GÖESCBE CQORAMT BIJVOEGSEL Handleiding gratis. VAN DE VAN VRIJDAG 17 JUNI 1932. ACTIEVE HANDELSPOLITIEK. (Ingezonden.) Op de Algemeene Jaarvergadering der Vereeniging „Groep Veilingsver eenigingen uit de N.T.R." op 7 April j.l. te Utrecht gehouden, werd o.a. een voorstel betreffende de Actieve Han delspolitiek aangenomen. Het voorstel hield in, om te trach ten gedaan te krijgen, dat de Regee ring ten spoedigste de bevoegdheid wordt verleend tot het voeren van Ac tieve Handelspolitiek. De aanwezigen op deze vergadering waren er ten zeerste van doordrongen, dat onverwijld maatregelen moeten (ge troffen worden om het Nederlandsche Tuinbouwbedrijf nu, ter elfder ure van den dreigenden ondergang te red den. Thans schrijven wij half Juni, dus ruim twee maanden later en vragen ons af: „Wat is er sedert de aanneming van bovengenoemd voorstel voor den zoo noodlijdenden Tuinbouw geschiedt en bereikt? Is men nu overgegaan tot het voeren eener Actieve Handelspoli tiek Noch van het ?en, noch van het ander valt ook maar het geringste te bespeuren. Er is ons niets bekend omtrent serieuze onderhandelingen of wat ook wat eenige verbetering in de beslaande w antoestanden brengen kan. Neemt men een overzicht over ge noemde laatste twee maanden inzake de maatregelen, die het buitenland treft om haar producenten te bescher men, dan zien wij: dat Duitschland door zijn deviezen-bepalingen de im port zoo goed als onmogelijk maakt. Men bedenke vooral hierbij, dat wij uit genoemd land jaarlijks 1 0 3.C00.030 R.M. importeeren, terwijl wij slechts voor 427.000.000 R.M. exporteeren. Volgens opgave in de „Tuinderij" van 22 April j.l. kocht elke Hollander in 1931 voor een waarde van 145 R.M. Duitsche artikelen, terwijl elke Duit- scher slechts voor 7 R.M. aan Hol- landsche waren betrok. Thans heeft Duitschland ook weder de noodige mil Hoenen guldens van ons vast, door het Stillhalte Abkommen. en verder is niet te vergeten, dat wij destijds 150.000.000 gulden aan Duitschland leenden, welke Duitschland aanwend de om kasculturen op te richten en gel den aa.i de Duitsche Kweekers te ver strekken voor teeltuitbreidingen etc., waardoor wij nu beconcurreerd wor den: dat Frankrijk, hetwelk in den af- geloopen winter nog vele producten, o.a. sla en bloemkool bij ons impor teerde, thans ons product weigert, om dat wij gedwongen waren maatregelen te nemen tegen den voor. ons uiterst gevaarlijken Coloradokever; dat Zwit serland na gedurende den afgeloopen winter groote hoeveelheden Goud-Rei- netten, zoo goed als vrij bij ons te hebben ingevoerd, natuurlijk ten na- deele van onze eigen kweekers, daar door de groote Zwitsersche aanvoeren onze prijzen sterk gedrukt werden, (hans onze tegemoetkomende houding beloont, door hef heffen van buiten sporig hooge invoerrechten op onze producten. Neemt men verder Amerika, of welk land ook, overal is het hetzelfde, over al komt men voor gesloten deuren. Kunnen de Hollandsche kweekers nog ergens binnenkomen, dan is het alleen om zich zoo goed als geheel te laten uitkleeden. Is het nu de Hollandsche aard om zich zoo te laten trappen? Wanneer wij de geschiedenis doorlezen, dan ko DINGEN DIE TELLEN. H. VAN BENTHEM. Eentonig, mistroostig kletterde de regen tegen de ruiten, zware wolken bedekten de zon, het was donker bui ten, donker en koud. Maar wij, gezeten voor den open haard, beschenen door de fel oplaaiende vlammen, hadden geen hinder van het ruwe weder; en de reeds aangestoken schemerlamp, door mijn vriend op een hoek van het zwa re, antieke buffet geplaatst, verspreid de een gezellig licht. We dachten na over wat we bespro ken hadden en staarden in het vuur, volgend de vreemd opkronkelende vlammen. Dan, onwillekeurig, keek ik weer naar mijn vriend, hij strekte zijn beenen, en de asch van zijn sigaar klop pend, zei hij, als in gedachten: „Ja, zoo merk je later pas wat zulke dingen