N° 7» Maandag 27 Juni 1952 119* Jaargang. DE ARME M1LLI0NNAIR GROEI Stadsnieuws. 'VAH MBLLE'S- GOESCHE ONT BYT- KOEK CUk X4C, ASPIRIN iKfyeLu.! ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes 2, buiten Goes ƒ2,— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE UitgaveNaamleoze Vennootschap Goesche Courant Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels ƒ1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentien worden aangenomen tot 12 uur voorin. door Prof. CASIMIR. Het was ongeveer op de grens van 1924 tot 1925, dat ik in een kort artikel in één der dagbladen een beknopt overzichtje gaf van de ontwikkeling der jeugdherbergen in Duitschland. Ik kon toen daar geen dergelijk over zicht voor Nederland aan toevoegen, omdat er hier nog geen ontwikkeling van jeugdherbergen was. Hoe snel is sedert dien die groei gegaan. Thans bezit ons land een groot aantal, waar onder zeer goed ingerichte, uitnemend gelegen en welgebouwde jeugdherber gen. Het spreekt vanzelf, dat zij, als alle nieuwe waarden, die zich realisee- ren, oude waarden vernietigd en ge schaad hebben. Zoo het uit logee- ren gaan, waardoor men veel inni ger en vertrouwelijker met menschen en met een streek in aanraking kon komen en van welks beteekenïs de twee bekendste stukken der Camera, de familie Stastok en de familie Keg ge, een blijvende getuigenis afleggen. Zoo ook het samen uitgaan en buiten zijn van de g e h e e 1 e familie, die in de spanning van het dagelijksche leven elkaar zooveel minder vertrouwelijk ziet, en in de vacantie met elkaar sa menleeft. De jeugdherbergbeweging is zeker een symptoom van onzen tijd: meer zelfstandigheid, d.w.z. meer losge maakt zijn uit het gezinsverband van onze jeugd, minder verdieping in een klein stuk werkelijkheid, groote be langstelling voor het uitgebreide, stre ven naar eenvoud, soberheid,zakelijk heid, zucht om iets aan te pakken en naar vrijheid van den dagelijkschen gang van 't leven, men vindt dit ook op andere terreinen en dit alles be hoort tot de geestelijk-economische structuur van onzen tijd. En dat alles is niet onverdeeld gun stig, wat de moderne fijd ons te zien geeft. De jeugdherbergen zijn echter, als men eenmaal haar tegenzijde aan vaardt (die naar ik geloof samen hangt met den geheelen economischen bouw van ons huidig samenleven) wel de uitdrukking mee van het beste, dat er leeft in de jeugd van dezen tijd. Ze zoekt frissche lucht voor 't werk, niet door te blijven hangen in een omge ving die niet meer prikkelt, maar door te trekken, door zich in te span nen. Zij stelt geen eischen van hoog gemak, zij laat zich niet leven, maar zij is tevreden met het voldoende en goe de noodzakelijke. Zij is niet bedacht op veel geld uitgeven, maar stelt er haar eer in, met weinig ver te komen. Ze wil zich niet slechts opsluiten in eigen sfeer maar ontmoet ook van tijd tot tijd gaarne anderen: anderen van richting, van beroep, van afkomst en geestelijken aard, een gezonde objec- tïviteitszin. Ze zoekt de natuur en is noch bang voor den zonneschijn, noch voor den regen van onzen zomer. Dat zoekt ze en vindt ze in de jeugdher- gen, grootendeels door haar eigen me dewerking ontstaan en in stand ge houden. Ze reist en vindt overal haar huis. Voor de ouders is dit ook een groote gerustheid: ze weten dat de kinderen komen in een omgeving wier samenstelling niet geheel willekeurig is, in een huis waar een leiding is die niet op winst maar op zorg is bedacht, waar de drankverleiding niet bestaat, noch de weeldeverleiding. Een cen