N° 7»
Maandag 27 Juni 1952
119* Jaargang.
DE ARME M1LLI0NNAIR
GROEI
Stadsnieuws.
'VAH MBLLE'S-
GOESCHE
ONT BYT- KOEK
CUk X4C,
ASPIRIN iKfyeLu.!
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes 2,
buiten Goes ƒ2,—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
UitgaveNaamleoze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels ƒ1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct
per regel. Advertentien worden
aangenomen tot 12 uur voorin.
door
Prof. CASIMIR.
Het was ongeveer op de grens van
1924 tot 1925, dat ik in een kort artikel
in één der dagbladen een beknopt
overzichtje gaf van de ontwikkeling
der jeugdherbergen in Duitschland.
Ik kon toen daar geen dergelijk over
zicht voor Nederland aan toevoegen,
omdat er hier nog geen ontwikkeling
van jeugdherbergen was. Hoe snel is
sedert dien die groei gegaan. Thans
bezit ons land een groot aantal, waar
onder zeer goed ingerichte, uitnemend
gelegen en welgebouwde jeugdherber
gen. Het spreekt vanzelf, dat zij, als
alle nieuwe waarden, die zich realisee-
ren, oude waarden vernietigd en ge
schaad hebben. Zoo het uit logee-
ren gaan, waardoor men veel inni
ger en vertrouwelijker met menschen
en met een streek in aanraking kon
komen en van welks beteekenïs de
twee bekendste stukken der Camera,
de familie Stastok en de familie Keg
ge, een blijvende getuigenis afleggen.
Zoo ook het samen uitgaan en buiten
zijn van de g e h e e 1 e familie, die in
de spanning van het dagelijksche leven
elkaar zooveel minder vertrouwelijk
ziet, en in de vacantie met elkaar sa
menleeft.
De jeugdherbergbeweging is zeker
een symptoom van onzen tijd: meer
zelfstandigheid, d.w.z. meer losge
maakt zijn uit het gezinsverband van
onze jeugd, minder verdieping in een
klein stuk werkelijkheid, groote be
langstelling voor het uitgebreide, stre
ven naar eenvoud, soberheid,zakelijk
heid, zucht om iets aan te pakken en
naar vrijheid van den dagelijkschen
gang van 't leven, men vindt dit ook
op andere terreinen en dit alles be
hoort tot de geestelijk-economische
structuur van onzen tijd.
En dat alles is niet onverdeeld gun
stig, wat de moderne fijd ons te zien
geeft.
De jeugdherbergen zijn echter, als
men eenmaal haar tegenzijde aan
vaardt (die naar ik geloof samen
hangt met den geheelen economischen
bouw van ons huidig samenleven) wel
de uitdrukking mee van het beste, dat
er leeft in de jeugd van dezen tijd. Ze
zoekt frissche lucht voor 't werk, niet
door te blijven hangen in een omge
ving die niet meer prikkelt, maar
door te trekken, door zich in te span
nen. Zij stelt geen eischen van hoog
gemak, zij laat zich niet leven, maar zij
is tevreden met het voldoende en goe
de noodzakelijke. Zij is niet bedacht
op veel geld uitgeven, maar stelt er
haar eer in, met weinig ver te komen.
Ze wil zich niet slechts opsluiten in
eigen sfeer maar ontmoet ook van tijd
tot tijd gaarne anderen: anderen van
richting, van beroep, van afkomst en
geestelijken aard, een gezonde objec-
tïviteitszin. Ze zoekt de natuur en is
noch bang voor den zonneschijn, noch
voor den regen van onzen zomer. Dat
zoekt ze en vindt ze in de jeugdher-
gen, grootendeels door haar eigen me
dewerking ontstaan en in stand ge
houden. Ze reist en vindt overal haar
huis. Voor de ouders is dit ook een
groote gerustheid: ze weten dat de
kinderen komen in een omgeving wier
samenstelling niet geheel willekeurig
is, in een huis waar een leiding is die
niet op winst maar op zorg is bedacht,
waar de drankverleiding niet bestaat,
noch de weeldeverleiding. Een cen
FEUILLETON
DOOR
CHARLES BETHFORD.
De man keek alsof hij een klap in zijn
gezicht had gekregen. Met duidelijk zicht
bare ontzetting keek hij naar den koffer,
welken hij zooeven gepakt had.
