IN® 72 Maandag 20 Juni 1052 110® Jaargang DE ARME MILLIONNAIR Binnenland ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,— buiten Goes ƒ2,— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 COURANT en Kleeuwens 6 Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend.Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct» per regel» Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. ZIJ, DIE ZICH NU, MIN STENS VOOR 3 MAAN DEN, ALS ABONNE OP DE GOESCHE COURANT OPGEVEN, ONTVAN GEN DE NOG VOOR 1 JULI A.S. TE VERSCHIJNEN NUMMERS GRATIS. DE HERSTEL-CONFERENTIE. Begint van Lausanne de Victorie? Men wordt eenigszins huiverig van alle conferenties, die dienen om den druk, waar onder de wereld zucht, te verlichten. En evenzoo is mén geneigd de schouders op te halen, bij alle veelbelovende redevoerin gen, want tot op heden lieten de geringste resultaten dier conferenties en redevoerin gen nog op zich wachten. Zoo hebben we ook nog niet al te veel vertrouwen in de schoone woorden, die Mac Donald 1.1. Donderdag te Lausanne sprak, toen hij de „herstel-conferentie" opende, maar niettemin dient erkend te worden, dat Lausanne toch weer eenige hoop wekt. Want reeds Vrijdag kwam het tot een daad, zooals wij onder „Laatste berichten" nog melden konden, en wel deze, dat Enge land, Frankrijk, Italië, Japan en België, Duitschland voor den duur der conferentie vrijgesteld hebben van de herstel-betalin gen, die, na afloop van het Hoover-mora- torium, 1 Juli a.s., weer moesten plaats hebben. Deze daad mag niet onderschat worden, want de betreffende landen doen daarmede afstand van zeer belangrijke be- - dragen, die zij wel geheel (Frankrijk uitge zonderd) weer aan Amerika moeten door geven, maar intusschen zijn zij hiermede van hun Amerikaansche verplichtingen toch niet af. Zoover tenminste bekend is, liet Amerika zich in deze nog niet hooren, en dus weten de genoemde landen tot op he den niet beter, of zijzelf moeten wél aan Amerika betalen. Natuurlijk kan men ook aanvoeren, dat deze vrijstelling slechts voor den vorm ge schiedde, want dat ook zónder die vrij stelling Duitschland geen cent zou betaald hebben, omdat het daartoe nu eenmaal niet bij machte is. Maar dan hadden de betrok ken landen tegenover Amerika toch heel wat sterker gestaan. En nu veronderstellen we wel, dat Amerika van deze stap op de oogte was, en dat het, officieus toezegde, ook tot uitstel te zullen overgaan, zoodat de eerstgenoemde landen reeds wisten, dat zij zélf ook niets behoeven te betalen, of niet met Amerika in conflict zullen komen, maar tenslotte blijkt dan toch altijd nog uit deze daad, dat men de zaak niet tot het uiterste wil drijven en de ernstige bedoe ling heeft, thans tot een oplossing te ko men. Hoe die oplossing luiden zal, is niet te voorzien en ook uit de reeds gehouden re devoeringen is niet op te maken, welke richting men denkt heen te gaan. En zelfs lijkt het ons niet mogelijk, dat men spoedig die oplossing zal gevonden hebben, want met heel wat factoren, dient daarbij reke ning gehouden te worden. In de eerste plaats: of het billijk is, dat Duitschland verder nog iets betaalt? En, zoo ja, in de tweede plaats: hoeveel, wanneer en op wel ke wijze het dan zal moeten betalen? En in de derde plaats: welk deel ieder land van die betalingen zal ontvangen? Nemen we „niet meer betalen" aan, dan volgt in de tweede plaats: of dan ook Frankrijk, dat een zooveel grootere vordering heeft dan de anderen, gezien de schade, die aan dit land berokkend werd, niet meer op eeni- FEUILLETON DOOR CHARLES BETHFORD. „Omdat er in de wereld zoo veel men- schen zijn, die werkelijk lijden", antwoord de de dokter, „mannen en vrouwen, die buiten hun schuld ziek worden, soms door te hard werken, soms door ondervoeding, soms door hun