FEUILLETON DOOR CHARLES BETHFORD. De man keek alsof hij een klap in zijn gezicht had gekregen. Met duidelijk zicht bare ontzetting keek hij naar den koffer, welken hij zooeven gepakt had. „Maar u heeft heelemaal geen kleeren bij u, mijnheer", protesteerde hij. „Zal ik uw koffers dan pakken, wanneer u weg bent, en ze u dan nasturen?" „In dat koffertje zit alles, wat ik noodig heb", zeide Bliss op een toon, welke geen tegenspraak toeliet. „Ik zal je eens precies zeggen, wat je te doen hebt. Eiken morgen breng je de brieven naar Mr. Crawley, je zorgt dat de kamers goed gelucht en ge heel in orde zijn en verder wordt je be leefd verzocht niets te vragen en in geen geval welke vragen ook, te beantwoorden. Al wat betaald moet worden, rekeningen enzoovoort, moet naar Mr. Crawley door gestuurd worden, verder weet je niets en zeg je niets. Zoover jij weet kan ik in Timboektoe zijn of in de straat hiernaast. Op het oogenblik is het je werk om niets te weten en dus weet je ook niets. Laat dat alsjeblieft goed tot je doordringen". traal verband houdt dit alles bij el kaar en schept zoo een eenheid, over ons land, over een stuk van Europa. Dat hierdoor zoowel de nationale als internationale gedachte bevorderd kan worden, lijdt geen twijfel. Als er sa menwerking met een leiding is van ouderen die toch de jeugdzelfstandig- heïd eerbiedigen, kan het jeugdher bergwezen een stuk levensvreugde en opvoeding der rijpende en gerijpte jeugd zijn. Ook een stuk sociale recht vaardigheid, aan het ook voor minder bedeelden de reis in de vacantie moge lijk maakt. En daarom verheugt het mij, dat er nu geschreven kan worden over de ontwikkeling van het Neder- landsche Jeugdherberg wezen. RAADSVERGADERING. Jaarwedden gemeente- personeel. Zooals reeds in ons vorig nummer vermeld, nam de Raad, met alleen de stemmen der S.D.A.P.-ers tegen, het voorstel tot verlaging der jaarwedden van het gemeentepersoneel, aan. Hieronder nog een overzicht der dis cussies, welke volgden, nadat de voor zitter het adres der ambtenaarsbon den ter sprake had gebracht. De heer D e R o o betreurt, dat niet mogelijk is, wat de Fin. commissie vraagt. Spr. merkt verder op, dat in het adres gezegd wordt, dat de loonen hier slechter zijn, dan in het algemeen Er worden echter geen voorbeelden genoemd. Ook worden de ambtenaren niet speciaal getroffen, daar de meeste burgers ook in inkomen achteruit gin gen. Hij kan daarom met deze geringe verlaging meegaan, en hoopt dat B. en W. dit jaar nog met een volledige sala risregeling zullen komen. De heer V i s s c h e r meent, dat de Raad, zooals hier bijeen, wel kan be- oordeelen, of de loonen verlaagd of verhoogd of zoo blijven moeten. Spr. keert zich verder tegen het karakter der kortingswet. Voorts moet z.i. het loon naar prestatie geregeld worden. Volgens de indertijd benoemde sala ris-commissie, genieten de ambtenaren reeds een te laag salaris en vooral ook daarom is spr. tegen dit voorstel. De heer Simons, als oud-lid der genoemde commissie, merkt op, dat hij toentertijd ook voor verhoogïng was, doch men moet wel de verander de omstandigheden in oogenschouw nemen. Niettemin is hij ook voor een volledige behandeling als door den heer De Roo gewenscht, om eventu- eele onbillijkheden weg te nemen. Met het voorstel van B. en W. kan hij meegaan. De heer Crucq laakt de opmer kingen van den heer Simons en is te gen het voorstel. De heer v. d. Wart heeft een lijstje waaruit blijkt, dat de kosten voor le vensonderhoud beduidend gedaald zijn. Spr. verwacht voorts, dat