COESCHE COURANT
SOLA
SILVER
De Kleine Bazar
DE ARME MILLIONNAIR
BIJVOEGSEL
Binnenland.
Buitenland,
VAN DE
VAN VRIJDAG 1 JULI 1932.
GALENUS ABRAHAMSZ. DE HAAN.
De Zeeuwsche apostel
der Godsdienstvrijheid.
Voor we iets gaan vertellen van dezen
Zeeuwschen apostel der Godsdienstvrij
heid, die een der eerste voormannen was
van de Doopsgezinde beweging in de 17e
eeuw, moeten we trachten ons een beeld
te vormen van den stand der kerkelijke
partijen in dien tijd.
Met de kerkhervorming, die in de twee
de helft der 16e eeuw ons land binnen
drong, was een tijdperk aangebroken van
hevigen strijd, die leidde tot een overwin
ning voor het nieuwe geloof. Met deze
overwinning was echter de rust in ons land
geenszins weer gekeerd. Al waren de on
verdraagzaamheid en de heerschzucht der
priesters een der vele oorzaken geweest
van den opstand tegen het katholieke ge
loof, nochtans hadden de predikanten, die
nu den toon zouden aangeven, daarop zoo
weinig acht geslagen, dat zij zich dadelijk
aan dezelfde fouten gingen schuldig maken.
Het gevolg was, dat velen zich van de
kerkelijke partijen afkeerden en nieuwe
secten stichtten; een verbrokkeling van het
godsdienstig leven, die zou blijven voort
duren tot op dezen dag.
Nooit is de strijd des geloofs met meer
hartstocht gevochten dan in den tijd dat
de Dordtsche synode zich oppermachtig
kon noemen, en zich haar macht zoo zeer
bewust was, dat alles en iedereen voor
haar moest wijken.
De verdeeling in Remonstranten en
Contra-Remonstranten trok zulke scherpe
grenzen, dat een openlijke strijd niet ach
terwege kon blijven en het gevolg daarvan
was, dat in het jaar 1618 de Contra-Re
monstranten de leiding namen en dadelijk
vol woede op hun tegenstanders lostrok
ken.
In 1619 was uiterlijk door hen de over
winning behaald niet minder dan 200
Remonstrantsche predikanten waren afge
zet en ongeveer 100 waren verbannen.
Maar in werkelijkheid kon men moeilijk
van een overwinning spreken. Want over
het algemeen was de wereldlijke overheid
zoo gematigd en verdraagzaam, dat zij
alleen tot handelen overging, wanneer de
predikanten zulks eischten. Een man als
Coornhert waakte, ten koste van zijn rust,
voor de vrijheid en zulken waren er meer.
Maar het kwam toch zoover, dat in
1620 een belooning werd toegezegd aan
hen, die predikanten uitleverden. Wat
was het geval Vele predikanten lieten
zich maar niet goedschiks verbannen en
keerden heimelijk naar het land terug. Op
vele plaatsen vonden zij gastvrij onder
dak bij geloofsgenooten en van daaruit
trachtten zij als vroeger te zorgen voor
het geestelijk heil der gemeenten. Vooral
de partij der Doopsgezinden wist zich te
handhaven. Menno Simonsz, in 1496 te
Witmarsam geboren, was één dergenen,
die geroepen waren tot het verdedigen der
vrijheid. Hij was oorspronkelijk katholiek
priester, maar kwam door studie en na
denken tot een andere overtuiging. Voor
al de kinderdoop stond hem tegen en hij
kwam zoover, dat hij zich niet meer wilde
aansluiten bij eenige bestaande secte. Zoo
ontstond de partij der Doopsgezinden, die
al spoedig twee richtingen te onderschei
den gaf.
De eene richting was die der eigenlijke
FEUILLETON
DOOR
CHARLES BETHFORD.
„In elk geval zal ik je het fornuis eens
laten zien", zeide hij. „Niet dat er zooveel
aan is, maar we kunnen het in elk geval
eens gaan bekijken. Wees zoo goed even
te wachten".
Snel liep hij het magazijn in om iemand,
die te nauwkeurig het type fornuis stond te
bekijken, eens te vragen wat hij eigenlijk
wilde. Bliss keek de typiste met het mooie
bruine haar vragend aan.
„Denkt u, dat ik kans heb", vroeg hij.