invloed op je leven hebben." Hij scheen geen antwoord te ver- verwachten en veranderde niet van houding. Scherp verlichtte het vuur de krachtige lijnen van zijn gebruind gelaat, en sterk kwam uit, zijn welge vormde vierkante kin. Hij was dat echte type van groot zakenman, wien de geschiktheid tot besturen, en het organisatievermogen, van het gezicht te lezen zijn. En hij had bewezen, zakenman te zijn. Hij had zich opgewerkt van gewo nen burgerjongen, tot vooraanstaand figuur in de handelswereld. Hij was een groot man en hij was mijn vriend, maar toch begreep ik hem niet, kon ik men wij tot geheel andere resultaten. Het tegendeel is waar! Vroeger waren de Hollanders altijd en overal Haantje de Voorste; waarom nu niet meer? Is de Natie in den laat- sten tijd ziek, zwak of krachtefoos geworden? Deze vraag zai elke Ne derlander voor zichzelf het best kun nen beantwoorden. Dat er op het gebied van Actieve Handelspolitiek nog wel degelijk een en ander gedaan en bereikt kan wor den, blijkt uit hetgeen wij lezen in „La Bulgaria" van 30 Mei j.l., in het Nederlandsch luidende: Export van aardbeien van Bulgarije. In het Zuiden van ons land, voor namelijk in het district Plovdiv bij het dorp Katounitza en op de gron den van de stad Kritchime, kweekt men uitstekende aardbeien waar van de smaak en de geur voortref felijk zijn. Men verwacht dit jaar een overvloedige!! oogst van aard beien in Bulgarije. De Minister van Landbouw, Mr. Ghitchev heeft een speciale commissie benoemd, om te bestudeeren wat de beste weg zou zijn om de export van deze aard beien uit Bulgarije te bevorderen. Het resultaat van de werkzaamheid van deze commissie is, dat er be sloten is om dagelijks met den snel trein, genaamd „conventionnel" twee wagons aardbeien naar Berlijn t; zenden. Hun prijs is vastgesteld op 13,50 lèvas (circa 24 cent) per kilo gram. f. o. b. Men hoopt zoodoende dit jaar on geveer voor plm. 15 millioen lèvas (of f270.000) van onze uitstekende aardbeien te kunnen exporteeren. Van zijn kant zal Duitschland voor hetzelfde bedrag in ons land eenige van hare producten imporfeeren waar wij behoefte aan hebben, zoo- als soda en andere artikelen. Moet elk rechtgeaard Nederlander niet schamen, als hij ziet, dat zijn vaderland zoo weinig in tel is, dat zelfs een land als Bulgarije kans ziet, om in Berlijn zijn wil door te drijven, terwijl onze menschen met ledige han den terugkeeren. Hoewel wij het volste vertrouwen in de Nederlandsche commissie hebben die onze handelsbelangen dit jaar te Berlijn bespraken en voorstonden, vragen wij ons toch af: „is zij wel flink bewapend naar Berlijn gegaan?" En in ieder geval vragen wij, waarom zijn wij niet geslaagd, waar anderen dit wel deden? Een voorbeeld, waar een en ander nu op uitloopt, vindt men thans weder met de kruisbessenteelt in Zeeland. Dit product, uitsluitend op export aangewezen zijnde, daar het gebruik in Holland slechts gering is, kreeg ge durende de laatste tien jaren, met uitzondering van in 1930 1931 steeds goede prijzen, waar èn de telers, èn de vele arbeiders in dit bedrijf werk zaam, baat bij vonden. Thans is het product zoo goed als ja binnen enkele dagen, als de aanvoe ren groofer worden, geheel waardeloos Momenteel loopen de prijzen nog van circa f4,50 tot f5,50 per 100 K.G.; vroeger was de gemiddelde doorsnee- prijs over het geheele seizoen f 12 per 100 K.G. In de „Telegraaf" van 11 dezer leest men, dat in Duitschland richtprijzen voor het komende seizoen vastgelegd zullen worden, tusschen In dustrie en kweekers. Hierbij wordt voor de kruisbessen circa f 14,50 per 100 K.G. aangegeven. Bij ons gaat deze cultuur nu ten gronde, tenzij dat er spoedig met ener gie ingegrepen wordt. Na dezen tak van bestaan volgen er vanzelfsprekend an dere (zooals de kaskommers en stok tomaten) totdat alle Hollandsche cul turen een voor een kapot gemaakt zijn. Gaan de kruisbessen en de andere genoemde culturen ten gronde, dan be teekent dit tevens, dat weder aanzien Schatten van schoonheid sluimeren in Uw huid. Gelaatsmassage met Purol wekt ze tot nieuw leven. Een handleiding voor gelaatsmassage ontvangt U gratis bij koop van Purol (doos 30 ct., tube 80 ct.'