GÖESCBE CQORAMT
BIJVOEGSEL
Handleiding gratis.
VAN DE
VAN VRIJDAG 17 JUNI 1932.
ACTIEVE HANDELSPOLITIEK.
(Ingezonden.)
Op de Algemeene Jaarvergadering
der Vereeniging „Groep Veilingsver
eenigingen uit de N.T.R." op 7 April
j.l. te Utrecht gehouden, werd o.a. een
voorstel betreffende de Actieve Han
delspolitiek aangenomen.
Het voorstel hield in, om te trach
ten gedaan te krijgen, dat de Regee
ring ten spoedigste de bevoegdheid
wordt verleend tot het voeren van Ac
tieve Handelspolitiek.
De aanwezigen op deze vergadering
waren er ten zeerste van doordrongen,
dat onverwijld maatregelen moeten (ge
troffen worden om het Nederlandsche
Tuinbouwbedrijf nu, ter elfder ure
van den dreigenden ondergang te red
den.
Thans schrijven wij half Juni, dus
ruim twee maanden later en vragen
ons af:
„Wat is er sedert de aanneming van
bovengenoemd voorstel voor den zoo
noodlijdenden Tuinbouw geschiedt en
bereikt? Is men nu overgegaan tot het
voeren eener Actieve Handelspoli
tiek
Noch van het ?en, noch van het
ander valt ook maar het geringste
te bespeuren. Er is ons niets bekend
omtrent serieuze onderhandelingen of
wat ook wat eenige verbetering in de
beslaande w antoestanden brengen kan.
Neemt men een overzicht over ge
noemde laatste twee maanden inzake
de maatregelen, die het buitenland
treft om haar producenten te bescher
men, dan zien wij: dat Duitschland
door zijn deviezen-bepalingen de im
port zoo goed als onmogelijk maakt.
Men bedenke vooral hierbij, dat wij
uit genoemd land jaarlijks 1 0 3.C00.030
R.M. importeeren, terwijl wij slechts
voor 427.000.000 R.M. exporteeren.
Volgens opgave in de „Tuinderij" van
22 April j.l. kocht elke Hollander in
1931 voor een waarde van 145 R.M.
Duitsche artikelen, terwijl elke Duit-
scher slechts voor 7 R.M. aan Hol-
landsche waren betrok. Thans heeft
Duitschland ook weder de noodige mil
Hoenen guldens van ons vast, door het
Stillhalte Abkommen. en verder is
niet te vergeten, dat wij destijds
150.000.000 gulden aan Duitschland
leenden, welke Duitschland aanwend
de om kasculturen op te richten en gel
den aa.i de Duitsche Kweekers te ver
strekken voor teeltuitbreidingen etc.,
waardoor wij nu beconcurreerd wor
den: dat Frankrijk, hetwelk in den af-
geloopen winter nog vele producten,
o.a. sla en bloemkool bij ons impor
teerde, thans ons product weigert, om
dat wij gedwongen waren maatregelen
te nemen tegen den voor. ons uiterst
gevaarlijken Coloradokever; dat Zwit
serland na gedurende den afgeloopen
winter groote hoeveelheden Goud-Rei-
netten, zoo goed als vrij bij ons te
hebben ingevoerd, natuurlijk ten na-
deele van onze eigen kweekers, daar
door de groote Zwitsersche aanvoeren
onze prijzen sterk gedrukt werden,
(hans onze tegemoetkomende houding
beloont, door hef heffen van buiten
sporig hooge invoerrechten op onze
producten.
Neemt men verder Amerika, of welk
land ook, overal is het hetzelfde, over
al komt men voor gesloten deuren.
Kunnen de Hollandsche kweekers nog
ergens binnenkomen, dan is het alleen
om zich zoo goed als geheel te laten
uitkleeden.
Is het nu de Hollandsche aard om
zich zoo te laten trappen? Wanneer
wij de geschiedenis doorlezen, dan ko
DINGEN DIE TELLEN.
