IN® 72
Maandag 20 Juni 1052
110® Jaargang
DE ARME MILLIONNAIR
Binnenland
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,—
buiten Goes ƒ2,—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
COURANT
en Kleeuwens 6 Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend.Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct»
per regel» Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
ZIJ, DIE ZICH NU, MIN
STENS VOOR 3 MAAN
DEN, ALS ABONNE OP DE GOESCHE
COURANT OPGEVEN, ONTVAN
GEN DE NOG VOOR 1 JULI A.S. TE
VERSCHIJNEN NUMMERS GRATIS.
DE HERSTEL-CONFERENTIE.
Begint van Lausanne
de Victorie?
Men wordt eenigszins huiverig van alle
conferenties, die dienen om den druk, waar
onder de wereld zucht, te verlichten. En
evenzoo is mén geneigd de schouders op
te halen, bij alle veelbelovende redevoerin
gen, want tot op heden lieten de geringste
resultaten dier conferenties en redevoerin
gen nog op zich wachten.
Zoo hebben we ook nog niet al te veel
vertrouwen in de schoone woorden, die
Mac Donald 1.1. Donderdag te Lausanne
sprak, toen hij de „herstel-conferentie"
opende, maar niettemin dient erkend te
worden, dat Lausanne toch weer eenige
hoop wekt.
Want reeds Vrijdag kwam het tot een
daad, zooals wij onder „Laatste berichten"
nog melden konden, en wel deze, dat Enge
land, Frankrijk, Italië, Japan en België,
Duitschland voor den duur der conferentie
vrijgesteld hebben van de herstel-betalin
gen, die, na afloop van het Hoover-mora-
torium, 1 Juli a.s., weer moesten plaats
hebben. Deze daad mag niet onderschat
worden, want de betreffende landen doen
daarmede afstand van zeer belangrijke be-
- dragen, die zij wel geheel (Frankrijk uitge
zonderd) weer aan Amerika moeten door
geven, maar intusschen zijn zij hiermede
van hun Amerikaansche verplichtingen toch
niet af. Zoover tenminste bekend is, liet
Amerika zich in deze nog niet hooren, en
dus weten de genoemde landen tot op he
den niet beter, of zijzelf moeten wél aan
Amerika betalen.
Natuurlijk kan men ook aanvoeren, dat
deze vrijstelling slechts voor den vorm ge
schiedde, want dat ook zónder die vrij
stelling Duitschland geen cent zou betaald
hebben, omdat het daartoe nu eenmaal niet
bij machte is. Maar dan hadden de betrok
ken landen tegenover Amerika toch heel
wat sterker gestaan. En nu veronderstellen
we wel, dat Amerika van deze stap op de
oogte was, en dat het, officieus toezegde,
ook tot uitstel te zullen overgaan, zoodat
de eerstgenoemde landen reeds wisten, dat
zij zélf ook niets behoeven te betalen, of
niet met Amerika in conflict zullen komen,
maar tenslotte blijkt dan toch altijd nog uit
deze daad, dat men de zaak niet tot het
uiterste wil drijven en de ernstige bedoe
ling heeft, thans tot een oplossing te ko
men.
Hoe die oplossing luiden zal, is niet te
voorzien en ook uit de reeds gehouden re
devoeringen is niet op te maken, welke
richting men denkt heen te gaan. En zelfs
lijkt het ons niet mogelijk, dat men spoedig
die oplossing zal gevonden hebben, want
met heel wat factoren, dient daarbij reke
ning gehouden te worden. In de eerste
plaats: of het billijk is, dat Duitschland
verder nog iets betaalt? En, zoo ja, in de
tweede plaats: hoeveel, wanneer en op wel
ke wijze het dan zal moeten betalen? En in
de derde plaats: welk deel ieder land van
die betalingen zal ontvangen? Nemen we
„niet meer betalen" aan, dan volgt in de
tweede plaats: of dan ook Frankrijk, dat
een zooveel grootere vordering heeft dan
de anderen, gezien de schade, die aan dit
land berokkend werd, niet meer op eeni-
FEUILLETON
DOOR
CHARLES BETHFORD.
