GOESCHE COURANT
ASPIRIN
BIJVOEGSEL
ProVlncienieuWs
In de
reiskoffer
eenig op de wereld
1
VAN DE
VAN VRIJDAG 10 JUNI 1932.
DE BREEDE WATERING
BEWESTEN YERSEKE.
Behandeling der
fraude-kwestie.
Gistermiddag twee uur kwam „De Brec-
de Watering bewesten Yerseke" in „de
Prins van Oranje'' bijeen. Waarnemend
voorzitter was de heer Zandee, burgemees
ter van Kloetinge. Aanwezig waren 142
personen, uitbrengende 170 stemmen.
De voorzitter opende de vergadering en
deelde mede, dat, door ziekte van den
dijkgraaf, op hem de niet gemakkelijke taak
rust deze vergadering te leiden. Spr. geeft
verder een uiteenzetting van de reeds veel
besproken fraude, bekend geworden na het
overlijden van den ontv.-griffier. Toen het
bestuur bericht kreeg, dat de heer Mohr
zich het leven benomen had, begaf het zich
dadelijk naar het kantoor, waar al spoedig
bleek, dat de boeken niet bij waren en de
kas niet klopte. Ged. Staten werden er
mee in kennis gesteld, de heer B. K. Kraaije-
veld kwam als accountant en bracht na
onderzoek rapport uit. Er bleek een tekort
te zijn van ruim f 77.963, waar een zeker
heid tegenover moet staan van f 45.000.
doch deze zal vermoedelijk niet meer dan
f 20.000 a f 25.000 bedragen. Thans dient
in het tekort aan gelden voorzien en tevens
een nieuwen ontv.-griffier benoemd te wor
den. De heer I. F. Magendans, chef bij de
Prov. Griffie, heeft zich tijdelijk met deze
functie belast. Spr. merkt verder op, dat
napraten gemakkelijk is, doch het bestuur
wil zich in deze niet vrijpleiten, het bleek
teveel vertrouwen in den ontv.-griffier ge
steld te hebben en spreekt over het ge
beurde zijn leedwezen uit. Spr. geeft ver
der over deze mededeeling het woord, de
hoop uitende, dat men in zijn besprekingen
zakelijk zal zijn.
De heer T r i m p ewijst allereerst op
de bevoegdheid van het bestuur om een
commissie te benoemen tot het nazien
van kas en boeken. Voor zoover hem be
kend, is dit gebeurd en zijn de heeren Van
Liere en Lindenbergh benoemd. Nu wil hij
op hun financieele bevoegdheid niet afdin
gen, maar hij meent te moeten vaststellen,
dat deze commissie toch tekort geschoten
is in haar taak en vraagt, in hoeverre de
bevoegdheid van den ontv.-griffier ging om
bij de bank gelden op te nemen.
De heer Van Liere deelt hierop
mede, dat het tekort over 10 jaar ontstaan
is. De commissie controleerde alleen de ge
gevens, die door den heer Mohr zelf ver
strekt werden. De heer Mohr kon, zonder
machtiging van het bestuur, f 2000,'— van
de bank halen. Maar hij kon b.v. 25 maal
achtereen gaan en zoo f 50.000 opnemen,
De heer T r i m p e constateert, dat het
bestuur niet voor zijn taak berekend bleek,
Het betuigde zijn spijt, maar tenslotte dra
gen de ingelanden de lasten. Als door mijn
schuld, aldus spr., iemand schade lijdt, dan
voel ik me daar ook verantwoordelijk voor,
en zoo meent hij, dat het bestuur ook deze
schade, althans een deel, voor zijn reke
ning moet nemen.
Op een vraag van den heer P o 1 e ij
antwoordt de voorzitter, dat hij
niet weet, of de ontv.-griffier, zonder mach
tiging wel eens meer dan f 2000,— opge
nomen had. Hij heeft den dijkgraaf, we
gens zijn ziekte, daar niet naar kunnen
vragen.
