Ixand^eD TaloboaWl DE TARWEBOUW. De uitbreiding brengt] alleen voordeelen. In aansluiting op het in ons vorig num mer vermeldde betreffende den tarwebouw in Zuid-Holland (die met rond 50 /0 toe nam), schrijft de secretaris der Gewestelij ke Tarwe-Organisatie, ir. T. P. Huisman, verderDoor steun aan de uitbreiding der tarweteelt te verkenen, voorkomt men de rïfS»»» andere I landbouwbedrijven^ Wg voor ons rijn akkerbouwgewassen te steunen. In de klei-1 overtuigd. da IP "aP,, ea,.ker' nere akkerbouw en tuindersbedrijven heeft I bouwers zelf zo°veel be,dn9 hebben bij de de tarwe diverse grove groenten verdron-1 uitbreiding van den tarwesteun als de tuin gen, doch al deze gewassen waren, hetlders. spreekt vanzelf, ook zeer verhes9eVCn" t| APPELBLOESEMSNUITKEVER. Een kleine boer en tuinder verbouwt meti voor zijn plezier tarwe. Het past met op Op verschillende plaatsen worden hun bedrijf Het qezin moet intensieve, veel I je bloesems van appelboomen bescha- per H.A. opbrengende gewassen verbo"Jdigd door larven van kleine grijze wen om te kunnen leven. Doch nu z.j, gee" snuitkevertjes. raad wetend, hun bedrijf met tarwe of mee R ds vo?^ den b,oej hadden d£ze meer tarwe zijn gaan betelen, om I kevertjes eitjes m de bloemknoppen het minst riskant geleek, nu hopen 1^ I gelegd, enkele weken geleden zijn uit dat hun verwachting niet te euJ I deeitjes geelgroene, pootlooze larfjes wordt en het volle tarwe areaa I gekomen, die nu volwassen zijn en den gesteund. De vraag of °e tot ae-l - verP°PPen, zoodat binnenkort een van grove tuinbouwgewasen H I nieuwe generatie van kevers ver volg heeft minder ar^e ^wonrden als I S°t1Jnt. De aangetaste bloesems blijven niet zoo eenvoudig te be" I gesloten, aanvankelijk kleuren ze zich het wel lijkt. Het bet^ in loondienst In°"'j maaT» spoedig zijn ze bruin ge bedrijven, die w«*"8 j I worden. Men noemt ze doodskoppen laten verricht" '"tegendeel de gezinsle- of dompers. De beschadiging der bloe- de7gaavi^WelUir -91 sems heeft «iet altijd schade ten ge- f^y-^rijven. Het gaat ker dus met volge. Dok zonder aantasting, dus i Jc eerste plaats om mindere arbeidsge- normaalj ontwikkelt meer dan de helft tegenheid voor werknemers, doch om die der bloesems zich tot vrucht, van kleine werkgevers, wier eigen wil het Au het aantaJ beschadigde bloesems is tarwe te verbouwen. Doch bovendien I nje£ grooter is dan de hoeveelheid, dient men zich voor oogen te stellen wat I normaal verloren gaat, is er geen deze kleine lieden gedaan zouden hebben I schade aangericht. Het komt echter als er eens geen tarwewet was geweest. ook voor, dat vrijwel alle bloesems De tarwewet is ook voor hen een zegen. I vernietigd worden en dan is er na- Intusschen is het opvallend, dat het hier I tuurlijk een belangrijke schade, niet de eigenlijke tuinders zijn die tot de Bestrijdingsmiddelen tegen de ke- tarweteelt zijn overgegaan dit is slechts vers of de larven baten op het 00gen- zelden het geval. Het zijn de kleine land-lbi;k „iet meer. Om schade in het vol- bouwers of b.v. op het eiland IJsselmonde I gende jaar te voorkomen, moet men de grootere, die^roeger landbouwer wa-lnu reeds trachten het aantal kevers rsn.es-nu meeste nog zoo genoemd wor-|zóó sterk te verminderen, dat de over- den, doch gaandeweg hun bouwland geheel I blijvende geen schade meer kunnen of grootendeels in tuingrond hebben omge-1 veroorzaken. zet. Een en ander beteekent voor den wer-1 De kevers kunnen gevangen worden kelijken tuinder een saneeringsproces, dat I met vangbanden. De beste resultaten bij steeds moeilijker wordenden export I hebben in ons land gegeven vangban- heilzaam werken zal en zeer zeker veel I den van jutestof (zakkengoed), welke minder snel zou verloopen en veel meer I ter breedte van