„Maar u heeft heelemaal geen kleeren
bij u, mijnheer", protesteerde hij. „Zal ik
uw koffers dan pakken, wanneer u weg
bent, en ze u dan nasturen?"
„In dat koffertje zit alles, wat ik noodig
heb", zeide Bliss op een toon, welke geen
tegenspraak toeliet. „Ik zal je eens precies
zeggen, wat je te doen hebt. Eiken morgen
breng je de brieven naar Mr. Crawley, je
zorgt dat de kamers goed gelucht en ge
heel in orde zijn en verder wordt je be
leefd verzocht niets te vragen en in geen
geval welke vragen ook, te beantwoorden.
Al wat betaald moet worden, rekeningen
enzoovoort, moet naar Mr. Crawley door
gestuurd worden, verder weet je niets en
zeg je niets. Zoover jij weet kan ik in
Timboektoe zijn of in de straat hiernaast.
Op het oogenblik is het je werk om niets
te weten en dus weet je ook niets. Laat
dat alsjeblieft goed tot je doordringen".
traal verband houdt dit alles bij el
kaar en schept zoo een eenheid, over
ons land, over een stuk van Europa.
Dat hierdoor zoowel de nationale als
internationale gedachte bevorderd kan
worden, lijdt geen twijfel. Als er sa
menwerking met een leiding is van
ouderen die toch de jeugdzelfstandig-
heïd eerbiedigen, kan het jeugdher
bergwezen een stuk levensvreugde en
opvoeding der rijpende en gerijpte
jeugd zijn. Ook een stuk sociale recht
vaardigheid, aan het ook voor minder
bedeelden de reis in de vacantie moge
lijk maakt. En daarom verheugt het
mij, dat er nu geschreven kan worden
over de ontwikkeling van het Neder-
landsche Jeugdherberg wezen.
RAADSVERGADERING.
Jaarwedden gemeente-
personeel.
Zooals reeds in ons vorig nummer
vermeld, nam de Raad, met alleen de
stemmen der S.D.A.P.-ers tegen, het
voorstel tot verlaging der jaarwedden
van het gemeentepersoneel, aan.
Hieronder nog een overzicht der dis
cussies, welke volgden, nadat de voor
zitter het adres der ambtenaarsbon
den ter sprake had gebracht.
De heer D e R o o betreurt, dat niet
mogelijk is, wat de Fin. commissie
vraagt. Spr. merkt verder op, dat in
het adres gezegd wordt, dat de loonen
hier slechter zijn, dan in het algemeen
Er worden echter geen voorbeelden
genoemd. Ook worden de ambtenaren
niet speciaal getroffen, daar de meeste
burgers ook in inkomen achteruit gin
gen. Hij kan daarom met deze geringe
verlaging meegaan, en hoopt dat B. en
W. dit jaar nog met een volledige sala
risregeling zullen komen.
De heer V i s s c h e r meent, dat de
Raad, zooals hier bijeen, wel kan be-
oordeelen, of de loonen verlaagd of
verhoogd of zoo blijven moeten. Spr.
keert zich verder tegen het karakter
der kortingswet. Voorts moet z.i. het
loon naar prestatie geregeld worden.
Volgens de indertijd benoemde sala
ris-commissie, genieten de ambtenaren
reeds een te laag salaris en vooral ook
daarom is spr. tegen dit voorstel.
De heer Simons, als oud-lid der
genoemde commissie, merkt op, dat
hij toentertijd ook voor verhoogïng
was, doch men moet wel de verander
de omstandigheden in oogenschouw
nemen. Niettemin is hij ook voor een
volledige behandeling als door den
heer De Roo gewenscht, om eventu-
eele onbillijkheden weg te nemen. Met
het voorstel van B. en W. kan hij
meegaan.
De heer Crucq laakt de opmer
kingen van den heer Simons en is te
gen het voorstel.