ook Goes in de toekomst voor beduiden de tekorten zal komen te staan. Hij betreurt het, dat hier te lande in deze zoo weinig meegaandheid is en wijst op de toestanden in Duitschland. Een 3 pet. verlaging noemt men een „aan slag" op het löon. Spr. heeft gehoord, dat de salarisverhoudingen hier niet juist zijn. Maar zal de minister het goedkeuren, als straks voor enkelen weer verhooging volgt. „Natuurlijk begrijp ik het heel goed. mijnheer", antwoordde zijn bediende met een gezicht, dat nog steeds onverholen ver bazing uitdrukte. „Maar neemt u mij niet kwalijk, u bent toch eigenlijk niet gewoon om zonder bediende te reizen. Ik hoop wer kelijk, dat u er nog eens over na zufr den ken, of u mij maar niet mee zult nemen". „Uitgesloten", zeide Bliss. „Stel dat maar uit je hoofd. Ik zal heusch geen be diende noodig hebben. Je kunt mij den grootsten dienst bewijzen, door kalm hier te blijven en goed op het boeltje te pas sen. Ik geloof wel, dat ik je ten volle kan vertrouwen. Je zult je volle salaris uitbe taald krijgen en laten we hopen, dat je je vrijen tijd zoo nuttig mogelijk zal beste den. Zorg er vooral voor, dat je door al dien vrijen tijd geen slechte gewoonten gaat aannemen. En zorg, dat je hier bent om me op te wachten, als ik vandaag over een jaar weer terugkom". Gedurende een paar oogenblikken was de bediende niet in staat te antwoorden. Bliss was bezig al zijn zakken te inspectee- ren en het geld dat hij vond op een hoopje voor zich op tafel te leggen. Toen hij al zijn zakken nagevoeld had, was het hoopje aangegroeid tot een flinke hoeveelheid bankpapier en goudstukken. „Vier en dertig pond en wat klein geld", zeide hij, toen hij het nageteld had. „Luis ter nu eens goed Clowes, jij hebt me ge kleed, jij bent dus getuige dat ik verder geen geld op zak heb". •DEN SOETEM I rSVAL SEDERT 1SZ& De voorzitter kan daar natuur lijk niets van zeggen. Wethouder Van Mei le merkt op, dat als eventueel tot verhooging over wordt gegaan, dit zeer partieel zal zijn, en hij gelooft niet, dat de minis ter daar een streep door zal halen. De heer v. d. Wart vindt den wet houder Van Melle zeer optimistisch. De heer V i s s c h e r gelooft, dat de Raad voor verlaging zelfs al zou de gemeente niet gekort worden. De voorzitter merkt op, dat al leen bedoelinjg is, te verlagen als de gemeente gekort wordt. Wethouder Goedbloed: neen, dit is nu de bedoeling niet. De voorzitter: het staat in uw eigen voorstel! Wethouder Goedbloed wijst er op, dat er staat, als Goes niet gekorf wordt, dat dan „overwogen kan wor den" de verlaging weer te niet te doen. Het voorstel hierna in stemming gebracht wordt aangenomen met al leen de stemmen der s.d.a.p. tegen. Bouw woningen op het R a v e 1 ijn De heer Crucq vraagt of de be wuste grond (voor particulieren) niet te koop is. De voorzitter zegt van thans wel. Indertijd werd het gereserveerd; eventueel voor een rijksgebouw. De directeur van gemeentewerken heeft al een serieus aanbod van huurders. De heer Simons vreest, dat er vooir de gemeente teveel risico aan vast zit. De voorzitter: laat de raad er dan over stemmen. De heer V i s s c h e r acht het bou wen van zulk type woningen eveneens een bezwaar. Laat men voor dit be drag goedkoope arbeiderswoningen bouwen. Tegenover het doel staat bij sympathiek. Het voorstel hierna in stemming! gebracht, wordt alleen met de stem men der wethouders, Crucq en Ver- maire voor, verworpen. Rondvraag. Op een vraag van den heer V i s scher deelt de voorzitter mede, dat het voorstel steunregeling naar den minister is. De heer Simons heeft bezwaar tegen het parkeeren van de auto's te gen de school op de Vlasmarkt. De voorzitter zal er rekening mee houden. Tenslotte betreurt de heer Eckhardt nog dat de burge meester de s.d.a.p.