overgroote toewijding aan anderen. Aan zulke patiënten wijd ik liefst mijn aandacht, 't is mijn trots om zulke menschen weer er bovenop te helpen. Wat u betreft", ging hij voort, terwijl zijn stem een eenigszins minachtenden klank kreeg, „uw moreele ruggegraat is zoo slap als het maar kan. Als u wilde, zoudt u misschien een week lang uw verlangens kunnen te genhouden, maar dan zou u vinden, dat u nu lang genoeg uw best had gedaan. Jonge mannen van uw slag weten niet vol te houden. Zonder eenig vast voornemen om door te zetten, probeeren ze iets te doen, en zonder zich rekenschap te geven, hoe ver ze gevorderd zijn, laten ze na een heel korten tijd, alle verdere pogingen varen. Wilt u de deur vooral achter u dicht doen, als u weg gaat?" Bliss bleef onbewegelijk staan. Terwijl de dokter sprak, had hij zijn lippen opeen geklemd op een manier welke een geheel andere uitdrukking aan zijn gelaat gaf. gerlei wijze (en hoe) schadeloos gesteld moet worden? En, last but not least, rest steeds in beide gevallen de vraag: hoe men met Amerika aan moet, dat eigenlijk de hoofdrol in dit drama speelt, en tot heden achter de schermen blijft Zooals reeds opgemerkt, het lijkt ons niet mogelijk, dat al deze vragen in de hui dige zitting der herstel-conferentie kunnen opgelost worden en daarom moet gelijk ook het gerucht gaat het waarschijn lijkst geacht worden, dat de conferentie een commissie zal benoemen, die het vraag stuk in vollen omvang moet onderzoeken om daarna met een rapport en eventueel een plan te komen. Dus wel weer een „kapstok", maar één die thans noodig schijnt en waar aan ten minste, zoolang hij dienst doet, gezien het reeds verleende uitstel, het heele vraagstuk opgehangen wordt UIT DE TWEEDE KAMER. De uitkeeringen aan werkloozen. Vrijdag kwam aan de orde de aangekon digde interpellatie van den heer Kupers (s.d.a.p.), over de loonen bij de werkver schaffing, de steunuitkeeringen aan de werkloozen enz. De heer Kupers verzette zich tegen een verlaging van de loonen in de werkver schaffing, welke hij ongedaan gemaakt wil de zien en hij achtte een verbetering van het z.g. „rouleeringssysteem" dringend noo dig. Spreker laakte het dat de regeering heeft toegelaten dat sommige gemeenten hun steunnormen verlagen. Naar aanleiding van een vraag van de regeering aan de burgemeesters, of zij niet van oordeel zijn dat de steunnormen moeten worden ver laagd, voelen de werkloozen zich bedreigd en hebben krachtig geprotesteerd. Spreker vroeg aan de regeering een uitdrukkelijke verklaring, dat zij niet voornemens is over te gaan tot verlaging der steunnormen en wees er verder op, dat de last hier te lande veel te veel op de gemeenten gelegd is. Vooral de kleine gemeenten kunnen dit niet dragen. Zijns inziens behoort het Rijk 5/6 bij te dragen. Zijns inziens is het thans noodig dat de werkloozenkassen in de bouwvakken onder de crisisregeling wor den gebracht. In dit verband critiseerde hij de houding van de credietverleening en be pleitte een staatshypotheekbank. Geen verlaging over de geheele lijn. Met nadruk heeft minister Ruys de Bee- renbrouck daarop verklaard, dat het op dit oogenblik niet in de bedoeling ligt, de steunnormen over de geheele lijn te verla gen. Voor incidenteele beslissingen moet hij zich echter alle vrijheid voorbehouden. De heer Kupers was met dit antwoord in zooverre tevreden, dat hij de motie, die hij gereed had, in den zak hield. De heer Kupers had echter zijn interpellatie geens zins tot dit ééne punt beperkt. Zij bestond eigenlijk uit vijf deelen. Het eerste betrof de normen van de werkverschaffing en de steunverleening. De interpellant verzette zich daarbij tegen een verlaging van de loonen in de werkver schaffing en van de steunnormen. In 4 maanden bijna 45 millioen betaald