De heer v. d. Wart heeft een lijstje
waaruit blijkt, dat de kosten voor le
vensonderhoud beduidend gedaald
zijn. Spr. verwacht voorts, dat ook
Goes in de toekomst voor beduiden
de tekorten zal komen te staan. Hij
betreurt het, dat hier te lande in deze
zoo weinig meegaandheid is en wijst
op de toestanden in Duitschland. Een
3 pet. verlaging noemt men een „aan
slag" op het löon. Spr. heeft gehoord,
dat de salarisverhoudingen hier niet
juist zijn. Maar zal de minister het
goedkeuren, als straks voor enkelen
weer verhooging volgt.
„Natuurlijk begrijp ik het heel goed.
mijnheer", antwoordde zijn bediende met
een gezicht, dat nog steeds onverholen ver
bazing uitdrukte. „Maar neemt u mij niet
kwalijk, u bent toch eigenlijk niet gewoon
om zonder bediende te reizen. Ik hoop wer
kelijk, dat u er nog eens over na zufr den
ken, of u mij maar niet mee zult nemen".
„Uitgesloten", zeide Bliss. „Stel dat
maar uit je hoofd. Ik zal heusch geen be
diende noodig hebben. Je kunt mij den
grootsten dienst bewijzen, door kalm hier
te blijven en goed op het boeltje te pas
sen. Ik geloof wel, dat ik je ten volle kan
vertrouwen. Je zult je volle salaris uitbe
taald krijgen en laten we hopen, dat je je
vrijen tijd zoo nuttig mogelijk zal beste
den. Zorg er vooral voor, dat je door al
dien vrijen tijd geen slechte gewoonten
gaat aannemen. En zorg, dat je hier bent
om me op te wachten, als ik vandaag over
een jaar weer terugkom".
Gedurende een paar oogenblikken was
de bediende niet in staat te antwoorden.
Bliss was bezig al zijn zakken te inspectee-
ren en het geld dat hij vond op een hoopje
voor zich op tafel te leggen. Toen hij al
zijn zakken nagevoeld had, was het hoopje
aangegroeid tot een flinke hoeveelheid
bankpapier en goudstukken.
„Vier en dertig pond en wat klein geld",
zeide hij, toen hij het nageteld had. „Luis
ter nu eens goed Clowes, jij hebt me ge
kleed, jij bent dus getuige dat ik verder
geen geld op zak heb".
•DEN SOETEM I rSVAL SEDERT 1SZ&
De voorzitter kan daar natuur
lijk niets van zeggen.
Wethouder Van Mei le merkt op,
dat als eventueel tot verhooging over
wordt gegaan, dit zeer partieel zal
zijn, en hij gelooft niet, dat de minis
ter daar een streep door zal halen.
De heer v. d. Wart vindt den wet
houder Van Melle zeer optimistisch.
De heer V i s s c h e r gelooft, dat de
Raad voor verlaging zelfs al zou
de gemeente niet gekort worden.
De voorzitter merkt op, dat al
leen bedoelinjg is, te verlagen als de
gemeente gekort wordt.
Wethouder Goedbloed: neen,
dit is nu de bedoeling niet.
De voorzitter: het staat in uw
eigen voorstel!
Wethouder Goedbloed wijst er
op, dat er staat, als Goes niet gekorf
wordt, dat dan „overwogen kan wor
den" de verlaging weer te niet te doen.
Het voorstel hierna in stemming
gebracht wordt aangenomen met al
leen de stemmen der s.d.a.p. tegen.
Bouw woningen op het
R a v e 1 ijn
De heer Crucq vraagt of de be
wuste grond (voor particulieren) niet
te koop is.
De voorzitter zegt van thans
wel. Indertijd werd het gereserveerd;
eventueel voor een rijksgebouw. De
directeur van gemeentewerken heeft
al een serieus aanbod van huurders.
De heer Simons vreest, dat er
vooir de gemeente teveel risico aan
vast zit.
De voorzitter: laat de raad er
dan over stemmen.
De heer V i s s c h e r acht het bou
wen van zulk type woningen eveneens
een bezwaar. Laat men voor dit be
drag goedkoope arbeiderswoningen
bouwen. Tegenover het doel staat bij
sympathiek.
Het voorstel hierna in stemming!
gebracht, wordt alleen met de stem
men der wethouders, Crucq en Ver-
maire voor, verworpen.
Rondvraag.
Op een vraag van den heer V i s
scher deelt de voorzitter mede, dat
het voorstel steunregeling naar den
minister is.
