Rechtszaken
Gemengd Nieuws.
DE DRIEVOUDIGE MOORD.
De schoten gehoord.
Bij de voortzetting van de behande
ling van den drievoudigen moord te
Putbroek legden verschillende getui
gen verklaringen af over de schoten,
die door hen in den moordnacht ge
hoord zijn.
De landbouwer Beckers, uit Poster-
holt, wordt door den president ver
manend toegesproken om niets voor
zich te houden over stroopersgeschie-
denissen e. d.
Getuige zegt niets af te weten van
de strikken die Willem Kersten langs
het bosch had gezet. Wel had men
hem verteld van strikken van Roer
mondenaren. Hij en twee vrienden had
den honden bij zich in den moord
nacht. Opeens jankte een van de die
ren, alsof hij met zijn snuit tegen een
strik was geloopen of een schop had
gekregen van iemand, die zich verdekt
had opgesteld. Even later zag getuige
aan den anderen kant van den weg
iemand staan in de schaduw van een
denneboom. Die man was van het
postuur van den oudsten verdachte.
President: Kunt gij met zekerheid
zeggen dat hij het was?
Getuige: Neen, ik schrok zoo dat ik
toen niets tegen hem zei en gauw weg
ben gegaan. Ik was immers alleen op
dat oogenblik.
President: Wat had hij op zijn
hoofd?
Getuige: Een pet en hij stond wat
voorover, alsof hij op iets leunde.
De volgende getuige, de 17-jarige
Lambert Reynders, die vlak bij de
plaats van den moord woont, weet dan
mede te deelen, dat de oudste ver
dachte den dag voorafgaande aan den
moordnacht, bij zijn ouders kwam en
zeide dat hij den vorigen avond Wil
lem Kersten en nog iemand was tegen
gekomen, ieder met een knuppel. „Die
waren zeker op een konijntje uit en
verdachte moest daarvan niets heb
ben".
Die zijn we k w ijt.
Tegen den St. Odiliënbergschen die
naar van politie Linssen heeft de
jongste verdachte eens gezegd, dat
Roubroukx een opschepper was en dat
hij het eens met hem aan den stok
had gehad. „Maar," voegde hij er aan
toe, „ik ben niet bang voor hem." Na
de verdwijning van Roubroukx zeide
de jongste verdachte tot dezen getui
ge: „Die zijn wij kwijt. Er zijn nog
meer van die stroopers, die moeten
ook nog weg." (Beweging in de zaal.)
Met een onverschillig, bijna lachend
gezicht bestrijdt de zoon het zoo te
hebben gezegd. Wel heeft hij met ge
tuige gesproken, doch over geweld
pleging of zoo iets heeft hij het heele-
maal niet gehad.
De naaister Margaretha Thoolen uit
Pey onder Echt, dan als getuige ge
hoord, is verloofd geweest met Rou
broukx, die haar vaak zeide, dat hij
bang was voor den jachtopziener en
zijn zoon. De vader had hem wel eens
een schot in zijn buik gegeven en hem
toen laten liggen in de hei. Later had
verdachte gezegd: „Als ik je weer te
genkom, kom je er niet zoo makkelijk
af."
Roubroux klaagde vaak over pijn in
de linkerzij, na die eerste schietpar
tij, en naar de deskundige, dr. Hulst,
nu verklaart, zijn bij de sectie op
die plek nog hagelkorrels aangetrof
fen; die waren duidelijk van een oud
schot.
De oudste verdachte noemt het heel
vreemd, dat Roubroukx, wanneer hij
door hem geschoten zou zijn, geen
klacht heeft ingediend.
