Rechtszaken Gemengd Nieuws. DE DRIEVOUDIGE MOORD. De schoten gehoord. Bij de voortzetting van de behande ling van den drievoudigen moord te Putbroek legden verschillende getui gen verklaringen af over de schoten, die door hen in den moordnacht ge hoord zijn. De landbouwer Beckers, uit Poster- holt, wordt door den president ver manend toegesproken om niets voor zich te houden over stroopersgeschie- denissen e. d. Getuige zegt niets af te weten van de strikken die Willem Kersten langs het bosch had gezet. Wel had men hem verteld van strikken van Roer mondenaren. Hij en twee vrienden had den honden bij zich in den moord nacht. Opeens jankte een van de die ren, alsof hij met zijn snuit tegen een strik was geloopen of een schop had gekregen van iemand, die zich verdekt had opgesteld. Even later zag getuige aan den anderen kant van den weg iemand staan in de schaduw van een denneboom. Die man was van het postuur van den oudsten verdachte. President: Kunt gij met zekerheid zeggen dat hij het was? Getuige: Neen, ik schrok zoo dat ik toen niets tegen hem zei en gauw weg ben gegaan. Ik was immers alleen op dat oogenblik. President: Wat had hij op zijn hoofd? Getuige: Een pet en hij stond wat voorover, alsof hij op iets leunde. De volgende getuige, de 17-jarige Lambert Reynders, die vlak bij de plaats van den moord woont, weet dan mede te deelen, dat de oudste ver dachte den dag voorafgaande aan den moordnacht, bij zijn ouders kwam en zeide dat hij den vorigen avond Wil lem Kersten en nog iemand was tegen gekomen, ieder met een knuppel. „Die waren zeker op een konijntje uit en verdachte moest daarvan niets heb ben". Die zijn we k w ijt. Tegen den St. Odiliënbergschen die naar van politie Linssen heeft de jongste verdachte eens gezegd, dat Roubroukx een opschepper was en dat hij het eens met hem aan den stok had gehad. „Maar," voegde hij er aan toe, „ik ben niet bang voor hem." Na de verdwijning van Roubroukx zeide de jongste verdachte tot dezen getui ge: „Die zijn wij kwijt. Er zijn nog meer van die stroopers, die moeten ook nog weg." (Beweging in de zaal.) Met een onverschillig, bijna lachend gezicht bestrijdt de zoon het zoo te hebben gezegd. Wel heeft hij met ge tuige gesproken, doch over geweld pleging of zoo iets heeft hij het heele- maal niet gehad. De naaister Margaretha Thoolen uit Pey onder Echt, dan als getuige ge hoord, is verloofd geweest met Rou broukx, die haar vaak zeide, dat hij bang was voor den jachtopziener en zijn zoon. De vader had hem wel eens een schot in zijn buik gegeven en hem toen laten liggen in de hei. Later had verdachte gezegd: „Als ik je weer te genkom, kom je er niet zoo makkelijk af." Roubroux klaagde vaak over pijn in de linkerzij, na die eerste schietpar tij, en naar de deskundige, dr. Hulst, nu verklaart, zijn bij de sectie op die plek nog hagelkorrels aangetrof fen; die waren duidelijk van een oud schot. De oudste verdachte noemt het heel vreemd, dat Roubroukx, wanneer hij door hem geschoten zou zijn, geen klacht heeft ingediend. Officier van justitie: Er zijn wel meer menschen door den oudsten ver dachte bedreigd of met hagel gescho ten, die ook geen klacht hebben inge diend. Het lijkt er toch wel veel op, dat gij niet zachtzinnig tegen de men schen optradt." fn den nacht van 12 op 13 Novem ber 1927 was de volgende getuige, de mijnwerker Nelissen uit Nieuwenhage, met Roubroukx en nog iemand in het bosch, toen zij door veldwachter Theu- wissen en den oudsten verdachte wer den aangehouden. Er viel een schot en getuige bleek een schroeigaatje in zijn overjas onder den rechterarm te hebben. De oudste verdachte: Ik heb