daarna gewezen op het wassend saamhoorigheidsgevoel 'tus- schen werkgevers en werknemers. Spr. heeft daar niet veel van bespeurd. Wel echter tusschen de werkgevers onder ling tegenover degene, die bij hen in dienst zijn. Ongeacht of het betrof rijks-, gemeente-, of andere overheid, men constateert een toenemende nivelleering t.o.v. werknemers. Dit saamhoorigheids gevoel heeft echter ook wel bijgedra gen tot een groeiend saamhoorigheids gevoel onder de werknemers, ongeacht van godsdienst en politiek. De omstand gheden, waarin wij ver- keeren zijn voldoende bekend te ach ten; ook de oorzaken, die daartoe heb ben geleid; door het tolmurensysteem zijn de landen verdeeld geraakt; spoedig wees de praktijk uit, dat ook het eigen belang daarmee slecht is gediend. Spr. memoreert eenige bankkrachs in het buitenland en den val van het pond sterling, die ook voor Nederland funes te gevolgen heeft gehad. Daardoor zijn handel, industrie, scheepvaart in het ge drang gekomen. Men heeft maatregelen daartegen ge nomen. Het verzet gaat hiertegen, dat men tegen die ontreddering zoo weinig doeltreffende maatregelen heeft getrof fen; men treft die slechts tot schade van de werknemers. En dat geschiedde zon der de minste ruggespraak met ons. Het Verbona van Ned. Werkgevers heeft het sein gegeven tot alles wat tot dit oogenblik gebeurt. De loonen moeten omlaag heeft de spoorwegkoning ir. Kalff gezegd, en de regeering heeft dat gevolgd. Ook de gemeenten, de provin ciën, de waterschappen volgden; en ook de particuliere bedrijven. Ons verzet gaat niet tegen loonsver laging, arbeidskorting op zich zelf, döch wel, dat wij in 't geheel niet in de voor nemens zijn gekend. We moeten maar gelooven dat verlaging noodzakelijk is. schentijd was mr. Colver bekomen van zijn verbazing en van de verdere aan doeningen die zich daarbij hadden ge voegd; en aangemoedigd door de tegen woordigheid van den secretaris, zei hij, zonder op de zonderlinge felicitatie in te gaan: „Ik zal u waarschijnlijk nog wel dezer dagen in dit gebouw zien, mijn- heerre.Lugt"; en zonder groet wend de hij zich onmiddellijk tot den volgen den felicitant En behandelde Henri Lugt .inderdaad als lucht. Zeer verbaasd trok die zich terug; vol spijt, dat hij zich door Mama er toe had laten brengen, d'en ingebeelden gek te gaan feliciteeren. Ja, toen hij dat stukje in de courant las, en, meer, toen hij den secretaris zijn prijzende toespraak hoor de houden, had hij zich afgevraagd: zou ik me dan aldoor in hem vergist heb ben? Zou hij dan werkelijk toch een man van beteekenis zijn? Al wat hij, nu twaalf jaar lang, van hem gezien had, was echter met zoo'n opvatting in strijd, en hij had werkelijk gemeend, wat hij zeide, en wat het vriendelijkste was, dat hij in waarheid zeggen kon: „Wat prettig, dat ze allemaal zoo'n goed idee van u hebben...." En kon Colver dan met die woorden niet tevreden zijn? 't Be' Ae toch veel meer voor hem, uan eenig eigen oordeel van zijn onder geschikte. En hij was zoo ijdel; gek, dat hij 't dan niet prettiger had gevonden.. De hoofdschotel van hedenavond is het rapport-Weiter. Er zijn er die zich hebben afgevraagd, wat de werknemers in het particuliere bedrijf daarmee te maken hebben. Doch men weet wel, hoe een samenhang er is tusschen over- heids- en particulier bedrijf. Naarmate van de eene zijde het voorbeeld wordt gegeven, wordt van de andere zijde dit gevolgd. Spr. toont dit met voorbeelden aan. Als de regeering het rapport-Wel- ter verwezenlijkt dan zal dat zeker in het particuliere bedrijf navolging vinden. En met bezuiniging op onderwijsgebied heeft toch ook iedereen te maken? Wat de vakbonden hebben bereikt, wordt met afbraak bedreigd. Spr. wijst o.a. op de werkloosheidsverzekering door groo te offers door de werknemers tot stand gekomen. Het is ieder tot plicht te zorgen dat zeker niet verdere resultaten tegen ons worden bereikt. Wij moeten toonen, dat de welvaart die wij nog de onze kunnen noemen, niet nog voor verdere versobering vat baar is, doch ook dat die verdere ver sobering niet gewettigd is. Onze groo