De heer P o 1 e ij zegt, dat de heer Mohr
dan eigenlijk blanco mandaat had, wat toch
nooit de bedoeling van bestuur en ingelan
den kan geweest zijn. Hij begrijpt ook niet,
dat men in die 10 jaar nooit een steekproef
bij de Bank nam. Spr. zou zoo als bestuur
niet voor de ingelanden willen komen, het
moest en bloc aftreden. Z.i. is het huidige
bestuur het vertrouwen van de ingelanden
niet waard.
De heer Pilaar vraagt, of er bij de
bank geen bewijzen zijn, dat door den
ontv.-griffier meer dan f 2000,— ineens ge-
ind is. De Bank wist immers, dat dit niet
mocht.
De heer T r i m p e deelt mede, dat hij
bij de Bank informeerde, maar dit schijnt
nooit gebeurd te zijn. Wel is eens f 3000,—
door van der Meer Mohr opgenomen, zon
der volmacht, doch dadelijk daarop kwam
een machtiging geteekend door den dijk
graaf.
De heer P o 1 e ij wil het laatste pro
ces-verbaal van de kas-opname zien, en
weten, welke commissie het laatst belast is
geweest, met het nazien der rekening.
De heer T r i m p e zegt, deel van die
commissie uit te maken, doch z.i. had de
commissie alleen de bevoegdheid de cijfers
te controleeren en niets met de kasgelden
te maken.
De heer Pilaar merkt op, dat hij
vroeger ook wel deel van een dergelijke
commissie uitmaakte, doch die controleerde
de kas wel, wat z.i. ook haar taak is. Art
51 spreekt over nazien en vaststellen der
rekening, en dit kan men niet goed doen
zonder de kas op te nemen.
De heer P o 1 e ij acht ook deze com
missie voor een deel schuldig.
De heer Van der Have vraagt of
de saldo-opgaven van de Bank alleen ge
teekend werden door Van der Meer Mohr
De voorzitter zet uiteen, dat over
eengekomen was, dat de opgaven in orde
waren, als binnen 3 weken niet gerecla
meerd was.
De heer Van der Have meent, dat
men voorloopig niet accoord moet gaan
met het opgegeven bank-saldo en eerst een
nader onderzoek in stellen.
De heer P o 1 e ij acht de Bank ook al
medeschuldig en wil er vandaan gaan.
(Van verschillende zijden critiseert men de
ze woorden)Verder vraagt spr. hoe het te
kort het eerst gebleken is.
De voorzitter vertelt, hoe Zondag
24 April een familie-lid van den heer Van
der Meer Mohr en notaris Jonkers bij het
bestuur kwamen en mededeelden, dat er
een tekort in kas zou zijn. Voorts had het
bankbestuur er op gewezen, dat de reke
ning een abnormalen stand vertoonde, al
was men nog niet aan het maximum.
De heer Schouten merkt eerst op,
dat z.i. de commissie volgens art. 51 ver
antwoord is, als de cijfers kloppen. De
groote fout was, dat deposito ook be
schouwd werd als kas, niet gecontroleerd
werd wat op de Bank was en Van der
Meer Mohr blanco mandaat had. Spr. heeft
voorts gehoord, dat de boeken niet bij wa
ren en wijt dit mede aan Bartelse.
De voorzitter heeft dit ook ver
wonderd en hij meent ook, dat deze bij
moeten zijn.
De heer S t r a u b Sr. vraagt, wie er
achter de schermen werkte en bijschoof als
b.v. op 31 Dec. de rekening klopte. En
waar bleef het geld? Van der Meer Mohr
zal toch niet die f 70.000 in een paar jaar
opgemaakt hebben.
De voorzitter zegt, hier gekomen
te zijn, met de bedoeling, alleen zichzelf te
beschuldigen, en wil geen vermoedens over
anderen uiten. Uit de boeken is in deze
niets gebleken.
De heer Schouten wijst op het
groote saldo van f80 a f 90.000, dat
was, of moest zijn, en vroeg, of het be
stuur daardoor nooit eens op de gedachte
kwam om de polderlasten te verlagen
De voorzitter: dat had U ook
voor kunnen stellen.
De heer O e 1 e merkt op, dat het hem
een raadsel is, hoe dat groote saldo er kan
geweest zijn. Aan de commissie werd me
degedeeld, dat er hoogstens een f 28.000
was.