ongeveer 25 c.M. om slachtoffers onder de tuinders zou vergen, I de stammen worden gebonden, indien de tarweteelt niet zou zijn uitge-| In de eerste helft van Juni moet breid. Daar de tarwe, althans in Zuid-Hol-1 men beginnen de banden om te leg land, vele tuinbouwgewassen vervangt, I gen. Het beste is de banden maande wier areaal vrij beperkt is, zou het heel I delijks te controleeren en dan de daar- goed kunnen blijken, dat de uitgebreide I in aanwezige kevers te verzamelen en tarweverbouw een even groote steun wordt I te dooden. De banden moeten tot in voor den tuinbouw, als voor den akker-1 het volgend voorjaar om de stammen houw, I bevestigd blijven. Het geheele jaar Volgens de tuinbouwtelling in 1927 ge-1 door verplaatsen de kevers zich, zoo organiseert! door het C. B. van de veilin-1 dat men bij de maandelïjksche con gen in Nederland, werd in Zuid-Holland I trole telkens nieuwe kevers vangt. 7552 H.A. in beslag genomen door z.g. I Voorlichting en aanwijzingen worden vollegronds-culturen. Trekken wij daar van I gaarne gegeven door den Plantenziek- ai 923 H.A. vroege aardappelen, dan blijft I tenkundigen Dienst te Wageningen en at 6629 H.A. over. Deze oppervlakte is I door de op verschillende plaatsen ^ndsdien Mooter geworden en deze uit-1 werkzaam gestelde, ambtenaren van Raiding is een der ernstigste oorzaken van den Dienst. tuinbouwcrisis. Een beperking van om- ^aaksj 1200jH.A. moet hier, voor het eene ^«as meer voor het andere minder, wel %\ijk van; groote beteekenis zijn. Wij zien geen nadeelen van de uitbrei- Jtgordeelen. Alleen in zooverre ook ~de" kleine boeren en tuinders meer tar we zijn gaan telen, omdat zij niets anders durfden en er akkerbouwers zijn, die, uit financieelen nood, verder met de uitbrei ding zijn gegaan, dan bedrijfstechnisch ver standig mag heeten, mag men deze uitbrei- FilmnieuWs. DE TEEKENFILM Hoe zij ontstaat. Wist U, (dat voor een Flip the I Frog filmpje gemiddeld vijf duizend opnamen gemaakt worden? Aan net oooI maken van deze teekenfilms is heel ding jammer vinden. Het argument dat de I veel werk verbonden en dikwijls tarweteelt intensieve gewassen vervangt, worden voor één film van ongeveer gaat. gebruikt tégen de uitbreiding, echter 1250 meter bijna tien duizend tee niet op, daar deze intensieve teelten zeer I keningen gemaakt. Op het doek duurt groote verliezen geven en economisch in I zoo'n filmpje zes of zeven minuten den zelfden omvang onhoudbaar zijn ge-1 en men kan zich moeilijk voorstel- worden. De verbouw er van moet vermin-1 len, dat dertig man hieraan drie a vier deren. De tarwewet maakt, dat hij vrij weken gewerkt hebben, snel en vlot vermindert en wel juist op de Ub Iwerks, de schepper van de antieke luchters aan den wand, alles overgoten met een matgouden glans.., En toen er woorden tot haar kwamen, eerst zacht, maar dan duidelijker, en haar geheel doortrillend, was het haar, als behoorden die bij dit alles. „Tilly", fluisterde hij, „je bent niet gelukkig... je bent niet gelukkig:.,, al jaren niet.... je verlangt naar dingen..» die je nog nooit gehad hebt.*., en die je ook nooit krijgen zult..;, be halve door mij... je verlangt naar liefde en geluk... naar schoonheid en vreugde.*." En vaster om haar heen drukte hij zijn arm, en ze voelde de wer king der spieren van zijn stevig ge bouwd lichaam. En één waren ze, in rythmisch beweeg, wendend en kee- rend fusschfft, -door al die, bedwel- okdé""geuren verspreidende lichamen. „En dat alles Tilly", ging hij ver der, „zal ik je kunnen geven.