De heer Simons heeft bezwaar
tegen het parkeeren van de auto's te
gen de school op de Vlasmarkt.
De voorzitter zal er rekening
mee houden. Tenslotte betreurt de
heer Eckhardt nog dat de burge
meester de s.d.a.p.-meeting op Zon
dag toestond. Hierna wordt te bijna
kwart over vier overgegaan in gehei
me zitting.
Rectificatie.
Onder de mededeelingen van den
voorzitter vermeldden wij o.a. dat zoo
mogelijk met grijpers gelost zal wor
den". Uit dezen zin is het woord niet
weggevallen. Bedoeling is dus, dat zoo
veel mogelijk van handenarbeid ge
bruik gemaakt zal worden.
NIEUWE VINDING, waardoor het
gebruikt van anode-batterijen vervalt. Niets
aan het toestel te veranderen. Inlichtingen
bij J. M. POLDERMAN, Groote Markt,
Telefoon 129, Goes.
„Natuurlijk niet, mijnheer", gaf de man
toe.
„Neem dat bankbiljet van vijf pond",
ging Bliss voort, „vouw het op en stop het
in mijn zak. Je bent dus nu overtuigd, dat
ik geen ander geld op zak heb?"
De man keek hem bijna angstig aan. Zijn
meester was gek geworden, geen andere
verklaring was voor zulk een gedrag mo
gelijk.
„Ja, mijnheer, natuurlijk, dat bankbiljet
van vijf pond is het eenige geld, dat u bij
u heeft".
„Goed", zeide Bliss toen. „De rest mag
jij hebben in plaats van de fooien waaraan
je gewend bent. Wil je nu even mijn kof
fertje naar beneden brengen en het in de
taxi zetten?"
De man deed wat hem gezegd werd,
zonder verder een woord van tegenspraak
te uiten. Toen hij, achter zijn heer en
meester aan, de lift binnenstapte, had hij
een uitdrukking op zijn gezicht, alsof hij
niet wist of hij waakte of droomde. Bliss
daarentegen zag er veel levendiger uit dan
gewoonlijk, zelfs zijn loop was veerkrach
tig. Terwijl hij op de taxi stond te wach
ten had hij het gevoel van een schooljon
gen, die met vacantie naar huis gaat.
„Wat moet ik tegen den chauffeur zeg
gen, mijnheer?" vroeg Clowes, nadat hij
het koffertje naast den bestuurder had ge
zet.
Die vraag had Bliss niet verwacht, ge
durende een paar oogenblikken wist hij
DE PROVINCIALE LANDDAG.
Een welgeslaagde dag.
De Provinciale Landdag, door S. D.
A. P. en N. V. V. gisteren te Goes ge
houden, werd begunstigd door schit
terend weer en ongetwijfeld -werkte dit
mede om de opkomst der deelnemers
nog grooter te maken dan verwacht
werd. Op het terrein waren n.l. niet
minder dan ruim 4000 betalende de
monstranten aanwezig.
Van den aanvang af had de geneele
dag ook een bijzonder vlot, geregeld
en ordelijk verloop. Het programma
onderging alleen een kleine wijziging
doordat de heer Albarda des middags
reeds vroeg naar Middelburg ver
trekken moest.
Het terrein, waarop de Landdag ge
houden werd, was door Goes keurig
daarvoor ingericht. Een aardige poort,
in de kleuren rood, wit zwart, versierd
met vlaggen en S.D.A.P.- en N.V.V.-
banieren, vormde den hoofd-ingang.
Op het terrein was een groote verver-
schingstent (waar ook goede zaken ge
daan zijn) verdei* speciaal .rek
voor de vele viaggen, banieren en vaan
dels; garderobe; tent E.H.B.O.; toi
letten, gratis water; ijskarretjes, enz.
enz. Het was alles „af" luidde het
algemeen oordeel.
Ruim 10 uur kwamen geleidelijk
de demonstranten binnen en waren al
dadelijk thuis op het lommerrijke
deel van het terrein, waar ze zich in
groepjes onder de boomen vlijden.
