De jeugd en de gevaren van het verkeer Gemengd Nieuws, Allerlei. [HEERENBAAI School en kerk. VERKEERSLESSEN VAN DEN A.N.W.B. 18e Les. Hou je fiefs goéd in je macht! Een auto kan veel sneller rijden dan een fiets, maar kan ook veel sneller remmen. Veel auto's hebben tegenwoordig vier remmen, hetgeen dan dikwijls op een bordje achteraan staat aangegeven. Dat is meteen een waarschuwing voor fietsers, om niet te dicht achter zoo n auto aan te rijden, want bij plotseling remmen volgt dan zeker een botsing. Fietsen moeten ook een goed wer kende rem hebben. Die rem is niet wettelijk verplicht voor fietsen zonder vrijwiel, maar voor eigen veiligheid toch wel aan te bevelen. Op een fiets zonder vrijwliel kun je remmen door tegen te trappen en wie op zoo n fiets rijdt, mag er wel aan denken vooral wanneer hij een helling af gaat, dat hij zijn voeten goed op de trappers houdt, anders heeft hij zijn fiets niet meer in zijn macht. Op deze teekeningen rijden de kinderen van een helling af. Die op de linker teekening doen het roekeloos. De eene jongen is vlak achter de auto gaan rijden, maar toen deze ineens stopte, is hij er tegenop gebotst en nu ligt hij met een leelij- ken smak op den weg. De andere jon gen houdt bij het afrijden van de helling zijn voeten niet op de trap pers en dat is ook gevaarlijk en het lijkt wel, of hij remmen wil, door zijn schoenzool tegen den voorband van zijn fiets te drukken, maar dat is ook roekeloos spel, want als zijn voet bekneld raakt, gebeurt er een ongeluk en bovendien is voor den fietsband zulk remmen ook niet te best. Op het rechter plaatje zien we onze vrienden Jan en Eulalia zooals het behoort rechts van den weg en achter elkaar de helling afrijden. Het gaat met een vaart en hun haren fladderen in den wind, maar met hun remmen en hun voeten op de trappers hebben ze allebei hun fiets goed in bedwang en bedacht op gevaar rijden ze Vlot de helling af. Wees dus voorzichtig, doe als Jantje en Eulalia, van wie we na deze laatste les afscheid nemen, maar niet zonder ze te bedanken voor het goede voor beeld dat ze ons in deze lessen heb ben gegeven. Wat zou het verkeer een boel veiliger worden als ieder zijn best deed om de regels van het verkeer goed in acht te nemen.! Als alle jongens en meisjes, die deze verkeerslessen hebben geleerd, deze nu ook in toepassing brengen zullen ze een goed werk doen, want dan helpen ze mee om de veiligheid van het verkeer te bevorderen. Een spookhuis. Een reeks raadselachtige gebeurte nissen in een zoogenaamd spookhuis in een afgelegen heuvelachtig terrfcïn te Hornell, op het platteland van New York, heeft het hoogtepunt be reikt met een poging tot het dood schieten van den geestelijke Herman Lee Henderson, die het huis onlangs als zomerverblijf huurde. Vijf vorige bewoners waren uit het huis verdre ven door spookachtige geluiden in het midden van den nacht en door bedrei ging met den dood. De heer Hender son echter sloeg al deze manifestaties in den wind, tot hij een met een ge weerkogel bezwaard briefje vond op den rand van een put in de nabijheid van het huis met de waarschuwing, dat hij moest zorgen dat hij weg kwam. Toen hij dit briefje stond te lezen, trof een kogel zijn hoed, die hem van het hoofd werd gerukt. De politie is thans op zoek naar den schutter. Een arm afgerukt. Op den Heyenschen weg onder Gen nep liep de heer J. Verzet uit Gennep, toen hij werd achterop gereden door een vrachtauto, die uitweek voor een tegemoetkomende auto. Onder het voorbijrijden werd de heer Verzet