H. VAN BENTHEM.
Eentonig, mistroostig kletterde de
regen tegen de ruiten, zware wolken
bedekten de zon, het was donker bui
ten, donker en koud. Maar wij, gezeten
voor den open haard, beschenen door
de fel oplaaiende vlammen, hadden
geen hinder van het ruwe weder; en de
reeds aangestoken schemerlamp, door
mijn vriend op een hoek van het zwa
re, antieke buffet geplaatst, verspreid
de een gezellig licht.
We dachten na over wat we bespro
ken hadden en staarden in het vuur,
volgend de vreemd opkronkelende
vlammen. Dan, onwillekeurig, keek ik
weer naar mijn vriend, hij strekte zijn
beenen, en de asch van zijn sigaar klop
pend, zei hij, als in gedachten:
„Ja, zoo merk je later pas wat zulke
dingen invloed op je leven hebben."
Hij scheen geen antwoord te ver-
verwachten en veranderde niet van
houding. Scherp verlichtte het vuur
de krachtige lijnen van zijn gebruind
gelaat, en sterk kwam uit, zijn welge
vormde vierkante kin. Hij was dat
echte type van groot zakenman, wien
de geschiktheid tot besturen, en het
organisatievermogen, van het gezicht
te lezen zijn.
En hij had bewezen, zakenman te
zijn. Hij had zich opgewerkt van gewo
nen burgerjongen, tot vooraanstaand
figuur in de handelswereld. Hij was
een groot man en hij was mijn vriend,
maar toch begreep ik hem niet, kon ik
men wij tot geheel andere resultaten.
Het tegendeel is waar!
Vroeger waren de Hollanders altijd
en overal Haantje de Voorste; waarom
nu niet meer? Is de Natie in den laat-
sten tijd ziek, zwak of krachtefoos
geworden? Deze vraag zai elke Ne
derlander voor zichzelf het best kun
nen beantwoorden.
Dat er op het gebied van Actieve
Handelspolitiek nog wel degelijk een
en ander gedaan en bereikt kan wor
den, blijkt uit hetgeen wij lezen in
„La Bulgaria" van 30 Mei j.l., in het
Nederlandsch luidende:
Export van aardbeien van Bulgarije.
In het Zuiden van ons land, voor
namelijk in het district Plovdiv bij
het dorp Katounitza en op de gron
den van de stad Kritchime, kweekt
men uitstekende aardbeien waar
van de smaak en de geur voortref
felijk zijn. Men verwacht dit jaar
een overvloedige!! oogst van aard
beien in Bulgarije. De Minister van
Landbouw, Mr. Ghitchev heeft een
speciale commissie benoemd, om te
bestudeeren wat de beste weg zou
zijn om de export van deze aard
beien uit Bulgarije te bevorderen.
Het resultaat van de werkzaamheid
van deze commissie is, dat er be
sloten is om dagelijks met den snel
trein, genaamd „conventionnel" twee
wagons aardbeien naar Berlijn t;
zenden. Hun prijs is vastgesteld op
13,50 lèvas (circa 24 cent) per kilo
gram. f. o. b.
Men hoopt zoodoende dit jaar on
geveer voor plm. 15 millioen lèvas
(of f270.000) van onze uitstekende
aardbeien te kunnen exporteeren.
Van zijn kant zal Duitschland voor
hetzelfde bedrag in ons land eenige
van hare producten imporfeeren
waar wij behoefte aan hebben, zoo-
als soda en andere artikelen.
Moet elk rechtgeaard Nederlander
niet schamen, als hij ziet, dat zijn
vaderland zoo weinig in tel is, dat
zelfs een land als Bulgarije kans ziet,
om in Berlijn zijn wil door te drijven,
terwijl onze menschen met ledige han
den terugkeeren.
Hoewel wij het volste vertrouwen in
de Nederlandsche commissie hebben
die onze handelsbelangen dit jaar te
Berlijn bespraken en voorstonden,
vragen wij ons toch af: „is zij wel
flink bewapend naar Berlijn gegaan?"
En in ieder geval vragen wij, waarom
zijn wij niet geslaagd, waar anderen
dit wel deden?