-meeting op Zon dag toestond. Hierna wordt te bijna kwart over vier overgegaan in gehei me zitting. Rectificatie. Onder de mededeelingen van den voorzitter vermeldden wij o.a. dat zoo mogelijk met grijpers gelost zal wor den". Uit dezen zin is het woord niet weggevallen. Bedoeling is dus, dat zoo veel mogelijk van handenarbeid ge bruik gemaakt zal worden. NIEUWE VINDING, waardoor het gebruikt van anode-batterijen vervalt. Niets aan het toestel te veranderen. Inlichtingen bij J. M. POLDERMAN, Groote Markt, Telefoon 129, Goes. „Natuurlijk niet, mijnheer", gaf de man toe. „Neem dat bankbiljet van vijf pond", ging Bliss voort, „vouw het op en stop het in mijn zak. Je bent dus nu overtuigd, dat ik geen ander geld op zak heb?" De man keek hem bijna angstig aan. Zijn meester was gek geworden, geen andere verklaring was voor zulk een gedrag mo gelijk. „Ja, mijnheer, natuurlijk, dat bankbiljet van vijf pond is het eenige geld, dat u bij u heeft". „Goed", zeide Bliss toen. „De rest mag jij hebben in plaats van de fooien waaraan je gewend bent. Wil je nu even mijn kof fertje naar beneden brengen en het in de taxi zetten?" De man deed wat hem gezegd werd, zonder verder een woord van tegenspraak te uiten. Toen hij, achter zijn heer en meester aan, de lift binnenstapte, had hij een uitdrukking op zijn gezicht, alsof hij niet wist of hij waakte of droomde. Bliss daarentegen zag er veel levendiger uit dan gewoonlijk, zelfs zijn loop was veerkrach tig. Terwijl hij op de taxi stond te wach ten had hij het gevoel van een schooljon gen, die met vacantie naar huis gaat. „Wat moet ik tegen den chauffeur zeg gen, mijnheer?" vroeg Clowes, nadat hij het koffertje naast den bestuurder had ge zet. Die vraag had Bliss niet verwacht, ge durende een paar oogenblikken wist hij DE PROVINCIALE LANDDAG. Een welgeslaagde dag. De Provinciale Landdag, door S. D. A. P. en N. V. V. gisteren te Goes ge houden, werd begunstigd door schit terend weer en ongetwijfeld -werkte dit mede om de opkomst der deelnemers nog grooter te maken dan verwacht werd. Op het terrein waren n.l. niet minder dan ruim 4000 betalende de monstranten aanwezig. Van den aanvang af had de geneele dag ook een bijzonder vlot, geregeld en ordelijk verloop. Het programma onderging alleen een kleine wijziging doordat de heer Albarda des middags reeds vroeg naar Middelburg ver trekken moest. Het terrein, waarop de Landdag ge houden werd, was door Goes keurig daarvoor ingericht. Een aardige poort, in de kleuren rood, wit zwart, versierd met vlaggen en S.D.A.P.- en N.V.V.- banieren, vormde den hoofd-ingang. Op het terrein was een groote verver- schingstent (waar ook goede zaken ge daan zijn) verdei* speciaal .rek voor de vele viaggen, banieren en vaan dels; garderobe; tent E.H.B.O.; toi letten, gratis water; ijskarretjes, enz. enz. Het was alles „af" luidde het algemeen oordeel. Ruim 10 uur kwamen geleidelijk de demonstranten binnen en waren al dadelijk thuis op het lommerrijke deel van het terrein, waar ze zich in groepjes onder de boomen vlijden. De Jeugd ging echter al spoedig aan den gang. De A. J. C. vergastte de aanwezigen op aardige dansen; de vele gymnasten (van een paar voet hoog tot forsche athleten), in frissche pakjes, voerden op vlotte wijze vrije oefeningen uit en nadat zoo een