echter gegrepen door een haak, welke aan de vrachtauto bevestigd was, met het gevolg, dat den heer Verzet de linkerarm werd afgerukt. Het parket uit Den Bosch stelde een onderzoek naar de toedracht van het ongeluk in en gelastte de inbe slagneming van de auto. Het ongeluk heeft groote opschudding veroor zaakt. De aangeredene liep gehepl rechts van den weg, zoodat het onge luk niet aan eigen schuld te wijten is. Auto tegen lantaarnpaal. Een auto, op weg van Duitschland naar Venlo, reed op den Herungerweg bij Venlo, met zulk een kracht, met de rechterflank tegen een lantaarn paal, dat deze afbrak en zes meter ver weggeslingerd werd. Daarna schoot de auto den weg over en kwam met de linkerflank tegen een boom, waar door de auto vernield werd. De passa gier, de heer Linssen, bekwam boven been- en bovenarm-fracturen en de be stuurder de heer Van Gasset zware in wendige kneuzingen aan de borst. Per ziekenauto werden zij beiden naar het ziekenhuis vervoerd. De groote diefstal. Omtrent den belangrijken juweelen diefstal, welke te 's Gravenhage ge pleegd is, meldt men nader: De benadeelde is dr. ir. Ph., wonen de in het flatgebouw van Hogenhouck- laan. De familie is zeer gefortuneerd, en toen de diefstal ontdekt werd, heeft zij aan de politie met den jjieesten aandrang verzocht, de zaak in alle stilte te behandelen en geen opgave aan de pers te doen. De huismeester en het verdere per soneel van het flatgebouw hadden op dracht gekregen, in geen geval bijzon derheden mee te deelen. In verband met het uitloven van een groote be looning door een assurantiemaatschap pij heeft de politie echter besloten, een kort bericht te publiceeren, zon der vermelding van naam of woning. Verdere bijzonderheden heeft zij niet verstrekt. Van andere zijde vernamen wij ech ter het volgende: De heer en mevrouw Ph. waren Zon dagmiddag eenige oogenblikken uit gegaan, en dit moment heeft de dader afgewacht om binnen te komen. Hij moet zich in het flatgebouw bevonden hebben en in het bezit zijn geweest van een sleutel, welke past op de deur van de appartementen van de familie Ph. Toen hij eenmaal binnen was, vond hij de sleutels van de kasten, waarin de sieraden geborgen waren. Zonder eenige moeite kon hij deze kasten ope nen en de sieraden er uit halen. Daar na sloot hij de appartementen weer af en moet hij kalm het flatgebouw uitge wandeld zijn. Naar ons bij geruchte ter oore kwam, had de heer Ph. voor een aan zienlijk bedrag aan sieraden en geld stukken in huis, omdat de waardepa pieren in den laatsten tijd zoo sterk gedaald zijn. De heer Ph. achtte het veiliger, een gedeelte van zijn vermo gen in edelgesteenten en goud te be leggen. Iemand, die dit geweten moet hebben, heeft van die wetenschap ge bruik gemaakt en is met een buit, wel ke niet ver onder de twee ton is, ver trokken. Een uitgebreid onderzoek volgde da delijk op de ontdekking. Echter heeft dit tot heden geen resultaat opgele verd. Drie geraamten in een sloof. Griezelige vondst te Terheijde n. Is het drietal aardsche resten, dat men enkele dagen geleden in een sloot aan de Marktzijde te Terheijden opge graven heeft het roemrucht gebeente van vriend of vijand? Of zijn zij de verdonkeremaande slachtoffers van een gewonen aanslag? Wie zal dat ver tellen. De dooden spreken niet. Intusschen, het was een akelige vondst, aldus het „Dagblad van Noord- Brabant". De knecht van den landbou wer Oonincks, wiens mooie hoeve aan de Markzijde te Terheijden gelegen is ook al historisch terrein, waar vroe ger aan den „Dreiweg" het „Slotje" stond moest in opdracht van zijn meester een sloot uitdiepen, langs den bongerd gelegen. Toen hij in een hoek van hét terrein den bodem van den sloot afgroef, stootte hij al aanstonds op drie geraamten, waarvan de been deren nog in vrij goeden staat waren. Zelfs eenige rijen gave tanden ont braken niet in de doodshoofden. De man, die op een dergelijke^ vondst natuurlijk in de verste verte niet verdacht was, schrok danig, lei zijn schop over den schouder en toog naar zijn baas, om dezen van zijn ma- caberen vondst op de hoogte te stel len. Hij had in de gauwigheid de ge raamten niet goed bekeken en meen de aanvankelijk mét kindergeraamten te doen te hebben. De heer Oonincks ging er daarop zelf op uit, doch toen bleek al gauw, dat men met de ge raamten van volwassenen te doen had. Meteen bleek echter al spoedig, dat die geraamten al eens vroeger gevon den waren. Een buurman, die zijn tuin tje aan het omspitten was, vond ze geen meter onder de oppervlakte. Weet je wat, dacht deze, ik kieper ze over de heg in den sloot. En zoo kwa men ze op de plaats waar ze nu eenige maanden later gevonden zijn. De geraamten kunnen er al onaf- zienbaren tijd geweest zijn, hoewel de gaafheid der beenderen weer doet ver onderstellen, dat dit toch ook weer niet zoo heel lang geleden kan zijn. Men heeft er zich verder maar niet over verdiept, en waarschuwde de po litie, die voor een passende bijzetting op het kerkhof van Terheijden gezorgd heeft. De veldwachter Plompen en de doodgraver hebben de gebeenten ver zameld en opnieuw hopelijk thans voor goed aan den schoot der aarde toevertrouwd. Het geval trok heel wat belangstelling. Intusschen kan men in deze omgeving in de toekomst nog wel eens meer dergelijke vondsten doen. Het Deensche jacht vlot. Het Deensche jacht, dat op de En- gelschmanplaat is gestrand, is Woens dag bij hoog water vlot gekomen. Of schoon het schip lek is, heeft de be manning de aangeboden hulp gewei gerd. De reddingboot „Insulinde" en de sleepboot zijn toen vertrokken. Het jacht is in diep water ten anker ge gaan, waar men bezig is het gat te dichten. Gevangen in een kluis. Avontuuur van twee accountants. De heer Leckie, een der Britsche accountants, die thans bezig zijn te Stockholm de boeken te onderzoeken van Kreuger, zoomede zijn collega Jacobsen, hadden een zeer onaangename ervaring. Zij moesten meer dan anderhalf uur als gevangenen doorbrengen in een der groote brandkasten in het Kreuger-ge- bouw. Toen zij hun dagtaak hadden volbracht, gingen zij de kast binnen om eenige belangrijke, documenten op te bergen. Een bediende, die voorbij kwam, terwijl zij in de kluis waren, deed bij vergissing de deur dicht. Een der sleutels zat buiten in het slot, doch er waren twee sleutels noodig om de deur weer te openen en de tweede had een der accountants bij zicfn On- middelijk werd alarm geslagen en ge durende eenigen tijd verkeerde men n groote angst over het lot der twee ingeslotenen. Er werd een smid gehaald, die er echter niet in slaagde de deur open te maken. Ten slotte herinnerde men zich, dat een duplicaat-sleutel in het bezit was van een der bedienden, die al vertrokken was. Toen men hem eindelijk had gevonden, konden de gevangenen bevrijd worden. Zij hadden geen nadeelige gevolgen ondervonden, daar de kluis een ventilatie-inrichting bezat. Schoonheidswedsfrijden. «Even poseeren, alstublieft 1 Het is al een oude waarheid, dat niet alles zoo mooi is als het lijkt Miss Angela Joyce, Engelands schoonheids koningin van het vorige jaar, weet