Een voorbeeld, waar een en ander
nu op uitloopt, vindt men thans weder
met de kruisbessenteelt in Zeeland.
Dit product, uitsluitend op export
aangewezen zijnde, daar het gebruik in
Holland slechts gering is, kreeg ge
durende de laatste tien jaren, met
uitzondering van in 1930 1931 steeds
goede prijzen, waar èn de telers, èn
de vele arbeiders in dit bedrijf werk
zaam, baat bij vonden.
Thans is het product zoo goed als
ja binnen enkele dagen, als de aanvoe
ren groofer worden, geheel waardeloos
Momenteel loopen de prijzen nog
van circa f4,50 tot f5,50 per 100 K.G.;
vroeger was de gemiddelde doorsnee-
prijs over het geheele seizoen f 12
per 100 K.G. In de „Telegraaf" van 11
dezer leest men, dat in Duitschland
richtprijzen voor het komende seizoen
vastgelegd zullen worden, tusschen In
dustrie en kweekers. Hierbij wordt
voor de kruisbessen circa f 14,50 per
100 K.G. aangegeven.
Bij ons gaat deze cultuur nu ten
gronde, tenzij dat er spoedig met ener
gie ingegrepen wordt. Na dezen tak van
bestaan volgen er vanzelfsprekend an
dere (zooals de kaskommers en stok
tomaten) totdat alle Hollandsche cul
turen een voor een kapot gemaakt
zijn.
Gaan de kruisbessen en de andere
genoemde culturen ten gronde, dan be
teekent dit tevens, dat weder aanzien
Schatten van schoonheid sluimeren in
Uw huid. Gelaatsmassage met Purol
wekt ze tot nieuw leven. Een handleiding
voor gelaatsmassage ontvangt U gratis
bij koop van Purol (doos 30 ct., tube
80 ct.'.
Alleen bij Apoth. en Drogisten.
lijke bronnen van inkomsten voor de
daarbij betrokken arbeiders \erdwijnen
en deze menschen of zij willen of niet
door nood en honger naar den steun
worden gedreven.
Met deze voorbeelden voor oogei
moet ieder Nederlander zich met
angst afvragen, waar hef met ons naar
toe gaat, terwijl hij reikhalzend uit
ziet naar een afdoend middel om ons
uit den put en er weder bovenop te
helpen.
Deze afdoende middelen zijn: Ac
tieve Handelspolitiek en daarnaast het
invoeren van een wel overwogen in-
voerrechtensy steem
Krachtige en doeltreffende wapens,
als dit zijn zullen zij ons ongetwijfeld
dienen ter wederherovering van de
positie onder de staten waar Holland
recht op heeft. Worden deze wapens
serieus en met beleid gevoerd, dan
zullen wij, o zoo gauw, andere muziek
uit het buitenland hooren, goede mu
ziek, die weerklank vindt in de ooren
van elk goed Nederlander en weder
geld in het laadje brengt, dat nu bijna
leeg is.
Dus Actieve Handelspolitiek en
nieuwe invoerrechten zij ons wapen
met geoefende en krachtige hand ge
voerd, tot welzijn van vaderland en
volk.
Goes, 17 Juni 1932.
J. A. H. HOLLANDER.
ProVineienieuWs
me nooit juist indenken, zijn eigenaar
dig karakter, soms zoo hard, en dan
weer zoo gevoelig.
Hij zag op, glimlachend, en zijn
oogen hadden dien zachten glans, als
steeds, wanneer hij me sprak over in
tieme dingen. Hij glimlachte me toe,
staarde dan naar zijn sigaar, waar
van de rookwolkjes opkringelden.
Ik wachtte op de woorden, die ik
wist dat komen zouden. Woorden, zin
nen opbouwend, in nauw merkbare
wisseling van toon, dingen voordragen
de soms, dié" voor minder krachtige
naturen levenskwesties zijn. Met om
zijn scherp geteekenden mond, nu en
dan een vage glimlach, dezelfde, waar
mee hij me sprak over een geleden
groot verlies, of over een „zaakje"
dat hem enkele duizenden opbracht.