niet op hem gemikt, gewoon in den grond ge schoten als waarschuwing. Ook op den mijnwerker Graus bleek de jachtopziener op een middag in het najaar van 1931 te hebben gescho ten. De kogel sloeg dicht naast hem in een boom. Het was een revolver schot op een afstand van 10 tot 15 M. gelost. Verdachte noemt dit ook een waar schuwingsschot; hij heeft heelemaal niet gemikt. Een anoniem schrijven. De officier van Justitie deelt ver volgens mede, dat in het Huis van Be waring een anoniem schrijven, te Ge- mert gepost, is ontvangen, bestemd voor den oudsten verdachte. Hierin wordt geschreven, dat de zaak als de zoon maar zijn mond houdt, in orde is. „Maar als dat meisje van hem uit Posterholt gaat spreken, ben je ver loren, want die weet te veel," aldus staat in den brief. In verband hiermede heeft de offi cier dit meisje alsnog gedagvaard. Wanneer zij binnenkomt schuift de jongste verdachte onrustig op zijn bank heen en weer en bijt zenuwachtig op zijn lippen. Het meisje blijkt even wel niets bijzonders te vertellen te hebben. Over het anonieme schrijven haalt zij de schouders op, waarop zij mag gaan zitten. Als laatste getuige wordt dan ge hoord de veldwachter Theuwissen uit Posterholt. Twee dagen voor het mis drijf heeft hij met den vader een drie tal stroopers aangehouden. Op den avond van den moord heeft getuige beide verdachten aangetroffen in een café te Posterholt. Pres.: Is er toen tusschen jullie over gesproken, dat er strikken stonden, die bewaakt moesten worden? Getuige: Neen, daar hebben we toen niet over gesproken. Pres.: U ging toch wel eens mee met verdachten in de bosschen? Getuige: Ja, dat gebeurde wel. Op den bewusten avond was hij te gen elf uur uit hef café gegaan. Beide verdachten waren per fiets; getuige ging loopende naar huis. Pres.: Bent u dan niet Zaterdags morgens bij de verdachten vandaan gekomen? Getuige: Neen. Pres.: Er zijn toch twee getuigen, dio pertinent verklaren u dien ochtend in de buurt te hebben gezien. Getuige: Laat ze maar volhouden wat ze willen. Pres.: U hebt ook eens gezegd: ik weet er meer van dan alle heeren bij elkaar. Wat bedoelde u daarmede? Getuige: Dat heb ik niet gezegd. Pres.: Dat is wel waar. Het zijn drie betrouwbare getuigen, die dat gehoord hebben. Requisitoir. In de middagzitting van de recht bank krijgt om ruim halfvier de subst. officier mr. P. J. W. Rieter, het woord om zijn standpunt uiteen te zetten in zake de Putbroeksche moordzaak. Onder ademlooze stilte vangt hij aan, de daad, die zich in den nacht van 27 op 28 November in hoogstens lt/a minuut aan den zoom van de Annen- daalsche bosschen heeft afgespeeld, onbeschrijfelijk wreedaardig en ont zettend onmenschelijk te noemen. Drie jonge menschen zijn op afschuwelijke wijze afgeslacht en als dierlijke kada vers in een kuil gestopt. Het is met geen pen te beschrijven en evenmin onder woorden te bren gen, wat daar is geschied. Hef is een sluipmoord, die zijn weerga niet vindt, een wreedheid, die men alleen in de wildernissen der oerwouden mogelijk zou achten. Ik persoonlijk, die maan den achtereen met deze zaak ben bezig geweest, kan er mij geen beeld van vormen. In mijn geest hoor ik, nadat de eerste was neergelegd, de twee an deren kermen en roepen om genade, schreeuwen om vader en moeder. On willekeurig verplaats ik mij dan ook in de cel bij de verdachten, die toch in hun slaap en hun eenzaamheid ge kweld moeten worden door al het ont zettende dat zij hebben teweegge bracht en aanschouwd. Ook het ver bergen der lijken is meer 'f werk van ver scheurende dieren dan van menschen. Bewijsvoering. Dat deze verdachten de daders zijn en niemand