De typiste keek van haar werk op en
bleef hem eenige oogenblikken nadenkend
aanstaren. Tot zijn groote verbazing merk
te Bliss, dat zij er heel wat aardiger uit
zag, dan hij gedacht had. Zij was heel
slank, eigenlijk iets te mager. Ze had
groote, heldere oogen, een frisch teint, een
mooien mond en een pittig gevormde kin.
Zonder te weten waarom, voelde Bliss,
dat hij zich hier tegenover een persoon
lijkheid bevond, die zich op een of andere
manier onderscheidde van het type vrouw,
waarmede hij gewend was om te gaan.
„Ik ben bang van wel", was haar ant
woord.
„Bang?" vroeg hij ten hoogste verbaasd.
Ze knikte even. „Ja, ik zei bang. Mr.
Masters is eigenlijk veel te goed. Als het
Doopsgezinden, de andere die der Colle-
gianten. De laatste partij was als volgt
ontstaan In 1619 was in Warmond de
Remonstrantsche predikant Christiaan So-
pingius geschorst. Men benoemde in zijn
plaats een Contra-Remonstrant. Maar dat
was niet naar den zin der gemeentenaren.
Zij besloten om niet ter kerke te gaan,
maar onderlinge bijeenkomsten te organi-
seeren, waar een der broeders iets tot
stichting zou voordragen.
De voorsteller van deze nieuwigheid
was Gijsbert van der Kodde. Hij was, wat
nen zou kunnen noemen practisch-Doops-
gezind.
De volgelingen van Menno Simonsz wa
ren n.l. -meer idealistisch. Zij wilden de
Christelijke kerk op aarde herstellen in
den vorm en in de zuiverheid, zooals men
de eerste apostolische kerk had gevonden.
Zij wilden geen leeraar bevoorrechten bo
ven een gewoon lidmaat der gemeente,
wilden geen wapens, geen kinderdoop en
waren zeer voor verdraagzaamheid.
Ook de Collegianten, zooals men de ge
lijkgezinden van v. d. Kodde noemde, wa
ren het met dit alles eens. Maar zij gingen
verder. Ze weigerden eveneens elke ker
kelijke autoriteit, maar namen ook aan,
dat de Heilige Schrift de eenige gelöofs-
regel was, en dat ieder die kon opvatten,
zooals hij dat zelf wilde. Ze waren dus
anti-clericaal, anti-confessioneél en ook
anti-formalistisch. Hun beginsel verbood
de oprichting van een eigen secte. Anders
denkenden waren welkom, men keek er
alleen naar, of zij werkelijk Christenen
waren. Geen bindende belijdenis was ge-
wenscht, noch waren dat voorgeschreven
kerkelijke gebruiken. Ze gingen uit van
Cor. XIV, vrs. 26, waarin o.a. te lezen
staat„laat alle dingen geschieden tot
stichting".
Daaraan ontleenden zij hoofdzakelijk de
vrijheid om te mogen „profeteeren", d.i.
elkander te stichten. Nu eens deed de een
dit, dan de ander dat. Gezamenlijk werd ge
beden en gezongen, voor het laatste ge
bruikte men de psalm-vertaling van Camp-
huijsen, die tot den kring behoorde. Deze
beweging beperkte zich niet tot Warmond
en Rijnsburg, het dorp, waarheen later de
gemeente verplaatst werd.
In verschillende plaatsen van ons land
ontstond de neiging met de traditie te bre
ken men wilde niet meer gelooven op ge
zag, maar enkel door eigen onderzoek.
Deze breuk beteekende meer dan men
aanvankelijk kon vermoeden, want velen
kwamen tot totale verwerping van allen
godsdienst.
Overal kwam verzet tegen de heersch
zucht der predikanten.
En onder degenen, die zich daar tegen
verzetten, behoort Galenus Abramsz de
Haan, een eerste plaats in te nemen. Zijn
naam is onverbeterlijk samengevlochten
met de heele godsdienstgeschiedenis van
dit tijdperk.
Hij werd geboren den 8sten November
1622 te Zierikzee. Zijn vader was Abr. Ge-
leynse en z n moeder Katrijntje Gillis. De
jongen bezocht de Latijnsche school, en
werd daarna in de gelegenheid gesteld,
om in de medicijnen te gaan studeeren. In
1645 promoveerde hij daarin en vestigde
zich in Amsterdam. Maar in 1648 werd
hij beroepen bij de Vlaamsche Doopsge
zinde Gemeente aldaar.
