1 Augustus 1932 de Goesche Courant als Dagblad. N° 85 Woensdag 20 Juli 1952 Ü9e Jaargang. „NEUTRAAL" GLAZEN DE ARME MILLIONNAIR Buitenland, LINTVELT's BAZAR Binnenland. ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes ƒ2» buiten Goes ƒ2,— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag*, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE 1 COURANT UitgaveNaamleoze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 aevestiad te Goes. gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels ƒ1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. De incidenten te Altona. Het aantal dooden tot 14 gestegen. Van 12 dooden die Zondag te Al tona zijn gevallen, zijn twee nationaal- socïalisten, drie communisten, een socialist. Een der doodelijk gewonden is ook een communist. De 91 ingerekende verdachten zijn meest uit Hamburg afkomstig. Zeven ervan zijn, voor zoover de politie tot dusver heeft kunnen nagaan, bij de communistische partij ingeschreven. De commissaris van politie te Alto na heeft in een onderhoud met journa listen meegedeeld, dat hij de natio- naal-socialisten had gewaarschuwd voor een tocht door de oude stad. De nazi's hadden echter niet naar hem willen luisteren en zich beroepen op het goed recht om overal te betoogen waar hun dit goeddunkt. Nadat de betooging en de weg, dien zij zou nemen, bekend waren gewor den, heeft de politie uit het commu nistische kamp een protest ontvangen, waarin de betooging „een hoon voor het roode Altona" werd genoemd. In verband met de wettelijke bepalingen kon de politie de betooging echter niet verbieden. De commissaris was overtuigd dat de aanval op de betoogers en op de politie goed voorbereid was en ook zou zijn gebeurd als de demonstranten een anderen weg hadden gevolgd. Hij wraakte verder de kritiek op de po litie, die alles heeft gedaan wat zij kon om de betoogers te beschermen en de aanvallers te ontwapenen. De politie heeft z.i. voorbeeldige tucht getoond. Communisten de schul digen. Men meldt uit Berlijn: Met uitzondering van de pers der uiterste linkerzijde zijn alle bladen het er vrijwel over eens, dat de com munisten voor de incidenten van Al tona verantwoordelijk zijn. Toen on geveer 7000 demonstreerende S.A.- mannen in het zeer verwarde straten- net van het grensgebied tusschen Ham burg en Altona verschenen, .werden zij plotseling onthaald op een waren re gen van kogels. Onder de bevolking van Altona waren reeds enkele dagen te voren circulaires met den titel: UITSLUITEND VOOR UW INMAAK „Aan de revolutioonaire arbeiders van van Altona" uitgedeeld. Hierin stond de kenschetsende zin: „Zondag allen de straat op, tegen het fascistisch moordgespuis." Hoewel de schuld der communisten aan het gebeurde vrijwel vaststaat, wordt toch de vraag gesteld of de autoriteiten van Altona niet geheel verkeerd hebben gehandeld door de nationaal-sacialistische betooging in communistische wijken te veroorloo- ven. Ook Maandag nog heersciite in het gebied van den bloedigen strijd groote opgewondenheid, zoodat een sterke politiemacht er moest worden geconcentreerd. Verzekerd wordt, dat de benoeming van een Pruisischen staatscommïssaris, belast met het on derzoek naar de incidenten van Zon dag, kan worden verwacht. Verschillende zwaar gewonden heb ben amputaties moeten ondergaan. Het aantal dooden was Maandag avond tot 14 gestegen. Ierland koopt Duitsche kolen. Volgens een bericht van de „Daily Herald" uit Dublin is de Iersche regee- ringsbeambte Thomas McLaughlin naar Duitschland vertrokken om al daar groote aankoopen van Ruhr-ko- len voor Ierland te doen, daar de Ier sche regeering den invoer van Engel- sche kolen wil verbieden. Een kolen- uitvoer-onderneming in Zuïd-Wales heeft reeds van haar vertegenwoor diger in Dublin bericht ontvangen, dat Ierland tienduizend ton Duitsche ko len heeft gekocht. In Zuid-Wales bestaai groote be zorgdheid over de ontwikkeling van den economischen oorlog tusschen En geland en den Ierschen