er van mede te praten. Na mijn bekroning in Parijs, zoo vertelt zij in Ideas», stelde ik mij met de andere Europeesche schoonheids koninginnen beschikbaar voor een tour- née door Amerika. Daar zijn we het object geweest van een commercieele exploitatie op groote schaal. Wij waren met ons negenen aan boord. En zeeziek dat we waren! Maar afgezien daarvan was de reis kalm ge noeg. Nauwelijks echter waren we in New York aan wal en we voelden ons toen nog ver van prettig of het was of wij waren meegesleurd door een wervelwind. De fotografen zwermden aan boord. .Even poseeren», brulden zij. Wij po seerden nu eens den eenen en dan weer den anderen kant uit. Twee einde- looze uren lang stelden we onze bleek, groen getinte gezichten bloot aan het snelvuur der camera's en in de avond bladen verschenen de portretten van 9 uitgeputte monsterlijkheden met in enorme letters het opschri't «Europa's knapste meisjes te New York». Nauwelijks waren we eren op adem gekomen, of 'n reuzenorkerst begon te schetteren op de kade. Burgemeester Walker verscheen met nog een dozijn of drie autoriteiten. Nieuwe camera's schoten als konijn tjes uit de menigte te voorschijn. De menschen gilden. Wij bogen. Het orkest daverde. En op deze manier, door straten, omzoomd me! een brullende bevolking, deden negen knappe meisjes haar intrede in Amerika ln razende vaart bracht men ons naar ons hotel, naar onze kamers en darna weer naar den uitgang. «Vooruit», schreeuwden de organisators, «even poseeren». Vermoeid en neerslachtig poseerden we wéér Goed zoo, kinderen», zei de heer die als ceremoniemeester fungeerde. «Nu een beejte rusten, en dan moeten jelui optreden in een res taurant». We rustten, precies tien minuten Toen naar het restaurant. Van halftien 's avonds tot drie uur in den ochtend moesten we glimlachen tegen de diner- gasten, terwijl het orkest onze volks liederen schetterde. Aan het applau kwam geen einde. Korte nachtrust. Om drie uur mochten we naar bed. Om zes uur werden we geroepen. „We zijn doodop", protesteerden we. „We liggen pa3 in bed 1" „Doodop, nonsens", antwoordde de vriendelijke dikke heer, die ons lot in handen had. „Jelui moet nu even po seeren". Uit ons humeur van vermoe'dheid slikten we overhaast ons ontbijt, en we stonden weer voor de camera's. Wel verre van schoonheidskoninginnen, de den we veeleer denken aan toonbeel den van vroegtijdig verval. Het was tijd voor de lunch. „Om twee uur present zijn in de omroepstudio, dus opschieten alsjeblieft", zei de or ganisator. Vrijwel den heelen middag vertelden we in onze respectieve talen onbenulligheden voor de microfoon, en toen werden we weer hals-over-kop naar ons hotel gebracht, waar we ons moes ten verkleeden, want dien avond was een loge voor ons gereserveerd in den schouwburg, Het publiek was razend van geest drift. Onze loge was versierd met de vlaggen van alle landen. Weer werden de volksliederen gespeeld. De tooneel- spelers kwamen ons hun hulde brengen jammer dat wij zoo slecht in conditie waren om ze te aanvaarden. Zoo ging het overal waar men ons vertoonde. In een razend tempo jak- ke den we door de eene stad na de andere, en werden voorgesteld aan gouverneurs, burgemeesters en wie weet aan wie nog meer. Toen kreeg iemand den schitterenden inval, voor 35.000 dollar een auto-karavaan voor ons te laten maken en met dit schitterende vervoermiddel werden we door de Ver- eenigde staten gesleept. Eens in de bergen van Pennsylvania, viel de kara vaan om, en negen schoonheden en een kookfornuis vielen