„Omdat er in de wereld zoo veel men-
schen zijn, die werkelijk lijden", antwoord
de de dokter, „mannen en vrouwen, die
buiten hun schuld ziek worden, soms door
te hard werken, soms door ondervoeding,
soms door hun overgroote toewijding aan
anderen. Aan zulke patiënten wijd ik liefst
mijn aandacht, 't is mijn trots om zulke
menschen weer er bovenop te helpen. Wat
u betreft", ging hij voort, terwijl zijn stem
een eenigszins minachtenden klank kreeg,
„uw moreele ruggegraat is zoo slap als het
maar kan. Als u wilde, zoudt u misschien
een week lang uw verlangens kunnen te
genhouden, maar dan zou u vinden, dat u
nu lang genoeg uw best had gedaan. Jonge
mannen van uw slag weten niet vol te
houden. Zonder eenig vast voornemen om
door te zetten, probeeren ze iets te doen,
en zonder zich rekenschap te geven, hoe
ver ze gevorderd zijn, laten ze na een heel
korten tijd, alle verdere pogingen varen.
Wilt u de deur vooral achter u dicht doen,
als u weg gaat?"
Bliss bleef onbewegelijk staan. Terwijl
de dokter sprak, had hij zijn lippen opeen
geklemd op een manier welke een geheel
andere uitdrukking aan zijn gelaat gaf.
gerlei wijze (en hoe) schadeloos gesteld
moet worden? En, last but not least, rest
steeds in beide gevallen de vraag: hoe men
met Amerika aan moet, dat eigenlijk de
hoofdrol in dit drama speelt, en tot heden
achter de schermen blijft
Zooals reeds opgemerkt, het lijkt ons
niet mogelijk, dat al deze vragen in de hui
dige zitting der herstel-conferentie kunnen
opgelost worden en daarom moet gelijk
ook het gerucht gaat het waarschijn
lijkst geacht worden, dat de conferentie
een commissie zal benoemen, die het vraag
stuk in vollen omvang moet onderzoeken
om daarna met een rapport en eventueel
een plan te komen.
Dus wel weer een „kapstok", maar één
die thans noodig schijnt en waar aan ten
minste, zoolang hij dienst doet, gezien het
reeds verleende uitstel, het heele vraagstuk
opgehangen wordt
UIT DE TWEEDE KAMER.
De uitkeeringen
aan werkloozen.
Vrijdag kwam aan de orde de aangekon
digde interpellatie van den heer Kupers
(s.d.a.p.), over de loonen bij de werkver
schaffing, de steunuitkeeringen aan de
werkloozen enz.
De heer Kupers verzette zich tegen een
verlaging van de loonen in de werkver
schaffing, welke hij ongedaan gemaakt wil
de zien en hij achtte een verbetering van
het z.g. „rouleeringssysteem" dringend noo
dig. Spreker laakte het dat de regeering
heeft toegelaten dat sommige gemeenten
hun steunnormen verlagen. Naar aanleiding
van een vraag van de regeering aan de
burgemeesters, of zij niet van oordeel zijn
dat de steunnormen moeten worden ver
laagd, voelen de werkloozen zich bedreigd
en hebben krachtig geprotesteerd. Spreker
vroeg aan de regeering een uitdrukkelijke
verklaring, dat zij niet voornemens is over
te gaan tot verlaging der steunnormen en
wees er verder op, dat de last hier te lande
veel te veel op de gemeenten gelegd is.
Vooral de kleine gemeenten kunnen dit
niet dragen. Zijns inziens behoort het Rijk
5/6 bij te dragen. Zijns inziens is het thans
noodig dat de werkloozenkassen in de
bouwvakken onder de crisisregeling wor
den gebracht. In dit verband critiseerde hij
de houding van de credietverleening en be
pleitte een staatshypotheekbank.
Geen verlaging over
de geheele lijn.
Met nadruk heeft minister Ruys de Bee-
renbrouck daarop verklaard, dat het op dit
oogenblik niet in de bedoeling ligt, de
steunnormen over de geheele lijn te verla
gen. Voor incidenteele beslissingen moet hij
zich echter alle vrijheid voorbehouden.
De heer Kupers was met dit antwoord
in zooverre tevreden, dat hij de motie, die
hij gereed had, in den zak hield. De heer
Kupers had echter zijn interpellatie geens
zins tot dit ééne punt beperkt. Zij bestond
eigenlijk uit vijf deelen.
Het eerste betrof de normen van de
werkverschaffing en de steunverleening. De
interpellant verzette zich daarbij tegen een
verlaging van de loonen in de werkver
schaffing en van de steunnormen.