Vrijstaat. Rockend Nederland. Millioenen gaan in rook op. Aan een artikel in het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek over het verbruik van ruwe ta bak en tabaksfabrikaten van de hand van dr. P. W. de Lange is het vol gende ontleend. In de laatste negen jaar is door de bevolking gemiddeld jaarlijks in totaal bijna f 160 millioen uitgegeven voor sigaren, sigaretten, pijptabak, e.d., dat is per hoofd ongeveer f21. of voor een gezin van 5 personen ruim f100. Teneinde zich een indruk te kunnen vormen van de totale hoeveelheid der verbruikte fabrikaten is uitgere kend hoeveel ruwe tabak benoodigd is geweest voor de vervaardiging de zer producten. Aldus is voor de jaar lijks in genoemd tijdvak geconsumeer de hoeveelheid gevonden ongeveer 26 millioen K.G. ruwe tabak, waarvan 97 pet. in de Nederlandsche industrie bewerkt is. Deze hoeveelheid ruwe tabak bezat bij invoer hier te lande een waarde van ongeveer f 30 millioen of slechts ongeveer 20 pet. van de kleinhandelswaarde der daaruit ver kregen fabrikaten, welke dus over wegend uit bewerkings en distributie- kosten bestaat. Het gemiddeld hoof delijk verbruik in ruwe tabak uit gedrukt van 3.4 K.G. per jaar be draagt ongeveer het drievoud van dat voor de geheele wereld. Wat de ontwikkeling van het ver bruik betreft, val allereerst op, dat ondanks de veranderingen, welke zich op dit punt hebben voorgedaan (zooals uitbreiding van het verbruik van sigaretten en toenemen van de rookgewoonte onder de vrouwelijke bevolking), op den langen duur de hoofdelijk verbruikte hoeveelheid nauwelijks veranderd is. Van om streeks 1900 tot nu toe schommelt ze met betrekkelijk geringe afwijkingen om 3.3 a 3.4 K.G. ruwe tabak per jaar (uiteraard met uitzondering van het tijdperk van schaarschte tegen het einde van den wereldoorlog). Voorts zijn aanwijzingen gevonden voor een schommeling, welke in hoofdzaak te gengesteld gericht is aan de alge- meene conjunctuur; dus betrekkelijk groot verbruik in tijden van tegen spoed en in verhouding klein verbruik bij voorspoed. Zoo nam van 1923 tot 1928 het verbruik vrijwel doorloopend af van 3.53 tot 3.32 K.G. om daarna vooral na 1929 - te stijgen tot 3.49 K.G. in 1931. De kleinhandelswaarde per hoofd daarentegen, welke slechts van 1923 af bekend is, schijnt in hoofd zaak met de algemeene conjunctuur op en neer te gaan, zij het met een vertraging van ongeveer een jaar. Winkelsluitingspuzzle. Mogen de 21 uitzonde ringen van art. 9, lid 3 op Zondag gegeven wor den? Een vraagstuk dat zich voordoet bij de uitvoering van de nieuwe Winkel sluitingswet en dat voor het geheele land van groote beteekenis is, betreft de toepassing van artikel 9, 3e lid dezer wet, waarin den gemeenteraden de bevoegdheid wordt gegeven, ten hoogste 21 dagen in het jaar aan te wijzen, waarop de bij deze wet voor geschreven bepalingen omtrent het sluitingsuur niet zullen gelden. De Arnhemsche banketbakkers had den tot den raad het verzoek gericht deze bepaling op een aantal Zonda gen toe te passen. B. en W. wezen in hun prae-advies dit verzoek af, o.m. omdat het bepaalde in het 3e lid h.i. niet bedoelt te voorzien als zich normale, telkens terugkeerende omstandigheden van plaatselijken aard voordoen en dit 3e lid niet mag wor den „misbruikt". In de jongste raads vergadering voegde de r.k. wethouder Meijer hier nog aan toe uit Den Haag bericht te hebben ontvangen dat de Kroon de opvatting van B. en W. stellig deelt en een raadsbesluit dat anders uitvalt zal vernietigen. De raad wees toen het verzoek af, niet op ju ridische gronden, maar bij stemming rechts tegen links. In de nabij gelegen gemeente Rhe- den heeft de raad echter het besluit genomen dat op 15 Zondagen tusschen 15 Mei en 15 September voor alle winkels dezelfde sluitingsbepalingen zouden gelden als op de werkdagen. Dit besluit is dadelijk in werking ge treden en thans, twee maanden later, is het nog altijd niet vernietigd. De minister heeft, zoo vernamen wij, op