GOESCHE COURANT ASPIRIN BIJVOEGSEL ProVlncienieuWs In de reiskoffer eenig op de wereld 1 VAN DE VAN VRIJDAG 10 JUNI 1932. DE BREEDE WATERING BEWESTEN YERSEKE. Behandeling der fraude-kwestie. Gistermiddag twee uur kwam „De Brec- de Watering bewesten Yerseke" in „de Prins van Oranje'' bijeen. Waarnemend voorzitter was de heer Zandee, burgemees ter van Kloetinge. Aanwezig waren 142 personen, uitbrengende 170 stemmen. De voorzitter opende de vergadering en deelde mede, dat, door ziekte van den dijkgraaf, op hem de niet gemakkelijke taak rust deze vergadering te leiden. Spr. geeft verder een uiteenzetting van de reeds veel besproken fraude, bekend geworden na het overlijden van den ontv.-griffier. Toen het bestuur bericht kreeg, dat de heer Mohr zich het leven benomen had, begaf het zich dadelijk naar het kantoor, waar al spoedig bleek, dat de boeken niet bij waren en de kas niet klopte. Ged. Staten werden er mee in kennis gesteld, de heer B. K. Kraaije- veld kwam als accountant en bracht na onderzoek rapport uit. Er bleek een tekort te zijn van ruim f 77.963, waar een zeker heid tegenover moet staan van f 45.000. doch deze zal vermoedelijk niet meer dan f 20.000 a f 25.000 bedragen. Thans dient in het tekort aan gelden voorzien en tevens een nieuwen ontv.-griffier benoemd te wor den. De heer I. F. Magendans, chef bij de Prov. Griffie, heeft zich tijdelijk met deze functie belast. Spr. merkt verder op, dat napraten gemakkelijk is, doch het bestuur wil zich in deze niet vrijpleiten, het bleek teveel vertrouwen in den ontv.-griffier ge steld te hebben en spreekt over het ge beurde zijn leedwezen uit. Spr. geeft ver der over deze mededeeling het woord, de hoop uitende, dat men in zijn besprekingen zakelijk zal zijn. De heer T r i m p ewijst allereerst op de bevoegdheid van het bestuur om een commissie te benoemen tot het nazien van kas en boeken. Voor zoover hem be kend, is dit gebeurd en zijn de heeren Van Liere en Lindenbergh benoemd. Nu wil hij op hun financieele bevoegdheid niet afdin gen, maar hij meent te moeten vaststellen, dat deze commissie toch tekort geschoten is in haar taak en vraagt, in hoeverre de bevoegdheid van den ontv.-griffier ging om bij de bank gelden op te nemen. De heer Van Liere deelt hierop mede, dat het tekort over 10 jaar ontstaan is. De commissie controleerde alleen de ge gevens, die door den heer Mohr zelf ver strekt werden. De heer Mohr kon, zonder machtiging van het bestuur, f 2000,'— van de bank halen. Maar hij kon b.v. 25 maal achtereen gaan en zoo f 50.000 opnemen, De heer T r i m p e constateert, dat het bestuur niet voor zijn taak berekend bleek, Het betuigde zijn spijt, maar tenslotte dra gen de ingelanden de lasten. Als door mijn schuld, aldus spr., iemand schade lijdt, dan voel ik me daar ook verantwoordelijk voor, en zoo meent hij, dat het bestuur ook deze schade, althans een deel, voor zijn reke ning moet nemen. Op een vraag van den heer P o 1 e ij antwoordt de voorzitter, dat hij niet weet, of de ontv.-griffier, zonder mach tiging wel eens meer dan f 2000,— opge nomen had. Hij heeft den dijkgraaf, we gens zijn ziekte, daar niet naar kunnen vragen. De heer P o 1 e ij zegt, dat de heer Mohr dan eigenlijk blanco mandaat had, wat toch nooit de bedoeling van bestuur en ingelan den kan geweest zijn. Hij begrijpt ook niet, dat men in die 10 jaar nooit een steekproef bij de Bank nam. Spr. zou zoo als bestuur niet voor de ingelanden willen komen, het moest en bloc aftreden. Z.i. is het huidige bestuur het vertrouwen van de ingelanden niet waard. De heer Pilaar vraagt, of er bij de bank geen bewijzen zijn, dat door den ontv.