Ixand^eD TaloboaWl
DE TARWEBOUW.
De uitbreiding brengt]
alleen voordeelen.
In aansluiting op het in ons vorig num
mer vermeldde betreffende den tarwebouw
in Zuid-Holland (die met rond 50 /0 toe
nam), schrijft de secretaris der Gewestelij
ke Tarwe-Organisatie, ir. T. P. Huisman,
verderDoor steun aan de uitbreiding der
tarweteelt te verkenen, voorkomt men de
rïfS»»» andere I landbouwbedrijven^ Wg voor ons rijn
akkerbouwgewassen te steunen. In de klei-1 overtuigd. da IP "aP,, ea,.ker'
nere akkerbouw en tuindersbedrijven heeft I bouwers zelf zo°veel be,dn9 hebben bij de
de tarwe diverse grove groenten verdron-1 uitbreiding van den tarwesteun als de tuin
gen, doch al deze gewassen waren, hetlders.
spreekt vanzelf, ook zeer verhes9eVCn" t| APPELBLOESEMSNUITKEVER.
Een kleine boer en tuinder verbouwt meti
voor zijn plezier tarwe. Het past met op Op verschillende plaatsen worden
hun bedrijf Het qezin moet intensieve, veel I je bloesems van appelboomen bescha-
per H.A. opbrengende gewassen verbo"Jdigd door larven van kleine grijze
wen om te kunnen leven. Doch nu z.j, gee" snuitkevertjes.
raad wetend, hun bedrijf met tarwe of mee R ds vo?^ den b,oej hadden d£ze
meer tarwe zijn gaan betelen, om I kevertjes eitjes m de bloemknoppen
het minst riskant geleek, nu hopen 1^ I gelegd, enkele weken geleden zijn uit
dat hun verwachting niet te euJ I deeitjes geelgroene, pootlooze larfjes
wordt en het volle tarwe areaa I gekomen, die nu volwassen zijn en
den gesteund. De vraag of °e tot ae-l - verP°PPen, zoodat binnenkort een
van grove tuinbouwgewasen H I nieuwe generatie van kevers ver
volg heeft minder ar^e ^wonrden als I S°t1Jnt. De aangetaste bloesems blijven
niet zoo eenvoudig te be" I gesloten, aanvankelijk kleuren ze zich
het wel lijkt. Het bet^ in loondienst In°"'j maaT» spoedig zijn ze bruin ge
bedrijven, die w«*"8 j I worden. Men noemt ze doodskoppen
laten verricht" '"tegendeel de gezinsle- of dompers. De beschadiging der bloe-
de7gaavi^WelUir -91 sems heeft «iet altijd schade ten ge-
f^y-^rijven. Het gaat ker dus met volge. Dok zonder aantasting, dus
i Jc eerste plaats om mindere arbeidsge- normaalj ontwikkelt meer dan de helft
tegenheid voor werknemers, doch om die der bloesems zich tot vrucht,
van kleine werkgevers, wier eigen wil het Au het aantaJ beschadigde bloesems
is tarwe te verbouwen. Doch bovendien I nje£ grooter is dan de hoeveelheid,
dient men zich voor oogen te stellen wat I normaal verloren gaat, is er geen
deze kleine lieden gedaan zouden hebben I schade aangericht. Het komt echter
als er eens geen tarwewet was geweest. ook voor, dat vrijwel alle bloesems
De tarwewet is ook voor hen een zegen. I vernietigd worden en dan is er na-
Intusschen is het opvallend, dat het hier I tuurlijk een belangrijke schade,
niet de eigenlijke tuinders zijn die tot de Bestrijdingsmiddelen tegen de ke-
tarweteelt zijn overgegaan dit is slechts vers of de larven baten op het 00gen-
zelden het geval. Het zijn de kleine land-lbi;k „iet meer. Om schade in het vol-
bouwers of b.v. op het eiland IJsselmonde I gende jaar te voorkomen, moet men
de grootere, die^roeger landbouwer wa-lnu reeds trachten het aantal kevers
rsn.es-nu meeste nog zoo genoemd wor-|zóó sterk te verminderen, dat de over-
den, doch gaandeweg hun bouwland geheel I blijvende geen schade meer kunnen
of grootendeels in tuingrond hebben omge-1 veroorzaken.