Officier van justitie: Er zijn wel
meer menschen door den oudsten ver
dachte bedreigd of met hagel gescho
ten, die ook geen klacht hebben inge
diend. Het lijkt er toch wel veel op,
dat gij niet zachtzinnig tegen de men
schen optradt."
fn den nacht van 12 op 13 Novem
ber 1927 was de volgende getuige, de
mijnwerker Nelissen uit Nieuwenhage,
met Roubroukx en nog iemand in het
bosch, toen zij door veldwachter Theu-
wissen en den oudsten verdachte wer
den aangehouden. Er viel een schot
en getuige bleek een schroeigaatje in
zijn overjas onder den rechterarm te
hebben.
De oudste verdachte: Ik heb niet op
hem gemikt, gewoon in den grond ge
schoten als waarschuwing.
Ook op den mijnwerker Graus bleek
de jachtopziener op een middag in
het najaar van 1931 te hebben gescho
ten. De kogel sloeg dicht naast hem
in een boom. Het was een revolver
schot op een afstand van 10 tot 15 M.
gelost.
Verdachte noemt dit ook een waar
schuwingsschot; hij heeft heelemaal
niet gemikt.
Een anoniem schrijven.
De officier van Justitie deelt ver
volgens mede, dat in het Huis van Be
waring een anoniem schrijven, te Ge-
mert gepost, is ontvangen, bestemd
voor den oudsten verdachte. Hierin
wordt geschreven, dat de zaak als de
zoon maar zijn mond houdt, in orde is.
„Maar als dat meisje van hem uit
Posterholt gaat spreken, ben je ver
loren, want die weet te veel," aldus
staat in den brief.
In verband hiermede heeft de offi
cier dit meisje alsnog gedagvaard.
Wanneer zij binnenkomt schuift de
jongste verdachte onrustig op zijn
bank heen en weer en bijt zenuwachtig
op zijn lippen. Het meisje blijkt even
wel niets bijzonders te vertellen te
hebben. Over het anonieme schrijven
haalt zij de schouders op, waarop zij
mag gaan zitten.
Als laatste getuige wordt dan ge
hoord de veldwachter Theuwissen uit
Posterholt. Twee dagen voor het mis
drijf heeft hij met den vader een drie
tal stroopers aangehouden. Op den
avond van den moord heeft getuige
beide verdachten aangetroffen in een
café te Posterholt.
Pres.: Is er toen tusschen jullie over
gesproken, dat er strikken stonden,
die bewaakt moesten worden?
Getuige: Neen, daar hebben we toen
niet over gesproken.
Pres.: U ging toch wel eens mee met
verdachten in de bosschen?
Getuige: Ja, dat gebeurde wel.
Op den bewusten avond was hij te
gen elf uur uit hef café gegaan. Beide
verdachten waren per fiets; getuige
ging loopende naar huis.
Pres.: Bent u dan niet Zaterdags
morgens bij de verdachten vandaan
gekomen?
Getuige: Neen.
Pres.: Er zijn toch twee getuigen, dio
pertinent verklaren u dien ochtend
in de buurt te hebben gezien.
Getuige: Laat ze maar volhouden
wat ze willen.
Pres.: U hebt ook eens gezegd: ik
weet er meer van dan alle heeren bij
elkaar. Wat bedoelde u daarmede?
Getuige: Dat heb ik niet gezegd.
Pres.: Dat is wel waar. Het zijn drie
betrouwbare getuigen, die dat gehoord
hebben.
Requisitoir.
In de middagzitting van de recht
bank krijgt om ruim halfvier de subst.
officier mr. P. J. W. Rieter, het woord
om zijn standpunt uiteen te zetten
in zake de Putbroeksche moordzaak.
Onder ademlooze stilte vangt hij aan,
de daad, die zich in den nacht van
27 op 28 November in hoogstens lt/a
minuut aan den zoom van de Annen-
daalsche bosschen heeft afgespeeld,
onbeschrijfelijk wreedaardig en ont
zettend onmenschelijk te noemen. Drie
jonge menschen zijn op afschuwelijke
wijze afgeslacht en als dierlijke kada
vers in een kuil gestopt.