Hij deed eenige trekken aan zijn si
gaar, en dan, ziend naar een foto die
ik van tafel genomen had, begon hij:
„Beste Jan, trouw dagboek, je hebt
al heel wat van me aangehoord, en
dikwijls heb ik genoten van je zenuw
achtige gebaren, je ongekunstelde uit
roepen, en het geheele beeld van „niet
begrijpen" dat je vaak ten beste gaf...
Maar eerlijk... als j ij me niet begreep,
snapte ik ook meest mezelf niet, ten
minste, niet geheel, en dat het meisje,
waarvan jij daar een kiek hebt, me in
eens zoo onverschillig geworden is,
vertikt als ik het begrijp! Alles heeft
ze méé, niet? Alles! Wat 'n geest en
karakter! Wat 'n figuurtje!... Onbe
schoft was het toch van me, haar laat
ste vier brieven niet te beantwoor
den... maar ik had ook geen tijd... wer
VLISSINGEN—NEUZEN
Opheffing der stoom
bootdiensf brengt slechtte
weinig bezuiniging.
Zooals bekend heeft een door Ged.
Staten benoemde commissie onder
zocht of opheffing, eventueel inkrim
ping, van den bootdienst Vlissingen
Neuzen, uit financieel en commercieel
oogpunt noodig, wenschelijk en moge
lijk was. Zulks mede in verband met
het bericht van den minister van Wa
terstaat, dat de rijkssubsidie aan de
zen dienst 1 Jan. 1932 zou werden stop
gezet. (Dit is nadien 1 Jan. 1933 gewor
den).
Na grondige bestudeering legde ge
noemde commissie haar bevindingen
en haar meening neer in een uitvoerig
rapport en kwam tot de volgende con
clusies:
1. Al beschouwt men de lijn Vlissin
gen Neuzen niet als een lijn van
doorgaand verkeer, toch mag daarin
door den Minister van Waterstaat
geen aanleiding worden gezien de rijks
bijdrage voor die lijn in tc trekken,
zoolang de provincie haar aandeei
blijft betalen in de tekorten op de lij
nen, die we) tot het doorgaand ver
keer gerekend moeten worden.
2. Opheffing van de lijn Vlissingen
Neuzen brengt voor lu;t reizend pu
bliek mede een langduriger en minder
geriefelijke reis, die bovendien veel
duurder zal worden. Op het reizend
publiek zal daardoor een zwaardere
last gelegd worden, die te schatten is
op minstens f25.000 per jaar.
3. Door de opheffing zal de ver
keersmogelijkheid, zoowel van het per
sonen- als van het vrachtvervoer, be
perkt worden. Daaraan moet tegemoet
gekomen worden door uitbreiding van
de diensten op de lijn Neuzen Hoe-
dekenskerke met één dienst en door
het inleggen van extradiensten tus-
kelijk, ik had geen tijd, dat weet je
zelf wel. Die drie weken zijn de secon
den goud voor me geweest; ik werkte
dag en nacht, had geen tijd voor eten
of slapen, en maar net ben ik er ge
komen, maar nèt! Ik kón geen oogen-
blïk missen... En nu, nu ik wel tijd
is ze vervaagd voor me vergeten, is
ze uit mijn leven gegaan, als zoovelen
vóór haar, óók mooi en goed... Toch
was zij bijzonder knap, niet?... Die
donkere oogen, dat diep-zwarte, krul
lende haar... maar het was „zwart"
zie je... dat is 't 'm juist..."