mee. Hoe wij het er levend afbrachten, is mij nog steeds een raadsel Toen had ik er genoeg van, nam zelf een impresario en zette in mijn eentje de reis voort. Overal waar mijn auto zich vertoonde, wapperden de vlaggen, daverden de orkesten en werd ik door bereden politie geëscorteerd. De millionnair. De onvermijdelijke millionnair maak te zijn opwachting, en liep een blauwtje. De bladen echter vermelden met letters van tien centimeter „Schoonheidsko ningin krijgt diamanten ring van dol larkoning". En dat is waar de million nair moest en zou zijn ring kwijt lk heb hem later voor een aardig som metje verkocht. Ik heb de japonnen gedragen voor bekende firma's en er honderden dol lars voor gekregen, lk heb sigaretten gerookt, en er flink aan verdiend. El- ken keer dat ik glimlachte op de wijs van „God save the King", rolden de dollars met stroomen. Toen het jaar om was, was ik konin gin-af. Ik keerde naar Engeland terug, n afwachting van een soortgelijk wel kom als in de Staten. Maar terwijl Amerika het hoofd kwijt raakt over een schoonheidskoningin, is men in Engeland juist de meening toegedaan, dat zoo'n meisje zelf geen hoofd heeft en niets anders kan dan er aardig uitzien. Een massa menschen vinden, dat ik een heerlijken tijd heb gehad. Maar ik weet niet, ofik het daarmee wel eens ben. DE HILVERSUM 5, het prachttoestel met Super-inductie-schakeling, éénknops- bediening, electrodynamische luidspreker. 275,—, bij alle N. S. F.-agenten. van Doumer's moordenaar gespaard zou blijven. Advocaat Géraud had een verzoek ingediend, om aan de twee vragen, die aan de jury gesteld zou den worden, namelijk: le. is Gorgulof schuldig op 6 Mei 1932 willens den president der republiek te hebben ge dood? 2e is die manslag met voorbe dachte rade gepleegd? nog twee an dere vragen toe te voegen: of Gorgulof in een toestand van dementie handel de en of hij onder invloed van onweer staanbare krachten handelde. Beide vragen werden echter op ver zet van den procureur-generaal Do- nat-Guigue door het Hof geweigerd, met de motiveering, dat zij voor zoo ver doelende op beklaagde's vermin derde toerekeningsvatbaarheid al in de acte van beschuldiging, punt 1, wa ren vervat. In wezen was dit het mo ment, dat over leven en dood van verdachte besliste. De pleidooien van me. Roger en mr. Géraud, onj 5 uur begonnen, waren om kwart voor acht beëindigd. Op dat oogenblïk richtte de president Drey fus zich tot Gorgulof, die aan het ein de in een ziellooze verslapping was weggezonken, en stelde de gebruike lijke vraag: „Gorgulof, hebt u nog iets te zeggen?" Gorgulof richtte zich moeizaam op; als in een droom klonk het: „Ik ver laat de aarde. Mijn idee hebt gij ge dood. Ik ben al dood, ik kan niet meer eten, of drinken, of zitten. Dat is de waarheid." En plotseling vangt hij weer aan den psychiaters hun „misdadig rap port" te verwijten. „Gij hebt mij niet gekend," galmt hij. „Ik ben geen gek, maar ook geen misdadiger, moorde naar. Gij hebt mijn idee gedood!" Uitspraak der jury. De presidentshamer valt. Nu draagt de voorzitter aan de 12 jury-leden de twee sacramenteele vragen voor. Deze gaan in raadskamer, om kwart over acht, dus na nauwelijks dertig minu ten, verschijnen zij weer in de zitting zaal. Men kan een speld hooren val len en nu staat de oudste gezworene en spreekt met trillende stem: Naar eer en geweten, voor God en voor den mensch beantwoorden wij de gestelde vragen als volgt: De eerste vraag:,Ja. Met meer derheid van stemmen. De tweede vraag: Ja. Met meer derheid van