Het is met geen pen te beschrijven
en evenmin onder woorden te bren
gen, wat daar is geschied. Hef is een
sluipmoord, die zijn weerga niet vindt,
een wreedheid, die men alleen in de
wildernissen der oerwouden mogelijk
zou achten. Ik persoonlijk, die maan
den achtereen met deze zaak ben bezig
geweest, kan er mij geen beeld van
vormen. In mijn geest hoor ik, nadat
de eerste was neergelegd, de twee an
deren kermen en roepen om genade,
schreeuwen om vader en moeder. On
willekeurig verplaats ik mij dan ook
in de cel bij de verdachten, die toch
in hun slaap en hun eenzaamheid ge
kweld moeten worden door al het ont
zettende dat zij hebben teweegge
bracht en aanschouwd. Ook het ver
bergen der lijken is meer 'f werk van ver
scheurende dieren dan van menschen.
Bewijsvoering.
Dat deze verdachten de daders zijn
en niemand anders ter wereld, daar
van is iedereen overtuigd. (Daverend
applaus en gejuich op de publieke tri
bune en onder de getuigen. De presi
dent dreigt bij herhaling de zaal te
zullen ontruimen). Spreker zelf zei
evenals de opperwachtmeester der
marechaussee spontaan: „Dat moet v.
d. Elzen hebben gedaan." Niemand an
ders immers had er belang bij om zoo-
iets te doen. Wien anders interesseert
het, dat stroopers opereeren in het
jachtterrein waarover verd. oplichter
is, dan hijzelf. Is het sterkste bewijs
niet hierin gelegen, dat de jachtopzie
ner, toen men hem de ontdekking der
lijken vertelde, niet terstond opsprong
om te gaan zien, wat op het territoir,
waar hij zoowat koninkje over speel
de, was geschied? En Zondagmiddag
zat hij nog rustig thuis en heeft geen
oogenblik zijn diensten aangeboden.
Het is dan ook onaannemelijk, dat
deze jachtopziener, die midden in den
barsten winternacht, als hij een schot
in zijn bosch hoorde, ongekleed naar
buiten ging om den strooper te pak
ken, bij het hooren van minstens 12
schoten, dicht bij zijn huis, juist dezen
nacht rustig zou blijven slapen. Voor
spr. staat dan ook vast, dat verd. dien
nacht niet thuis was.
De sterkste aanwijzing tegen den
zoon is zijn uitlating tegen wachtmees
ter Houterman en veldwachter Pauls-
sen bij zijn aanhouding op Dinsdag
avond 1 December: „Wat heeft Theu
wissen dan gezegd?"; dezelf
de Theuwissen, met wien vader en
zoon den vorigen avond in gezel
schap waren geweest en wien getuigen
reeds om 7 uur van den Annendaal
zagen komen.
Tal van getuigen hebben verklaard,
hoe speciaal de vader er nimmer tegen
opzag om op stroopers te schieten en
ze te bedreigen met schietwapenen.
Spr. reconstrueert dan den moord,
en zet uiteen, dat, volgens de verkla
ringen der deskundigen, er geen twij
fel is, of de slachtoffers zijn vermoord
met de wapens der verdachten.
De strafmaat.
Wat ten slotte de strafmaat betreft,
betoogt de Officier dat verzachtende
omstandigheden nergens zijn te ont
dekken. Integendeel, alleen verzwa
rende. Natuurlijk moet wel een on
derscheid gemaakt worden tusschen
de rol van den vader en die van den
zoon. Dat de zoon, die zich bereid
heeft verklaard zijn vader te helpen,
wanneer het noodig mocht zijn, een
zelfde starre houding aanneemt als
deze is te begrijpen. Zou hij immers
iets bekennen, dan zou hij zijn vader
moeten verraden. Het slechte voor
beeld, dat de vader geeft, heeft hem
ook slecht doen volgen.