Mijn vriend zweeg, maar ik ant
woordde niets, ik dacht om de meis
jes, die voor deze geweest waren,
blonde, bruine, rooden, en ik glim
lachte. Mijn vriend zag het en ver
volgde: „Dat begrijp je niet hè?,.. En,
ik kan het ook niet zoo uitleggen,
maar zal je een kleine geschiedenis
vertellen. Misschien ga je dan ge
volgtrekkingen maken, daar betrap ik
mezelf ook wel eens op en in melan
cholische oogenblikken, oogenblikken
als geen werk me roept. Ik denk dat
luie menschen over het algemeen ook
erg melancholisch zijn... enfin, de ge
schiedenis
Het was m'n eerste liefste, tenmin-
minste, de eerste waar ik wéét van
had. Mogelijk was het nummer vier
of vijf, maar van de anderen, die nog
daarna kwamen, telde ik steeds terug
tot „haar"... en daarom, zie je is „zij"
mijn nummer één, en... omdat er zoo
van die dingen zijn, die tellen-
Het was een mengeling van goud en
rose, glanzend gouden haren, en een
schen Neuzen en Vlissingen tijdens ihet
fruitseizoen. Hierdoor wordt de te
verkrijgen besparing beperkt.
4. Het aangaan van een overeen
komst met de Zeeuwsch-Vlaamsche
Tramweg Maatschappij, teneinde snel-
diensfen tusschen Neuzen Schoondij-
Ue Breskens te verkrijgen, zal zoo
danige offers vragen, dat de besparing,
door de opheffing van den dienst Vlis
singen Neuzen te verkrijgen, beperkt
wordt tot een minimaal bedrag en
moet mitsdien worden ontraden.
5. De tekorten op den dienst Vlis
singen Neuzen zijn van dien aard,
dat zij, gezien de financieele positie
der provincie niet door de Provincie
alléén gedragen kunnen worden. Hand
having van het besluit van den Mi
nister van Waterstaat om geen bij
drage meer te verleenen moet dan
ook leiden tot opheffing van den
dienst, met alle daaraan verbonden
schadelijke gevolgen.
6. De te bereiken besparing be
draagt, rekening houdende met de
kosten der sub 3 bedeelde maatrege
len, f29.530, waarvan het aandeel van
het Rijk bedraagt 80 pet.
Dit bedrag is in verhouding tot de
totale bijdrage van het Rijk en in ver
band met de groote belangen, die hiei
op hef spel staan vooral voor
Zeeuwsch-Vlaanderen, zoo gering te
achten, dat met den meesten aandrang
intrekking van de Rijksbijdrage voor
den dienst Vlissingen Neuzen moet
worden ontraden.
Ten slofte meent de Commissie d,
aandacht er op te moeten vestigen
dat reeds een beduidende besparing
verkregen kan worden, door het op
heffen van den eersten dagelijkschen
dienst van Vlissingen naar Neuzen en
terug, waarvan slechts een beperkt ge
bruik gemaakt wordt. Op basis van de.
thans geldende exploitatiekosten kan
de hierdoor te verkrijgen besparing
op brandstof en personeel geraamd
worden op omstreeks f 14.000. Indien
deze beperking wordt toegepast, waar
tegen ons College geen ernstige be
zwaren heeft, verschilt deze besparing
met die, welke door geheele ophef
fing van den dienst Vlissingen Neu
zen wordt gekregen, slechts een zoo
gering bedrag, dat die algeheele op
heffing geen noemenswaardige voor
deden zal opleveren.
Uit de vijfde conclusie blijkt, dat de
commissie, ondanks de groote bezwa
ren, meende, dat tot stopzetting van
den dienst moest worden overgegaan.
Ged. Staten vinden dit echter geen
bevredigende oplossing, en droegen de
commissie op, alsnog na te gaan, of
met aan te brengen wijzigingen, de
dienst niet zonder al te groote lasten
voor de provincie in stand was te
houden. De commissie kwam hierna
met betreffende voorstellen, (o.a. bouw
van economischer vaartuigen, inkrim
ping dienst als reeds in haar eei-ste
rapport genoemd en andere verdee
ling der lasten, en becijferingen, die
sloten met een batig saldo van
f 11.727, tot de eindconclusie, dat op
de voorgestelde wijze handhaving van
den dienst aanbevolen moet worden.
Naar aanleiding van deze eindcon
clusie stellen Ged. Staten thans aan
de Prov. Staten o.a. voor om te beslui
ten: althans voorloopig (met het s.s.