De heer Schouten: kreeg Bartelse
het kasboek nooit in handen
De voorzitter: dat was het heilig
dom van Mohr. Niemand mocht er aan
komen.
Een stem: dat is te begrijpen.
De heer S t ra u b Jr. vindt het prach
tig, dat het bestuur schuld bekend heeft
Als het nu betaalt ook, is de zaak daar
mee afgedaan.
De voorzitter wijst er op, dat als
men het bestuur aansprakelijk wil stellen,
DE VERZOEKING.
H. VAN BENTHEM
„Ben Je gelukkig, Tilly?"
Met een ironisch glimlachje om de
duqne lippen, deed Frank Lenoir
baar deze vraag, zacht fluisterend,
zooals, op een zoelen zomeravond,
zacht fluisteren kunne, duizenden lok
kende stemmen, in het ruischen van
den zachten wind.
Maar Tilly's lippen bleven gesloten,
en rustig staarde zij voor zich; geen
der trekken van haar onbewogen
schoon gelaat, verried den zwaren
strijd, dien ze streed.
Zij staarde, als in gedachten, op
het gewirwar van de balzaal, maar
onwillens toch voor zich ziende, het
gelaat van hem, die naast haar zat.
Omdat dit gelaat in haar geheugen
ingegrift was. Omdat het haar al hon
derden malen toegeglimlacht had, be
lovend, verleidend....
s Nachts soms, uit het donker,
kwam het op haar toe, als een vale,
lichtbruine vlek, die dan ongemerkt
den vorm van een hoofd aannam.
Dan kwamen de oogen ,even geslo
ten, zoodat de wimpers verdoezelden
het wit, maar scherper deden uit
komen de helle glimlichtjes, die brand
den in de donkerbruine oogappels.
Dan zag zij de rechte zwarte wenk
brauwen, den lichtgebogen neus, het
kleine, zwarte snorretje, en daaronder
de dunne lippen van den welgevorm-
den mond, halfgeopend zien-latend de
de mooie breede voortanden....
Sedert haar verloving met Herbert
de Geer, had Frank Lenoir haar ge
volgd, met zijn intieme hartelijkheid,
steeds zoover gaand, als de etf
quette hem nog juist veroorloofde
En hoewel zij vanaf den beginne ge
voeld had, dat zijn vriendelijkheid
vol egoïsme was, en dat hij iets be
geerde wat hij langs dezen weg dacht
te krijgen, hij had toch mettertijd
haar sympathie gewonnen, en menigen
blik geslagen in haar zoo gevoelig
hart.
En dit verontrustte en pijnigde haar
Want slechts één man had recht op
haar en haar ziel.,., en die man was
zijn vriend, haar verloofde.
Doch, het was, als wendde deze
meest de oogen af, van het schoone.
wat daar, zoo nabij, op hem wachtte
Al was dit een afwenden, dat haar
niet beleedigde, vol piëteit en devote
liefde-r:
Toch had zij dit liever anders ge
zien..,. Haar van gezondheid en le
venslust blakend lichaam, verlangde
naar meer, dan hij haar gaf... Zij was
er echter verre van, hem hierover
eenig verwijt te maken, zelfs niet in
haar gedachten, daarover was haar
liefde te groot, te vol vertrouwen.
Want vertrouwen op hem, dat deed
ze, met haar geheele ziel, als op een
steenrots, p.
Ze kenden elkaar reeds vanaf hun
kinderjaren, en toen hij haar, nu drie
vér uitgezocht moet worden, daar de
fraude over 10 jaar loopt.
De heer S t r a u b zegt, dat het groot
ste bedrag van de laatste jaren dateert, en
hij meent dat b.v. de dijkgraaf wel wat
missen kan, die spaart toch voor neefjes
nichtjes.
De heer P o 1 e ij wil het bestuur maar
helft laten betalen, de ingelanden zelf
hebben ook schuld. Maar ondanks dat, kan
het bestuur het vertrouwen van de inge
landen niet verder hebben.
De heer Straub Jr.: niet marchan-
deeren, het gaat over centen.