Het is onbegrijpelijk, aldus de Of
ficier, hoe de vader tot zoo'n schrik
barende daad is kunnen komen. Hij
was een jachtopziener in hart en nie
ren, die leefde voor zijn jacht en bij
nacht en ontij er op uit trok om alles
te weren, dat zijn jacht kon schaden,
niet alleen vossen en dassen, maar ook
stroopers. Dat hij ten slotte er toe kon
overgaan om deze medemenschen dood
te schieten, is alleen te verklaren
door een totale verwildering bij hem
aan te nemen, waaraan waarschijnlijk
het drankmisbruik, waaraan hij zich
den laatsten tijd schuldig maakte, niet
vreemd is. Zich nadrukkelijk tot den
vader wendend houdt de Officier de
zen voor, dat hij voor zijn misdaad
zwaar zal moeten boeten. Eindeloos
leed heeft hij gebracht in twee fami
lies en de toekomst van den zoon
voorgoed bedorven. Voor zoo iemand
is in een beschaafde maatschappij als
de onze geen plaats meer.
Aan het slot van deze overwegingen
requireerde de Officier veroordeeling
van den zoon wegens poging tot moord
tot een gevangenisstraf van twaalf jaar
en tot veroordeeling van den vader
wegens moord driemaal gepleegd tot
levenslange gevansgenisstraf.
Bij het hooren van deze eischen gaat
er een rilling door de zaal en slechts
door luid gebel weet de president het
geroep, applaus en gejuich van het pu-
pliek op de tribune te bezweren.
Uiterlijk onbewogen hebben de ver
dachten het geheele requisitoir, waar
van het uitspreken ruim vijf kwartier
heeft geduurd, aangehoord. Slechts
wanneer de Officier, die in levendige
kleuren het misdrijf schildert, den ver
dachten den spiegel voorhoudt, waarin
zij kunnen lezen hoe de openbare ver
volger hun persoonlijkheid en menta
liteit heeft gezien, trekt het bloed
langs hun kaken omhoog en krijgen
hun oogen voor het eerst in deze da
gen iets van een opgejaagd dier.
De verdediging.
Mr. Tripels, de verdediger, zette in
den breede uiteen, dat hij de deskun-
dige-verklaringen, geen voldoende be
wijs voor de schuld van verdachten
acht. Voorts is het z.i. ook mogelijk,
dat een derde bij het geval betrokken
is. De rechters zullen wel bedenken,
aldus spr., te moeten vonnissen naar
recht en waarheid. De rapporten mo
gen niet het vonnis zijn. De vox populi
roept echter om wraak. Vol vertrou
wen op het rechtvaardigheidsgevoel
der rechters concludeert pl. dan ook
tot vrijspraak.
Re- en dupliek brachten verder geen
nieuws.
Op een vraag van den president ant
woorden beide verdachten dat zij on
schuldig zijn en verder niets kunnen
verklaren. De uitspraak wordt bepaald
op 14 Juni a.s.
In hooger beroep.
Door F. v. O., 27 jaar, zonder beroep,
te Biezelinge, is hooger beroep aangetee-
kend tegen het vonnis van den Politierech
ter te Middelburg, van 24 Mei 1932, waar
bij hij wegens mishandeling is veroordeeld
tot f 15 boete o£ 5 dagen hechtenis.
Noodlottige twist.
Te Venlo heeft een ernstige vecht
partij plaats gehad. Reeds geruimen
tijd bestond een familietwist tusschen
den 50-jarigen J. van T., wonende aan
de Jodennstraat en zijn 22-jarigen
schoonzoon, die in een noodwoning
in Genoy woont. Toen de beide man
nen elkaar ontmoetten, laaide de oude
veete weer op. Van T. haalde een
mes te voorschijn en bracht zijn
schoonzoon een steek in de linker
zijde toe, waardoor een long werd
geraakt. Geneeskundige hulp was spoe
dig ter plaatse. De politie hield den
dader aan en stelde hem in arrest.