uur tje verstreken was bezette het Dordt- sche „Volharding" de muziektent en zorgde voor eenige nummertjes uit stekende muziek. Vermelden we hier tevens, dat ook het Zaterdagavond door „Volharding" op de Markt ge geven concert „uitmuntend" was en door een groot en dankbaar publiek met veel belangstelling gevolgd werd. Als we nu eerst de „vermakelijkhe den" afwerken, dan dient ook nog vermeld de goede zangnummertjes van Middelburg, Vlissingen en Goes, en de muziek van „Excelsior" uit Middel burg. Eveneens slaagde de samenzang der drie genoemde vereenigingen bo ven verwachting. Het publiek, zoover niet aan de consumptie of kijkend naar A. J. C. en gymnasten, was vol aandacht en gul met zijn applaus. De hoofdzaak waren echter, vooral voor de ouderen, de redevoeringen van de heeren Kieviet, Rotterdam (N. V. V.) en Albarda (S.D.A.P.), die aan het woord kwamen nadat de heer Van der Veen, te ruim half een, de vele demonstranten namens Goes welkom geheeten had. Rede Kieviet. De heer Kieviet schetste allereerst de ellende, de armoede, die de huidige werkloosheid over heel de wereld ge bracht heeft, terwijl er anderzijds in die wereld van alles teveel is. De machthebbers, aldus spr., weten er echter geen weg mee. Wat een zegen moest zijn is een oorzaak van ellende en dit bewijst de onhoudbaarheid van het tegenwoordige productie-systeem. Spreker haalde voorts aan, dat de S.D.A.P. vorige week in de Tweede Kamer steun aan de bouwvakarbei ders bepleit had, de regeering wei niet wat te antwoorden. Toen kreeg hij plotseling een goeden inval „Zeg hem, dat hij me naar City bren gen moet", zeide hij toen zonder eenige aarzeling. HOOFDSTUK III. „U komt dus op de advertentie", zeide mr. Masters, terwijl hij met zijn bureau stoel zoo ver achterover wipte, dat de toe schouwer tegen wil en dank zat te over wegen of hij omslaan zou of niet; en ter wijl hij zijn bezoeker onderzoekend mon sterde, ging hij voort: „Hoe is 't mogelijk! Ik dacht wis en drie een klant voor me te hebben". M. Ernest Bliss ging ook wat makkelij ker zitten en leunde achterover in zijn stoel dien hij maar genomen had zonder eerst een uitnoodiging daartoe af te wachten. Hij droeg nog steeds het keurige donker blauwe pak, waarin hij zijn proefjaar be gonnen was. Maar er waren in zijn uiter lijk toch teekenen van achteruitgang te bespeuren; zijn broek zat vol modderspat ten en zijn schoenen, zijn keurige schoe nen, begonnen ook al teekenen van verva! te vertoonen. Des te opvallender was zijn kostbare malacca wandelstok, dien hij over zijn knieën gelegd had. Terwijl hij sprak begon hij langzaam zijn peau de suède handschoenen uit te trekken. ,,'t Spijt me, als mijn komst een tegen valler is", merkte hij op, „maar ik ben werkelijk in antwoord op uw advertentie 'ewem z&c »v Let op den oranje band en het Bayerkruis. Prijt 75 ets. gerde deze echter, doch wel steunde zij het reederij-bedrijf, in zooverre, dat kapitaal bijeengebracht wordt om tal van schepen, die eerst met millioe- nen gebouwd werden, te gaan sloopen. Zoo kan de regeerende klasse, aldus spr., niets dan afbreken: verlenging arbeidstijd, minder sociale zorg, en lagere loonen. En men spreekt dan van lager levensonderhoud, maar in den tijd, dat dit hooger werd, moest elke cent loonsverhooging afgedwon gen worden en we zijn niet van plan prijs te geven wat we met zooveel strijd veroverd hebben. Spr. vestigde hier de aandacht op den 10-urigen ar beidsdag der havenarbeiders, de 70- tot 100-urige arbeidsweek der trans portarbeiders, de wantoestanden