De heer T r i m p e dient nu een motie
die ongeveer als volgt luidt: „de verga
dering, kennis genomen hebbende van het
groote kas-tekort en gelet op de onvol
doende controle, acht het noodzakelijk, dat
deel van dit tekort gedragen wordt
door dijkgraaf en gezworenen en spreekt
zijn afkeuring uit over het gehouden be
heer". Spr. meent, als het bestuur met
deze motie meegaat, dat de ingelanden er
dan verder wel mee samen kunnen wer
ken. Hem zou het spijten, dit bestuur te
moeten missen.
Het rapport.
De heer Pilaar wil gaarne, vóór de
motie in stemming komt, het accountants
rapport hooren.
De heer Magendans leest hierna
het door den h'eer B. K Kraaijeveld uit
gebrachte rapport over de fraude. Het
vangt aan met de opmerking, dat de admi
nistratie door den ontvanger-griffier sinds
jaren uitermate slordig gevoerd werd. Over
verscheidene dienstjaren waren de boeken
slechts zeer ten deele bijgewerkt en niet
fgesloten. Een van dag tot dag bijgehou
den kasboek was niet aanwezig. Verschil
lende gegevens ter nauwkeurige bijwerking
waren niet meer voorhanden, zoodat het
resultaat met eenig voorbehoud aanvaard
moet worden, al kunnen verschillen van
eenig belang uitgesloten worden geacht.
Uit de cijfers blijkt, dat het goed slot
op 25 April'32 moest bedragen f 35.198,38,
er was echter een schuld van f 42.764,85
zoodat het tekort bedraagt f 77.963,23.
Tenminste reeds een tiental jaren zijn te
korten aanwezig, welke van jaar tot jaar
grooter zijn geworden. Volgens een opper
vlakkige becijfering was het verloop aldus;
1923 f 11.000; 1924 f9000; 1925 f22.000
1926 f26.000; 1927 f 19.000; 1928 f31.000
1929 f31.000; 1930 f56.000 1931 f68.000
1932 f77.000. Maar waarschijnlijk is het
meer geleidelijk gegaan, wat echter niet
vastgesteld kon worden, doordat gegevens
ontbreken, posten niet op tijd geboekt zijn.
enz.
Voorts werden uitgaafposten dubbel ge
boekt, inkomsten niet geboekt, uitgaven ge
boekt, die niet gedaan werden; betalingen
geboekt, die nog moesten plaats vinden enz
De heer Pilaar meent, dat het rap
art wel een eenigszins anderen kijk op de
zaak geeft, misschien gaat de fraude nog
verder terug dan 10 jaar. De gegevens zijn
te vaag om het huidige bestuur geheel ver
antwoordelijk te stellen. Hij zal de motie
Trimpe niet steunen.
De heer Kakebeeke sluit zich bij
deze woorden aan. Hoe hard het geval ook
is, men moet er zich bij neerleggen, want
het is niet mogelijk het tekort thans ver
effend te krijgen op een wijze die billijk
Het huidige bestuur is voldoende gestraft
door het besef van zijn schuld verder mee
te moeten dragen. Er zijn harde woorden
gezegd over mannen, die verder in de maat
schappij een beduidende positie vervullen
Men moet het pijnlijke hiervan beseffen en
het er bij laten.
De heer P o 1 e ij wil hierna de motie
Trimpe niet langer steunen, maar stelt voor,
zich in de clementie van het bestuur aan te
bevelen en dan eens aan te zien, wat dit
doen zal. Verder zegt spr., dat het voor
den heer Kakebeeke, gezien de financieele
zijde der zaak, gemakkelijker is zoo te
spreken dan voor vele anderen der aan
wezigen.
De heer Magendans wijst er op,
dat er op het oogenblik geen f 77.000 in
kas moet komen en de vraag is ook, of de
ingelanden wel iets meer zullen moeten
gaan betalen Het tekort op de Bank moet
echter weg. Verder zal het tekort verdis
conteerd worden.
De heer Trimpe zal het woord
.noodzakelijk" in zijn motie vervangen door
„wenschelijk"en na nog eenige bespreking
schrapt hij het geheele gedeelte dat ge-
■waagt over het dragen van het tekort door
het bestuur.