anders ter wereld, daar van is iedereen overtuigd. (Daverend applaus en gejuich op de publieke tri bune en onder de getuigen. De presi dent dreigt bij herhaling de zaal te zullen ontruimen). Spreker zelf zei evenals de opperwachtmeester der marechaussee spontaan: „Dat moet v. d. Elzen hebben gedaan." Niemand an ders immers had er belang bij om zoo- iets te doen. Wien anders interesseert het, dat stroopers opereeren in het jachtterrein waarover verd. oplichter is, dan hijzelf. Is het sterkste bewijs niet hierin gelegen, dat de jachtopzie ner, toen men hem de ontdekking der lijken vertelde, niet terstond opsprong om te gaan zien, wat op het territoir, waar hij zoowat koninkje over speel de, was geschied? En Zondagmiddag zat hij nog rustig thuis en heeft geen oogenblik zijn diensten aangeboden. Het is dan ook onaannemelijk, dat deze jachtopziener, die midden in den barsten winternacht, als hij een schot in zijn bosch hoorde, ongekleed naar buiten ging om den strooper te pak ken, bij het hooren van minstens 12 schoten, dicht bij zijn huis, juist dezen nacht rustig zou blijven slapen. Voor spr. staat dan ook vast, dat verd. dien nacht niet thuis was. De sterkste aanwijzing tegen den zoon is zijn uitlating tegen wachtmees ter Houterman en veldwachter Pauls- sen bij zijn aanhouding op Dinsdag avond 1 December: „Wat heeft Theu wissen dan gezegd?"; dezelf de Theuwissen, met wien vader en zoon den vorigen avond in gezel schap waren geweest en wien getuigen reeds om 7 uur van den Annendaal zagen komen. Tal van getuigen hebben verklaard, hoe speciaal de vader er nimmer tegen opzag om op stroopers te schieten en ze te bedreigen met schietwapenen. Spr. reconstrueert dan den moord, en zet uiteen, dat, volgens de verkla ringen der deskundigen, er geen twij fel is, of de slachtoffers zijn vermoord met de wapens der verdachten. De strafmaat. Wat ten slotte de strafmaat betreft, betoogt de Officier dat verzachtende omstandigheden nergens zijn te ont dekken. Integendeel, alleen verzwa rende. Natuurlijk moet wel een on derscheid gemaakt worden tusschen de rol van den vader en die van den zoon. Dat de zoon, die zich bereid heeft verklaard zijn vader te helpen, wanneer het noodig mocht zijn, een zelfde starre houding aanneemt als deze is te begrijpen. Zou hij immers iets bekennen, dan zou hij zijn vader moeten verraden. Het slechte voor beeld, dat de vader geeft, heeft hem ook slecht doen volgen. Het is onbegrijpelijk, aldus de Of ficier, hoe de vader tot zoo'n schrik barende daad is kunnen komen. Hij was een jachtopziener in hart en nie ren, die leefde voor zijn jacht en bij nacht en ontij er op uit trok om alles te weren, dat zijn jacht kon schaden, niet alleen vossen en dassen, maar ook stroopers. Dat hij ten slotte er toe kon overgaan om deze medemenschen dood te schieten, is alleen te verklaren door een totale verwildering bij hem aan te nemen, waaraan waarschijnlijk het drankmisbruik, waaraan hij zich den laatsten tijd schuldig maakte, niet vreemd is. Zich nadrukkelijk tot den vader wendend houdt de Officier de zen voor, dat hij voor zijn misdaad zwaar zal moeten boeten. Eindeloos leed heeft hij gebracht in twee fami lies en de toekomst van den zoon voorgoed bedorven. Voor zoo iemand is in een beschaafde maatschappij als de onze geen plaats meer. Aan het slot van deze overwegingen requireerde de Officier veroordeeling van den zoon wegens poging tot moord tot een gevangenisstraf van twaalf jaar en tot veroordeeling van den vader wegens moord driemaal gepleegd tot levenslange gevansgenisstraf. Bij het hooren van deze eischen gaat er een rilling door de zaal en