. Alleen bij Apoth. en Drogisten. lijke bronnen van inkomsten voor de daarbij betrokken arbeiders \erdwijnen en deze menschen of zij willen of niet door nood en honger naar den steun worden gedreven. Met deze voorbeelden voor oogei moet ieder Nederlander zich met angst afvragen, waar hef met ons naar toe gaat, terwijl hij reikhalzend uit ziet naar een afdoend middel om ons uit den put en er weder bovenop te helpen. Deze afdoende middelen zijn: Ac tieve Handelspolitiek en daarnaast het invoeren van een wel overwogen in- voerrechtensy steem Krachtige en doeltreffende wapens, als dit zijn zullen zij ons ongetwijfeld dienen ter wederherovering van de positie onder de staten waar Holland recht op heeft. Worden deze wapens serieus en met beleid gevoerd, dan zullen wij, o zoo gauw, andere muziek uit het buitenland hooren, goede mu ziek, die weerklank vindt in de ooren van elk goed Nederlander en weder geld in het laadje brengt, dat nu bijna leeg is. Dus Actieve Handelspolitiek en nieuwe invoerrechten zij ons wapen met geoefende en krachtige hand ge voerd, tot welzijn van vaderland en volk. Goes, 17 Juni 1932. J. A. H. HOLLANDER. ProVineienieuWs me nooit juist indenken, zijn eigenaar dig karakter, soms zoo hard, en dan weer zoo gevoelig. Hij zag op, glimlachend, en zijn oogen hadden dien zachten glans, als steeds, wanneer hij me sprak over in tieme dingen. Hij glimlachte me toe, staarde dan naar zijn sigaar, waar van de rookwolkjes opkringelden. Ik wachtte op de woorden, die ik wist dat komen zouden. Woorden, zin nen opbouwend, in nauw merkbare wisseling van toon, dingen voordragen de soms, dié" voor minder krachtige naturen levenskwesties zijn. Met om zijn scherp geteekenden mond, nu en dan een vage glimlach, dezelfde, waar mee hij me sprak over een geleden groot verlies, of over een „zaakje" dat hem enkele duizenden opbracht. Hij deed eenige trekken aan zijn si gaar, en dan, ziend naar een foto die ik van tafel genomen had, begon hij: „Beste Jan, trouw dagboek, je hebt al heel wat van me aangehoord, en dikwijls heb ik genoten van je zenuw achtige gebaren, je ongekunstelde uit roepen, en het geheele beeld van „niet begrijpen" dat je vaak ten beste gaf... Maar eerlijk... als j ij me niet begreep, snapte ik ook meest mezelf niet, ten minste, niet geheel, en dat het meisje, waarvan jij daar een kiek hebt, me in eens zoo onverschillig geworden is, vertikt als ik het begrijp! Alles heeft ze méé, niet? Alles! Wat 'n geest en karakter! Wat 'n figuurtje!... Onbe schoft was het toch van me, haar laat ste vier brieven niet te beantwoor den... maar ik had ook geen tijd... wer VLISSINGEN—NEUZEN Opheffing der stoom bootdiensf brengt slechtte weinig bezuiniging. Zooals bekend heeft een door Ged. Staten benoemde commissie onder zocht of opheffing, eventueel inkrim ping, van den bootdienst Vlissingen Neuzen, uit financieel en commercieel oogpunt noodig, wenschelijk en moge lijk was. Zulks mede in verband met het bericht van den minister van Wa terstaat, dat de rijkssubsidie aan de zen dienst 1 Jan. 1932 zou werden stop gezet. (Dit is nadien 1 Jan. 1933 gewor den). Na grondige bestudeering legde ge noemde commissie haar bevindingen en haar meening neer in een uitvoerig rapport en kwam tot de volgende con clusies: 1. Al beschouwt men de lijn Vlissin gen Neuzen niet als een lijn van doorgaand verkeer, toch mag daarin door den Minister van Waterstaat geen aanleiding worden gezien de rijks bijdrage voor die lijn in tc trekken, zoolang de provincie haar aandeei blijft betalen in de tekorten op de lij nen, die we) tot het doorgaand ver keer gerekend moeten worden. 