-griffier meer dan f 2000,— ineens ge- ind is. De Bank wist immers, dat dit niet mocht. De heer T r i m p e deelt mede, dat hij bij de Bank informeerde, maar dit schijnt nooit gebeurd te zijn. Wel is eens f 3000,— door van der Meer Mohr opgenomen, zon der volmacht, doch dadelijk daarop kwam een machtiging geteekend door den dijk graaf. De heer P o 1 e ij wil het laatste pro ces-verbaal van de kas-opname zien, en weten, welke commissie het laatst belast is geweest, met het nazien der rekening. De heer T r i m p e zegt, deel van die commissie uit te maken, doch z.i. had de commissie alleen de bevoegdheid de cijfers te controleeren en niets met de kasgelden te maken. De heer Pilaar merkt op, dat hij vroeger ook wel deel van een dergelijke commissie uitmaakte, doch die controleerde de kas wel, wat z.i. ook haar taak is. Art 51 spreekt over nazien en vaststellen der rekening, en dit kan men niet goed doen zonder de kas op te nemen. De heer P o 1 e ij acht ook deze com missie voor een deel schuldig. De heer Van der Have vraagt of de saldo-opgaven van de Bank alleen ge teekend werden door Van der Meer Mohr De voorzitter zet uiteen, dat over eengekomen was, dat de opgaven in orde waren, als binnen 3 weken niet gerecla meerd was. De heer Van der Have meent, dat men voorloopig niet accoord moet gaan met het opgegeven bank-saldo en eerst een nader onderzoek in stellen. De heer P o 1 e ij acht de Bank ook al medeschuldig en wil er vandaan gaan. (Van verschillende zijden critiseert men de ze woorden)Verder vraagt spr. hoe het te kort het eerst gebleken is. De voorzitter vertelt, hoe Zondag 24 April een familie-lid van den heer Van der Meer Mohr en notaris Jonkers bij het bestuur kwamen en mededeelden, dat er een tekort in kas zou zijn. Voorts had het bankbestuur er op gewezen, dat de reke ning een abnormalen stand vertoonde, al was men nog niet aan het maximum. De heer Schouten merkt eerst op, dat z.i. de commissie volgens art. 51 ver antwoord is, als de cijfers kloppen. De groote fout was, dat deposito ook be schouwd werd als kas, niet gecontroleerd werd wat op de Bank was en Van der Meer Mohr blanco mandaat had. Spr. heeft voorts gehoord, dat de boeken niet bij wa ren en wijt dit mede aan Bartelse. De voorzitter heeft dit ook ver wonderd en hij meent ook, dat deze bij moeten zijn. De heer S t r a u b Sr. vraagt, wie er achter de schermen werkte en bijschoof als b.v. op 31 Dec. de rekening klopte. En waar bleef het geld? Van der Meer Mohr zal toch niet die f 70.000 in een paar jaar opgemaakt hebben. De voorzitter zegt, hier gekomen te zijn, met de bedoeling, alleen zichzelf te beschuldigen, en wil geen vermoedens over anderen uiten. Uit de boeken is in deze niets gebleken. De heer Schouten wijst op het groote saldo van f80 a f 90.000, dat was, of moest zijn, en vroeg, of het be stuur daardoor nooit eens op de gedachte kwam om de polderlasten te verlagen De voorzitter: dat had U ook voor kunnen stellen. De heer O e 1 e merkt op, dat het hem een raadsel is, hoe dat groote saldo er kan geweest zijn. Aan de commissie werd me degedeeld, dat er hoogstens een f 28.000 was. De heer Schouten: kreeg Bartelse het kasboek nooit in