In 4 maanden bijna
45 millioen betaald
De minister rekende in antwoord daar
op uit, dat van Januari tot April j.l. in to-
„Zoo, dat is dus uw opinie over mij
zeide hij, zonder iets van zijn vroegere non
chalante in zijn manier van spreken. „Goed,
nu u alles gezegd heeft, waar u zin in had,
wilt u misschien wel zoo goed zijn, om ook
een paar oogenblikken naar mij te luiste
ren. Dicky Senn heeft me verteld, dat u
vroeger in Oxford nogal van sport hield.
Nu zal ik een weddenschap met u aangaan
U bent de baas van het St. James Gasthuis,
niet waar?"
„Ik ben de voorzitter van het college
van regenten van die inrichting", zeide Sir
James eenigszins uit de hoogte.
„Ja, ik herinner me, dat ik een paar da
gen geleden uw naam onder een circulaire
heb zien staan", ging Bliss voort. „U pro
beert geld bij elkaar te krijgen om een
vleugel aan te bouwen en voor een nieuw
laboratorium. U vroeg in die circulaire om
vijf en twintig duizend pond, nietwaar?
Luistert u nu eens goed. Ik wed met u om
vijf en twintig duizend pond van mijn kant
en een handdruk en een eerlijk gemeende
verontschuldiging van uw kant, dat ik van
daag met zes pond in mijn zak voor een
jaar zal verdwijnen en dat ik gedurende dat
jaar zal leven van hetgeen ik verdien. Hebt
u me verstaan?"
„Ja, natuurlijk heb ik het verstaan", ant
woordde de dokter, tepwijl hij Bliss strak
bleef aankijken. „Een heel interressant aan
bod".
„Waarschijnlijk denkt u, dat ik niet in
ernst spreek?" vroeg Bliss.
„Misschien spreekt u wel in ernst", was
het kalme antwoord. „In zekere kringen i:
uw naam en uw rijkdom natuurlijk aan
taal aan steun, werkverschaffing enz. is
betaald f44.881.000. De vraag is of wij
kunnen doorgaan met het voteeren van de-
enorme bedragen. De regeering moet
dan ook voorzichtig zijn met toezeggingen:
zij vreest dat de nood nog hooger zal wor
den en moet vermijden plotseling voor het
feit geplaatst te worden, dat hulp niet
meer mogelijk is. De regeering moet het
bedrijfsleven stimuleeren. In vele gevallen
zal een aanpassing van loon en arbeids
voorwaarden aan wat economisch nog mo
gelijk is, noodig zijn. Daarbij mogen de
loonen en voorwaarden in de werkver
schaffing geen beletsel zijn voor het par
ticuliere bedrijf. Bovendien moet dé regee
ring bij alle uitgaven de grootst mogelijke
beperking in acht nemen. Wat op het ge
bied van de loonen enz. bij de werkver
schaffing gedaan wordt, is het maximum
van wat thans in ons land mogelijk is.
Rijk en gemeenten.
Het tweede deel van 's heeren Kupers
vraag-betoog betrof de verhouding van rijk
en gemeenten in deze materie. De last is
hier z.i. veel te veel op de gemeenten ge
legd. Vooral de kleine gemeenten kunnen
dat niet dragen. Naar het oordeel van den
heer Kupers behoort het rijk 5/6 van de
kosten voor zijn rekening te nemen. Een
dergelijk uniform subsidie kwam den minis
ter echter noch billijk noch gewenscht voor:
men moet met de verschillende omstandig
heden van de gemeenten rekening kunnen
houden. Wel wilde hij overwegen, wat de
heer Kupers eveneens gevraagd had, n.l.
een verhooging van de bijdrage aan het
Nationaal Crisis-comité, wanneer zulks
noodig mocht zijn.
D
bouwvakki
In de derde plaats zag de heer Kupers
het vraagstuk van de bouwvakken onder
oogen. Z.i. is thans de tijd om de werk
loozenkassen in de bouwvakken onder de
crisisregeling te brengen, beslist gekomen.
Uitvoerig ging de minister op dit onder
deel in: hij is bereid de bouwvakken onder
de crisisregeling te doen brengen, mits de
bijdragen aan de werkloozenkassen ver
hoogd worden. De verstrekking van bouw-
credieten zal afhangen van het resultaat
van pogingen, om het collectief contract
meer in overeenstemming te brengen met
de huidige economische en sociale verhou
dingen. Een staatshypotheekbank kwam
den spreker een verkeerd middel voor,
daar zulks de bouwkosten op hoog
peil zou houden.
W
kverruimin'
Een vierde punt van bespreking maakte
het vraagstuk van de werkverruiming uit.