bij (de chauffeurs, terwijl de regeering hier weigert in te grijpen, omdat zij naast de werkgevers staat. Er is geen geld, zegt de regeering ook, maar wel is er 15 millioen voor een nieuwen kruiser. Daarom is vorige week reveille ge blazen door de S.D.A.P., tegen de ver slechteringen en tegen het militairis me. Spr. wees hier op het voorstel van Amerika te Genève, om de mili taire uitgaven met een derde te ver minderen, maar ook daar moet weer over beraadslaagd worden. Daarom, aldus spr., zullen wij zelf de handen ineen slaan. Als eerste middel ter be strijding der werkloosheid noemde hij een 40-urige arbeidsweek; medezeg genschap in de bedrijven; planmatige productie en negen jaar onderwijs, mede omdat de arbeidersjeugd voor bereid moet worden om leiders in het productie-proces te leveren. Spr. ein digde met op den groei van N.V.V. en S.D.A.P. te wijzen, zijn vreugde over het groote aantal demonstranten uit te spreken en besloot met de op wekking „op voor het socialisme!" Rede Albarda. De heer Albarda begon met op de tegenstelling te wijzen, tusschen deze opgewekte samenkomst en het droeve beeld van den algemeenen toestand. En deze opgewektheid moet er zijn, aldus spr.; we moeten ons niet laten meesleepen door dat beeld, doch het geloof behouden aan een betere toe komst. Alleen dan zou de toestand geheel hopeloos zijn, als ook de ar beiders gingen wanhopen. Die wan hoop echter, aldus spr., is aan de klasse, die de macht uit haar handen voelt glippen, terwijl de arbeiders; klasse opstijgende is. Ze wordt tot groote daden geroepen en zal haar zaak over deze tijden heendragen. Spr. wees verder op de ontwrichting van het productie-apparaat en zeide, dat socialisme alleen uitkomst kan brengen. Doch men denke niet, dat nu dadelijk een socialistische ordening kan worden geschapen; er moeten nog vele vraagstukken worden opgelost; komen zal die ordening, omdat het huidige systeem onhoudbaar is geble ken. fivenzoo, aldus spr., zijn de hui dige machthebbers niet in staat de politieke vraagstukken te ordenen. We leven 14 jaar na den oorlog en onder gaan nog de gevolgen. Zens is er on nieuw kans op, een wereldoorlog. Thans gekomen, Ik zou heel graag diedie Alpha fornuizen, ik geloof ten minste dat u ze zoo noemt, willen verkoopen". Mr. Masters keek zijn bezoeker nog eens van onder tot boven aan; dit type reiziger had hij nog nooit meegemaakt. „Zoo, zoo, wil u graag onze fornuizen ver koopen", herhaalde hij langzaam". „Vanmorgen zag ik in de publieke lees zaal uw advertentie in de „Daily Tele graph"," ging Bliss voort. „U vraagt daar in een reiziger, die jong is, een goed ver- kooper is en veel energie heeft. En daar ik alle drie die eigenschappen bezit, dacht ik, dat ik wel geschikt zou zijn". „Bent u al eens op pad geweest?" vroeg mr. Masters. De jonge man wachtte even, voordat hij antwoordde. De vakterm, welken hij voor het eerst hoorde, deed hem begrijpen, dat dit een zakenvraag was, welke diende be antwoord te worden. „Ik heb misschien nog niet veel onder vinding", zeide hij ten laatste, „maar ik ben wel een goed verkooper en ik durf ook wel zeggen, dat mijn gebrek aan on dervinding dubbel en dwars goed wordt gemaakt door mijn groote energie". Bij die woorden keek het jonge meisje, dat in een hoek van de kamer zat te ty pen, op en bekeek den adspirant-reiziger eenigszins sarcastisch. Wat mr. Masters zelf betreft, zijn geheele gezicht vertrok in een grijns, dien hij tevergeefs trachtte te verbergen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1