handen De voorzitter: dat was het heilig dom van Mohr. Niemand mocht er aan komen. Een stem: dat is te begrijpen. De heer S t ra u b Jr. vindt het prach tig, dat het bestuur schuld bekend heeft Als het nu betaalt ook, is de zaak daar mee afgedaan. De voorzitter wijst er op, dat als men het bestuur aansprakelijk wil stellen, DE VERZOEKING. H. VAN BENTHEM „Ben Je gelukkig, Tilly?" Met een ironisch glimlachje om de duqne lippen, deed Frank Lenoir baar deze vraag, zacht fluisterend, zooals, op een zoelen zomeravond, zacht fluisteren kunne, duizenden lok kende stemmen, in het ruischen van den zachten wind. Maar Tilly's lippen bleven gesloten, en rustig staarde zij voor zich; geen der trekken van haar onbewogen schoon gelaat, verried den zwaren strijd, dien ze streed. Zij staarde, als in gedachten, op het gewirwar van de balzaal, maar onwillens toch voor zich ziende, het gelaat van hem, die naast haar zat. Omdat dit gelaat in haar geheugen ingegrift was. Omdat het haar al hon derden malen toegeglimlacht had, be lovend, verleidend.... s Nachts soms, uit het donker, kwam het op haar toe, als een vale, lichtbruine vlek, die dan ongemerkt den vorm van een hoofd aannam. Dan kwamen de oogen ,even geslo ten, zoodat de wimpers verdoezelden het wit, maar scherper deden uit komen de helle glimlichtjes, die brand den in de donkerbruine oogappels. Dan zag zij de rechte zwarte wenk brauwen, den lichtgebogen neus, het kleine, zwarte snorretje, en daaronder de dunne lippen van den welgevorm- den mond, halfgeopend zien-latend de de mooie breede voortanden.... Sedert haar verloving met Herbert de Geer, had Frank Lenoir haar ge volgd, met zijn intieme hartelijkheid, steeds zoover gaand, als de etf quette hem nog juist veroorloofde En hoewel zij vanaf den beginne ge voeld had, dat zijn vriendelijkheid vol egoïsme was, en dat hij iets be geerde wat hij langs dezen weg dacht te krijgen, hij had toch mettertijd haar sympathie gewonnen, en menigen blik geslagen in haar zoo gevoelig hart. En dit verontrustte en pijnigde haar Want slechts één man had recht op haar en haar ziel.,., en die man was zijn vriend, haar verloofde. Doch, het was, als wendde deze meest de oogen af, van het schoone. wat daar, zoo nabij, op hem wachtte Al was dit een afwenden, dat haar niet beleedigde, vol piëteit en devote liefde-r: Toch had zij dit liever anders ge zien..,. Haar van gezondheid en le venslust blakend lichaam, verlangde naar meer, dan hij haar gaf... Zij was er echter verre van, hem hierover eenig verwijt te maken, zelfs niet in haar gedachten, daarover was haar liefde te groot, te vol vertrouwen. Want vertrouwen op hem, dat deed ze, met haar geheele ziel, als op een steenrots, p. Ze kenden elkaar reeds vanaf hun kinderjaren, en toen hij haar, nu drie vér uitgezocht moet worden, daar de fraude over 10 jaar loopt. De heer S t r a u b zegt, dat het groot ste bedrag van de laatste jaren dateert, en hij meent dat b.v. de dijkgraaf wel wat missen kan, die spaart toch voor neefjes nichtjes. De heer P o 1 e ij wil het bestuur maar helft laten betalen, de ingelanden zelf hebben ook schuld. Maar ondanks dat, kan het bestuur het vertrouwen van de inge landen niet verder hebben. De heer Straub Jr.: niet marchan- deeren, het gaat over centen. De heer T r i m p e dient nu een motie die ongeveer als volgt luidt: „de verga dering, kennis genomen hebbende van het groote kas-tekort en