De minister rekende in antwoord daar op uit, dat van Januari tot April j.l. in to- „Zoo, dat is dus uw opinie over mij zeide hij, zonder iets van zijn vroegere non chalante in zijn manier van spreken. „Goed, nu u alles gezegd heeft, waar u zin in had, wilt u misschien wel zoo goed zijn, om ook een paar oogenblikken naar mij te luiste ren. Dicky Senn heeft me verteld, dat u vroeger in Oxford nogal van sport hield. Nu zal ik een weddenschap met u aangaan U bent de baas van het St. James Gasthuis, niet waar?" „Ik ben de voorzitter van het college van regenten van die inrichting", zeide Sir James eenigszins uit de hoogte. „Ja, ik herinner me, dat ik een paar da gen geleden uw naam onder een circulaire heb zien staan", ging Bliss voort. „U pro beert geld bij elkaar te krijgen om een vleugel aan te bouwen en voor een nieuw laboratorium. U vroeg in die circulaire om vijf en twintig duizend pond, nietwaar? Luistert u nu eens goed. Ik wed met u om vijf en twintig duizend pond van mijn kant en een handdruk en een eerlijk gemeende verontschuldiging van uw kant, dat ik van daag met zes pond in mijn zak voor een jaar zal verdwijnen en dat ik gedurende dat jaar zal leven van hetgeen ik verdien. Hebt u me verstaan?" „Ja, natuurlijk heb ik het verstaan", ant woordde de dokter, tepwijl hij Bliss strak bleef aankijken. „Een heel interressant aan bod". „Waarschijnlijk denkt u, dat ik niet in ernst spreek?" vroeg Bliss. „Misschien spreekt u wel in ernst", was het kalme antwoord. „In zekere kringen i: uw naam en uw rijkdom natuurlijk aan taal aan steun, werkverschaffing enz. is betaald f44.881.000. De vraag is of wij kunnen doorgaan met het voteeren van de- enorme bedragen. De regeering moet dan ook voorzichtig zijn met toezeggingen: zij vreest dat de nood nog hooger zal wor den en moet vermijden plotseling voor het feit geplaatst te worden, dat hulp niet meer mogelijk is. De regeering moet het bedrijfsleven stimuleeren. In vele gevallen zal een aanpassing van loon en arbeids voorwaarden aan wat economisch nog mo gelijk is, noodig zijn. Daarbij mogen de loonen en voorwaarden in de werkver schaffing geen beletsel zijn voor het par ticuliere bedrijf. Bovendien moet dé regee ring bij alle uitgaven de grootst mogelijke beperking in acht nemen. Wat op het ge bied van de loonen enz. bij de werkver schaffing gedaan wordt, is het maximum van wat thans in ons land mogelijk is. Rijk en gemeenten. Het tweede deel van 's heeren Kupers vraag-betoog betrof de verhouding van rijk en gemeenten in deze materie. De last is hier z.i. veel te veel op de gemeenten ge legd. Vooral de kleine gemeenten kunnen dat niet dragen. Naar het oordeel van den heer Kupers behoort het rijk 5/6 van de kosten voor zijn rekening te nemen. Een dergelijk uniform subsidie kwam den minis ter echter noch billijk noch gewenscht voor: men moet met de verschillende omstandig heden van de gemeenten rekening kunnen houden. Wel wilde hij overwegen, wat de heer Kupers eveneens gevraagd had, n.l. een verhooging van de bijdrage aan het Nationaal Crisis-comité, wanneer zulks noodig mocht zijn. D bouwvakki In de derde plaats zag de heer Kupers het vraagstuk van de bouwvakken onder oogen. Z.i. is thans de tijd om de werk loozenkassen in de bouwvakken onder de crisisregeling te brengen, beslist gekomen. Uitvoerig ging de minister op dit onder deel in: hij is bereid de bouwvakken onder de crisisregeling te doen brengen, mits de bijdragen aan de werkloozenkassen ver hoogd worden. De verstrekking van bouw- credieten zal afhangen van het resultaat van pogingen, om het collectief contract meer in overeenstemming te brengen met de huidige economische en sociale verhou dingen. Een staatshypotheekbank kwam den spreker een verkeerd middel voor, daar zulks de bouwkosten op