Dat is niet zoo verwonderlijk als het
wel lijkt, omdat de Haan behalve dokter,
ook een uitstekend theoloog was.
Hij werd een vechter voor godsdienst
vrijheid en verdraagzaamheid.
Evenals de Rijnsburger Collegianten,
aanvaarde hij alleen de Heilige Schrift als
eenige geloofsregel. Toch heeft hij zich
nooit bij de Collegianten aangesloten, zoo
als men die in Rijnsburg vond. In 1655
trachtte hij met 21 broeders, evenals hij
Doopsgezinde Collegianten, het college
in de kerk te brengen. Dit mislukte, en
een hevige pamfletten-strijd was het ge
volg van zijn pogen.
In 1660 vergaderden de Vlaamsche
Doopsgezinde Gemeenten. Galenus had
door zijn vooruitstrevende denkbeelden
een splitsing teweeggebracht en men ver-
zoch hem, of zijn denkbeelden te herroe
pen of als predikant af te treden. Maar
er op aankomt, kan hij niemand iets wei
geren. Daarom stond er ook in de adver
tentie, dat alle sollicitaties schriftelijk wer
den ingewacht, 't Vervelende is, dat u nu
toch persoonlijk bent gekomen".
„Maar nu moet u me toch eens vertel
len, waarom u me deze betrekking niet
gunt", vroeg Bliss. „Ik ben toch waarach
tig even goed in staat fornuizen te ver
koopen als wie dan ook".
Ze bekeek hem nog eens kritisch van
onder tot boven. Hij voelde zich driftig
worden, toen hij de verdachte schittering
in haar oogen en de verdachte trilling van
haar mondhoeken zag. Toen keek ze een
oogenblik spottend naar den wandelstok,
dien hij nog steeds in zijn handen had
„Bent u van plan dien mee te nemen?"
vroeg ze.
Bliss voelde dat hij een kleur kreeg.
„Natuurlijk niet", zeide hij. „De kwes
tie is eigenlijk deze, ik heb hem meegeno
men, om hem naar den lommerd te bren
gen, maar toen ik eenmaal dezen kant uit
ging, was ik zoo benieuwd of me dit luk
ken zou, dat ik geen zin had om eerst nog
ergens anders naar toe te gaan."
Het meisje deed, alsof ze zich plotseling
herinnerde, dat ze ook nog te werken had.
„Och, eigenlijk gaat het me niets aan",
zeide ze berustend. „Maar soms denk ik
wel eens, dat het eigenlijk veel beter aan
mij toevertrouwd zou zijn. Mr. Masters
is knap genoeg, maar van den practischen
kant van het leven, geld verdienen en din
gen goed organiseeren, heeft hij geen
flauw begrip. Als hij nu het geluk gehad
had, om een eerste: klasse reiziger te be
machtigen, die zich interesseerde voor zijn
daar was de Haan de man niet voor. Hij
bleef kalm waar hij was, gesteund door
geloofsgenooten. Enkele andere predikan
ten werden afgezet. Men trachtte toen een
vredes-verdrag te sluiten. Maar ook dat
mislukte. -
Toen in 1664 kerkeraadsverkiezingen
waren gehouden, bleken de partijen onge
veer even sterk te zijn. Een nieuwe pam
fletten-strijd volgde. In hetzelfde jaar wei
gerde de conservatieve partij met de vol
gelingen van Galenus, ook wel Galenisten
genoemd, samen het avondmaal te hou
den. De Galenisten kwamen in verzet en
eigenden zich met geweld 't avondmaal-
gereedschap toe.
Maar dit kon zoo niet blijven. Om
streeks denzelfden tijd stelt zich Samuel
Apostool aan 't hoofd der conservatieven,
en scheidt zich met 700 man definitief af.
De Galenisten bleven dus de baas in de
gemeente. Maar 't werd geen gemeente
als die der Rijnsburgers Wat daarvan de
reden is, is niet erg duidelijk. Waarschijn
lijk voelde Galenus niet voor de zelfstich-
ting en wilde hij zijn menschen bij elkaar
houden. Overigens werkte hij de oprich
ting van Collegiantengemeenten in andere
plaatsen in de hand.
Galenus de Haan heeft verschillende
werken geschreven. Daaronder zijn o.a.
veertien leerredenen over den verloren
zoon, een Christelijke «edekunst en een
werk over den godsdienst, gebaseerd op
de rede.