De heer Straub Jr.: maak er een
bewijs van goed gedrag van! (Vroolijk-
heid).
Daarna wordt de motie, die dus al
leen het gehouden beheer afkeurt, met 121
stemmen vóór, 18 tegen en 14 blanco, aan
genomen.
De voorzitter stelt hierna zeker
heid en salaris van den nieuwen ontv.-
griffier aan de orde. De borgtocht wordt
bepaald op f54.000 en het salaris, met 126
tegen 32 stemmen op f 2800, met 5 jaarlijk-
sche verhoogingen van f 100. De tegen
stemmers waren voor f 1800 of f2000. De
instructie zal door een commissie, waarin
tting nemen de heeren Schouten en Po
behandeld worden
Vervolgens wordt besloten, tegen billijke
rente een leening van f 40.000 aan te gaan.
De voorzitter vraagt of de ver
gadering meent, dat de huizen, die de borg
tocht vormen van den overleden ontvan
tout prix verkocht moeten worden
ger.
Spreker zou b.v. het huis op de Kade, niet
voor b.v. f 6000 of f 8000 weg willen doen
Temeer daar dit mogelijk als polderhuis
dienst kan doen.
De heer P o 1 e ij wil het bestuur blanco
andaat geven.
De voorzitter: ik bedank den
heer Poleij voor het groote vertrouwen, dat
hij in het bestuur stelt! Vroolijkheid)
Na nog eenige bespreking wordt aldus
besloten, waarna de voorzitter met dank
aan de ingelanden voor hun tegenwoordig
heid, de vergadering te ruim half zes sluit.
jaar geleden, op haar zeventiende,
ernstig vroeg, zijn verder leven met
hem te gaan, had ze zonder aarzelen
haar hand ïn de zijne gelegd.
Dienzelfden dag had hij haar ook
zijn plannen ontvouwd, heel zijn toe
komst bouwend op de toezegging van
zijn patroon, dat hij over zes jaar het
opzicht zou krijgen over een van hun
plantages in de Oost. Elke zes jaar
kwamen de opzichters van daar terug
en werden dan, indien mogelijk, weer
vervangen door hun voorgangers
Eén der toen teruggek^menen, had
echter reeds verklaard, niet weer naar
Indië te zullen vertrekken, en voor
dien opengevallen post had de pa
troon hem aangewezen, hem aanra
dend, zich reeds nu daarvoor te gaan
bekwamen. En hij was van plan, zich
met al zijn energie, aan zijn nieuwe
taak te wijden.
„Zie je, Tilly", had hij toen be
sloten, „en enkele weken vóór ons
vertrek naar de Oost, zullen we dan
huwen/.v-"
Huwen!., wat een heerlijke belofte
had dat niet voor haar ingehouden...
Huwen.,, met hem... haar alles... Die
zes jaar wachten, leken haar zoovele
weken... Indië was een sprookjesland.
En goudglanzend had zij hun toe
komst voor zich gezien.:.
Sindsdien nu, waren drie, betrek
kelijk eentonige jaren verloopen. Ze
was van 17, achttien, van achttien
negentien en van negentien, twintig
geworden. En nu, op haar twintigste
behooren Aspirin-Ta
bletten, want op reis
staat U in 't bijzonder
aan het gevaar van
kouvatten bloot.
Let op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 ets.
gen op landbouwgebied, die door den Mi
nister worden benoemd, gehoord Gedepu
teerde Staten.
De kamer voor crisispachtzaken behan
delt en beslist zoo spoedig mogelijk en
geeft een met redenen omkleede beslissing.
Bij deze beslissing omtrent geheele of
gedeeltelijke ontheffing van de verplichting
tot betaling wordt gelet op de uitkomsten
van vroegere jaren, gedurende welke het
gepachte door denzelfden pachter van den
zelfden verpachter was gepacht.
Ook de kamer voor crisispachtzaken is
bevoegd zoodanige personen op te roepen
als getuigen of deskundigen ter harer voor
lichting, indien zij dit noodig acht. De per
sonen'zijn verplicht te verschijnen en de
gevorderde voorlichting te verleenen.