zet. Een en ander beteekent voor den wer-1 De kevers kunnen gevangen worden
kelijken tuinder een saneeringsproces, dat I met vangbanden. De beste resultaten
bij steeds moeilijker wordenden export I hebben in ons land gegeven vangban-
heilzaam werken zal en zeer zeker veel I den van jutestof (zakkengoed), welke
minder snel zou verloopen en veel meer I ter breedte van ongeveer 25 c.M. om
slachtoffers onder de tuinders zou vergen, I de stammen worden gebonden,
indien de tarweteelt niet zou zijn uitge-| In de eerste helft van Juni moet
breid. Daar de tarwe, althans in Zuid-Hol-1 men beginnen de banden om te leg
land, vele tuinbouwgewassen vervangt, I gen. Het beste is de banden maande
wier areaal vrij beperkt is, zou het heel I delijks te controleeren en dan de daar-
goed kunnen blijken, dat de uitgebreide I in aanwezige kevers te verzamelen en
tarweverbouw een even groote steun wordt I te dooden. De banden moeten tot in
voor den tuinbouw, als voor den akker-1 het volgend voorjaar om de stammen
houw, I bevestigd blijven. Het geheele jaar
Volgens de tuinbouwtelling in 1927 ge-1 door verplaatsen de kevers zich, zoo
organiseert! door het C. B. van de veilin-1 dat men bij de maandelïjksche con
gen in Nederland, werd in Zuid-Holland I trole telkens nieuwe kevers vangt.
7552 H.A. in beslag genomen door z.g. I Voorlichting en aanwijzingen worden
vollegronds-culturen. Trekken wij daar van I gaarne gegeven door den Plantenziek-
ai 923 H.A. vroege aardappelen, dan blijft I tenkundigen Dienst te Wageningen en
at 6629 H.A. over. Deze oppervlakte is I door de op verschillende plaatsen
^ndsdien Mooter geworden en deze uit-1 werkzaam gestelde, ambtenaren van
Raiding is een der ernstigste oorzaken van den Dienst.
tuinbouwcrisis. Een beperking van om-
^aaksj 1200jH.A. moet hier, voor het eene
^«as meer voor het andere minder, wel
%\ijk van; groote beteekenis zijn.
Wij zien geen nadeelen van de uitbrei-
Jtgordeelen. Alleen in zooverre
ook ~de" kleine boeren en tuinders meer tar
we zijn gaan telen, omdat zij niets anders
durfden en er akkerbouwers zijn, die, uit
financieelen nood, verder met de uitbrei
ding zijn gegaan, dan bedrijfstechnisch ver
standig mag heeten, mag men deze uitbrei-
FilmnieuWs.
DE TEEKENFILM
Hoe zij ontstaat.
Wist U, (dat voor een Flip the
I Frog filmpje gemiddeld vijf duizend
opnamen gemaakt worden? Aan net
oooI maken van deze teekenfilms is heel
ding jammer vinden. Het argument dat de I veel werk verbonden en dikwijls
tarweteelt intensieve gewassen vervangt, worden voor één film van ongeveer
gaat. gebruikt tégen de uitbreiding, echter 1250 meter bijna tien duizend tee
niet op, daar deze intensieve teelten zeer I keningen gemaakt. Op het doek duurt
groote verliezen geven en economisch in I zoo'n filmpje zes of zeven minuten
den zelfden omvang onhoudbaar zijn ge-1 en men kan zich moeilijk voorstel-
worden. De verbouw er van moet vermin-1 len, dat dertig man hieraan drie a vier
deren. De tarwewet maakt, dat hij vrij weken gewerkt hebben,
snel en vlot vermindert en wel juist op de Ub Iwerks, de schepper van de
antieke luchters aan den wand, alles
overgoten met een matgouden glans..,
En toen er woorden tot haar kwamen,
eerst zacht, maar dan duidelijker,
en haar geheel doortrillend, was het
haar, als behoorden die bij dit alles.
„Tilly", fluisterde hij, „je bent niet
gelukkig... je bent niet gelukkig:.,, al
jaren niet.... je verlangt naar dingen..»
die je nog nooit gehad hebt.*., en
die je ook nooit krijgen zult..;, be
halve door mij... je verlangt naar
liefde en geluk... naar schoonheid en
vreugde.*."
En vaster om haar heen drukte
hij zijn arm, en ze voelde de wer
king der spieren van zijn stevig ge
bouwd lichaam. En één waren ze,
in rythmisch beweeg, wendend en kee-
rend fusschfft, -door al die, bedwel-
okdé""geuren verspreidende lichamen.