hoog peil zou houden. W kverruimin' Een vierde punt van bespreking maakte het vraagstuk van de werkverruiming uit. Elk vast plan ontbreekt, zoo critiseerde de interpellant, de gemeenten hebben geen geld meer, zelfs niet voor noodzakelijke werken; wil de regeering het verstrekken? In nauw verband hiermede staat de kwestie der export-crediet-garanties. Zou de regee ring in bepaalde gevallen zelf geen cre- dieten kunnen verstrekken? Tot nu toe heeft de staat deelgenomen in elf garan ties, varieerende van 50% tot 100%, zoo lichtte de heer Ruys in antwoord hierop toe. Plannen om de gemeenten geld te verstrekken tot de uitvoering van werken heeft de regeering niet. Het vijfde en laatste punt, waarmee de heer Kupers zijn interpellatie sloot, betrof de verkorting van den arbeidsduur als mid del om de werkloosheid te bestrijden. Een zeer sterke verkorting van den arbeidstijd zou z.i. aan de overproductie een einde kunnen maken en hij verzocht de regee iedereen bekend. Ik zou best kunnen be grijpen, dat uw „bookmaker", of een van uw leveranciers, bijvoorbeeld van wijn of sigaren, u maar al te graag gedurende een jaar in hun dienst zouden willen hebben, te gen een behoorlijk salaris". Het leek wel, of de door en door drif tige stemming den jongeman heel goed be kwam. Zijn oogen stonden nu niet meer flauw, zijn geheele gezicht had een geheel andere tint gekregen. „Ik ben niet zoo'n lafaard, als u schijnt te denken", zeide hij opgewonden. „Dit ben ik van plan te doen: gedurende een jaar zal ik op geen manier van mijn positie, mijn naam of mijn geld profiteeren; als ik gedu rende dat jaar geld opneem zal dat zijn voor een doel, waarbij ik direct of indirect geen enkel voordeel heb. Laten we elkaar goed begrijpen. Als ik mijn diensten er gens aanbied, zal het zijn als Bliss, iemand, die toevallig buiten werk is. Als mijn iden titeit door toevallige omstandigheden ont dekt wordt door de personen bij wie ik i betrekking ben, of als ik zelfs ook maar merk, dat er getwijfeld wordt, of ik wel degene ben voor wien ik me uitgeef,dan zal ik die betrekking onmiddellijk verlaten. Als ik gedurende dat jaar, op welke ma nier dan ook, het geld dat ik op het oogen blik bezit, aanwend ten voordeele van me zelf, dan heb ik de weddenschap verloren. Gaat u daarmee accoord?" Sir James knikte eenigszins ironisch; zijn belangstelling in zijn patiënt was nog niet overgroot te noemen. „Het gasthuis zou vijf en twintig dui zend pond heel goed kunnen gebruiken" ring met werkgevers en werknemers in overleg te willen treden over de inxoering van een 40-urige arbeidsweek. De minister meende echter, dat het niet op zijn weg ligt het initiatief daartoe te nemen. Dat be hoort aan het bedrijfsleven zelf overgelaten te worden, vooral ook, omdat een derge lijke verkorting veelal nadeelig werkt op de productiekosten. Van de andere sprekers, die zich nog in het debat mengden, stond de heer v. d. Meys (r.k.) nagenoeg geheel op hetzelfde standpunt als de heer Kupers. De heer Slo- temaker de Bruine (c.-h.) meende echter, dat uit het antwoord van den minister blijkt, dat er toch geen reden is geweest om reeds bij voorbaat een zekere agitatie te ontketenen. Het denkbeeld van een kor- teren arbeidsduur lachte hem bijzonder toe, mits dit maar niet op een loonsverhooging met 17% neerkomt. Morgen worden de debatten voortgezet. A. Colijn f Vrijdagavond half acht is de burge meester van Nieuwer-Amstel, de heer A. Colijn, in den ouderdom van 61 jaar over leden. De heer Colijn, een broer van Dr. H. Colijn, was vroeger lid van de Tweede Kamer voor het district Enkhuizen en is 15 jaar burgemeester van Nieuwer-Amstel geweest. Voorts was hij lid van de Pro vinciale Staten van Noord-Holland en voorzitter van de a.