intrekking aangedrongen, doch nadat het gemeentebestuur zich weigerachtig had getoond, bleef de zaak zooals zij was. Uit artikel 4 der Winkelsluitings wet, waarnaar verwezen wordt in art. 9, 4e lid, valt de conclusie te trekken dat een beginsel van „geen extra faci liteiten op Zondagen" niet is aange nomen; immers valt 14 Augustus (in- prt. 4 genoemd) in dit jaar al dadelijk op Zondag. Gage-verlaging koopvaardij? Naar de Tel. verneemt heeft de Bond van Werkgevers in de Koopvaar dij, met inachtneming van den voorge schreven opzeggingstermijn van dertig dagen, de collectieve arbeidsovereen komst met den Centralen Bond van Transportarbeiders en de Centrale van Koopvaardij-officieren opgezegd, zoo dat deze collectieve overeenkomst op 16 Augustus a.s. afloopt. De ontslagen bij de mijnen. Bij een onderhoud, dat het „Lim- burgsch Dagblad" had met den direc teur-generaal der Oranje Nassau-mij- nen, ir. D. Klink, wees het blad op de motiveering, welke in bepaalde krïn gen voor het nieuwe ontslag bij de on derneming gebezigd wordt, n.l. dat zij niet het gevolg zou zijn van de crisis, maar in niet geringe mate van de zich op zijn onderneming steeds meer perfectioneerende rationalisatie. Ir. Klink ontkende de juistheid van die motiveering ten stelligste. Wij halen veel meer uit den grond, zeide hij, dan wij kunnen afzetten. Wij heb ben onze productie reeds verminderd. Over de maand Juni produceerden wij al 13 pet. minder dan over de zelfde maand van het vorige jaar. Maar nog hebben wij overproductie. Niet alleen dat de voorraden van on ze mijnen vooral de laatste maanden niet onaanzienlijk zijn toegenomen, ook de voorraden op onze opslag plaatsen elders worden steeds groo- ter. Wij moeten onze productie thans weer beperken. Thans zijn zooveel arbeiders ontslagen, dat althans één der twee Feierschichten per week kan vervallen. Na het ontslag van heden zal dan ook, indien de toestand zich nog verergert, volstaan kunnen worden met ten hoogste één Feierschicht per week. Verwacht u iets van regeeringsmaat- regelen? vroeg het blad verder. Eenige maanden geleden, antwoord de ir. Klink, bracht de referendaris bij het departement van Economische Zaken een bezoek aan de mijnstreek. Het resultaat hiervan is alsnog voor de mijnstreek nihil geweest. Totnogtoe bleef de regeering zwijgen; op alle telegrammen en brieven gaf zij geen antwoord. Men schijnt zich te 'sGra- venhage niet bewust te zijn van den nood, die hier niet alleen gegroeidj is, maar die in nog heviger mate dreigt De regeering zal wel blijven zwijgen, of zal ook hier een dr, Posthuma moe ten opstaan om Den Haag tot hulp te bewegen? Op een vraag, of de staking in Bel gië eenig voordeel bracht, antwoord de ir. Klink: Integendeel! Behalve dat zij reeds geëindigd is, heeft zij voor ons een zeer slecht gevolg, n.l. dat de Belgische regeering toegezegd heeft, maatregelen te beramen om de Belgi sche mijnindustrie ter wille te zijn. De uitlating der Belgische regeering kan m.L niets anders beteekenen dan een verscherpte contingenteering in België. Dat zou een zeer ernstig gevolg dezer staking voor onze mijnindustrie zijn. Naar verluidt, gaat het blad verder, zouden er bij de Oranje Nassau-mij- nen beambten ontslagen worden, en ook hier zegt men in bepaalde krin gen wegens rationalisatie. Dit is onzin, zeide ir. Klink. Wan neer ons bedrijf wordt ingekrompen, dan is het logisch dat het beambten- corps dit zelf ook zal moeten meema ken. In hoeverre deze inkrimping zich' zal aanpassen aan die van het geheele bedrijf, wordt thans ernstig onden- zocht. Inderdaad zijn onze kantoren gerationaliseerd. Een ontslag daarop te baseeren zou echter geheel in strijd met de feiten zijn. Zij zal een gevolg zijn van de malaise, die op het geheele bedrijf haar stempel gedrukt heeft. De toestand in de Nederlandsche mijn industrie verergert nog steeds en wat het meest ontmoedigt is, dat er voors hands geen vooruitzicht op verbete ring is. ALLEEN EEN BAD met electrisch