*, ik alleen... liefde en gelukt... schoonheid en vreugde.., alles wat je begeert... want ik heb je lief... lief.Hoor je De wals was ten einde, doch hij bracht haar niet terug op haar plaats maar leidde haar, zonder dat ze te genstreefde, naar één der door dra- periën omhangen appartementjes, aan het einde der zaal. Willoos trad ze binnen, stil toeziend, hoe hij het gordijn, dat het vertrekje afsloot, neervallen liet, in breede plooien, tot over den grond. Langzaam, onder den zachten druk van zijn handen op haar schouders, zette zij zich neer. Hijzelf ging half zitten op het lage, Oostersche tafel tje, dat stond voor het tabouretje, waarop zij plaats genomen had. Zijn handen liet hij op haar schou ders, en het was haar, als ging er door die handen, een warme, tril lende stroom, die heel haar lichaam doortintelde, die haar sidderen deed van vreemde verlangens Tilly", begon hij heesch, „vergeef me, dat ik het je, gezegd heb... maar ik kón niet langer zwijgen... kón niet langer wachten..;. Reeds drie jaren achtereen, heb ik je lief... met een hevigheid... die me nachten heeft doen wakker liggen... gek van verlangen..). Tilly... ken je dat verlangen ook niet!? O! ga met me mee.,, alles kan ik je geven...ga mee..,. In enkele uren kunnen we honderden mijlen van hier zijn..', M'n blauwe wagen is snel, en staat altijd gereed... Wanneer je wilt, Tilly... zijn we van nacht in Anvèrd.. van nacht nog!..f" Met haar geheele wezen had ze aan zijn lippen gehangen... aan zijn mooie vleiende lippen, waarover de woorden gleden, gelijk de zacht-sïs- sendc slang, langzaam voortglijdt door het hooge gras, verlammend zijn slachtoffer... Gesuggereerd was ze ge weest door zijn donkere oogen, waarin weer die helle lichtjes glinsterden... die lonkende lichtjes, die haar trokken zooals de vlam der kaars, het flad derende motje trekt... Flip the Frog films, die door Metro- Goldwyn-Mayer worden uitgebraent heeft twee scenario-schrijvers in vas ten dienst, die iedere drie weken een achttal scenario s moesten afleveren. Hieruit wordt gewoonlijk slechts één gekozen. Voor met het vervaardigen van een nieuw filmpje begonnen wordt, houdt men een algemeene vergadering, waar bij allen, die aan den studio verbon den zijn, deelnemen. De scenario wordt besproken en verschillende ver anderingen en bijzondere effecten naar voren gebracht. Vervolgens wordt de scenario opnieuw bewerkt. Hierna kunnen de teekenaars aan het werk gaan. Iedere teekenaar krijgt die scènes te bewerken, die het best met zijn speciale kwaliteiten overeen komt. Sommige teekenen hoofdzake lijk gezichten, andere actie enz. In totaal bestaat een Flip the Frog film gewoonlijk uit 20 a 30 scènes. De origineele teekeningen worden gemaakt op transparant papier en later met inkt overgetrokken op stuk ken celluloid. Iedere teekening wordt genummerd, zoodat de fotograaf de juiste volgorde kan weten. Het lastigste probleem van de m> derne teekenfilm is de begeleidende muziek. Hiervoor is een vaste com ponist aan den studio verbonden. Men zegt, dat de beste resultaten worden bereikt, als de muziek eerst geschre ven wordtt en daarna de teekeningen vervaardigd. Sommige gedeelten moe ten zuiver synchroon zijn, vooral die scènes, waarin muziekinstrumenten be speeld wordenn, val-scènes e.d. Be kende ouderwetsche wijsjes of moder ne schlagers kunnen dikwijls het effect van een scène op een eigenaardige manier verhoogen. Als de film „opgenomen" is en de begeleidende muziek gereed, moet deze laatste op de geluids-strook vast gelegd worden. Dit duurt gewoonlijk drie a vijf uur en hiervoor heeft men een orkest van ongeveer vijftien man noodig. Dikwijls moet een stuk op nieuw gespeeld worden om zeker te zijn, dat geluids-effecten en dialoog met het beeld kIoppen. Als het nega tief ontwikkeld is kunnen de afdruk ken hun weg an naar de theaters over de geheele wereld, waar Flip the Frog zijn sensationeele avonturen op het witte doek beleeft. Acteurs en hun schmink. Over het algemeen hebben