Aan belanghebbenden worden geen kos
ten in rekening gebracht.
Wanneer de kamer voor crisispachtza
ken beslist, dat een reeds betaalde termijn
behoort te worden verminderd, bepaalt zij
tevens den dag voor welken het te veel
betaalde moet worden teruggegeven.
DE CRISIS-PACHTWET.
De hoofdbe
palingen.
De crisis-commissie uit de Zeeuwsche
Landbouw-organisaties schrijft ons
Nu de crisis-pachtwet in de Eerste Ka
mer is aangenomen, meenen wij goed te
doen om belanghebbenden te wijzen op de
hoofdbepalingen dezer wet.
De crisis-pachtwet geldt voor pachtover
eenkomsten, die aangegaan zijn vóór 1 Ja
nuari 1932 en is van toepassing op a 1 1 e
termijnen van pachtprijzen vervallen na 12
Februari 1932, ook indien deze reeds moch
ten zijn betaald.
Als algemeene regel geldt, dat een pach
ter, die van oordeel is, dat van hem in ver'
band met de beerschende buitengewone
tijdsomstandigheden niet in redelijkheid kan
worden gevorderd, den bedongen pacht
prijs te voldoen, telkens uiterlijk binnen 14
dagen na het vervallen van eiken termijn,
zich bij verzoekschrift kan wenden tot een
kantonrechter, binnen wiens kanton het ge
pachte of grootste deel daarvan gelegen is,
ten einde geheele of gedeeltelijke onthef
fing van de betaling te bekomen.
Zoolang op een tijdig ingediend ver
zoekschrift niet is beslist, wordt de ver
plichting tot betaling van den pachttermijn
opgeschort. Zoo spoedig de wet in wer
king treedt, kan echter binnen een
maand voor de termijnen, die tusschen
12 Februari J.l. en den dag der inwerking
treding zijn vervallen nog een verzoek
schrift worden ingediend.
Men lette dus op den dag van inwer
kingtreding
Bij het opmaken van verzoekschriften
zullen de secretariaten der landbouw-orga
nisaties wel van voorlichting willen dienen
Hoe is nu de werking"der wet?
Is een verzoekschrift bij den kanton
rechter ingekomen, dan worden verpachter
en pachter zoo spoedig mogelijk opgeroe
pen en zal getracht worden een voor bei
den aannemelijke regeling te bewerkstelli
gen. Daarbij kan de kantonrechter zooda
nige personen oproepen, wier verhoor hij
dienstig acht.
Komt een regeling niet tot stand, dan
worden pachter en verpachter opgeroepen
ter zitting van de kamer voor crisispacht
zaken. Deze bestaat uit den kantonrechter
als voorzitter en twee niet tot de rechter
lijke macht behoorende personen, die des
kundig zijn ten aanzien van de verhoudin-
Tot zoover de wet. Nog kan worden op
gemerkt, dat de pachters zich desgewenscht
kunnen doen bijstaan. Hoewel de pacht-
verhoudingen in Zeeland in het algemeen
niet te wenschen overlaten, en het overleg
tusschen pachters en verpachters in vele
gevallen heeft geleid tot pachtverminde-
ring, zijn er nog meerdere gevallen, waar
dit niet het geval is en waar dus blijkbaar
alleen de crisispachtwet een bevredigende
oplossing kan brengen om de financieele
ondergang van den pa^alij^^ voorkomen.
zag zij het leven met andere oogen
dan toen.*. Niet, dat zij hem minder
liefhad, niet, dat zij opzag tegen het
vertrek van hier, of het leven daar
ginds... maar het waren de drie nog
blijvende jaren, die haar nu eindeloos
schenen../
In de drie voorbijgegane jaren, waren
er oogenb/ikken geweest, dat zij zich.
wanhopig schreiend, op bed had ge
worpen, handen wringend zïch afvra
gend, waarom die .tijd toch zoo lang
zaam ging..'.
Twee, drie dagen achtereen, zag zij
haar aanstaande soms niet, die maar
werkte, aldoor maar werkte, met
taaie volharding... Een volharding, die
zij, ondanks alles, toch bewonderde...