slechts door luid gebel weet de president het geroep, applaus en gejuich van het pu- pliek op de tribune te bezweren. Uiterlijk onbewogen hebben de ver dachten het geheele requisitoir, waar van het uitspreken ruim vijf kwartier heeft geduurd, aangehoord. Slechts wanneer de Officier, die in levendige kleuren het misdrijf schildert, den ver dachten den spiegel voorhoudt, waarin zij kunnen lezen hoe de openbare ver volger hun persoonlijkheid en menta liteit heeft gezien, trekt het bloed langs hun kaken omhoog en krijgen hun oogen voor het eerst in deze da gen iets van een opgejaagd dier. De verdediging. Mr. Tripels, de verdediger, zette in den breede uiteen, dat hij de deskun- dige-verklaringen, geen voldoende be wijs voor de schuld van verdachten acht. Voorts is het z.i. ook mogelijk, dat een derde bij het geval betrokken is. De rechters zullen wel bedenken, aldus spr., te moeten vonnissen naar recht en waarheid. De rapporten mo gen niet het vonnis zijn. De vox populi roept echter om wraak. Vol vertrou wen op het rechtvaardigheidsgevoel der rechters concludeert pl. dan ook tot vrijspraak. Re- en dupliek brachten verder geen nieuws. Op een vraag van den president ant woorden beide verdachten dat zij on schuldig zijn en verder niets kunnen verklaren. De uitspraak wordt bepaald op 14 Juni a.s. In hooger beroep. Door F. v. O., 27 jaar, zonder beroep, te Biezelinge, is hooger beroep aangetee- kend tegen het vonnis van den Politierech ter te Middelburg, van 24 Mei 1932, waar bij hij wegens mishandeling is veroordeeld tot f 15 boete o£ 5 dagen hechtenis. Noodlottige twist. Te Venlo heeft een ernstige vecht partij plaats gehad. Reeds geruimen tijd bestond een familietwist tusschen den 50-jarigen J. van T., wonende aan de Jodennstraat en zijn 22-jarigen schoonzoon, die in een noodwoning in Genoy woont. Toen de beide man nen elkaar ontmoetten, laaide de oude veete weer op. Van T. haalde een mes te voorschijn en bracht zijn schoonzoon een steek in de linker zijde toe, waardoor een long werd geraakt. Geneeskundige hulp was spoe dig ter plaatse. De politie hield den dader aan en stelde hem in arrest. Een geneesheer verbond het slacht offer, dat niet mocht worden ver voerd, ter plaatse waarna hij naar de nabijgelegen ouderlijke woning werd gebracht.' De toestand van den jonge man is hoogst ernstig. Dichterlijke gevangenisdirecteur. De directeur van een kleine gevan genis in Z.O.-Frankrijk is door den disciplinairen raad ontslagen, omdat hij de gevangenen in vrijheid had gesteld, ten einde zelf gelegenheid te hebben... gedichten te maken. Ter rechtvaardiging van den gevangenis directeur moet gezegd worden, aat hij eerst andere middelen had ge probeerd om zich aan de dichtkunst te kunnen wijden, zonder dat hef ge vangenis-regime hieronder zou lijden. De kille eentonigheid van de gevange nis bleek echter niet bijzonder ïnspi- reerend te werken. Het duurde dan ook niet lang, of de dichter bracht het grootste deel van den dag buiten de gevangenismuren door met het ge volg, dat de gevangenen hun eten niet op tijd liéregen. Er kwam een oproerige geest onder de gedetineer den, waardoor de directeur op an dere gedachten (k wam, d.w.zt hij be sloot de gevangenispoort open te zet ten en de bewoners vrijaf te geven. De meesten maakten hiervan een dankbaar gebruik, en niemand hoorde meer iets van hen. Een was echter zoo tactloos om opnieuw een strafbare daad te verrichten, welke hem in aan raking bracht met de politie. Toen de politie de boeken nasloeg, bleek dat de ,man nog goed en wel in de gevangenis zou moeten zitten. „In naam van Oranje". De stadsbeiaardïer te Sneek