Een geneesheer verbond het slacht
offer, dat niet mocht worden ver
voerd, ter plaatse waarna hij naar de
nabijgelegen ouderlijke woning werd
gebracht.' De toestand van den jonge
man is hoogst ernstig.
Dichterlijke gevangenisdirecteur.
De directeur van een kleine gevan
genis in Z.O.-Frankrijk is door den
disciplinairen raad ontslagen, omdat
hij de gevangenen in vrijheid had
gesteld, ten einde zelf gelegenheid te
hebben... gedichten te maken. Ter
rechtvaardiging van den gevangenis
directeur moet gezegd worden, aat
hij eerst andere middelen had ge
probeerd om zich aan de dichtkunst
te kunnen wijden, zonder dat hef ge
vangenis-regime hieronder zou lijden.
De kille eentonigheid van de gevange
nis bleek echter niet bijzonder ïnspi-
reerend te werken. Het duurde dan
ook niet lang, of de dichter bracht
het grootste deel van den dag buiten
de gevangenismuren door met het ge
volg, dat de gevangenen hun eten
niet op tijd liéregen. Er kwam een
oproerige geest onder de gedetineer
den, waardoor de directeur op an
dere gedachten (k wam, d.w.zt hij be
sloot de gevangenispoort open te zet
ten en de bewoners vrijaf te geven.
De meesten maakten hiervan een
dankbaar gebruik, en niemand hoorde
meer iets van hen. Een was echter
zoo tactloos om opnieuw een strafbare
daad te verrichten, welke hem in aan
raking bracht met de politie. Toen
de politie de boeken nasloeg, bleek
dat de ,man nog goed en wel in
de gevangenis zou moeten zitten.
„In naam van Oranje".
De stadsbeiaardïer te Sneek de
heer Van Bergen, kwam dezer dagen
na het bespelen van het carillon, tot
de onaangename ontdekking dat hij
in den toren gesloten was. Werklieden
die eenige reparaties hadden verricht
schenen de deur op slot gedaan te
hebben.
Maar geen nood.... De heer Van
Bergen spoedde zich haastig weer
naar boven en beierde op zijn caril
lon eenige (malen de eerste regels
van „In naam van Oranje, doe open
de poort". Dit trok al spoedig de
aandacht van eenige ingezetenen. De
stadsklok'kenmaker werd gewaar
schuwd en deze bevrijdde spoedig
den beiaardier.
Auto-bandieten.
In de „Gelderlander" lezen wij:
Zaterdagavond jl. fietse op den
Steenweg van Zieuwent naar Ruurlo
een ongeveer 18-jarig meisje. Haar
passeerde een auto, die vaart vermin
derde toen hij in de buurt van het
meisje was. Tegelijkertijd stapte een
man uit den auto, die hef meisje van
de fiets trok. Hij wierp het rijwiel
in een sloot langs den weg en trok
het meisje bij zich in den auto.
Een landbouwer, die juist in de
buurt op het land aan het werk was,
zag dit alles in een minimum van tijd
gebeuren en wilde het meisje te hulp
snellen, doch bij zijn komst was de
auto reeds verdwenen, terwijl hij het
nummer niet meer kon opnemen.
Een paar uur later passeerde de
zelfde auto in snelle vaart denzelf
den weg. Een andere landbouwer zag
het meisje aan den buitenkant van
den auto hangen, zich krampachtig
vasthoudend om niet te vallen. Een
der inzittenden sloeg echter zoolang
op haar handen, dat het meisje den
auto moest loslaten en met een har
den slag op den grond viel.
De landbouwer, die reeds te hulp
was gesneld en ter plaatse kwam,
kon nog juist constateeren, dat de
auto geen nummerbord meer had. Het
meisje werd in bewusteloozen toe
stand de woning van den landbouwer
binnengedragen, waar het Zondag
avond nog niet bij kennis was ge
komen.
Balkon neergestort.