Elk vast plan ontbreekt, zoo critiseerde de
interpellant, de gemeenten hebben geen
geld meer, zelfs niet voor noodzakelijke
werken; wil de regeering het verstrekken?
In nauw verband hiermede staat de kwestie
der export-crediet-garanties. Zou de regee
ring in bepaalde gevallen zelf geen cre-
dieten kunnen verstrekken? Tot nu toe
heeft de staat deelgenomen in elf garan
ties, varieerende van 50% tot 100%, zoo
lichtte de heer Ruys in antwoord hierop
toe. Plannen om de gemeenten geld te
verstrekken tot de uitvoering van werken
heeft de regeering niet.
Het vijfde en laatste punt, waarmee de
heer Kupers zijn interpellatie sloot, betrof
de verkorting van den arbeidsduur als mid
del om de werkloosheid te bestrijden. Een
zeer sterke verkorting van den arbeidstijd
zou z.i. aan de overproductie een einde
kunnen maken en hij verzocht de regee
iedereen bekend. Ik zou best kunnen be
grijpen, dat uw „bookmaker", of een van
uw leveranciers, bijvoorbeeld van wijn of
sigaren, u maar al te graag gedurende een
jaar in hun dienst zouden willen hebben, te
gen een behoorlijk salaris".
Het leek wel, of de door en door drif
tige stemming den jongeman heel goed be
kwam. Zijn oogen stonden nu niet meer
flauw, zijn geheele gezicht had een geheel
andere tint gekregen.
„Ik ben niet zoo'n lafaard, als u schijnt
te denken", zeide hij opgewonden. „Dit ben
ik van plan te doen: gedurende een jaar zal
ik op geen manier van mijn positie, mijn
naam of mijn geld profiteeren; als ik gedu
rende dat jaar geld opneem zal dat zijn
voor een doel, waarbij ik direct of indirect
geen enkel voordeel heb. Laten we elkaar
goed begrijpen. Als ik mijn diensten er
gens aanbied, zal het zijn als Bliss, iemand,
die toevallig buiten werk is. Als mijn iden
titeit door toevallige omstandigheden ont
dekt wordt door de personen bij wie ik i
betrekking ben, of als ik zelfs ook maar
merk, dat er getwijfeld wordt, of ik wel
degene ben voor wien ik me uitgeef,dan
zal ik die betrekking onmiddellijk verlaten.
Als ik gedurende dat jaar, op welke ma
nier dan ook, het geld dat ik op het oogen
blik bezit, aanwend ten voordeele van me
zelf, dan heb ik de weddenschap verloren.
Gaat u daarmee accoord?"
Sir James knikte eenigszins ironisch; zijn
belangstelling in zijn patiënt was nog niet
overgroot te noemen.
„Het gasthuis zou vijf en twintig dui
zend pond heel goed kunnen gebruiken"
ring met werkgevers en werknemers in
overleg te willen treden over de inxoering
van een 40-urige arbeidsweek. De minister
meende echter, dat het niet op zijn weg
ligt het initiatief daartoe te nemen. Dat be
hoort aan het bedrijfsleven zelf overgelaten
te worden, vooral ook, omdat een derge
lijke verkorting veelal nadeelig werkt op
de productiekosten.
Van de andere sprekers, die zich nog
in het debat mengden, stond de heer v. d.
Meys (r.k.) nagenoeg geheel op hetzelfde
standpunt als de heer Kupers. De heer Slo-
temaker de Bruine (c.-h.) meende echter,
dat uit het antwoord van den minister
blijkt, dat er toch geen reden is geweest
om reeds bij voorbaat een zekere agitatie
te ontketenen. Het denkbeeld van een kor-
teren arbeidsduur lachte hem bijzonder toe,
mits dit maar niet op een loonsverhooging
met 17% neerkomt.
Morgen worden de debatten voortgezet.
A. Colijn f
Vrijdagavond half acht is de burge
meester van Nieuwer-Amstel, de heer A.
Colijn, in den ouderdom van 61 jaar over
leden.
De heer Colijn, een broer van Dr. H.
Colijn, was vroeger lid van de Tweede
Kamer voor het district Enkhuizen en is
15 jaar burgemeester van Nieuwer-Amstel
geweest. Voorts was hij lid van de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland en
voorzitter van de a.-r. Staten-fractie.
Ir. J. C. Ramaer f
Te 's-Gravenhage is Zaterdag 1.1., in den
ouderdom van 80 jaren, overleden ir. J. C.
Ramaer, oud-hoofdinspecteur-generaal van
den Rijkswaterstaat.