de actri ces artistieke groote doozen om hun toiletbenoodigdheden in te bewaren, maar de mannelijke spelers gebruiken hiervoor de meest uiteenloopende doosjes. William Haines bergt zijn schmink in een sigarenkistje. Lewis Stone ge bruikt hiervoor een leeren patroon- tasch, eens het onderdeel van zijn uit rusting als cavalerie-officier. Wallace Ford verscheen niet lang geleden in de studio's met een kruidenierszakje, waarin alles was wat hij noodig had. Jean Hersholt draagt gewoonlijk zijn toiletbenoodigdheden in een stukje pa pier, in een van van zijn jaszakken. Wallace Beery zal geen schmink ge bruiken, als het niet hoog noodzakelijk is, maar kan hij er niet aan ontkomen, dan brengt hij alles, wat hij noodig heeft mee in een oude envelop. De Maar toen hij sprak over zijn blauwe wagen", en over „Anvèrs", over die dingen, welke voor haar steeds zoo onwezenlijk geweest wa ren, was het, als brak de ban, waarin hij haar geklonken had... En een vurig schaamrood kleurde haar wangen,^ In afwachting waren Frank Le noir's oogen op haar gevestigd ge bleven, meenend aan te zien den strijd dien ze streed... Maar hij wist niet, dat zijn woorden haar hadden doen denken... en lat hij ook daarmee ver loren had... En toen hij den gloed zag, die haar gelaat overtoog, schreef hij dien toe aan datzelfde, wat hem het bloed koortsachtig deed vloeien, zijn ademhaling versnellend.., En tastend gleden zijn vingers van haar schouders af... sidderend van begeerte. Maar als stak een slang haar, zoo sprong ze op, wild-grijpend zijn pol sen, woest-stootend hem van zich af Met een vloek, rolde Frank Lenoir over den grond... Met verwrongen gezicht stond hij weer op, ballend zijn vuisten, doch datzelfde oogenblik werd het neerge vallen gordijn opgelicht en verscheen het gelaat van Herbert de Geer... met zoekende oogen./. die nog niets zagen'... die trachtten te wennen aan de duis ternis..'. Ha!' riep Frank Lenoir nu met bijna geheel rustige stem, „zie, daar is Herbert reeds, nu excuseer je me wel, hé?".., UIER-ONTSTEKING. (Nadruk Bij een niet geheel uitgemolken rund be vindt zich altijd melk in den tepel, melk- boezem en melkgangen. Nu is melk een uitstekenden voedingsbodem voor bacte riën, die er zich zeer gaarne in vermenig vuldigen en er zich zeer gemakkelijk in verspreiden. Het is nu natuurlijk zeer begrijpelijk, dat bacteriën, die op de een of andere manier via slotgat en tepelkanaal in den tepel ko men, zeer spoedig het inwendige van den uier bereiken, waar ze in alle hoeken en gaten van de melkspleten zich prachtig zul len kunnen nestelen en een ernstige ontste king van het klierweefsel veroorzaken. Dit wordt nog bevorderd door het feit, dat er in de melk van het aangetaste kwartier stolsels optreden, die de fijn vertakte melk gangen verstoppen en een afvloeiing van de ontstekingsproducten verhinderen. De tepel zal dus, als zijnde in de meeste gevallen het beginpunt van de ontsteking onze speciale aandacht moeten hebben, te meer waar door het melken de kans op besmetting daar ter plaatse zeer groot is. Het is echter helaas een treurig feit, dat een groot deel van de tepel- en uier-aan doeningen is toe te schrijven aan de zor geloosheid van den melker, daar bij het betrachten van een goede reinheid een aantal der uier-ontstekingen zeker zal kun nen worden voorkomen. De tepel en vooral de punt, in de buurt van het slotgat vertoon: vaak kleine wond jes, soms zoo klein, dat de barstjes daar in de huid slechts alleen bij zeer nauwkeu rige bezichtiging waar te nemen zijn. Door de beweging van den tepel bij het melken, is genezing daar ter plaatse zeer moeilijk en zal zonder het gebruik van een goede tepelzalf slechts zeer langzaam optreden. Nu springt ook dadelijk de noodzake lijkheid in het oog