gelet op de onvol doende controle, acht het noodzakelijk, dat deel van dit tekort gedragen wordt door dijkgraaf en gezworenen en spreekt zijn afkeuring uit over het gehouden be heer". Spr. meent, als het bestuur met deze motie meegaat, dat de ingelanden er dan verder wel mee samen kunnen wer ken. Hem zou het spijten, dit bestuur te moeten missen. Het rapport. De heer Pilaar wil gaarne, vóór de motie in stemming komt, het accountants rapport hooren. De heer Magendans leest hierna het door den h'eer B. K Kraaijeveld uit gebrachte rapport over de fraude. Het vangt aan met de opmerking, dat de admi nistratie door den ontvanger-griffier sinds jaren uitermate slordig gevoerd werd. Over verscheidene dienstjaren waren de boeken slechts zeer ten deele bijgewerkt en niet fgesloten. Een van dag tot dag bijgehou den kasboek was niet aanwezig. Verschil lende gegevens ter nauwkeurige bijwerking waren niet meer voorhanden, zoodat het resultaat met eenig voorbehoud aanvaard moet worden, al kunnen verschillen van eenig belang uitgesloten worden geacht. Uit de cijfers blijkt, dat het goed slot op 25 April'32 moest bedragen f 35.198,38, er was echter een schuld van f 42.764,85 zoodat het tekort bedraagt f 77.963,23. Tenminste reeds een tiental jaren zijn te korten aanwezig, welke van jaar tot jaar grooter zijn geworden. Volgens een opper vlakkige becijfering was het verloop aldus; 1923 f 11.000; 1924 f9000; 1925 f22.000 1926 f26.000; 1927 f 19.000; 1928 f31.000 1929 f31.000; 1930 f56.000 1931 f68.000 1932 f77.000. Maar waarschijnlijk is het meer geleidelijk gegaan, wat echter niet vastgesteld kon worden, doordat gegevens ontbreken, posten niet op tijd geboekt zijn. enz. Voorts werden uitgaafposten dubbel ge boekt, inkomsten niet geboekt, uitgaven ge boekt, die niet gedaan werden; betalingen geboekt, die nog moesten plaats vinden enz De heer Pilaar meent, dat het rap art wel een eenigszins anderen kijk op de zaak geeft, misschien gaat de fraude nog verder terug dan 10 jaar. De gegevens zijn te vaag om het huidige bestuur geheel ver antwoordelijk te stellen. Hij zal de motie Trimpe niet steunen. De heer Kakebeeke sluit zich bij deze woorden aan. Hoe hard het geval ook is, men moet er zich bij neerleggen, want het is niet mogelijk het tekort thans ver effend te krijgen op een wijze die billijk Het huidige bestuur is voldoende gestraft door het besef van zijn schuld verder mee te moeten dragen. Er zijn harde woorden gezegd over mannen, die verder in de maat schappij een beduidende positie vervullen Men moet het pijnlijke hiervan beseffen en het er bij laten. De heer P o 1 e ij wil hierna de motie Trimpe niet langer steunen, maar stelt voor, zich in de clementie van het bestuur aan te bevelen en dan eens aan te zien, wat dit doen zal. Verder zegt spr., dat het voor den heer Kakebeeke, gezien de financieele zijde der zaak, gemakkelijker is zoo te spreken dan voor vele anderen der aan wezigen. De heer Magendans wijst er op, dat er op het oogenblik geen f 77.000 in kas moet komen en de vraag is ook, of de ingelanden wel iets meer zullen moeten gaan betalen Het tekort op de Bank moet echter weg. Verder zal het tekort verdis conteerd worden. De heer Trimpe zal het woord .noodzakelijk" in zijn motie vervangen door „wenschelijk"en na nog eenige bespreking schrapt hij het geheele gedeelte dat ge- ■waagt over het dragen van het tekort door het bestuur. De heer Straub Jr.: maak er een bewijs van goed gedrag van! (Vroolijk- heid). Daarna wordt de motie, die dus al leen het gehouden beheer afkeurt, met 121 stemmen vóór, 18 tegen en 14 blanco, aan genomen. De voorzitter stelt hierna zeker heid en salaris van den nieuwen ontv.