Woensdag heeft een ernstig ongeval
plaats gehad aan de Zuidhoek te
Chalois. Bij een in aanbouw zijnd pand
waren twee loodgieters bezig met
werkzaamheden aan een betonnen
balkon toen plotseling het geheele bal
kon naar beneden stortte. De 41-ja-
irige loodgieter G. de Wit kon zich
nog juist bijtijds aan een balk vast
grijpen, doch zijn collega, de 19-ja-
rige C. Siermans uit de Kruizemunt-
straat te Rotterdam vie/ met het be
ton mee. Met een groote gapende
wonde aan zijn rug werd de man
naar het ziekenhuis aan den C00T
singel te Rotterdam overgebracht. De
draad, waarmede de betonnen blok
ken van het balkon aan elkaar werden
bevestigd, is door de politie in beslag
genomen.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillll
Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie,
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid
illWilliIIIIIIIIImin
BURGERLIJKE STAND
VAN GOES.
ELLEWOUTSDIJK.
Gehuwd: 12, Hendrikus Kiters 26 j. en
Maria Janna Smallegange 26 j.
Overleden (te Goes): 24, Andries Jan
van der Hage 13 j.
Ingekomen: Wilhelmina Wagemaker, uit
Borssele; Sara Jacoba Maat, uit 's-Hee-
renhoek.
Vertrokken: Jacomina Sinke, naar Bors-
ele; Maria Janna Smallegange, naar 's-Gra-
venhage, Chasséstraat 16.
KATTENDIJKE.
Geboren: 13, Johanna Sophia d.v. Jo-
hannis Cornelis Neels en Maatje van Oos
ten: 12, Johanna d.v. Frans Wisse en Jo
hanna Wilhelmina Klap; 14, Cornelis z.v.
Jacobus Johannis Bal en Wilhelmina van
der Vliet; 18, Willem Johannis z.v. Abra
ham de Waard en Pieternella Oele; 18,
Jacobus z.v. Adriaan Braamse en Anthona
den Boer; 21, Adriaantje Johanna d.v. Ja
cobus Adriaan Pieter Eversdijk en Krina
Jacoba Paauwe, te St. Maartensdijk.
Overleden: 12, levenloos aangegeven een
kind van Jan Cornelis Brandt en Adriana
Braamse.
KRUININGEN.
Ondertrouwd: Abraham Kievit 24 j. en
Cornelia Adriana Quist 25 j.; Johannis Pie
ter van As te Goes en Elizabeth Maatje
Janse.
Gehuwd: Marinus Kole en Durftje Cor
nelia Wondergem; Dignus Meijer 23 j. en
Laurina Pekaar 21 j.; Laurus Dingenus
Paauwe 26 j. en Jacoba Jacomina Felius
24 j.; Abraham lóevit 24 j. en Cornelia
Adriana Quist 25 j.; Johannis Pieter van
As te Goes en Elizabeth Maatje Janse.
Overleden: Boudewijn Bouterse 81 j.,
weduwnaar van Maria Wabeke
WEMELDINGE.
Ingekomen: J. van de Linde en gezin,
van Kruiningen (Hansweert) C 53, naar
Oosthoek C 2; P. Zwartepoorte, van Bus-
sum, Lindelaan 14, naar Wilhelminastraat
B 142; P. v. d. Cingel, van Goes, Vos-
naerstraat 14, naar Nieuwendijk C 107; W.
F. Poelman, van Velsen, Hogerlingenweg
18, naar Kanaal B 126; F. Ruisaard, van
Kloetinge A 141, naar aan boord m.s.
„Egalité".
Vertrokken: M. Meijaard, naar 's-Gra-
venhage, Laurierstraat 139; A. Ruisaard
en gezin, naar Dordrecht, Groothoofd
poort; A. Paauwe, naar Kattendijke.
YERSEKE.
Geboren: Maria Jacoba d.v. Olievier
Koster en Johanna Spijk: Neeltje d.v. Jan
van Iwaarden en Johanna Jannetje Huige;
Cornelia d.v. Foort van Oosten en Corne
lia Johanna Philipse; Jan z.v. Lijn de Jonge
en Cornelia Glerum.