2. Opheffing van de lijn Vlissingen Neuzen brengt voor lu;t reizend pu bliek mede een langduriger en minder geriefelijke reis, die bovendien veel duurder zal worden. Op het reizend publiek zal daardoor een zwaardere last gelegd worden, die te schatten is op minstens f25.000 per jaar. 3. Door de opheffing zal de ver keersmogelijkheid, zoowel van het per sonen- als van het vrachtvervoer, be perkt worden. Daaraan moet tegemoet gekomen worden door uitbreiding van de diensten op de lijn Neuzen Hoe- dekenskerke met één dienst en door het inleggen van extradiensten tus- kelijk, ik had geen tijd, dat weet je zelf wel. Die drie weken zijn de secon den goud voor me geweest; ik werkte dag en nacht, had geen tijd voor eten of slapen, en maar net ben ik er ge komen, maar nèt! Ik kón geen oogen- blïk missen... En nu, nu ik wel tijd is ze vervaagd voor me vergeten, is ze uit mijn leven gegaan, als zoovelen vóór haar, óók mooi en goed... Toch was zij bijzonder knap, niet?... Die donkere oogen, dat diep-zwarte, krul lende haar... maar het was „zwart" zie je... dat is 't 'm juist..." Mijn vriend zweeg, maar ik ant woordde niets, ik dacht om de meis jes, die voor deze geweest waren, blonde, bruine, rooden, en ik glim lachte. Mijn vriend zag het en ver volgde: „Dat begrijp je niet hè?,.. En, ik kan het ook niet zoo uitleggen, maar zal je een kleine geschiedenis vertellen. Misschien ga je dan ge volgtrekkingen maken, daar betrap ik mezelf ook wel eens op en in melan cholische oogenblikken, oogenblikken als geen werk me roept. Ik denk dat luie menschen over het algemeen ook erg melancholisch zijn... enfin, de ge schiedenis Het was m'n eerste liefste, tenmin- minste, de eerste waar ik wéét van had. Mogelijk was het nummer vier of vijf, maar van de anderen, die nog daarna kwamen, telde ik steeds terug tot „haar"... en daarom, zie je is „zij" mijn nummer één, en... omdat er zoo van die dingen zijn, die tellen- Het was een mengeling van goud en rose, glanzend gouden haren, en een schen Neuzen en Vlissingen tijdens ihet fruitseizoen. Hierdoor wordt de te verkrijgen besparing beperkt. 4. Het aangaan van een overeen komst met de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Maatschappij, teneinde snel- diensfen tusschen Neuzen Schoondij- Ue Breskens te verkrijgen, zal zoo danige offers vragen, dat de besparing, door de opheffing van den dienst Vlis singen Neuzen te verkrijgen, beperkt wordt tot een minimaal bedrag en moet mitsdien worden ontraden. 5. De tekorten op den dienst Vlis singen Neuzen zijn van dien aard, dat zij, gezien de financieele positie der provincie niet door de Provincie alléén gedragen kunnen worden. Hand having van het besluit van den Mi nister van Waterstaat om geen bij drage meer te verleenen moet dan ook leiden tot opheffing van den dienst, met alle daaraan verbonden schadelijke gevolgen. 6. De te bereiken besparing be draagt, rekening houdende met de kosten der sub 3 bedeelde maatrege len, f29.530, waarvan het aandeel van het Rijk bedraagt 80 pet. Dit bedrag is in verhouding tot de totale bijdrage van het Rijk en in ver band met de groote belangen, die hiei op hef spel staan vooral voor Zeeuwsch-Vlaanderen, zoo gering te achten, dat met den meesten aandrang intrekking van de Rijksbijdrage voor den dienst Vlissingen Neuzen moet worden ontraden. Ten slofte meent de Commissie d, aandacht er op te moeten vestigen dat reeds een beduidende besparing verkregen kan worden, door het op heffen van den eersten dagelijkschen dienst van Vlissingen naar Neuzen en terug, waarvan slechts een beperkt ge bruik gemaakt wordt. Op basis van de. thans geldende exploitatiekosten kan de hierdoor te verkrijgen besparing op brandstof en personeel geraamd worden op omstreeks f 14.000. Indien deze beperking wordt toegepast, waar tegen ons College