„En dat alles Tilly", ging hij ver
der, „zal ik je kunnen geven.*, ik
alleen... liefde en gelukt... schoonheid
en vreugde.., alles wat je begeert...
want ik heb je lief... lief.Hoor
je
De wals was ten einde, doch hij
bracht haar niet terug op haar plaats
maar leidde haar, zonder dat ze te
genstreefde, naar één der door dra-
periën omhangen appartementjes, aan
het einde der zaal. Willoos trad ze
binnen, stil toeziend, hoe hij het
gordijn, dat het vertrekje afsloot,
neervallen liet, in breede plooien, tot
over den grond.
Langzaam, onder den zachten druk
van zijn handen op haar schouders,
zette zij zich neer. Hijzelf ging half
zitten op het lage, Oostersche tafel
tje, dat stond voor het tabouretje,
waarop zij plaats genomen had.
Zijn handen liet hij op haar schou
ders, en het was haar, als ging er
door die handen, een warme, tril
lende stroom, die heel haar lichaam
doortintelde, die haar sidderen deed
van vreemde verlangens
Tilly", begon hij heesch, „vergeef
me, dat ik het je, gezegd heb... maar
ik kón niet langer zwijgen... kón niet
langer wachten..;. Reeds drie jaren
achtereen, heb ik je lief... met een
hevigheid... die me nachten heeft doen
wakker liggen... gek van verlangen..).
Tilly... ken je dat verlangen ook niet!?
O! ga met me mee.,, alles kan ik
je geven...ga mee..,. In enkele uren
kunnen we honderden mijlen van hier
zijn..', M'n blauwe wagen is snel, en
staat altijd gereed... Wanneer je wilt,
Tilly... zijn we van nacht in Anvèrd..
van nacht nog!..f"
Met haar geheele wezen had ze
aan zijn lippen gehangen... aan zijn
mooie vleiende lippen, waarover de
woorden gleden, gelijk de zacht-sïs-
sendc slang, langzaam voortglijdt door
het hooge gras, verlammend zijn
slachtoffer... Gesuggereerd was ze ge
weest door zijn donkere oogen, waarin
weer die helle lichtjes glinsterden...
die lonkende lichtjes, die haar trokken
zooals de vlam der kaars, het flad
derende motje trekt...
Flip the Frog films, die door Metro-
Goldwyn-Mayer worden uitgebraent
heeft twee scenario-schrijvers in vas
ten dienst, die iedere drie weken een
achttal scenario s moesten afleveren.
Hieruit wordt gewoonlijk slechts één
gekozen.
Voor met het vervaardigen van een
nieuw filmpje begonnen wordt, houdt
men een algemeene vergadering, waar
bij allen, die aan den studio verbon
den zijn, deelnemen. De scenario
wordt besproken en verschillende ver
anderingen en bijzondere effecten naar
voren gebracht. Vervolgens wordt de
scenario opnieuw bewerkt.
Hierna kunnen de teekenaars aan
het werk gaan. Iedere teekenaar krijgt
die scènes te bewerken, die het best
met zijn speciale kwaliteiten overeen
komt. Sommige teekenen hoofdzake
lijk gezichten, andere actie enz. In
totaal bestaat een Flip the Frog
film gewoonlijk uit 20 a 30 scènes.
De origineele teekeningen worden
gemaakt op transparant papier en
later met inkt overgetrokken op stuk
ken celluloid. Iedere teekening wordt
genummerd, zoodat de fotograaf de
juiste volgorde kan weten.
Het lastigste probleem van de m>
derne teekenfilm is de begeleidende
muziek. Hiervoor is een vaste com
ponist aan den studio verbonden. Men
zegt, dat de beste resultaten worden
bereikt, als de muziek eerst geschre
ven wordtt en daarna de teekeningen
vervaardigd. Sommige gedeelten moe
ten zuiver synchroon zijn, vooral die
scènes, waarin muziekinstrumenten be
speeld wordenn, val-scènes e.d. Be
kende ouderwetsche wijsjes of moder
ne schlagers kunnen dikwijls het effect
van een scène op een eigenaardige
manier verhoogen.
Als de film „opgenomen" is en de
begeleidende muziek gereed, moet
deze laatste op de geluids-strook vast
gelegd worden. Dit duurt gewoonlijk
drie a vijf uur en hiervoor heeft men
een orkest van ongeveer vijftien man
noodig. Dikwijls moet een stuk op
nieuw gespeeld worden om zeker te
zijn, dat geluids-effecten en dialoog
met het beeld kIoppen. Als het nega
tief ontwikkeld is kunnen de afdruk
ken hun weg an naar de theaters
over de geheele wereld, waar Flip
the Frog zijn sensationeele avonturen
op het witte doek beleeft.