„Schouwen") den stoombootdienst tus
schen Vlissingen en Neuzen ook na 1
Januari 1933 te bestendigen, doch als
dan geheel voor rekening der Provin
cie Zeeland; in te trekken fiun besluit
van 15 December 1931 no. 15, tot het
beschikbaar stellen van een crediet
van f140.000 voor de verbouwing van
het s.s. „Zeeuwsch-Vlaanderen"; een
crediet van f 350.000 ter beschikking
te stellen ten behoeve van den bouw
van twee motorschepen voor den
dienst op de Wester-Schelde van één
zelfde type, overeenkomstig het ont
werp, opgemaakt door hef Ingenieurs
bureau voor scheepsbouw M. A. Cor-
nelissen te Amsterdam; voorts een ere
zacht rose gezichtje; goud, rose en
blauw, twee heldere blauwe oogen...
'k weet dat er ook „wit" was, parelend
wit, in een mooi gevormd mondje,
twee prachtig gelijke rijtjes... 'k wéét
het, maar werkelijk opgemerkt heb ik
het nooit, want dat goud en rose, met
die mooie, mooie oogen, bedwelmde
me, maakte me gek van geluk, gek,
en toch ook rustig, zooals ik ben, niet?
Dat weet je, tóch altijd kalm, ziend
achter de roes... Maar wat daar achter
was, die ziel, verborgen door dat goud
en rose, die lichtte in die reine oogen,
was óók zoo mooi zie je, zoo in-inmooi
ze was een engel-
Maar voor engelen schijnt hier geen
plaats te zijn... en geknakt, gebroken
is ze...
Blossen;" noemde ik haar, een
naam die ik las in „De Raderen van
den Tijd" van Florence Barclay. Een
boekje, dat ik haar voorlas, ergens in
de omstreken van Zeist, liggend saam
op de hei. Ook heb ik haar voorge
lezen -„Het Jongetje" van Borel... en
eens, een gedicht dat ik voor haar
maakte... ja, 'n gedicht!... Ik en dich
ten!... Enfin, ik was achttien, zij zes
tien, excuseerende redenen... En ik
heb dat ding ook, nooit vergeten, om
dat het zoo echt uit m'n hart opkwam,
omdat ik het opschreef, gelukkig en
spontaan, in mooie krulletters, op
oud-Hollandsch papier....
Van sommige dingen bewaar je zoo
heel duidelijk de herinnering, niet?
Juist, alsof het pas gebeurd is.... zoo
ook van dien middag, toen ik haar
m'n vers, en daarna „De Raderen van
diet van f175.000 ten behoeve van den
bouw van een motorschip voor den
dienst op de Ooster-Schelde, van het
zelfde type, als de schepen, hiervoor
reeds genoemd; en ten slotte
nog een crediet van f35.100 ten be
hoeve van hef aanbrengen van de noo
dige voorzieningen aan het havenka
naal en de zwaaiplaats te Zierikzee.
PLAATSELIJK nieuws
HANSWEERT.
Matroos verdronken.
De familie P. alhier ontving Woens
dagnamiddag uit Antwerpen het treu
rig bericht dat hun 21-jarige zoon J.,
welke matroos was op de goederen-
boot „Hermina", is verdronken. Zijn
lijk is opgevischt.
RILLAND-BA TH.
Raadsvergadering.
Besloten wordt aan het Kerkbestuur
uer Vrije Evangelische Gemeente te
Bath 'c verkoopen een strook grond
bij het kerkgebouw tegen den prijs
van -f 1,30 per M2. om daarop een con
sistoriekamer te bouwen. De heer v.
d, Sande vraagt, of het niet wensche
lijk ware, dat de volle breedte werd
aangevraagd, wat den heer Dronkers
doet opmerken, dat dit bezwaarlijk is
in verband met den naastgelegen vrij
grooten tuin der kerk.
Aan ingelanden van den Reigers-
bergschen polder wordt op hun aan
vrage verkocht een strook grond aan
den derden weg ter breedte van zes
meter en ter volle diepte (15 M.)