Dat hij zeer gewaardeerd werd, blijkt
uit zijn groot aantal aanhangers en uit de
lijkrede, waarin de predikant Willem van
Maurik hem schildert naar verdiensten.
Zoo is Schouwen, het eiland dat nog kan
roemen op zijn vrijzinnigheid, de baker
mat geweest van een der sympathiekste
figuren uit den belangrijksten tijd der gods
diensttwisten. B.
Geraadpleegdv. Slee, Rijnsburger Col
legianten MeinsmaSpinoza en zijn
Kring Schijn Gesch. der Mennoni-
ten, Brandt, Hist, der Reformatie en
eenige kleinere werken.
'T OUDE RIJWIELPLAATJE ALS T.B.C.-BESTRÏJDER,
Nederlandsche Nazi's,
Een nieuwe part ij.
Onder leiding van ir. A. A. Mussert
te Utrecht is hier te lande bezig zich
te vormen een nationaal-socialistische
beweging, die naar het Handelsblad
meldt, reeds geruimen tijd bezig was
haar actie voor te bereiden en leden
te werven.
Ir. A. A. Mussert is hoofd-ingenieur
van den Provincialen Waterstaat van
Utrecht. Hij is bekend om zijn actie
voor de Amsterdam - Rijnverbinding
via Utrecht en zijn strijd tegen het Ne-
derlandsch-Belgisch verdrag.
Het hoofdkwartier der beweging (N.
S. B.) is gevestigd in een gebouw aan
de Oude Gracht te Utrecht, waar sinds
December j.l. tal van besprekingen zijn
gehouden en veel vooraanstaande per
sonen hebben geconfereerd over het
thans bekend geworden program.
Als leidend beginsel voor het pro
gram geldt de volgende verklaring:
„Voor het zedelijk en lichamelijk wel
zijn van het volk is noodig een krach
tig staatsbestuur, zelfrespect van de
natie, tucht, orde, solidariteit van alle
bevolkingsklassen en het voorgaan van
het algemeen (nationaal) belang boven
het persoonlijk belang".
Wat is nu doel en wezen dezer nieu
we beweging, die reeds over ons ge-
heele land haar vertakkingen moet
hebben en in alle plaatsen haar leden
telt?
De nationaal-sccialistische beweging
in Nederland bedoelt te zijn een nieu
we Nederlandsche nationale beweging.
De toevoeging socialistisch kan vol
doende uit het program blijken. Een
vergelijking met het fascisme in Italië
en de Hitlerbeweging in Duitschland
gaat niet op, daar de eerste een geheel
Italiaansch karakter draagt en de
uitvinding en die er verstand van had om
de dingen aan den man te brengen, dan
zouden we er misschien bovenop geweest
zijn, dat is 't wat ik bedoel".
Bliss stond langzaam op. Hij had een
gevoel, of hem iets heel onaangenaams
was overkomen. En daarbij kwam, dat de
herinnering aan de laatste veertien dagen
weer als een nachtmerrie bij hem begon
op te komen.
„Goed", zeide hij plotseling besloten,
„dan zal ik weggaan". Hij ging naar de
deur, maar toen ze begon te spreken,
bleef hij staan.
„Bent u dwaas geworden?" zeide ze half
berispend. „Dat wil zeggen, ik vind het
heel aardig van u, als u meent wat u zegt,
maar nu is 't toch te laat. Mr. Masters is
de koppigste man ter wereld, dien ik ken.
Daarom heb ik ook maar niets gezegd.
Hij heeft u nu eenmaal aangenomen en
zoo'n besluit staat bij hem als een paal
boven water".
„Als u zegt, dat het beter is dat ik weg
ga, dan zal ik het beslist doen", hield
Bliss vol.
,,'t Geeft toch niets. Hij zou net zoo
lang zoeken, totdat hij u weer gevonden
had".
„Dan moet u zeggen, dat u mij het al
lerbeste toewenscht", zeide hij.
Even moest ze lachen.
„Ik wensch u het allerbeste toe, wat b<t
treft den verkoop", zeide ze. „We heb
ben 't maar al te hard noodig".
„Goed, dan zal ik zorgen, dat u tevre
den kunt zijn", beloofde hij.
„Hm, wat zei u? Wat zei u? vroeg Mr.