de heer Van Bergen, kwam dezer dagen na het bespelen van het carillon, tot de onaangename ontdekking dat hij in den toren gesloten was. Werklieden die eenige reparaties hadden verricht schenen de deur op slot gedaan te hebben. Maar geen nood.... De heer Van Bergen spoedde zich haastig weer naar boven en beierde op zijn caril lon eenige (malen de eerste regels van „In naam van Oranje, doe open de poort". Dit trok al spoedig de aandacht van eenige ingezetenen. De stadsklok'kenmaker werd gewaar schuwd en deze bevrijdde spoedig den beiaardier. Auto-bandieten. In de „Gelderlander" lezen wij: Zaterdagavond jl. fietse op den Steenweg van Zieuwent naar Ruurlo een ongeveer 18-jarig meisje. Haar passeerde een auto, die vaart vermin derde toen hij in de buurt van het meisje was. Tegelijkertijd stapte een man uit den auto, die hef meisje van de fiets trok. Hij wierp het rijwiel in een sloot langs den weg en trok het meisje bij zich in den auto. Een landbouwer, die juist in de buurt op het land aan het werk was, zag dit alles in een minimum van tijd gebeuren en wilde het meisje te hulp snellen, doch bij zijn komst was de auto reeds verdwenen, terwijl hij het nummer niet meer kon opnemen. Een paar uur later passeerde de zelfde auto in snelle vaart denzelf den weg. Een andere landbouwer zag het meisje aan den buitenkant van den auto hangen, zich krampachtig vasthoudend om niet te vallen. Een der inzittenden sloeg echter zoolang op haar handen, dat het meisje den auto moest loslaten en met een har den slag op den grond viel. De landbouwer, die reeds te hulp was gesneld en ter plaatse kwam, kon nog juist constateeren, dat de auto geen nummerbord meer had. Het meisje werd in bewusteloozen toe stand de woning van den landbouwer binnengedragen, waar het Zondag avond nog niet bij kennis was ge komen. Balkon neergestort. Woensdag heeft een ernstig ongeval plaats gehad aan de Zuidhoek te Chalois. Bij een in aanbouw zijnd pand waren twee loodgieters bezig met werkzaamheden aan een betonnen balkon toen plotseling het geheele bal kon naar beneden stortte. De 41-ja- irige loodgieter G. de Wit kon zich nog juist bijtijds aan een balk vast grijpen, doch zijn collega, de 19-ja- rige C. Siermans uit de Kruizemunt- straat te Rotterdam vie/ met het be ton mee. Met een groote gapende wonde aan zijn rug werd de man naar het ziekenhuis aan den C00T singel te Rotterdam overgebracht. De draad, waarmede de betonnen blok ken van het balkon aan elkaar werden bevestigd, is door de politie in beslag genomen. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillll Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie, Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid illWilliIIIIIIIIImin BURGERLIJKE STAND VAN GOES. ELLEWOUTSDIJK. Gehuwd: 12, Hendrikus Kiters 26 j. en Maria Janna Smallegange 26 j. Overleden (te Goes): 24, Andries Jan van der Hage 13 j. Ingekomen: Wilhelmina Wagemaker, uit Borssele; Sara Jacoba Maat, uit 's-Hee- renhoek. Vertrokken: Jacomina Sinke, naar Bors- ele; Maria Janna Smallegange, naar 's-Gra- venhage, Chasséstraat 16. KATTENDIJKE. Geboren: 13, Johanna Sophia d.v. Jo- hannis Cornelis Neels en Maatje van Oos ten: 12, Johanna d.v. Frans Wisse en Jo hanna Wilhelmina Klap; 14, Cornelis z.v. Jacobus Johannis Bal en Wilhelmina van der Vliet; 18, Willem Johannis z.v. Abra ham de Waard en Pieternella Oele; 18, Jacobus z.v. Adriaan Braamse en Anthona den Boer; 21, Adriaantje Johanna d.v. Ja cobus Adriaan Pieter Eversdijk en Krina Jacoba Paauwe, te St. Maartensdijk. Overleden: 12, levenloos aangegeven een kind van Jan Cornelis Brandt en Adriana Braamse. KRUININGEN. Ondertrouwd: Abraham Kievit 24 j. en Cornelia Adriana Quist 25 j.; Johannis Pie ter van As te Goes en Elizabeth Maatje Janse. Gehuwd: Marinus Kole en Durftje Cor nelia Wondergem; Dignus Meijer 23 j. en Laurina Pekaar 21 j.; Laurus Dingenus Paauwe 26 j. en Jacoba Jacomina Felius 24 j.; Abraham lóevit 24 j. en Cornelia Adriana Quist 25 j.; Johannis Pieter van As te Goes en Elizabeth Maatje Janse. Overleden: Boudewijn Bouterse 81 j., weduwnaar van Maria Wabeke WEMELDINGE. Ingekomen: J. van de Linde en gezin, van Kruiningen (Hansweert) C 53, naar Oosthoek C 2; P. Zwartepoorte, van Bus- sum, Lindelaan 14, naar Wilhelminastraat B 142; P. v. d. Cingel, van Goes, Vos- naerstraat 14, naar Nieuwendijk C 107; W. F. Poelman, van Velsen, Hogerlingenweg 18, naar Kanaal B 126; F. Ruisaard, van Kloetinge A 141, naar aan boord m.s. „Egalité". Vertrokken: M. Meijaard, naar 's-Gra- venhage, Laurierstraat 139; A. Ruisaard en gezin, naar Dordrecht, Groothoofd poort; A. Paauwe, naar Kattendijke. YERSEKE. Geboren: Maria Jacoba d.v. Olievier Koster en Johanna Spijk: Neeltje d.v. Jan van Iwaarden en Johanna Jannetje Huige; Cornelia d.v. Foort van Oosten en Corne lia Johanna Philipse; Jan z.v. Lijn de Jonge en Cornelia Glerum. Ondertrouwd: Jan Mol 26 j. jm. en Pie ternella van Stee 26 j. jd.; Arie Vroeginde- weij 27 j. jm. te Dirksland en Henriëtte Roozee 25 j. jd.; Jacobus Kooman 27 j. jm. te Wemeldinge en Elizabeth Rijkse 25 j. jd. Gehuwd: Martinus Ganseman 26 j. jm. te Kapelle en Klazina de Koeijer 23 j. jd.; Jan Mol 26 j. jm. en Pieternella van Stee 26 j. jd. Overleden: Pieter van Noorden 30 j., echtgenoot van Pieternella Jacoba de Jon ge; Joannes Waltheris Jacobus 22 j. z.v. Adrianus Petrus van Hertum en Adriana Rijk; Laurina Smits 89 j., weduwe van Leendert Kopmels; Willem Goetheer 80 j., weduwnaar van Janna Huige. AFLOOP AANBESTEDINGEN, VERKOOPINGEN EN VERPACHTINGEN. HEINKENSZAND. Woensdag werd door Notaris van Werkum alhier, publiek verkocht een hoefje, D 9, te Ellewoutsdijk, met erf en bouwland, groot 1.50.25 H.A. aan den heer Johs. Mol Czn., te Oude- lande, voor f 3080,. VEILINGSVEREENIGING „K. B. O.", KAPELLE-BIEZELINGE. Groote veiling van 1 Juni 1932. Kruisbessen f7 a £8,10 per 100 K.G. Kleine veiling. Postelein f 18 a f 22, Spinazie £17, Aard appels f 1 a f 2, alles per 100 K.G., Krop sla f 1,60 a f2,80 per 100 krop, Bloemkool £7 a f9. Zaaibloemen f 3 a f 8, Koolplan- ten f 9 a 10, Aardbeien f 0,20 a f 0,70, al les per 100 stuks. Rabarber f 3 per 100 bos, Aardbeien f 0,81 per K.G. STAATSLOTERIJ. 5e klasse 11e lijst. Trekking 1 Juni. f 1000: 10836 f 400: 2336 2904 8762 10814 12378 12390 19526 f 200: 107 5538 8015 9251 12411 16000 17040 18993 20677 f 100: 3438 5824 9258 10793 14107 17022 17808 5e klasse 12e lijst. Trekking 2 Juni. f 1000: 2993 f 400: 7293 16284 17617 19684 200: 2881 13608 17017 f 100: 1629 5488 7638 9931 12329 14201 14269 17109 18634 20167 MARKTBERICHT. Middelburg, 2 Juni 1932. Boter en eieren aangevoerd door Wal- chersche boerinnen (offic. prijsnoteering): Boter 0,56. Kipeieren £2,20. Eendeieren f 2,50. Ganseieren 7,. Kalkoeneieren 5,—. Aangevoerd door handelaren Boter f 0,54. Kipeieren f2, Eendeieren f2,—. Ganseieren f6,. Kalkoeneieren f5,—. Particuliere prijs: boter 0,65, kipeieren 3,—, poel-eieren f 2,50, eendeieren f 3,. WATERGETIJEN VOOR WEMELDINGE. (Oude tijd). Dagen Hoogwater Laagwater Vrm. Nam. Vrm. Nam. 4 Juni 3.02 3.27 8.39 9.00 5 3.41 4.06 9.17 9.40 6 4.19 4.43 9.56 10.19 7 4.B9 5.18 10.32 10.54 8 5.36 5.54 11.10 11.35 9 6.17 6.36 11.51 10 7.00 7.20 0.18 0.33

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina bijlage 4