Op een adres van den heer B.
Meeuwsen te Bath, die een perceel
grond, waarop hij een opstal heeft
geplaatst, van den tegenwoordigen
huurder bij opnieuw ingaatiden pacht-
termijn wil overnemen, zal worden be
richt, dat de Raad het voor den regel-
matigen gang wenschelijker acht den
loopenden pachttermijn te doen voort
gaan op den bestaanden voet, doch dat
de Raad niet ongenegen is, na afloop
van dien termijn het perceel aan adres
sant te verhuren buiten de openbare
verpachting.
De voorzitter herinnert er aan, dat
aanvankelijk de bedoeling was om de
verlaging van hef salaris voor het ge-
meentepersoneel te doen ingaan op
1 Mei. Nu echter Ged. Staten het be
sluit voor de ambtenaren, wier jaar
wedden zij bepalen, pas in den loop
van Mei ter kennis brachten van het
gemeentebestuur en de verlaging hier
op min of meer gebaseerd was, zou
handhaving van eerstgemeld tijdstip
terugvordering meebrengen, wat ware
te vermijden door den datum te stel
len bijvoorbeeld op 1 Juni.
De heer Deurloo vraagt, of hetgeen
aanbeveling zou verdienen, nu er toch
verandering noodig is, het tijdstip te
kiezen op het nieuwe halfjaar dus 1
Juli. De voorzitter heeft hiertegen geen
bezwaar. De heer Weststrate zou 1
Juni willen handhaven, de heer Van
't Leven spreekt zich uit voor 1 Juli.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten den datum van ingang te be
palen op 1 Juli.
Aan de orde is de vaststelling van
rekening en begrooting voor het gas
bedrijf. De voorzitter geeft verschil
lende nadere inlichtingen, zulks mede
naar aanleiding van enkele vragen van
de heeren v. d. Sande en Dansen.
Bij de rondvraag vestigt de heer
Dansen de aandacht op den zijkant
van het toegangspad naar Bath, dat
eenigszins afkalft. De voorzifter zegt
voorziening toe. Daarna sluiting.
Vraag nkt„ Jriesche Heerenbaai "nuzar
ECHTE FR1ESCHE
|{E Pil HEEREN-BAAI,
den Tijd" voorlas... Toen ik het boekje
uit had, legde ze haar mooie kopje,
nat van tranen, aan m'n borst, en bei
den dachten we aan het kindje, dat
zoo gaarne witte rozen had toen het
leefde, maar ze pas volop kreeg, toen
het in een klein, zwart kistje lag, on
gevoelig voor de liefde, die het nu on
der witte rozen bedolf... nu, maar te
laat... Dicht vlijde Blossem zich tegen
me, en, kerel, toen ik haar vochtige
oogen kuste, en ze me zoo heel in toe
fluisterde: „nietwaar Guus, als wij
eens zoo'n lief kindje hebben zullen
we het heel veel witte rozen geven?"...
Enfin....
Nog 'n moment is me zoo heel dui
delijk bijgebleven, 'n moment, dat ik
ais 't ware al huichelende te voor
schijn riep. Op 'toogenblik van succes,
verachtte ik me om mijn huichelen,
maar toch, het deed me ook zoo heel
zuiver gevoelen, de groote innigheid
van onze liefde.
We hadden lang geloopen, buitenom,
sprekend over allerlei onderwerpen,
tot onwillekeurig ons maatschappelijk
verschil ter sprake kwam. En een
wreede lust was het mij, één voor één
de moeilijkheden te bespreken, die
mettertijd tusschen ons en onze liefde
zouden oprijzen. En ik stapelde ze op
tot een, volgens mij niet te overkomen
berg van bezwaren. Onder mijn woor
den waren haar oogen doffer gewor
den en toen ik zweeg, antwoordde ze
niets. Ik wilde echter wéten, en, al
hakkelde ik, voelend het gemeene van
mijn uitrekenen, ik vroeg toch ten
slotte: „Zouden we daarom niet beter