om, alvorens men gaat melken, de handen terdege te reinigen. Im mers juist bij het melken worden heel ge makkelijk schadelijke bacteriën, die bijna altijd op de handen voorkomen, in de wondjes ingewreven. Ze gaan zich daar verder ontwikkelen en veroorzaken een ontsteking van de speen, die spoedig ver der kruipt, het inwendige van de speen be reikt en het uierweefsel eveneens aantast. Maar ook al zijn er in het geheel cpeen wondjes op de speen, dan kan toch een inwrijven van schadelijke bacteriën in het slotgat, een zich verder verplaatsen van deze langs tepelkanaal en melk naar het uierweefsel ten gevolge hebben. Wondjes op de speenen zijn ook, vooral als er wondvocht uitkomt een aantrek- II. verboden) kingspunt voor vliegen, die doordat ze overal op en in zitten, met hun pooten en zuigsnuit gemakkelijk eventueele smetstof kunnen overbrengen. Ook de met melk be vochtigde speen vlak na het melken wordt door hen druk bezocht. Het verdient daar om aanbeveling, om na het melken de speenen met een schoonen doek af te dro gen en eventueel aanwezige wondjes met een heelende en vliegen afwerende zalf in te smeren. Het zal nu eveneens duidelijk zijn, dat de melker koeien die aan een uier-ontsteking lijden, altijd het allerlaatst moet melken, wil hij niet de kans loopen om met zijn handen de besmetting op de gezonde die ren over te brengen. Het spreekt vanzelf dat meer nog dan in de weide, op stal de kans bestaat dat uier-aandoeningen optreden. De smetstof zal daar in het donker en in de vochtige warmte veel langer in leven blijven dan in de weide, waar ze door de inwerking van het zonlicht spoediger gedood wordt. Men zal dan ook vooral in stal de uiterste rein heid moeten betrachten en vooral wat be treft de achterhelft van den stand en den rand van de groep, waar de speenen ge-_ regeld op liggen. Dit laat in vele gevallen veel te wenschen over, zoodat er dus ge makkelijk infectie kan optreden. Dit is vooral het geval als het slotgat de speen niet voldoende afsluit. Een geregelde ont smetting van den stand is daarom zeer aan te bevelen, vooral als men last heeft van uierzieke dieren. Men moet hiervoor ech ter geen sterk ruikende ontsmettingsmid delen gebruiken, daar de melk zeer gevoe lig is voor abnormale geur en deze spoe dig aanneemt. Er bestaan echter genoeg middelen die voldoende ontsmettingskracht bezitten, zonder dat men voor bovenge noemd gevaar bevreesd behoeft te zijn. Het afschrobben met kokend water heeft dikwijls al zeer goed resultaat. Zooals algemeen bekend is, is onvol doende uitmelken eveneens een oorzaak voor het optreden van uier-ontstekingen. Het uierweefsel wordt waarschijnlijk door de achter gebleven melk geprikkeld, waar door het ontstoken raakt. Deze ontsteking die in het begin meestal van nog al on- schuldigen aard is, bereidt echter den weg voor een besmetting met bacteriën, die dan door het weinige weerstandsvermogen van het aangetaste uierweefsel gemakkelijk spel hebben, met als resultaat een vernield uier. Doch hierover een volgende maal meer. Dr. W. v. R. smink voor Jackie Cooper wordt mee gedragen in de handtasch van zijn moe der. Buster Keaton heeft in zijn zak ken verspreid een collectie blikken doosjes met de noodzakelijkste ingre diënten. W etenscbap De „Orang pendek". Aap-mensch of kleine mensch? Naar aanleiding van de berichten over het opsporen van de .Orang pendek" schrijft de heer J. Larij te Koudekerke het volgende: „Met verbazing en tevens groote belangstelling volgde ik al hetgeen tot nog toe werd gepubliceerd over den zoogenaamden „orang pendek". De Maleier van Oostelijk Sumatra bedoeld hiermede kleinen, gedrongen of korten mensch en zoolang de in lander nog over mensch spreekt kan door hem onmogelijk een of ander diersoort of