-r. Staten-fractie. Ir. J. C. Ramaer f Te 's-Gravenhage is Zaterdag 1.1., in den ouderdom van 80 jaren, overleden ir. J. C. Ramaer, oud-hoofdinspecteur-generaal van den Rijkswaterstaat. De begrafenis is bepaald op Dinsdag a.s. te half twaalf van het Roode Kruis Zie kenhuis naar „Eik en Duinen". Met ir. Ramaer is een man heengegaan, waaraan ons land mede het tot stand ko men van vele groote werken te danken heeft. Ook in Zeeland bracht hij nog een deel van zijn werkzaam leven door. Na in 1904 hoofd-ingenieur en in 1906 hoofd-ingenieur-directeur van den Alge- meenen Dienst te 's-Gravenhage geworden te zijn, trad hij in 1911 op als hoofd-inge- nieur-directeur in de directie Zeeland te Middelburg. Hij werd lid der gemengde commissie voor de afwatering der grens- polders, die voorstellen ontwierp, welke, als gevolg van den wereldoorlog, echter niet zijn uitgevoerd. Verder werd hij lid van de commissie tot wijziging van het con tract tusschen den Staat en de Kon. Maat schappij „De Schelde" en tot verbetering van de Vlissingsche haven. 1 October 1912 werd Ramaer inspecteur generaal in de 2e inspectie. 1 April 1914 werd hem en aan zijn ambtgenoot te za- men tevens de dienst van den hoofd-inspec- teur-generaal opgedragen. 1 Mei 1918 werd Ramaer, op zijn ver zoek, eervol ontslagen als inspecteur-gene raal, maar hij heeft ook nadien nog heel veel gepresteerd. Eerste Kamer-leden. De liberale can- didaten gekozen De liberal candidaten voor het lidmaat schap van de Eerste Kamer zijn: Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelder land: 1. mr. H. Smeenge te Amsterdam (aftr.2. Joan Gulderman te Oldenzaal (aftr.); 3. H. D. Louwes te Ulrum (Gr.) 4. mr. A. G. A. Ridder van Rappard te Tiel, lid der Tweede Kamer; 5. J. L. Ny- was het eenige wat hij zeide. „U heeft alle condities van de wedden schap goed begrepen?" „Volkomen". Toen Bliss wilde weggaan, haalde hij een enveloppe uit zijn zak en legde haar op de schrijftafel neer. Sir James schoof de enveloppe eenigszins geërgerd terug. „Ik kan geen geld aannemen voor den raad, welken ik u gegeven heb", zeide hij. „Waarom niet?" „Omdat die raad in uw geval toch waar deloos is. Duizend tegen één volgt u hem toch niet op". „Als ik dat doe, dan is dat in uw voor deel", zeide Bliss. „Dan heeft u vijf en twintig duizend pond voor uw hospitaal' De dokter stond ongeduldig op en drukte even op het belletje naast zijn schrijftafel. Bijna onbeleefd gaf hij op die manier zijn patiënt te kennen, dat hij het onderhoud als geëindigd beschouwde. Meteen liet hij het masker van onverschillige beleefdheid vallen. Zijn gelaat drukte een bijna min achtend ongeloof uit. „Ja, misschien", zeide hij. De gevoelens, welke die twee woorden bij Bliss opwekten, waren voor hem zelf een openbaring. De behandeling van den dokter had hem zoo driftig gemaakt, dat hij gedurende een paar oogenblikken geen woord kon uit brengen. Toen balde hij zijn rechterhand en gaf met een kracht, die bewonderenswaar dig was voor den zwakkeling van een paar minuten geleden, een slag op de schrijftafel „Nog geen dertig tellen geleden", zeide hij, „was het nog mogelijk geweest, dat uw ;ingh, in de Wijk; 6. prof. dr. B. D. Eerd- mans te Leiden; 7. mr H. E. Ovink te Ha ren; 8. mr. A. C. van der Feltz te Voorst. Zuid-Holland: 1. ir. J. Koster te Heer len (aftr.); 2. mr. P. Droogleever Fortuin, burgemeester van Rotterdam; 3. mr. H. J. Knottenbelt, lid der Tweede Kamer; 4. mr. dr. M. M. G. Schumann, Den Haag; 5. mej. dr. E. C. van Dorp, te Bloemendaal; 6. prof. dr. G. M. Verrijn Stuart te Rot terdam; 7. mr. L. Trouw te Brielle. De Lintbebouwing. Wetsontwerp ingediend. Ingediend is een wetsontwerp tot vast stelling van bepalingen tot het tegengaan van lintbebouwing langs wegen onder be heer van het Rijk of op het Rijkswegen plan voorkomende. Hierbij