Masters, terwijl hij op zijn gewone luid
Veel gehekeld rijwielplaatje
Dat ons trouwe stalen ros
Overal bleef vergezellen,
Door de stad, langs veld en bosch,
Dat ons veilig langs de oogen
Der commiezen hebt gevoerd
Als het stuur of wel het balhoofd
Van ons rijwiel werd beloerd,
Jij, die eerst slechts als een sluitpost
Der begrootïng werd beschouwd
Doch waar w'in den loop der jaren
Ongeveer mee zijn „getrouwd",
Ach, hoe menige verwenschïng
Trof je nu al sinds dien tijd
En nu heb je plots je lichaam
Veil voor de liefdadigheid.
Deze taak, o rijwielplaatje,
Is verheven, ideëel!
'tOffer wordt dus aangenomen,
Al bedraagt het ook niet veel.
Koopers van het nieuwe plaatje:
Levert straks het oude in,
En de T.B.C.-bestrijding
Heeft daarmee nog weer gewin!
(Deelen wij voor Goes hieronder mede, dat de plaatjes gaarne in ont
vangst worden genomen door Drogis terij Den Herder, Groote Kade 44 en
door mevr. Hugenhoitz, Oostsingel 134. Ook de rijwielherstellers zullen
waarschijnlijk voor doorzending willen zorgen, gelijk door velen reeds vorig
jaar gebeurde. Red.)
laatste o.a. gekenmerkt wordt door
haar anti-semitisme, dat aan de N. S.
B. in Nederland vreemd is.
De N.S.B. wil in de eerste plaats
vernieuwing van den geest op staat
kundig en economisch terrein in het
Rijk der Nederlanden brengen. Er is
binnen dit Rijk, waarin inderdaad de
zon niet ondergaat, een zoodanig toe-
nemenden geest van futloosheid, on
macht, onwil, onverschilligheid, onge
loof, verdeeldheid, schotjesgeest, kra
keelzucht, dat het de spuigaten uit
loopt, zoodat het somtijds lijkt of de
natie de ontbindende krachten verza
melt om zelfmoord te plegen. Daarte
genover wil het nationaalsocialisme
een grondslag samenstellen van wils
kracht, fierheid, plichtsgevoel, geloof
in eigen kracht, bestaansrecht, natio-
nalen zin, solidariteitsgevoel, gezind
heid tot samenwerking, offervaardig
heid, opdat op dezen grondslag op-
bloeie een hernieuwde natie, welke
haar zonen en dochters uit eiken stand
en elk beroep voor het zedelijk en
lichamelijk welzijn de beste mogelijk
heid kan bieden.
Ongehoorzaam minister.
De Pruisische minister van Binnenland-
sche Zaken Severing heeft het schriftelijk
verzoek van den Rijksminister van Bin-
nenlandsche Zaken Freiherr von Gayl om
het sociaal-democratische hoofd-orgaan
„Vorwarts'.' en het Rijnlandsche Centrum
dagblad „Kölnische Volkszeitung" elk
voor vijf dagen te verbieden, afgewezen.
Pruisen zal een beroep doen op de des
betreffende instantie van het Rijksgerecht,
aangezien het van meening is, dat de juri
dische motiveering door den Rijksminister
van het verbod der beide bladen, niet
juist is.
ruchtige manier de deur opende en naar
binnen stapte.
„Ik heb uw typiste hier juist mijn stel
lige belofte gegeven", verklaarde Bliss,
„dat ik zal zorgen, dat er heel wat ver
kocht wordt, als ik de betrekking
krijg".
Mr. Masters klopte hem op den schou
der.
Begin dan maar meteen met frisschen
moed, kerel", zeide hij. ,,Je bent aangeno
men".
HOOFDSTUK IV.
De dagen, welke nu volgden, waren
voor Bliss een nachtmerrie. Gedurende
drie en een halve week trachtte hij het
Alpha fornuis te verkoopen; het kostte
hem een paar schoenen en hij had niet het
minste succes.
Dezelfde Bliss, die in zijn vorig leven
op zijn wenken bediend was, die nooit iets
anders dan de grootste onderdanigheid en
beleefdheid van het bedienend personeel
op kantoren of in restaurants had onder
vonden, werd nu door loopjongens, die
zich verwaardigden om van zijn tegenwoor
digheid notitie te nemen, door even door
de opening in de deur naar hem te kijken,
onhebbelijk behandeld; uren moest hij
soms wachten in tochtige gangen, als een
bediende heel eenvoudig vergat, dat hij om
een onderhoud had gevraagd, terwijl hij
dan nog steeds met een min of meer ver
kapt beleedigend antwoord, dat men van
zijn aanbieding geen gebruik wenschte
te maken, naar huis kon gaan. Nu en dan,
als het hem gelukte den patroon zelf te
spreken te krijgen, moest hij hooren, dat
Loop der bevolking in Zeeland.