aapmensch bedoeld worden. In dat ge.al zou hij spreken van ..orang-hoetan'de ons bekende aap soort, die kort klein is in ver gelijking tot den mensch en die toch Hij trad naar den uitgang, en zijn hand, op den arm' van zijn vriend leggend, voegde hij dezen toe: „Goed dat je komt*, ze wachten me ginds, we hebben ons al moeten verstop pen... we spraken juist over je aan staand huwelijk... nu, tot straks hoor!" Hij verdween tusschen de weer ronddraaiende paren, maar Herbert de Geer veranderde eenige oogenblik- ken niet van houding, en bleef, met ernstig gelaat, den ander nazien. Frank Lenoir trad op het buffet toe, nam een glas wijn op, en proefde ervan, schijnbaar kalm, maar de hand die het glas vasthield beefde. Toen sloot Herbert de Geer het gordijn weer langzaam, en ging dan naar haar, die met vochtige oogen tot hem opzag. „Heeft hij je aangeraakt, Tilly?" „O neen, Herbert!" ze gilde dit bijna uit, met afschuw, pas nu het verschrikkelijke beseffende van dat, wat bijna gebeurd was. ,In 't geheel niet?" „Neen Herbert, hij heeft slechts even, terwijl hij sprak, zijn handen op mijn schouders laten rusten. Ver trouw je me niet meer Herbert?'' snikkend vroeg ze dit. Hij legde zijn arm zacht om haar schouders. Zeker lieveling, geheel, en daarom durfde ik je zoo dikwijls met Frank alleen laten, hoewel ik hem kende, en wist waarop hij het toelegde- maar m'n vertrouwen in je was zóó niet korte kleine mensch „orang pendek" genoemd wordt Wanneer de inlanders in de bewuste streek werke lijk een wezen gezien hebben, dat zij met den naam „orang pendek' be stempelen, dan is dit volgens mijn vaste overtuiging, en ik geloof zeker ook volgens de hunne, een mensch en geen zoogenaamde menschaap, vooropgesteld dat een dergelijk wezen bestaat of ooit bestaan heeft. Boven dien doet een Inlander graag fantas tische verhalen evenals de inheemsche jager En wanneer men deze menschen nu ten overvloede tracht te overtuigen van de belangrijkheid voor de weten schap van het bezit van zoo'n wezen, levend of dood, dan is het zeer waar schijnlijk, zoo niet zeker, dat men den een of anderen dag daarmede komt aandragen, al was het slechts uit zucht om gewichtig en welgevallig te zijn of om geld te verdienen. Tijdens mijn verblijf in het Palem- bangsche (1897 1901) trof men daar reeds den zich zelf zoo noemenden „Orang Koeboe" of boschmenschen aan een zeer korte, fijngebouwde, lichtge kleurde zachtaardige en schuwe men- schensoort, die haar eigen taaltje bab belde, in de boomen onder wat blaren groot... En... véél durfde ik je niet vragen... jij, die zoovelen krijgen kon..» die zes jaar van je leven wilde opoff.J.7 Ze sloot zijn mond met haar kus sen. „Stil Herbert! Stil! Zoo mag je niet spreken, m'n heele leven..." Maar nu onderbrak hij haar, glim lachend, gelukkg. „Dat accepteer ik, Tilly, je heele leven maar dan van nu af, jou ook geheel !Je weet wie me straks weg riep?... Nu, de baas heeft een telegram uit Indië ontvangen, en van Gessel wiens plaats ik over drie jaar zou inne men ,is overleden., en de baas vroeg me, of ik me reeds geschikt achtte voor dien post.'. Goddank, dat ik zoo gewerkt heb, Tilly... En ik kan vertrekken wanneer ik wil... Maar we gaan samen..: Wil je reeds m'n vrouw worden Tilly?..» Zoo spoedig moge- gelijk?" Met half-geopenden mond had zij hem aangehoord. „Is dat werkelijk zoo, Herbert?.. Werkelijk?" „Ja, lieveling, werkelijk!" Hij drukte haar onstuimig tegen zich aan, haar gelaat overdekkend met kussen, daar tusschen door fluis terend: En nu mag ook onze liefde werkelijkheid worden... O, m'n eenig meisje... ik heb me steeds zoo moeten inhouden... vreezend, te ver te gaait.. want ik heb je zoo lief... zoo lief...

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina bijlage 2