Acteurs en hun schmink.
Over het algemeen hebben de actri
ces artistieke groote doozen om hun
toiletbenoodigdheden in te bewaren,
maar de mannelijke spelers gebruiken
hiervoor de meest uiteenloopende
doosjes.
William Haines bergt zijn schmink
in een sigarenkistje. Lewis Stone ge
bruikt hiervoor een leeren patroon-
tasch, eens het onderdeel van zijn uit
rusting als cavalerie-officier. Wallace
Ford verscheen niet lang geleden in de
studio's met een kruidenierszakje,
waarin alles was wat hij noodig had.
Jean Hersholt draagt gewoonlijk zijn
toiletbenoodigdheden in een stukje pa
pier, in een van van zijn jaszakken.
Wallace Beery zal geen schmink ge
bruiken, als het niet hoog noodzakelijk
is, maar kan hij er niet aan ontkomen,
dan brengt hij alles, wat hij noodig
heeft mee in een oude envelop. De
Maar toen hij sprak over zijn
blauwe wagen", en over „Anvèrs",
over die dingen, welke voor haar
steeds zoo onwezenlijk geweest wa
ren, was het, als brak de ban,
waarin hij haar geklonken had... En
een vurig schaamrood kleurde haar
wangen,^
In afwachting waren Frank Le
noir's oogen op haar gevestigd ge
bleven, meenend aan te zien den strijd
dien ze streed... Maar hij wist niet,
dat zijn woorden haar hadden doen
denken... en lat hij ook daarmee ver
loren had... En toen hij den gloed
zag, die haar gelaat overtoog, schreef
hij dien toe aan datzelfde, wat hem
het bloed koortsachtig deed vloeien,
zijn ademhaling versnellend.., En
tastend gleden zijn vingers van haar
schouders af... sidderend van begeerte.
Maar als stak een slang haar, zoo
sprong ze op, wild-grijpend zijn pol
sen, woest-stootend hem van zich af
Met een vloek, rolde Frank Lenoir
over den grond...
Met verwrongen gezicht stond hij
weer op, ballend zijn vuisten, doch
datzelfde oogenblik werd het neerge
vallen gordijn opgelicht en verscheen
het gelaat van Herbert de Geer... met
zoekende oogen./. die nog niets zagen'...
die trachtten te wennen aan de duis
ternis..'.
Ha!' riep Frank Lenoir nu met
bijna geheel rustige stem, „zie, daar
is Herbert reeds, nu excuseer je me
wel, hé?"..,
UIER-ONTSTEKING.
(Nadruk
Bij een niet geheel uitgemolken rund be
vindt zich altijd melk in den tepel, melk-
boezem en melkgangen. Nu is melk een
uitstekenden voedingsbodem voor bacte
riën, die er zich zeer gaarne in vermenig
vuldigen en er zich zeer gemakkelijk in
verspreiden.
Het is nu natuurlijk zeer begrijpelijk, dat
bacteriën, die op de een of andere manier
via slotgat en tepelkanaal in den tepel ko
men, zeer spoedig het inwendige van den
uier bereiken, waar ze in alle hoeken en
gaten van de melkspleten zich prachtig zul
len kunnen nestelen en een ernstige ontste
king van het klierweefsel veroorzaken. Dit
wordt nog bevorderd door het feit, dat er
in de melk van het aangetaste kwartier
stolsels optreden, die de fijn vertakte melk
gangen verstoppen en een afvloeiing van
de ontstekingsproducten verhinderen.
De tepel zal dus, als zijnde in de meeste
gevallen het beginpunt van de ontsteking
onze speciale aandacht moeten hebben, te
meer waar door het melken de kans op
besmetting daar ter plaatse zeer groot is.
Het is echter helaas een treurig feit, dat
een groot deel van de tepel- en uier-aan
doeningen is toe te schrijven aan de zor
geloosheid van den melker, daar bij het
betrachten van een goede reinheid een
aantal der uier-ontstekingen zeker zal kun
nen worden voorkomen.
De tepel en vooral de punt, in de buurt
van het slotgat vertoon: vaak kleine wond
jes, soms zoo klein, dat de barstjes daar
in de huid slechts alleen bij zeer nauwkeu
rige bezichtiging waar te nemen zijn. Door
de beweging van den tepel bij het melken,
is genezing daar ter plaatse zeer moeilijk
en zal zonder het gebruik van een goede
tepelzalf slechts zeer langzaam optreden.