Hieronder een overzicht van de bevolking
van eenige gemeenten op 31 Dec. 1.1. Tus-
schen haakjes het totaal op 31 Dec. 1930.
Gemeenten: Man. Vr. Tot.
Baarland 771) 393 374 767
Borssele 1419) 724 711 1435
Colijnsplaat 1928) 979 917 1896
Driewegen 609) 295 310 605
Ellewoutsdijk 578) 289 274 563
Goes 9124) 4393 4860 9253
s-Gravenp. 1124) 552 562 1114
's-H. Abtsk. 446) 216 213 429
's-H.Arendsk. 3961) 1993 2015 4008
's-Heerenh. 1281) 634 660 1294
Heinkensz. 1898) 920 966 1886
Hoedekensk. 1395) 711 699 1410
Kapelle 2798) 1435 1366 280!
Kats 627) 335 300 635
Kattendijke 1261) 632 597 1229
Kloetinge 2044) 1009 1058 2067
Kortgene 1322)' 682 643 1325
Krabbendijke 2417) 1179 1225 2404
Kruiningen 3881) 2012 1897 3909
Middelburg (18395) 8699 9720 18419
Nisse 656) 340 302 642
Oudelande 757) 393 350 743
Ovezande 1326) 656 685 1341
Rilland-Bath 2019) 1059 970 2029
Schore 932) 457 449 906
Vlissingen (21716) 10873 10882 21755
Waarde 995) 503 500 1003
Wemeldinge (2341) 1170 1170 2340
Wissekerke 3659) 1867 1753 3620
Wolphaartsd. 2553) 1252 1301 2553
Yerseke 4117) 2077 2104 4181
Het totaal voor de provincie bedroeg
247.938 (247.606).
Van alle Zeeuwsche gemeenten ging
Goes het sterkst vooruit met 129 op 9124.
Daarna volgt 's-Heer Arendskerke met een
toename van 47 op 3916.
Het sterkst achteruit (steeds naar ver
houding aantal inwoners) ging Kattendijke
met 32 op 1261, daarna Colijnsplaat met
32 op 1928 en vervolgens Wissekerke
met 39 op 3659.
het artikel, dat hij wenschte te verkoopen,
te weten het fornuis, het slechtste, het
duurste en het meest ouderwetsche for
nuis was, dat er bestond. Eiken volgen
den dag accentueerde de harde uitdruk-»
king op zijn gezicht. De tegenzin in zijn
nieuwe werk, waarmee hij begonnen was,
half omdat hij het wilde en half omdat hij
er werkelijk voor voelde, werd met den
dag sterker door het volkomen ontbreken
van ook maar eenig succes. Nu en dan
voelde hij zijn beenen onder zich trillen,
maar nu was de oorzaak niet langer ner
vositeit, maar werkelijke zwakte. Hij sliep
in een klein, afgeschoten hokje op den
zolder van een huis in een van de meest
obscure buurten, zijn voedsel bestond uit
ingrediënten, welke zoo goedkoop moge
lijk en daardoor dikwijls niet bepaald
voedzaam waren. Zijn eenige inkomsten
waren twee pond in de week, welke hem
in de handen brandden, wanneer hij ze, na
zes dagen werken zonder eenig resultaat,
moest aannemen. De avonden, wanneer
hij verslag moest gaan uitbrengen in het
kleine magazijn in Fleetstreet, werden
langzamerhand een soort nachtmerrie voor
hem. Het begon al, wanneer hij de deur
opendeed en over den drempel stapte. De
magazijnknecht, die gewoonlijk het model
fornuis nog eens extra stond op te poet
sen, liet zijn werk in den steek en keek
hem vol verwachting aan. Altijd kwam
Mr. Masters hem bij de kantoordeur te
gemoet, met de stereotype vraag, welke
iederen dag iets dringender, iets angstiger
klonk
„En Bliss, hoe is 't vandaag gegaan?"
(Wordt vervolgd).