- griffier aan de orde. De borgtocht wordt bepaald op f54.000 en het salaris, met 126 tegen 32 stemmen op f 2800, met 5 jaarlijk- sche verhoogingen van f 100. De tegen stemmers waren voor f 1800 of f2000. De instructie zal door een commissie, waarin tting nemen de heeren Schouten en Po behandeld worden Vervolgens wordt besloten, tegen billijke rente een leening van f 40.000 aan te gaan. De voorzitter vraagt of de ver gadering meent, dat de huizen, die de borg tocht vormen van den overleden ontvan tout prix verkocht moeten worden ger. Spreker zou b.v. het huis op de Kade, niet voor b.v. f 6000 of f 8000 weg willen doen Temeer daar dit mogelijk als polderhuis dienst kan doen. De heer P o 1 e ij wil het bestuur blanco andaat geven. De voorzitter: ik bedank den heer Poleij voor het groote vertrouwen, dat hij in het bestuur stelt! Vroolijkheid) Na nog eenige bespreking wordt aldus besloten, waarna de voorzitter met dank aan de ingelanden voor hun tegenwoordig heid, de vergadering te ruim half zes sluit. jaar geleden, op haar zeventiende, ernstig vroeg, zijn verder leven met hem te gaan, had ze zonder aarzelen haar hand ïn de zijne gelegd. Dienzelfden dag had hij haar ook zijn plannen ontvouwd, heel zijn toe komst bouwend op de toezegging van zijn patroon, dat hij over zes jaar het opzicht zou krijgen over een van hun plantages in de Oost. Elke zes jaar kwamen de opzichters van daar terug en werden dan, indien mogelijk, weer vervangen door hun voorgangers Eén der toen teruggek^menen, had echter reeds verklaard, niet weer naar Indië te zullen vertrekken, en voor dien opengevallen post had de pa troon hem aangewezen, hem aanra dend, zich reeds nu daarvoor te gaan bekwamen. En hij was van plan, zich met al zijn energie, aan zijn nieuwe taak te wijden. „Zie je, Tilly", had hij toen be sloten, „en enkele weken vóór ons vertrek naar de Oost, zullen we dan huwen/.v-" Huwen!., wat een heerlijke belofte had dat niet voor haar ingehouden... Huwen.,, met hem... haar alles... Die zes jaar wachten, leken haar zoovele weken... Indië was een sprookjesland. En goudglanzend had zij hun toe komst voor zich gezien.:. Sindsdien nu, waren drie, betrek kelijk eentonige jaren verloopen. Ze was van 17, achttien, van achttien negentien en van negentien, twintig geworden. En nu, op haar twintigste behooren Aspirin-Ta bletten, want op reis staat U in 't bijzonder aan het gevaar van kouvatten bloot. Let op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 ets. gen op landbouwgebied, die door den Mi nister worden benoemd, gehoord Gedepu teerde Staten. De kamer voor crisispachtzaken behan delt en beslist zoo spoedig mogelijk en geeft een met redenen omkleede beslissing. Bij deze beslissing omtrent geheele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot betaling wordt gelet op de uitkomsten van vroegere jaren, gedurende welke het gepachte door denzelfden pachter van den zelfden verpachter was gepacht. Ook de kamer voor crisispachtzaken is bevoegd zoodanige personen op te roepen als getuigen of deskundigen ter harer voor lichting, indien zij dit noodig acht. De per sonen'zijn verplicht te verschijnen