geen ernstige be zwaren heeft, verschilt deze besparing met die, welke door geheele ophef fing van den dienst Vlissingen Neu zen wordt gekregen, slechts een zoo gering bedrag, dat die algeheele op heffing geen noemenswaardige voor deden zal opleveren. Uit de vijfde conclusie blijkt, dat de commissie, ondanks de groote bezwa ren, meende, dat tot stopzetting van den dienst moest worden overgegaan. Ged. Staten vinden dit echter geen bevredigende oplossing, en droegen de commissie op, alsnog na te gaan, of met aan te brengen wijzigingen, de dienst niet zonder al te groote lasten voor de provincie in stand was te houden. De commissie kwam hierna met betreffende voorstellen, (o.a. bouw van economischer vaartuigen, inkrim ping dienst als reeds in haar eei-ste rapport genoemd en andere verdee ling der lasten, en becijferingen, die sloten met een batig saldo van f 11.727, tot de eindconclusie, dat op de voorgestelde wijze handhaving van den dienst aanbevolen moet worden. Naar aanleiding van deze eindcon clusie stellen Ged. Staten thans aan de Prov. Staten o.a. voor om te beslui ten: althans voorloopig (met het s.s. „Schouwen") den stoombootdienst tus schen Vlissingen en Neuzen ook na 1 Januari 1933 te bestendigen, doch als dan geheel voor rekening der Provin cie Zeeland; in te trekken fiun besluit van 15 December 1931 no. 15, tot het beschikbaar stellen van een crediet van f140.000 voor de verbouwing van het s.s. „Zeeuwsch-Vlaanderen"; een crediet van f 350.000 ter beschikking te stellen ten behoeve van den bouw van twee motorschepen voor den dienst op de Wester-Schelde van één zelfde type, overeenkomstig het ont werp, opgemaakt door hef Ingenieurs bureau voor scheepsbouw M. A. Cor- nelissen te Amsterdam; voorts een ere zacht rose gezichtje; goud, rose en blauw, twee heldere blauwe oogen... 'k weet dat er ook „wit" was, parelend wit, in een mooi gevormd mondje, twee prachtig gelijke rijtjes... 'k wéét het, maar werkelijk opgemerkt heb ik het nooit, want dat goud en rose, met die mooie, mooie oogen, bedwelmde me, maakte me gek van geluk, gek, en toch ook rustig, zooals ik ben, niet? Dat weet je, tóch altijd kalm, ziend achter de roes... Maar wat daar achter was, die ziel, verborgen door dat goud en rose, die lichtte in die reine oogen, was óók zoo mooi zie je, zoo in-inmooi ze was een engel- Maar voor engelen schijnt hier geen plaats te zijn... en geknakt, gebroken is ze... Blossen;" noemde ik haar, een naam die ik las in „De Raderen van den Tijd" van Florence Barclay. Een boekje, dat ik haar voorlas, ergens in de omstreken van Zeist, liggend saam op de hei. Ook heb ik haar voorge lezen -„Het Jongetje" van Borel... en eens, een gedicht dat ik voor haar maakte... ja, 'n gedicht!... Ik en dich ten!... Enfin, ik was achttien, zij zes tien, excuseerende redenen... En ik heb dat ding ook, nooit vergeten, om dat het zoo echt uit m'n hart opkwam, omdat ik het opschreef, gelukkig en spontaan, in mooie krulletters, op oud-Hollandsch papier.... Van sommige dingen bewaar je zoo heel duidelijk de herinnering, niet? Juist, alsof het pas gebeurd is.... zoo ook van dien middag, toen ik haar m'n vers, en daarna „De Raderen van diet van f175.000 ten behoeve van den bouw van een motorschip voor den dienst op de Ooster-Schelde, van het zelfde type, als de schepen, hiervoor reeds genoemd; en ten slotte nog een crediet van f35.100 ten be hoeve van hef aanbrengen van de noo dige voorzieningen aan het havenka naal en de zwaaiplaats te Zierikzee. PLAATSELIJK nieuws HANSWEERT. Matroos verdronken. De familie P. alhier ontving Woens dagnamiddag uit Antwerpen het treu rig bericht dat hun 21-jarige zoon J., welke matroos was op de goederen- boot „Hermina", is verdronken. Zijn lijk is opgevischt. RILLAND-BA TH. Raadsvergadering. Besloten wordt aan het Kerkbestuur uer Vrije Evangelische Gemeente te Bath 'c verkoopen