warmwater-apparaat voor nachtstroom van 3]/2 ets. per K.W.U., geeft volledige vol doening. Installateur J. M. POLDERMAN, Telefoon 129, Groote Markt, Goes. 16 FEUILLETON DOOR CHARLES BETHFORD, „O, dat is gemakkelijk genoeg gezegd, kerel", ging Honerton voort. „Een paar van je vroegere vrienden hebben de hoof den bij elkaar gestoken en hebben het vol gende plannetje bedacht. Ze willen je, op een nader door jou te bepalen datum, een dinertje aanbieden en na afloop willen ze je dan een chèque geven, die, dat wil ik je wel in vertrouwen zeggen, de moeite van het aannemen wel waard zal zijn, waarna je dan naar Canada of naar Ame rika, of waar dan ook, naar toe kunt gaan, om opnieuw te beginnen. Of als je wilt, kan je ook in Londen blijven en hier het een of ander aanpakken. Zooals Freddy Lancaster zei, het is niet meer dan onze plicht om wat terug te doen voor al je gastvrijheid en je hulpvaardigheid, wan neer een van je bekenden in de rats zat, enneehwe willen je laten zien, dat we niet van plan zijn een van onze kameraden te laten verdrinken, zonder hem een helpende hand toegestoken te hebben, enneenfin de rest weet je wel", zeide Honerton met een zucht van verlichting, dat dat karweitje afgeloopen was. Bliss wendde het hoofd af en keek strak voor zich uit in het gewemel van voetgan gers en voertuigen. Plotseling leek het, alsof alle voertuigen in elkaar verward waren, de gezichten van de voorbijgan gers zag hij onduidelijk, als door een mist. Hij moest een paar keer slikken om het hinderlijk gevoel in zijn keel weg te krij gen. Als een onmogelijkheid voelde hij het, nu te moeten antwoorden. Honerton had het heel druk met zijn cigarettenkoker en was een paar stappen op zij gegaan om een lucifer aan te steken. „En, hoe denk je er over vroeg hij, nadat hij een paar maal zijn cigaret opge stoken had. „Ik kan je op het oogenblik nog niet goed antwoord geven", zeide Bliss een voudig. „Je hebt me overbluft. Maar zou je hun willen zeggen, dat ik heel graag van hun vriendelijke uitnoodiging gebruik wil maken en dat ik het dinertje graag op den 19en December vastgesteld wou zien, als het ten minste niet te gauw is". „Prachtig", zeide Honerton opgewekt. „Laten we dan zeggen, 's avonds om acht uur, in de Milaan. Dan zullen we zien, of we het Venetiaansche zaaltje kunnen krij gen. En nu moet je me niet kwalijk ne men, kerel", ging hij door, als ik verdwijn. Jij bent er misschien aan gewoon, maar ik voor mij vind, dat je van al dat geschud een raar gevoel in je maag krijgt. Daar heb je juist een taxi, die zal ik dan maar nemen. Adieu hoorVergeet het nou niet, den 19en December acht uur 's avonds, het Venetiaansche zaaltje in de Milaan. O ja, dat zou ik bijna vergeten", voegde hij er aan toe, terwijl hij nog even terug kwam, „hoe staat het metde jonge dame 7" „O, je bedoelt mijn meisje", antwoord de Bliss. „Vindt je het goed, dat ik haar meebreng „Natuurlijk", was het opgewekte ant woord. „Breng haar maar mee, dan geven we jullie een gezellige afscheidsfuif. Nou adieu hoor, tot ziens". „Tot ziens", antwoordde Bliss met een stem, die van heel veraf scheen te komen. Toen ze dien avond naar hun gewone restaurant in Drury Lane wandelden, was Bliss opvallend stil, zoo stil, dat Frances zich ongerust maakte. „Er is toch niets vroeg ze angstig. „Je bent toch niet je betrekking kwijt „Neen, gelukkig niet", haastte hij zich haar gerust te stellen. „Ik ben tot dusver zelfs nog boete vrijgeloopen, maar ik heb vandaag iets beleefd, dat mijn gedachten nogal in beslag neemt. Een paar van mijn vroegere vrienden hebben geld bij elkaar gebracht, om ons in de gelegenheid te stellen, opnieuw te beginnen en nu willen ze een dinertje ter onzer eere geven en na afloop willen ze ons dan een chèque aanbieden, 't Schijnt een heel behoorlijke som gelds gewordeh te zijn. Wat vindt jij er van, Frances „Bedoel je, om naar het buitenland te gaan Hij knikte. „Ja, dat schijnt het plan te zijn". Gedurende een paar oogenblikken