en de gevorderde voorlichting te verleenen. Aan belanghebbenden worden geen kos ten in rekening gebracht. Wanneer de kamer voor crisispachtza ken beslist, dat een reeds betaalde termijn behoort te worden verminderd, bepaalt zij tevens den dag voor welken het te veel betaalde moet worden teruggegeven. DE CRISIS-PACHTWET. De hoofdbe palingen. De crisis-commissie uit de Zeeuwsche Landbouw-organisaties schrijft ons Nu de crisis-pachtwet in de Eerste Ka mer is aangenomen, meenen wij goed te doen om belanghebbenden te wijzen op de hoofdbepalingen dezer wet. De crisis-pachtwet geldt voor pachtover eenkomsten, die aangegaan zijn vóór 1 Ja nuari 1932 en is van toepassing op a 1 1 e termijnen van pachtprijzen vervallen na 12 Februari 1932, ook indien deze reeds moch ten zijn betaald. Als algemeene regel geldt, dat een pach ter, die van oordeel is, dat van hem in ver' band met de beerschende buitengewone tijdsomstandigheden niet in redelijkheid kan worden gevorderd, den bedongen pacht prijs te voldoen, telkens uiterlijk binnen 14 dagen na het vervallen van eiken termijn, zich bij verzoekschrift kan wenden tot een kantonrechter, binnen wiens kanton het ge pachte of grootste deel daarvan gelegen is, ten einde geheele of gedeeltelijke onthef fing van de betaling te bekomen. Zoolang op een tijdig ingediend ver zoekschrift niet is beslist, wordt de ver plichting tot betaling van den pachttermijn opgeschort. Zoo spoedig de wet in wer king treedt, kan echter binnen een maand voor de termijnen, die tusschen 12 Februari J.l. en den dag der inwerking treding zijn vervallen nog een verzoek schrift worden ingediend. Men lette dus op den dag van inwer kingtreding Bij het opmaken van verzoekschriften zullen de secretariaten der landbouw-orga nisaties wel van voorlichting willen dienen Hoe is nu de werking"der wet? Is een verzoekschrift bij den kanton rechter ingekomen, dan worden verpachter en pachter zoo spoedig mogelijk opgeroe pen en zal getracht worden een voor bei den aannemelijke regeling te bewerkstelli gen. Daarbij kan de kantonrechter zooda nige personen oproepen, wier verhoor hij dienstig acht. Komt een regeling niet tot stand, dan worden pachter en verpachter opgeroepen ter zitting van de kamer voor crisispacht zaken. Deze bestaat uit den kantonrechter als voorzitter en twee niet tot de rechter lijke macht behoorende personen, die des kundig zijn ten aanzien van de verhoudin- Tot zoover de wet. Nog kan worden op gemerkt, dat de pachters zich desgewenscht kunnen doen bijstaan. Hoewel de pacht- verhoudingen in Zeeland in het algemeen niet te wenschen overlaten, en het overleg tusschen pachters en verpachters in vele gevallen heeft geleid tot pachtverminde- ring, zijn er nog meerdere gevallen, waar dit niet het geval is en waar dus blijkbaar alleen de crisispachtwet een bevredigende oplossing kan brengen om de financieele ondergang van den pa^alij^^ voorkomen. zag zij het leven met andere oogen dan toen.*. Niet, dat zij hem minder liefhad, niet, dat zij opzag tegen het vertrek van hier, of het leven daar ginds... maar het waren de drie nog blijvende jaren, die haar nu eindeloos schenen../ In de drie voorbijgegane jaren, waren er oogenb/ikken geweest, dat zij zich. wanhopig schreiend, op bed had ge worpen, handen wringend zïch afvra gend, waarom die .tijd toch zoo lang zaam ging..'