stemmen. En zonder een woord verder neemt hij weer plaats. „Z o o i s h e t g o e d" Weer, doch thans te laat, spreekt Gorgulof en de adem van 'den dood is zoo voelbaar, dat de president hem stil begaan laat. „Zoo is het goed. Doo den kunt gij mij, doch mij niet in mijn eer aantasten. Dat recht hebt u niet. Ik heb drie jaren lang gedaan wat ik kon, om Frankrijk te helpen redden. Ik heb op het slagveld mijn plicht ge daan. De Boches, die zoovele Fran- schen hebben gedood, kunnen in Frankrijk blijven, maar een goed Rus sisch soldaat krijgt zelfs zijn identi teitskaart niet. Als goed soldaat en patriot zal ik sterven op het veld van eer, als apostel van mijn idee. Deze procureur-generaal is een beul. Hij is een bolsjewiek. Mijn idee zal niet al leen mijn land redden, maar ook Frankrijk." (De laatste woorden gaan te loor onder de stem van den voor zitter, die verklaart, dat het Hof zich in raadkamer begeeft.) Het fatale woord. Als de rechters na acht minuten weergekeerd zijn, volgt de voorlezing der wetsartikelen en dan het fatale woord, dat ieder verwacht: Gehoord den procureur-generaal en het oordeel der jury, wordt Pawel Gorgulof ter dood veroordeeld. De wet bepaalt iederen ter dood veroor deelde zal het hoofd worden afge slagen. Uit de ruimte voor het publiek klinkt applaus, dat meteen door hef tige protesten wordt overstemd. Veroordeelde, gij hebt drie vrije dagen, om cassatie aan te teekenen. Het proces is ten einde en terwijl de veroordeelde wordt weggeleid, huilt hij nog eenige 1 onverstaanbare woorden. Executie in September? Men verwacht thans, dat Gorgulof begin September zal worden geëxe cuteerd. In de berechting van Gorgu lof is uiteraard ten slotte het psy chologische probleem niet geheel op gelost. Het middel waarnaar gegrepen had kunnen worden, om althans een dubium te laten opkomen, ware ge weest (jet openlijk aannemen van ver zachtende omstandigheden. Daarvan is niets gekomen. In de formule, zooals zij aan de jury is voorgelegd, kondaar- van ook geen sprake zijn. Men vraagt zich af, of Gorgulof, wanneer zijn slachtoffer een ander dan de president der republiek was geweest, niet ten slotte Joch den hals had gered. Jury en 'rechters hebben zich vereenigd met het standpunt, dat de procureur-generaal in deze zaak heeft ingenomen. Het ging Hoofdza kelijk om den moordenaar van Dou- mer te straffen. Van gewicht is in dit verband het requisitoir geweest. De procureur- generaal heeft geconstateerd, dat Frankrijk er over voldaan kan zijn, dat geen der beide moordenaars van zijn presidenten. Caserio en Gorgulof, Franschen zijn geweest. ECHTE FRIESCHÊ ■mmmam/m/nem M. U. L, O.-examen Goes. Geslaagd voor diploma A: B. S. Gok- kes, M. Muller, L. J. Hengstmangers, E. J. Kindermann, J. G. van Winkelen, J. van den Bergh, allen te Middelburg M. C. Neerhout, NoordgouweJ. van Strien, Wolphaartsdijk K. van Sparrentak, Mid delburg B. van den Berge, M. de Geus, M. Gunst, J. Harinck, F. J. Koolwijk, C. J. Meijler, allen te Vlissingen H. A. Fe- leus, P. van Duivendijke, te Zierikzee P. G. van Maldegem, Kortgene J. C. van de Vreugde, C. J. de Regt, te Wisseker- ke P. Ova, J. M. Willemse, te Vlissin gen M. J. van Liere, Kapelle P. Kribbe, s-Heer Abtskerke J. Slabbekoorn, Wol phaartsdijk I. A. Overbeeke, Kapelle P, G. Suurmond, VlissingenM. W. van de Wege, Tholen en J. N. de Lege te Vlis singen. Voor diploma B: D. la Brujeere, D. Deïst te Zonnemaire en J. A. Vermazen te Middelburg. Afgewezen 5.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina bijlage 2