een strook grond bij het kerkgebouw tegen den prijs van -f 1,30 per M2. om daarop een con sistoriekamer te bouwen. De heer v. d, Sande vraagt, of het niet wensche lijk ware, dat de volle breedte werd aangevraagd, wat den heer Dronkers doet opmerken, dat dit bezwaarlijk is in verband met den naastgelegen vrij grooten tuin der kerk. Aan ingelanden van den Reigers- bergschen polder wordt op hun aan vrage verkocht een strook grond aan den derden weg ter breedte van zes meter en ter volle diepte (15 M.) Op een adres van den heer B. Meeuwsen te Bath, die een perceel grond, waarop hij een opstal heeft geplaatst, van den tegenwoordigen huurder bij opnieuw ingaatiden pacht- termijn wil overnemen, zal worden be richt, dat de Raad het voor den regel- matigen gang wenschelijker acht den loopenden pachttermijn te doen voort gaan op den bestaanden voet, doch dat de Raad niet ongenegen is, na afloop van dien termijn het perceel aan adres sant te verhuren buiten de openbare verpachting. De voorzitter herinnert er aan, dat aanvankelijk de bedoeling was om de verlaging van hef salaris voor het ge- meentepersoneel te doen ingaan op 1 Mei. Nu echter Ged. Staten het be sluit voor de ambtenaren, wier jaar wedden zij bepalen, pas in den loop van Mei ter kennis brachten van het gemeentebestuur en de verlaging hier op min of meer gebaseerd was, zou handhaving van eerstgemeld tijdstip terugvordering meebrengen, wat ware te vermijden door den datum te stel len bijvoorbeeld op 1 Juni. De heer Deurloo vraagt, of hetgeen aanbeveling zou verdienen, nu er toch verandering noodig is, het tijdstip te kiezen op het nieuwe halfjaar dus 1 Juli. De voorzitter heeft hiertegen geen bezwaar. De heer Weststrate zou 1 Juni willen handhaven, de heer Van 't Leven spreekt zich uit voor 1 Juli. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten den datum van ingang te be palen op 1 Juli. Aan de orde is de vaststelling van rekening en begrooting voor het gas bedrijf. De voorzitter geeft verschil lende nadere inlichtingen, zulks mede naar aanleiding van enkele vragen van de heeren v. d. Sande en Dansen. Bij de rondvraag vestigt de heer Dansen de aandacht op den zijkant van het toegangspad naar Bath, dat eenigszins afkalft. De voorzifter zegt voorziening toe. Daarna sluiting. Vraag nkt„ Jriesche Heerenbaai "nuzar ECHTE FR1ESCHE |{E Pil HEEREN-BAAI, den Tijd" voorlas... Toen ik het boekje uit had, legde ze haar mooie kopje, nat van tranen, aan m'n borst, en bei den dachten we aan het kindje, dat zoo gaarne witte rozen had toen het leefde, maar ze pas volop kreeg, toen het in een klein, zwart kistje lag, on gevoelig voor de liefde, die het nu on der witte rozen bedolf... nu, maar te laat... Dicht vlijde Blossem zich tegen me, en, kerel, toen ik haar vochtige oogen kuste, en ze me zoo heel in toe fluisterde: „nietwaar Guus, als wij eens zoo'n lief kindje hebben zullen we het heel veel witte rozen geven?"... Enfin.... Nog 'n moment is me zoo heel dui delijk bijgebleven, 'n moment, dat ik ais 't ware al huichelende te voor schijn riep. Op 'toogenblik van succes, verachtte ik me om mijn huichelen, maar toch, het deed me ook zoo heel zuiver gevoelen, de groote innigheid van onze liefde. We hadden lang geloopen, buitenom, sprekend over allerlei onderwerpen, tot onwillekeurig ons maatschappelijk verschil ter sprake kwam. En een wreede lust was het mij, één voor één de moeilijkheden te bespreken, die mettertijd tusschen ons en onze liefde zouden oprijzen. En ik stapelde ze op tot een, volgens mij niet te overkomen berg van bezwaren. Onder mijn woor den waren haar oogen doffer gewor den en toen ik zweeg, antwoordde ze niets. Ik wilde echter wéten, en, al hakkelde ik, voelend het gemeene van mijn uitrekenen, ik vroeg toch ten slotte: „Zouden we daarom niet beter

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina bijlage 1