De ze/fde volharding, die ook zijn
vriend vertoonde, in diens hofmakerij
aan haar. Zijn vriend, dien zij soms
meer zag dan hemzelf. Die al wat
mogelijk was deed, om maar in haar
nabijheid te zijn, haar steeds volgend
met zijn geslepen, dubbelzinnige uit
drukkingen, met in zijn oogen, immer
die vleiende, maar toch brutaal-be
geerige uitdrukking.
Want dit wist zij sinds lang, dat hij
haar beminde,en ondanks zichzelf;
streelde dit haar, dat hij, met zijn
uiterlijk, zijn charme, en zijn geld
haar het eenvoudig meisje begeerde.
Het was waar, er gingen praatjes
over zijn stille amourettes, maar was
dit niet enkel vuige laster van met
oude dochters zittende moeders, was
wel iemand beveiligd tegen kwaad
PLAATSELIJK NIEUWS.
HEINKENSZAND.
„Tuinbouwvereeniging".
Dinsdagavond 1.1. hield de Tuinbouw
vereeniging „Heinkenszand en Omstreken"
een algemeene ledenvergadering, onder lei
ding van den voorzitter, den heer C. Nijsse.
Deze deelde mee, dat het de bedoeling van
het bestuur was geweest, dat het vervoer
van de kruisbessen gezamenlijk
schieden, evenals de verkoop. D;
onmogelijk, daar de prijzen der k
van dien aard zijn, dat in vele ge
geplukt zal kunnen worden. De
ren heden ter veiling uiterst laa
op 't oogenblik hard gewerkt
ringssteun ook op dit artikel t
doch zoover is het thans nog I
schillende feiten blijkt, dat de
stiefmoederlijk wordt bedeelden,
prijzen het toelaten, zoo wnen-
zullen de aardbeien ook ditieslo-
lijk verkocht en vervoerd en ge-
ten wordt verder, om ook wordt,
zamenlijk te verkoopen. dat de
dat er een flink kwantum de ge-
tusschenhandel daardocv k.noeien^^^^^|
legenheid zal zijn met d ^P^T^v^"
KAPELLE.
B. en W. dezer gemeente benoemden als
gemeente-bode met ingang van 1 Juli a.s.,
de heer J. W. Christiaanse, alhier.
KRUININGEN.
Tot tijdelijk onderwijzer aan de Bijzon
dere School alhier, is benoemd de heer H.
L. A. Kok te Vlissingen.
Met de Staatscourant van 8 Juni zijn
verzonden afdrukken van de akten van de
N.V. C. Minnaar, alhier.
sprekendheid, en vingen hooge hoo
rnen niet den meesten wind?.,1. Jioe
het ook was, haar had hij lief, daar
hadden die jaren haar nu wel van
overtuigd..,. En, omdat er ook iets
in hem was, dat haar trok, beangs
tigde de toestand haar.:. Vreesde zij
het moment, dat komen moest,, dat
hij haar zijn liefde aanbieden zou.., En
het opzien tegen dit oogenblik, naast
het verlangen naar den dag van haar
huwelijk, maakten, haar den tijd tot
een marteling..,
„Tilly!
Verschrikt zag ze op.
„Ja?"
„We krijgen een wals, zullen wij
die?"..,
Ze wilde weigeren, enkele bedan
kende woorden mompelen, ipaar reeds
stond hij voor haar, licht nijgend, aen
arm noodend gebogen en ze glim
lachte slechts, en volgde hem.:. Ze
vo/gde hem, en liet zich meevoeren
door al die kleine lieve, balzaalge
luiden, die haar als met open armen
opnamen..;
Daar was zacht praten, fluisteren,
en lachen van menschen, ritselen van
kleeding, schuifelen van voeten over
den vloer, en, heel in de verte ge-
klink van glazen... en dit alles, mo
notoon verdoezeld door de dróöme-
rige muziek van de wegslepende wals..
Dan was er nog geschitter van kleuren
oplichtend en verglijdend, toover-
achtig aandoend, onder het schijnsel
der kristallen kronen, die, niet de