zweeg ze, terwijl ze in diep nadenken verzonken voortliep, 't Was of Bliss haar gedachten lezen kon. „Je denkt zeker aan je zusters, is 't niet?" vroeg hij, terwijl ze te samen het restaurant binnengingen. „Maar als er nu genoeg geld was om voor Ruth een be hoorlijken studietijd te bekostigen en als we Elsie nu eens naar het Zuiden konden sturen Onder tafel door greep ze zijn hand. „Ik laat het heelemaal aan jou over. Er- nest", zeide ze, „maar je mag niet te veel voor ze doen". „O, ja", zeide hij toen, „dan nog iets. Ze wilden den datum van het dinertje op den 19en December vaststellen". Met een komisch wanhopige uitdruk king op haar gezicht keek ze hem aan. „Maar Ernest", zeide ze half lachend, „dan kan ik toch niet meegaan. Je weet heel goed hoe het met mijn kleeren staat, en den 19en December is al aanstaande Donderdag". Gedurende een paar oogenblikken bleef het doodstil. Bliss zat voor uit te staren, zonder iets van het kleine zaaltje te zien. „Aanstaanden Donderdag", zeide hij toen heel langzaam. HOOFDSTUK IX. Op den morgen van den 19den Decem ber werd Bliss met een eigenaardig gevoel van opwinding wakker. Gedurende een paar oogenblikken lag hij met wijd ge opende oogen voor zich uit te staren. Nu de lang verwachte dag eindelijk was aan gebroken, kon hij zich maar niet voorstel len, dat het proefjaar nu werkelijk achter den rug was, dat hij geen nieuwe ontbe ringen meer behoefde te vreezen. Maar zijn gedachten bleven maar heel even stil staan bij de beteekenis, die deze dag voor hem persoonlijk had. De hoofdzaak was Frances. O, het geluk, dat zijn eerste ge dachten, na twaalf maanden van misère, niet voor hem zelf waren, maar voor een anderHij sprong uit bed en maakte zijn toilet zoo zorgvuldig mogelijk. En daarna telde hij zijn geld, twee en dertig shilling. Zijn geldelijk bezit was dus vijf en twin tig shilling, want hij was zijn hospita nog een week kamerhuur schuldig. Hij betaal de zijn rekening en wandelde om even over achten voor de laatste maal de trap af. Hij deed de voordeur open en botste bijna tegen een bekende figuur aan, die vlak voor de deur stond, met haar hand op den schelknop. „Mrs. Heath", riep hij uit. „Wel, dat is toevallig". Maar het was een herboren Mrs. Heath, een Mrs. Heath wier geheele gezicht straal de van vreugde, wier arme, vermoeide oogen glansden door het onverwachte ge luk. Haastig greep ze naar zijn hand. „Dat bent u geweest, mijnheer. Dat kan niemand anders dan u gedaan hebben", riep ze uit, terwijl ze zijn beide handen vastgreep en hem met haar glinsterende oogen aankeek, alsof ze de bevestiging van haar vermoeden van zijn gezicht wil de aflezen. „Ik weet er anders geen uit legging voor. Het kwam gisteravond met de laatste post en er waren vijf en zestig pond aan bankbiljetten bij ingesloten ik heb vannacht geen oog dicht gedaan en vanmorgen heb ik er een paar ingewisseld en ze zijn echt, ze zijn werkelijk echt. O, Mr. Bliss, u weet niet wat het voor me beteekent. De kinderen zijn bezorgd en ik kan Hughie naar school sturen en ik weet zeker, dat u het gedaan heeft en ik kan werkelijk niets zeggen meer, anders ga ik schreien. Maar ikik dank uik bedank u hartelijk". De oprechte dankbaarheid in Mrs. Heath's stem trof Bliss diep. Zij ook, die kleine vrouw met haar vermoeide gezicht, had het hare er toe begedragen om hem de wereld met geheel andere oogen te lee- ren zien. Zijn oogen schoten vol tranen. Impulsief stak hij zijn arm door den hare. „Mijn beste Mrs. Heath", zeide hij har telijk, „u bent zoo goed voor me geweest, ik heb zooveel van u geleerd. Ja, ik heb u het geld gestuurd. Mijn doel was, dat u voor de rest van uw leven zoo gelukkig mogelijk zoudt zijn, dat u geen angst meer zoudt kennen voor een te kort schieten van uw geldelijke omstandigheden. U heeft al genoeg zorg en verdriet gehad, niet waar? En over een paar dagen kom ik met mijn vrouw eens zien, hoe 't er mee gaat". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1