wordt verboden, een gebouw op te richten, geheel te vernieuwen of te ver anderen, of uit te breiden binnen vijf meter uit de grens van een weg. Bij nog aan te leggen wegen wordt de grens van den weg bij ministerieele beschikking bepaald. De minister kan, zoo noodig, onder door hem te stellen voorwaarden van dit verbod ontheffing verleenen. Verder wordt het o m. verboden, bij bochten of kruisingen van wegen, het vrije uitzicht belemmerende, door den minister aan te wijzen, beplantingen en andere voor werpen, gebouwen uitgezonderd, te hebben. De wet bedreigt straffen van hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboe te van ten hoogste drie honderd gulden. Loonkorting Spoorwegen. Door het perso neel aanvaard. Men herinnert zich dat de Personeelraad bij de Nederlandsche Spoorwegen korten tijd geleden aan de directie heeft medege deeld, dat de vijf vakorganisaties zich niet met het voorstel der directie konden ver eenigen waarbij aan de wenschen van het personeel gedeeltelijk werd tegemoet gekomen. Het gevolg van dit besluit is ge weest, dat de directie haar oorspronkelijke voorstellen bij de regeering heeft inge diend, waarbij voor het personeel twee maal in dit jaar een salarisverlaging van 5% (n.l. met 1 Juli en met 1 Oct.) werd voorgesteld. Thans blijkt het personeel echter te heb ben ingezien, dat het verstandiger zou heb ben gehandeld, indien men het bemidde lingsvoorstel maar had geaccepteerd (loon korting van 5% per 1 Juli, en per 1 Oct. overwegen of met Januari '33 opnieuw 5% korting noodzakelijk zou zijn) Vrijdagmiddag vergaderden n.l. de vijf vakorganisaties onder leiding van den Per soneelraad in welke bijeenkomst met alge- meene stemmen werd besloten het compro mis-voorstel der directie alsnog te aan vaarden. De P. Z. E. M.-generator. Het lid der Tweede Kamer, de heer Slotemaker de Bruine, heeft aan den minis ter van binnenlandsche zaken gevraagd Kan de minister mededeelen, of het be richt-juist is, dat de directie der Provin ciale Zeeuwsche Electriciteits Maatschap pij voor een te leveren electro-generator aan de Nederlandsche Industrie geen gele genheid geboden heeft om voor die leve ring in te schrijven Indien het bericht juist is, kan de minis ter dan mededeelen, wat de reden is ge weest, dat de Nederlandsche Industrie door een Nederlandsche directie is gepasseerd gasthuis zijn vijf en twintig duizend pond zou gekregen hebben. Nu wil ik liever ge hangen worden, dan dat u er ooit een penny van zult zien". „De weddenschap is dus te beschouwen als niet aangegaan?" vroeg de dokter cy nisch. „De weddenschap is wel aangegaan", antwoordde Bliss driftig, „maar ik zal haar winnen". HOOFDSTUK II. De Ernest Bliss, die in dat uur zijn ge daantewisseling had ondergaan, stapte de straat op met een resoluten trek op zijn gezicht. Door snel loopen was het hem ge lukt om de voordeur te bereiken, voordat de bediende hem uit kon laten; met opzet sloeg hij haar met een smak achter zich dicht, wat hem een gevoel van groote op luchting gaf. Hij stapte in de auto, nam, tot groote verbazing van den chauffeur, zelf het stuur, en even daarna reed de wa gen, bestuurd met een zekerheid, welke voor een type als dat van Bliss opvallend was, door het drukste gedeelte van Lon den en hield eindelijk stil voor een groot advocatenkantoor in Lincoln's Inn Fields. ,De ontsteking van een van de cylinders slaat nu en dan over, Hayes", zeide hij te gen den chauffeur, terwijl hij uit de auto stapte. „Ik zal hier wel een kwartiertje op gehouden worden, kijk jij het ondertus- schen even na". „Ja, mijnheer", zeide de man. „Waar schijnlijk heb ik wat olie op een van de bougies gemorst. Ik zal het wel even in orde maken, dan is het klaar als u terug komt". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1