De Jeugd ging echter al spoedig
aan den gang. De A. J. C. vergastte de
aanwezigen op aardige dansen; de
vele gymnasten (van een paar voet
hoog tot forsche athleten), in frissche
pakjes, voerden op vlotte wijze vrije
oefeningen uit en nadat zoo een uur
tje verstreken was bezette het Dordt-
sche „Volharding" de muziektent en
zorgde voor eenige nummertjes uit
stekende muziek. Vermelden we hier
tevens, dat ook het Zaterdagavond
door „Volharding" op de Markt ge
geven concert „uitmuntend" was en
door een groot en dankbaar publiek
met veel belangstelling gevolgd werd.
Als we nu eerst de „vermakelijkhe
den" afwerken, dan dient ook nog
vermeld de goede zangnummertjes van
Middelburg, Vlissingen en Goes, en de
muziek van „Excelsior" uit Middel
burg. Eveneens slaagde de samenzang
der drie genoemde vereenigingen bo
ven verwachting. Het publiek, zoover
niet aan de consumptie of kijkend
naar A. J. C. en gymnasten, was vol
aandacht en gul met zijn applaus.
De hoofdzaak waren echter, vooral
voor de ouderen, de redevoeringen
van de heeren Kieviet, Rotterdam (N.
V. V.) en Albarda (S.D.A.P.), die aan
het woord kwamen nadat de heer Van
der Veen, te ruim half een, de vele
demonstranten namens Goes welkom
geheeten had.
Rede Kieviet.
De heer Kieviet schetste allereerst
de ellende, de armoede, die de huidige
werkloosheid over heel de wereld ge
bracht heeft, terwijl er anderzijds in
die wereld van alles teveel is. De
machthebbers, aldus spr., weten er
echter geen weg mee. Wat een zegen
moest zijn is een oorzaak van ellende
en dit bewijst de onhoudbaarheid van
het tegenwoordige productie-systeem.
Spreker haalde voorts aan, dat de
S.D.A.P. vorige week in de Tweede
Kamer steun aan de bouwvakarbei
ders bepleit had, de regeering wei
niet wat te antwoorden. Toen kreeg hij
plotseling een goeden inval
„Zeg hem, dat hij me naar City bren
gen moet", zeide hij toen zonder eenige
aarzeling.
HOOFDSTUK III.
„U komt dus op de advertentie", zeide
mr. Masters, terwijl hij met zijn bureau
stoel zoo ver achterover wipte, dat de toe
schouwer tegen wil en dank zat te over
wegen of hij omslaan zou of niet; en ter
wijl hij zijn bezoeker onderzoekend mon
sterde, ging hij voort: „Hoe is 't mogelijk!
Ik dacht wis en drie een klant voor me te
hebben".
M. Ernest Bliss ging ook wat makkelij
ker zitten en leunde achterover in zijn stoel
dien hij maar genomen had zonder eerst
een uitnoodiging daartoe af te wachten.
Hij droeg nog steeds het keurige donker
blauwe pak, waarin hij zijn proefjaar be
gonnen was. Maar er waren in zijn uiter
lijk toch teekenen van achteruitgang te
bespeuren; zijn broek zat vol modderspat
ten en zijn schoenen, zijn keurige schoe
nen, begonnen ook al teekenen van verva!
te vertoonen. Des te opvallender was zijn
kostbare malacca wandelstok, dien hij over
zijn knieën gelegd had. Terwijl hij sprak
begon hij langzaam zijn peau de suède
handschoenen uit te trekken.
,,'t Spijt me, als mijn komst een tegen
valler is", merkte hij op, „maar ik ben
werkelijk in antwoord op uw advertentie
'ewem z&c »v
Let op den oranje band en het Bayerkruis. Prijt 75 ets.
gerde deze echter, doch wel steunde
zij het reederij-bedrijf, in zooverre,
dat kapitaal bijeengebracht wordt om
tal van schepen, die eerst met millioe-
nen gebouwd werden, te gaan sloopen.
Zoo kan de regeerende klasse, aldus
spr., niets dan afbreken: verlenging
arbeidstijd, minder sociale zorg, en
lagere loonen. En men spreekt
dan van lager levensonderhoud, maar
in den tijd, dat dit hooger werd, moest
elke cent loonsverhooging afgedwon
gen worden en we zijn niet van plan
prijs te geven wat we met zooveel
strijd veroverd hebben. Spr. vestigde
hier de aandacht op den 10-urigen ar
beidsdag der havenarbeiders, de 70-
tot 100-urige arbeidsweek der trans
portarbeiders, de wantoestanden bij (de
chauffeurs, terwijl de regeering hier
weigert in te grijpen, omdat zij naast
de werkgevers staat. Er is geen geld,
zegt de regeering ook, maar wel is er
15 millioen voor een nieuwen kruiser.