te grief blijft, dat we worden behan deld als onmondigen. Dpt verzet moet zich toonen door onze vakbeweging zoo sterk mogelijk te maken. Dat zal niet nalaten indruk te maken bij de patroons en bij de regeering. Spr, wek te tot die versteviging der vakorgani satie krachtig op. We moeten ons als leden der neutrale vakorganisatie één voelen. Er zijn kleine blauwe plekjes aan de lucht, die een klein beetje hoop geven voor een kentering in de crisis. Dat moet ons bemoedigen in den strijd. Bovendien zal de vakbeweging dan 'n groote strijd hebben om terug te win nen, wat ons stuk voor stuk is ontno men. Spr. zegt dat met elkaar veel kan worden gedaan. Laat ons dan doen, wat ons te doen staat. De tweede spreker was de heer H. van Giessel, die enkele punten uit het rapport-Weiter belichtte. Spr. zeide eerst een lans te willen bre ken voor die commissie zelve. Het is de schuld der commissie niet zoozeer, dat het rapport er zoo- uitziet, doch veeleer der opdrachtgeef ster: de regeering. De hoofdambtena ren hebben de opdracht vervuld, er waren bezuinigingsmaniakken bij ,wien 't een lust was die opdracht te vervul len. Men laat een commissie met cij fers toonen, dat 't er zoo slecht uit ziet in Nederland. Spr. geeft een overzicht hoe een staatsbegrooting tot stand komt, en wijst er op hoe men de ambtenaren afneemt en hoe men vrijwel niet raakt aan het percentage van hen, die aan de regeering hebben geleend. Men wil een blijvende korting van 8 pCt. voor de gehuwden; het lager perso neel op 1 Jan. 1933 5 pCt., het hooger 3 pCt., naar spr. berekent. Niet alleen dat men het loon wil ver lagen, doch bovendien wil men 12 pCt. der ambtenaren ontslaan. Een op de acht, Stel u eens voor wat het is voor een ambtenaar in dezen tijd afgevloeid te worden. En dat op bezuinigingsvoor stellen, gebaseerd op fictieve cijfers. De vertegenwoordigers van het overheids personeel hebben andere maatregelen geadviseerd, doch de regeering is er doof voor. Zoo wordt alles wat we hebben op gebouwd, geknot. Daartegen moet ge protesteerd. Spr. wijst op de vergadering in Den Haag, op 24 Sept. Laat ook Zee land daar flink vertegenwoord'gd zijn, opdat er goede kracht van uitga. Want in het rapport staat, dat dit maar een eerste stap is. Zullen we ons dit laten welgevallen? Men bedenke, dat ook gemeentepersoneel er zeker onder lijden zal en ook het particuliere bedrijf. Zie het scheepvaartbedrijf. De stroom der felicitaties ging intus- schen voort en Colver nam met rustige waardigheid de huldigingen in ontvangst, al werd hij, naarmate de huldigers in rang daalden, allengs wat koeler. Maar dat kon ook aan den langen duur der receptie liggen. Wie gedefileerd had, vertrok, en zoo werd de kamer allengs leeger. Ze was zelfs bestemd, geheel leeg te raken de zen dag; want de heer Colver zou, we gens het feest en de emotiën daaraan verbonden, dadelijk na de receptie te zijnen bureele naar huis gaan; waar dan 's middags weer een ontvangst plaats zou hebben, mede door mevrouw Col ver en de jongedames. Er was zelfs in het hart van den heer Colver een glin sterend schijnseltje van hoop, dat deze feestelijke dag nóg feestelijker zou wor den door een verloving van de oudset der dochters. Daartoe zou dan evenwel de zoon van zijn vriend en bankier zijn medewerking moeten verleenen; waar wel heel veel kans op scheen te be staan, maar toch-maar geen zekerheid; de tegenwoordige jongelui voelen zoo vreeselijk weinig neiging tot het huwe lijk. En dit huwelijk zou den heer Col ver toch zoo welkom wezen; nu ja, de andere partij behoefde het ook niet als een soort concessie te beschouwen. De bankier had geld, dat is waar,, en véél ook; maar zijn zoon had niet de minste De cijfergroepeering van de commis- sie-Welter, van de regeering moet cri- tisch bekeken worden. De ontvangsten eerste half jaar 1932 zijn zeker heel wat lager dan die van verleden jaar, doch de opbrengst der in komstenbelasting was in die periode 9Y» millioen meer dan de minister had geraamd.Dan is er toch geen reden tot klagen. De totale ontvangsten over het eerste half jaar