Nu springt ook dadelijk de noodzake
lijkheid in het oog om, alvorens men gaat
melken, de handen terdege te reinigen. Im
mers juist bij het melken worden heel ge
makkelijk schadelijke bacteriën, die bijna
altijd op de handen voorkomen, in de
wondjes ingewreven. Ze gaan zich daar
verder ontwikkelen en veroorzaken een
ontsteking van de speen, die spoedig ver
der kruipt, het inwendige van de speen be
reikt en het uierweefsel eveneens aantast.
Maar ook al zijn er in het geheel cpeen
wondjes op de speen, dan kan toch een
inwrijven van schadelijke bacteriën in het
slotgat, een zich verder verplaatsen van
deze langs tepelkanaal en melk naar het
uierweefsel ten gevolge hebben.
Wondjes op de speenen zijn ook, vooral
als er wondvocht uitkomt een aantrek-
II.
verboden)
kingspunt voor vliegen, die doordat ze
overal op en in zitten, met hun pooten en
zuigsnuit gemakkelijk eventueele smetstof
kunnen overbrengen. Ook de met melk be
vochtigde speen vlak na het melken wordt
door hen druk bezocht. Het verdient daar
om aanbeveling, om na het melken de
speenen met een schoonen doek af te dro
gen en eventueel aanwezige wondjes met
een heelende en vliegen afwerende zalf in
te smeren.
Het zal nu eveneens duidelijk zijn, dat de
melker koeien die aan een uier-ontsteking
lijden, altijd het allerlaatst moet melken,
wil hij niet de kans loopen om met zijn
handen de besmetting op de gezonde die
ren over te brengen.
Het spreekt vanzelf dat meer nog dan
in de weide, op stal de kans bestaat dat
uier-aandoeningen optreden. De smetstof
zal daar in het donker en in de vochtige
warmte veel langer in leven blijven dan in
de weide, waar ze door de inwerking van
het zonlicht spoediger gedood wordt. Men
zal dan ook vooral in stal de uiterste rein
heid moeten betrachten en vooral wat be
treft de achterhelft van den stand en den
rand van de groep, waar de speenen ge-_
regeld op liggen. Dit laat in vele gevallen
veel te wenschen over, zoodat er dus ge
makkelijk infectie kan optreden. Dit is
vooral het geval als het slotgat de speen
niet voldoende afsluit. Een geregelde ont
smetting van den stand is daarom zeer aan
te bevelen, vooral als men last heeft van
uierzieke dieren. Men moet hiervoor ech
ter geen sterk ruikende ontsmettingsmid
delen gebruiken, daar de melk zeer gevoe
lig is voor abnormale geur en deze spoe
dig aanneemt. Er bestaan echter genoeg
middelen die voldoende ontsmettingskracht
bezitten, zonder dat men voor bovenge
noemd gevaar bevreesd behoeft te zijn.
Het afschrobben met kokend water heeft
dikwijls al zeer goed resultaat.
Zooals algemeen bekend is, is onvol
doende uitmelken eveneens een oorzaak
voor het optreden van uier-ontstekingen.
Het uierweefsel wordt waarschijnlijk door
de achter gebleven melk geprikkeld, waar
door het ontstoken raakt. Deze ontsteking
die in het begin meestal van nog al on-
schuldigen aard is, bereidt echter den weg
voor een besmetting met bacteriën, die dan
door het weinige weerstandsvermogen van
het aangetaste uierweefsel gemakkelijk spel
hebben, met als resultaat een vernield uier.
Doch hierover een volgende maal meer.
Dr. W. v. R.
smink voor Jackie Cooper wordt mee
gedragen in de handtasch van zijn moe
der. Buster Keaton heeft in zijn zak
ken verspreid een collectie blikken
doosjes met de noodzakelijkste ingre
diënten.
W etenscbap
De „Orang pendek".
Aap-mensch of
kleine mensch?
Naar aanleiding van de berichten
over het opsporen van de .Orang
pendek" schrijft de heer J. Larij te
Koudekerke het volgende:
„Met verbazing en tevens groote
belangstelling volgde ik al hetgeen tot
nog toe werd gepubliceerd over den
zoogenaamden „orang pendek".
De Maleier van Oostelijk Sumatra
bedoeld hiermede kleinen, gedrongen
of korten mensch en zoolang de in
lander nog over mensch spreekt kan
door hem onmogelijk een of ander
diersoort of aapmensch bedoeld worden.