. Twee, drie dagen achtereen, zag zij haar aanstaande soms niet, die maar werkte, aldoor maar werkte, met taaie volharding... Een volharding, die zij, ondanks alles, toch bewonderde... De ze/fde volharding, die ook zijn vriend vertoonde, in diens hofmakerij aan haar. Zijn vriend, dien zij soms meer zag dan hemzelf. Die al wat mogelijk was deed, om maar in haar nabijheid te zijn, haar steeds volgend met zijn geslepen, dubbelzinnige uit drukkingen, met in zijn oogen, immer die vleiende, maar toch brutaal-be geerige uitdrukking. Want dit wist zij sinds lang, dat hij haar beminde,en ondanks zichzelf; streelde dit haar, dat hij, met zijn uiterlijk, zijn charme, en zijn geld haar het eenvoudig meisje begeerde. Het was waar, er gingen praatjes over zijn stille amourettes, maar was dit niet enkel vuige laster van met oude dochters zittende moeders, was wel iemand beveiligd tegen kwaad PLAATSELIJK NIEUWS. HEINKENSZAND. „Tuinbouwvereeniging". Dinsdagavond 1.1. hield de Tuinbouw vereeniging „Heinkenszand en Omstreken" een algemeene ledenvergadering, onder lei ding van den voorzitter, den heer C. Nijsse. Deze deelde mee, dat het de bedoeling van het bestuur was geweest, dat het vervoer van de kruisbessen gezamenlijk schieden, evenals de verkoop. D; onmogelijk, daar de prijzen der k van dien aard zijn, dat in vele ge geplukt zal kunnen worden. De ren heden ter veiling uiterst laa op 't oogenblik hard gewerkt ringssteun ook op dit artikel t doch zoover is het thans nog I schillende feiten blijkt, dat de stiefmoederlijk wordt bedeelden, prijzen het toelaten, zoo wnen- zullen de aardbeien ook ditieslo- lijk verkocht en vervoerd en ge- ten wordt verder, om ook wordt, zamenlijk te verkoopen. dat de dat er een flink kwantum de ge- tusschenhandel daardocv k.noeien^^^^^| legenheid zal zijn met d ^P^T^v^" KAPELLE. B. en W. dezer gemeente benoemden als gemeente-bode met ingang van 1 Juli a.s., de heer J. W. Christiaanse, alhier. KRUININGEN. Tot tijdelijk onderwijzer aan de Bijzon dere School alhier, is benoemd de heer H. L. A. Kok te Vlissingen. Met de Staatscourant van 8 Juni zijn verzonden afdrukken van de akten van de N.V. C. Minnaar, alhier. sprekendheid, en vingen hooge hoo rnen niet den meesten wind?.,1. Jioe het ook was, haar had hij lief, daar hadden die jaren haar nu wel van overtuigd..,. En, omdat er ook iets in hem was, dat haar trok, beangs tigde de toestand haar.:. Vreesde zij het moment, dat komen moest,, dat hij haar zijn liefde aanbieden zou.., En het opzien tegen dit oogenblik, naast het verlangen naar den dag van haar huwelijk, maakten, haar den tijd tot een marteling.., „Tilly! Verschrikt zag ze op. „Ja?" „We krijgen een wals, zullen wij die?".., Ze wilde weigeren, enkele bedan kende woorden mompelen, ipaar reeds stond hij voor haar, licht nijgend, aen arm noodend gebogen en ze glim lachte slechts, en volgde hem.:. Ze vo/gde hem, en liet zich meevoeren door al die kleine lieve, balzaalge luiden, die haar als met open armen opnamen..; Daar was zacht praten, fluisteren, en lachen van menschen, ritselen van kleeding, schuifelen van voeten over den vloer, en, heel in de verte ge- klink van glazen... en dit alles, mo notoon verdoezeld door de dróöme- rige muziek van de wegslepende wals.. Dan was er nog geschitter van kleuren oplichtend en verglijdend, toover- achtig aandoend, onder het schijnsel der kristallen kronen, die, niet de

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina bijlage 1