zijn hoewel veel lager dan van het vorig jaar slechts 1 milli oen beneden de raming gebleven. Zoo gezien hoeft de commissie-Wel- ter er met te 2ijn. Doch er zijn altijd commissies, die wat willen grijpen. Daarom zullen wij telkens moeten vechten, als er een crisis is. Dit is een zaak voor alles wat werk nemer heet. Vandaar deze vergaderin gen. Maar dan zorge men dat het leden tal stijgt. Die stijging is de barometer voor de regeering. Spr. eindigt met een krachtige oproep zich aan te sluiten. Motie. Hierna werd de volgende motie aan genomen: De vergadering, belegd door de Ne derlandsche Vakcentrale, gehouden te Middelburg op 5 September 1932; gehoord de besprekingen over den al- gemeenen toestand der werknemers en de nog steeds verder voortschrijdende verslechteringen in de levenspositie van de werknemers bij uitvoering van de voorstellen, neergelegd in het rapport- Weiter; overwegende, dat door alle nu reeds getroffen maatregelen van versobering het levenspeil van den werknemer in ernstige mate is aangetast; van oordeel, dat de voorstellen, neer gelegd in het rapport-Weiter, beoogen het blijvend verlagen van de Staatsuit gaven, als gevolg waarvan de sociale wetgeving het onderwijs en andere in stellingen van cultureele en charitatieve waarde, alsmede het loonpeil van alle werknemers zullen worden aangetast, waardoor deze laatsten zoowel in de particuliere- als in de overheidsbedrij ven worden gedrongen in een niet meer te dragen staat van verarming; protesteert tegen deze aanvallen op allerlei instellingen van algemeen be lang en het levenspeil van den werk nemer; verklaart, dat de versterking der Staatsinkomsten behoort te (worden verkregen uit verhooging der heffingen op de belastingen en het heffen van een crisisbelasting op de inkomens en ver mogens; besluit met kracht te zullen blijven ijveren voor vermindering van het aan tal arbeidsuren door verkorting van werktijd, waardoor een aantal werk- loozen in het productieproces kan wor den opgenomen; wijst af eene verdere beperking van de werkloozenzorg, als bedoeld in het rap port-Weiter; draagt het bestuur van de Nederland sche Vakcentrale op de thans gevoerde actie onverzwakt voort te zetten, ten einde de volksvertegenwoordiging te overtuigen van de noodzakelijkheid, dat andere wegen aanwezig zijn, waardoor de Staatsinkomsten kunnen worden versterkt. De Voorzitter bracht tenslotte dank aan de beide sprekers, en wees op de noodzakelijkheid de afdeelingen zoo sterk mogelijk te maken, en drong aan op aansluiting bij den bestuurdersbond. Hoofd- en handenarbeiders moeten be ter samenwerken. De kwestie van het Sportterrein. Naar men ons van de zijde der Com missie van toezicht op de gemeentelijke sportterreinen mededeeltzal een even- tueele beantwoording van hetgeen ten haren opzichte in ons blad is gemeld, in ieder geval niet kunnen plaats hebben voor dat de voorzitter der Commissie, geschiktheid om zijn vader op te volgen; was ook in de studie blijven steken, en had nu een keurige, maar niet heel be langrijke positie bij de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer. En Colver was referendaris; en nu ook nog Officier in der Oranje Nassau; en ook wel een beet je invloedrijk; en hij zou het jongmensch wellicht aan een baantje aan 't Minis terie kunnen helpen, als er een vacatu re kwam, waarvan eenige opschuiving het gevolg was; en nu ja, er was wel kans op zoo'n vacature Zoodat de heer Colver, dankbaar, en met het uitzicht op nog meer om dank baar voor te zijn, om tien uur het Mi nisterie verliet. En op zijn wandeling naar huis genoot van den aanblik der morgenstraten; waarvan hij maar uiterst zelden de gelegenheid had te genieten. De secretaris-generaal, mr. Holy Helman, had nog de detwat lugubere felicitatie van Henri Lugt bijgewoond, en was daarna met den geaffaireerden ernst die hem zoo goed kleedde naar zijn kamer, de op één na voornaamste van het Departementsgebouw op het Plein, vertrokken. En na eenig dralen besloot Henri, zich bij hem te laten aan dienen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 3