In dat ge.al zou hij spreken van
..orang-hoetan'de ons bekende aap
soort, die kort klein is in ver
gelijking tot den mensch en die toch
Hij trad naar den uitgang, en zijn
hand, op den arm' van zijn vriend
leggend, voegde hij dezen toe: „Goed
dat je komt*, ze wachten me ginds,
we hebben ons al moeten verstop
pen... we spraken juist over je aan
staand huwelijk... nu, tot straks hoor!"
Hij verdween tusschen de weer
ronddraaiende paren, maar Herbert
de Geer veranderde eenige oogenblik-
ken niet van houding, en bleef, met
ernstig gelaat, den ander nazien.
Frank Lenoir trad op het buffet
toe, nam een glas wijn op, en proefde
ervan, schijnbaar kalm, maar de hand
die het glas vasthield beefde.
Toen sloot Herbert de Geer het
gordijn weer langzaam, en ging dan
naar haar, die met vochtige oogen
tot hem opzag.
„Heeft hij je aangeraakt, Tilly?"
„O neen, Herbert!" ze gilde dit
bijna uit, met afschuw, pas nu het
verschrikkelijke beseffende van dat,
wat bijna gebeurd was.
,In 't geheel niet?"
„Neen Herbert, hij heeft slechts
even, terwijl hij sprak, zijn handen op
mijn schouders laten rusten. Ver
trouw je me niet meer Herbert?''
snikkend vroeg ze dit.
Hij legde zijn arm zacht om haar
schouders.
Zeker lieveling, geheel, en daarom
durfde ik je zoo dikwijls met Frank
alleen laten, hoewel ik hem kende,
en wist waarop hij het toelegde-
maar m'n vertrouwen in je was zóó
niet korte kleine mensch „orang
pendek" genoemd wordt Wanneer de
inlanders in de bewuste streek werke
lijk een wezen gezien hebben, dat zij
met den naam „orang pendek' be
stempelen, dan is dit volgens mijn
vaste overtuiging, en ik geloof zeker
ook volgens de hunne, een mensch
en geen zoogenaamde menschaap,
vooropgesteld dat een dergelijk wezen
bestaat of ooit bestaan heeft. Boven
dien doet een Inlander graag fantas
tische verhalen evenals de inheemsche
jager En wanneer men deze menschen
nu ten overvloede tracht te overtuigen
van de belangrijkheid voor de weten
schap van het bezit van zoo'n wezen,
levend of dood, dan is het zeer waar
schijnlijk, zoo niet zeker, dat men den
een of anderen dag daarmede komt
aandragen, al was het slechts uit zucht
om gewichtig en welgevallig te zijn
of om geld te verdienen.
Tijdens mijn verblijf in het Palem-
bangsche (1897 1901) trof men daar
reeds den zich zelf zoo noemenden
„Orang Koeboe" of boschmenschen aan
een zeer korte, fijngebouwde, lichtge
kleurde zachtaardige en schuwe men-
schensoort, die haar eigen taaltje bab
belde, in de boomen onder wat blaren
groot... En... véél durfde ik je niet
vragen... jij, die zoovelen krijgen kon..»
die zes jaar van je leven wilde
opoff.J.7
Ze sloot zijn mond met haar kus
sen.
„Stil Herbert! Stil! Zoo mag je
niet spreken, m'n heele leven..."
Maar nu onderbrak hij haar, glim
lachend, gelukkg.
„Dat accepteer ik, Tilly, je heele
leven maar dan van nu af, jou ook
geheel !Je weet wie me straks weg
riep?... Nu, de baas heeft een telegram
uit Indië ontvangen, en van Gessel
wiens plaats ik over drie jaar zou inne
men ,is overleden., en de baas vroeg
me, of ik me reeds geschikt achtte
voor dien post.'. Goddank, dat ik
zoo gewerkt heb, Tilly... En ik kan
vertrekken wanneer ik wil... Maar we
gaan samen..: Wil je reeds m'n vrouw
worden Tilly?..» Zoo spoedig moge-
gelijk?"
Met half-geopenden mond had zij
hem aangehoord.
„Is dat werkelijk zoo, Herbert?..
Werkelijk?"
„Ja, lieveling, werkelijk!"
Hij drukte haar onstuimig tegen
zich aan, haar gelaat overdekkend
met kussen, daar tusschen door fluis
terend: En nu mag ook onze liefde
werkelijkheid worden... O, m'n eenig
meisje... ik heb me steeds zoo moeten
inhouden... vreezend, te ver te gaait..
want ik heb je zoo lief... zoo lief...