Daarom is vorige week reveille ge
blazen door de S.D.A.P., tegen de ver
slechteringen en tegen het militairis
me. Spr. wees hier op het voorstel
van Amerika te Genève, om de mili
taire uitgaven met een derde te ver
minderen, maar ook daar moet weer
over beraadslaagd worden. Daarom,
aldus spr., zullen wij zelf de handen
ineen slaan. Als eerste middel ter be
strijding der werkloosheid noemde hij
een 40-urige arbeidsweek; medezeg
genschap in de bedrijven; planmatige
productie en negen jaar onderwijs,
mede omdat de arbeidersjeugd voor
bereid moet worden om leiders in het
productie-proces te leveren. Spr. ein
digde met op den groei van N.V.V.
en S.D.A.P. te wijzen, zijn vreugde
over het groote aantal demonstranten
uit te spreken en besloot met de op
wekking „op voor het socialisme!"
Rede Albarda.
De heer Albarda begon met op de
tegenstelling te wijzen, tusschen deze
opgewekte samenkomst en het droeve
beeld van den algemeenen toestand.
En deze opgewektheid moet er zijn,
aldus spr.; we moeten ons niet laten
meesleepen door dat beeld, doch het
geloof behouden aan een betere toe
komst. Alleen dan zou de toestand
geheel hopeloos zijn, als ook de ar
beiders gingen wanhopen. Die wan
hoop echter, aldus spr., is aan de
klasse, die de macht uit haar handen
voelt glippen, terwijl de arbeiders;
klasse opstijgende is. Ze wordt tot
groote daden geroepen en zal haar
zaak over deze tijden heendragen.
Spr. wees verder op de ontwrichting
van het productie-apparaat en zeide,
dat socialisme alleen uitkomst kan
brengen. Doch men denke niet, dat nu
dadelijk een socialistische ordening
kan worden geschapen; er moeten nog
vele vraagstukken worden opgelost;
komen zal die ordening, omdat het
huidige systeem onhoudbaar is geble
ken. fivenzoo, aldus spr., zijn de hui
dige machthebbers niet in staat de
politieke vraagstukken te ordenen. We
leven 14 jaar na den oorlog en onder
gaan nog de gevolgen. Zens is er on
nieuw kans op, een wereldoorlog. Thans
gekomen, Ik zou heel graag diedie
Alpha fornuizen, ik geloof ten minste dat
u ze zoo noemt, willen verkoopen".
Mr. Masters keek zijn bezoeker nog
eens van onder tot boven aan; dit type
reiziger had hij nog nooit meegemaakt.
„Zoo, zoo, wil u graag onze fornuizen ver
koopen", herhaalde hij langzaam".
„Vanmorgen zag ik in de publieke lees
zaal uw advertentie in de „Daily Tele
graph"," ging Bliss voort. „U vraagt daar
in een reiziger, die jong is, een goed ver-
kooper is en veel energie heeft. En daar
ik alle drie die eigenschappen bezit, dacht
ik, dat ik wel geschikt zou zijn".
„Bent u al eens op pad geweest?" vroeg
mr. Masters.
De jonge man wachtte even, voordat hij
antwoordde. De vakterm, welken hij voor
het eerst hoorde, deed hem begrijpen, dat
dit een zakenvraag was, welke diende be
antwoord te worden.
„Ik heb misschien nog niet veel onder
vinding", zeide hij ten laatste, „maar ik
ben wel een goed verkooper en ik durf
ook wel zeggen, dat mijn gebrek aan on
dervinding dubbel en dwars goed wordt
gemaakt door mijn groote energie".
Bij die woorden keek het jonge meisje,
dat in een hoek van de kamer zat te ty
pen, op en bekeek den adspirant-reiziger
eenigszins sarcastisch. Wat mr. Masters
zelf betreft, zijn geheele gezicht vertrok in
een grijns, dien hij tevergeefs trachtte te
verbergen. (Wordt vervolgd).