Ondertrouwd: Jan Mol 26 j. jm. en Pie
ternella van Stee 26 j. jd.; Arie Vroeginde-
weij 27 j. jm. te Dirksland en Henriëtte
Roozee 25 j. jd.; Jacobus Kooman 27 j. jm.
te Wemeldinge en Elizabeth Rijkse 25 j. jd.
Gehuwd: Martinus Ganseman 26 j. jm.
te Kapelle en Klazina de Koeijer 23 j. jd.;
Jan Mol 26 j. jm. en Pieternella van Stee
26 j. jd.
Overleden: Pieter van Noorden 30 j.,
echtgenoot van Pieternella Jacoba de Jon
ge; Joannes Waltheris Jacobus 22 j. z.v.
Adrianus Petrus van Hertum en Adriana
Rijk; Laurina Smits 89 j., weduwe van
Leendert Kopmels; Willem Goetheer 80 j.,
weduwnaar van Janna Huige.
AFLOOP AANBESTEDINGEN,
VERKOOPINGEN EN
VERPACHTINGEN.
HEINKENSZAND. Woensdag werd
door Notaris van Werkum alhier, publiek
verkocht een hoefje, D 9, te Ellewoutsdijk,
met erf en bouwland, groot 1.50.25 H.A.
aan den heer Johs. Mol Czn., te Oude-
lande, voor f 3080,.
VEILINGSVEREENIGING
„K. B. O.", KAPELLE-BIEZELINGE.
Groote veiling van 1 Juni 1932.
Kruisbessen f7 a £8,10 per 100 K.G.
Kleine veiling.
Postelein f 18 a f 22, Spinazie £17, Aard
appels f 1 a f 2, alles per 100 K.G., Krop
sla f 1,60 a f2,80 per 100 krop, Bloemkool
£7 a f9. Zaaibloemen f 3 a f 8, Koolplan-
ten f 9 a 10, Aardbeien f 0,20 a f 0,70, al
les per 100 stuks. Rabarber f 3 per 100 bos,
Aardbeien f 0,81 per K.G.
STAATSLOTERIJ.
5e klasse 11e lijst. Trekking 1 Juni.
f 1000: 10836
f 400: 2336 2904 8762 10814 12378
12390 19526
f 200: 107 5538 8015 9251 12411
16000 17040 18993 20677
f 100: 3438 5824 9258 10793 14107
17022 17808
5e klasse 12e lijst. Trekking 2 Juni.
f 1000: 2993
f 400: 7293 16284 17617 19684
200: 2881 13608 17017
f 100: 1629 5488 7638 9931 12329
14201 14269 17109 18634 20167
MARKTBERICHT.
Middelburg, 2 Juni 1932.
Boter en eieren aangevoerd door Wal-
chersche boerinnen (offic. prijsnoteering):
Boter 0,56.
Kipeieren £2,20.
Eendeieren f 2,50.
Ganseieren 7,.
Kalkoeneieren 5,—.
Aangevoerd door handelaren
Boter f 0,54.
Kipeieren f2,
Eendeieren f2,—.
Ganseieren f6,.
Kalkoeneieren f5,—.
Particuliere prijs: boter 0,65, kipeieren
3,—, poel-eieren f 2,50, eendeieren f 3,.
WATERGETIJEN VOOR
WEMELDINGE.
(Oude tijd).
Dagen
Hoogwater
Laagwater
Vrm.
Nam.
Vrm.
Nam.
4 Juni
3.02
3.27
8.39
9.00
5
3.41
4.06
9.17
9.40
6
4.19
4.43
9.56
10.19
7
4.B9
5.18
10.32
10.54
8
5.36
5.54
11.10
11.35
9
6.17
6.36
11.51
10
7.00
7.20
0.18
0.33