De begrafenis is bepaald op Dinsdag a.s.
te half twaalf van het Roode Kruis Zie
kenhuis naar „Eik en Duinen".
Met ir. Ramaer is een man heengegaan,
waaraan ons land mede het tot stand ko
men van vele groote werken te danken
heeft. Ook in Zeeland bracht hij nog een
deel van zijn werkzaam leven door.
Na in 1904 hoofd-ingenieur en in 1906
hoofd-ingenieur-directeur van den Alge-
meenen Dienst te 's-Gravenhage geworden
te zijn, trad hij in 1911 op als hoofd-inge-
nieur-directeur in de directie Zeeland te
Middelburg. Hij werd lid der gemengde
commissie voor de afwatering der grens-
polders, die voorstellen ontwierp, welke,
als gevolg van den wereldoorlog, echter
niet zijn uitgevoerd. Verder werd hij lid
van de commissie tot wijziging van het con
tract tusschen den Staat en de Kon. Maat
schappij „De Schelde" en tot verbetering
van de Vlissingsche haven.
1 October 1912 werd Ramaer inspecteur
generaal in de 2e inspectie. 1 April 1914
werd hem en aan zijn ambtgenoot te za-
men tevens de dienst van den hoofd-inspec-
teur-generaal opgedragen.
1 Mei 1918 werd Ramaer, op zijn ver
zoek, eervol ontslagen als inspecteur-gene
raal, maar hij heeft ook nadien nog heel
veel gepresteerd.
Eerste Kamer-leden.
De liberale can-
didaten gekozen
De liberal candidaten voor het lidmaat
schap van de Eerste Kamer zijn:
Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelder
land: 1. mr. H. Smeenge te Amsterdam
(aftr.2. Joan Gulderman te Oldenzaal
(aftr.); 3. H. D. Louwes te Ulrum (Gr.)
4. mr. A. G. A. Ridder van Rappard te
Tiel, lid der Tweede Kamer; 5. J. L. Ny-
was het eenige wat hij zeide.
„U heeft alle condities van de wedden
schap goed begrepen?"
„Volkomen".
Toen Bliss wilde weggaan, haalde hij
een enveloppe uit zijn zak en legde haar
op de schrijftafel neer. Sir James schoof de
enveloppe eenigszins geërgerd terug.
„Ik kan geen geld aannemen voor den
raad, welken ik u gegeven heb", zeide hij.
„Waarom niet?"
„Omdat die raad in uw geval toch waar
deloos is. Duizend tegen één volgt u hem
toch niet op".
„Als ik dat doe, dan is dat in uw voor
deel", zeide Bliss. „Dan heeft u vijf en
twintig duizend pond voor uw hospitaal'
De dokter stond ongeduldig op en drukte
even op het belletje naast zijn schrijftafel.
Bijna onbeleefd gaf hij op die manier zijn
patiënt te kennen, dat hij het onderhoud
als geëindigd beschouwde. Meteen liet hij
het masker van onverschillige beleefdheid
vallen. Zijn gelaat drukte een bijna min
achtend ongeloof uit.
„Ja, misschien", zeide hij.
De gevoelens, welke die twee woorden
bij Bliss opwekten, waren voor hem zelf
een openbaring.
De behandeling van den dokter had hem
zoo driftig gemaakt, dat hij gedurende een
paar oogenblikken geen woord kon uit
brengen. Toen balde hij zijn rechterhand en
gaf met een kracht, die bewonderenswaar
dig was voor den zwakkeling van een paar
minuten geleden, een slag op de schrijftafel
„Nog geen dertig tellen geleden", zeide
hij, „was het nog mogelijk geweest, dat uw
;ingh, in de Wijk; 6. prof. dr. B. D. Eerd-
mans te Leiden; 7. mr H. E. Ovink te Ha
ren; 8. mr. A. C. van der Feltz te Voorst.
Zuid-Holland: 1. ir. J. Koster te Heer
len (aftr.); 2. mr. P. Droogleever Fortuin,
burgemeester van Rotterdam; 3. mr. H. J.
Knottenbelt, lid der Tweede Kamer; 4. mr.
dr. M. M. G. Schumann, Den Haag; 5.
mej. dr. E. C. van Dorp, te Bloemendaal;
6. prof. dr. G. M. Verrijn Stuart te Rot
terdam; 7. mr. L. Trouw te Brielle.
De Lintbebouwing.
Wetsontwerp
ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp tot vast
stelling van bepalingen tot het tegengaan
van lintbebouwing langs wegen onder be
heer van het Rijk of op het Rijkswegen
plan voorkomende.
Hierbij wordt verboden, een gebouw op
te richten, geheel te vernieuwen of te ver
anderen, of uit te breiden binnen vijf meter
uit de grens van een weg. Bij nog aan te
leggen wegen wordt de grens van den weg
bij ministerieele beschikking bepaald.
De minister kan, zoo noodig, onder door
hem te stellen voorwaarden van dit verbod
ontheffing verleenen.
Verder wordt het o m. verboden, bij
bochten of kruisingen van wegen, het vrije
uitzicht belemmerende, door den minister
aan te wijzen, beplantingen en andere voor
werpen, gebouwen uitgezonderd, te hebben.
De wet bedreigt straffen van hechtenis
van ten hoogste twee maanden of geldboe
te van ten hoogste drie honderd gulden.
Loonkorting Spoorwegen.
Door het perso
neel aanvaard.
Men herinnert zich dat de Personeelraad
bij de Nederlandsche Spoorwegen korten
tijd geleden aan de directie heeft medege
deeld, dat de vijf vakorganisaties zich niet
met het voorstel der directie konden ver
eenigen waarbij aan de wenschen van
het personeel gedeeltelijk werd tegemoet
gekomen. Het gevolg van dit besluit is ge
weest, dat de directie haar oorspronkelijke
voorstellen bij de regeering heeft inge
diend, waarbij voor het personeel twee
maal in dit jaar een salarisverlaging van
5% (n.l. met 1 Juli en met 1 Oct.) werd
voorgesteld.
Thans blijkt het personeel echter te heb
ben ingezien, dat het verstandiger zou heb
ben gehandeld, indien men het bemidde
lingsvoorstel maar had geaccepteerd (loon
korting van 5% per 1 Juli, en per 1 Oct.
overwegen of met Januari '33 opnieuw 5%
korting noodzakelijk zou zijn)
Vrijdagmiddag vergaderden n.l. de vijf
vakorganisaties onder leiding van den Per
soneelraad in welke bijeenkomst met alge-
meene stemmen werd besloten het compro
mis-voorstel der directie alsnog te aan
vaarden.
De P. Z. E. M.-generator.
Het lid der Tweede Kamer, de heer
Slotemaker de Bruine, heeft aan den minis
ter van binnenlandsche zaken gevraagd
Kan de minister mededeelen, of het be
richt-juist is, dat de directie der Provin
ciale Zeeuwsche Electriciteits Maatschap
pij voor een te leveren electro-generator
aan de Nederlandsche Industrie geen gele
genheid geboden heeft om voor die leve
ring in te schrijven
Indien het bericht juist is, kan de minis
ter dan mededeelen, wat de reden is ge
weest, dat de Nederlandsche Industrie door
een Nederlandsche directie is gepasseerd
gasthuis zijn vijf en twintig duizend pond
zou gekregen hebben. Nu wil ik liever ge
hangen worden, dan dat u er ooit een
penny van zult zien".
„De weddenschap is dus te beschouwen
als niet aangegaan?" vroeg de dokter cy
nisch.
„De weddenschap is wel aangegaan",
antwoordde Bliss driftig, „maar ik zal haar
winnen".
HOOFDSTUK II.
De Ernest Bliss, die in dat uur zijn ge
daantewisseling had ondergaan, stapte de
straat op met een resoluten trek op zijn
gezicht. Door snel loopen was het hem ge
lukt om de voordeur te bereiken, voordat
de bediende hem uit kon laten; met opzet
sloeg hij haar met een smak achter zich
dicht, wat hem een gevoel van groote op
luchting gaf. Hij stapte in de auto, nam,
tot groote verbazing van den chauffeur,
zelf het stuur, en even daarna reed de wa
gen, bestuurd met een zekerheid, welke
voor een type als dat van Bliss opvallend
was, door het drukste gedeelte van Lon
den en hield eindelijk stil voor een groot
advocatenkantoor in Lincoln's Inn Fields.
,De ontsteking van een van de cylinders
slaat nu en dan over, Hayes", zeide hij te
gen den chauffeur, terwijl hij uit de auto
stapte. „Ik zal hier wel een kwartiertje op
gehouden worden, kijk jij het ondertus-
schen even na".
„Ja, mijnheer", zeide de man. „Waar
schijnlijk heb ik wat olie op een van de
bougies gemorst. Ik zal het wel even in
orde maken, dan is het klaar als u terug
komt". (Wordt vervolgd).