SOLA s SILVER Aspirin De Kleine Bazar 0e weg tot geluk N° 62 Vrijdag 27 Mei 1952 119® Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel |Een koele luchtstroom, eenig op de wereld LUNCHKAAS ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,-— buiten Goes ƒ2,— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant Telefoonnummer 17, na 17,30 No. 244 COURANT en Kleeuwens G Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels ƒ1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. STORM OP TIL? De toekomst nog steeds in neve len gehuld. Eenige weken geleden gaven we een be knopt buitenlandsch overzicht onder het opschrift „in den mist", en we schetsten daarin den moeilijken politieken toestand, waarin vrijwel alle landen zich bevonden daarna volgde een artikeltje „de wind om?" en we spraken daarin de hoop uit, dat de mist, mede tengevolge van den uitslag der Fransche verkiezingen, eenigszins zou op klaren, en thans wisten we hierboven niet beter te plaatsen dan „storm op til?". Want zoo de mist intusschen plaatselijk al een weinig opgeklaard is, de toestand is er daarmede niet gunstiger op geworden en allerlei kenteekenen schijnen slechts op een naderenden storm te wijzen. In Genève sukkelt men nog steeds voort met 'n slakkengang en wij hebben nog altijd den indruk, dat in dit moeizaam voortgaan zich de ongewisse toestand weerspiegelt van de landen die daar vertegenwoordigd zijn. Zoo wordt in de betreffende commis sie een lang en onvruchtbaar debat ge voerd over de vraag, welk kaliber kanon nen tot de aanvalswapenen en welke tot de verdediging behooren. De leek zal zeg gen: ik verdedig mij maar liefst met een even zwaar en vèrdragend wapen als waar mee ik aangevallen wordt, dus dat hangt er van af, welke aanvalswapenen behou den worden. „Heelemaal geen", zeggen de heeren te Genève, en de leek antwoordt dan: welnu, dan heb ik ook geen kanon nen ter verdediging noodig. Maar aange zien zeggen en doen helaas ook voor de diplomaten te Genève twee geheel verschillende zaken zijn, wordt het geval daardoor erg ingewikkeld. Men kwam ech ter ook wel in de commissies, tot beslui ten, zoo besloot men b.v. voor te stellen om brandstichtende en chemische bommen te verbieden. Maar het is te verwachten, dat, zoo het al tot een dergelijk verbod komt, men zich daar in een eventueelen oorlog niet aan storen zal. Als het er om gaat zijn dergelijke dingetjes gauw gefa briceerd en in den achter ons liggenden wereldstrijd zijn wel andere overeenkom sten als vodjes papier in de prullemand terecht gekomen Zoo is er van Genève nog steeds niets goeds te melden en zal dit voorloopig ook wel niet mogelijk zijn. In Pruisen is nog steeds geen regeering gevormd en kwam het in de eerste Land dagzitting „waar eens gepraat werd" tot een dergelijke ernstige vechtpartij, als in de annalen van Duitschlands geschiedenis nog niet vermeld. (Voor bijzonderheden zie men de rubriek „buitenland"). Als dit strijdlustige begin een voorspelling inhoudt van wat men in Duitschland te wachten is, dan belooft dat voor de toekomst weinig 67 FEUILLETON door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. „Ik heb hem naar huis gebracht", was het onverwachte antwoord. „U?" riep Lady Mary uit. De vrouw lachte ruw. „Ja; ik!" verklaarde zij. „Ik heb wel een dozijn malen zijn leven gered, zooals hij u zelf wel eens zal vertellen. Ik begrijp zelfs nu nog niet waarom". „Maar waar is hij?" vroeg Lady Mary. „Hij is veilig in het Charing Cross Hos pitaal", antwoordde de vrouw, '„en indien u alles van hem wenscht te hooren, moet u mij vlug wijn geven". Mary belde zonder haast te weten, wat zij deed. Deze vrouw was zeker de vreemdste bezoeker, die ooit over den drempel van Hinterleys House was geko men. Zij leek ruwer en onbeschaafder dan ooit. Haar kleeren waren opzichtig, maar ongeborsteld en verkreukeld, alsof zij er nachten lang in had geslapen, haar blond haar was slordig opgemaakt. Haar gelaat was ongelijkmatig met poeder en rouge be dekt. Een geur van slechte odeur omgaf haar. Doch niettegenstaande dit alles, zij bracht bericht van Gerald, Gerald, die ze ven maanden verloren was geweest! Lady Mary wachtte ongeduldig op den hofmees goeds, zoowel voor binnen- als buitenland. En wat wij als nog ernstiger beschouwen, is het feit, dat de staatslieden, die Duitsch- land tot nog toe met een zekere bezadigd- I heid leidden, onder de omstandigheden moedeloos schijnen te worden. Zoo heeft men Braun, den Pruisischen minister-presi dent er slechts met moeite van weten te weerhouden, dat hij er dezer dagen het bijltje geheel bij neerlegde, en gisteroch tend meldde men, dat Brüning, de Duitsche kanselier, ernstig overweegt aan Hinden burg zijn ontslag aan te bieden. Wat het gevolg zal zijn als Duitschland een prooi wordt van Nazi's en communisten, laat zich moeilijk indenken. Veel goeds belooft het echter ook al niet Ook in Frankrijk is de toestand nog niet opgeklaard, de nieuwe regeering nog steeds niet samengesteld. Maar wel doen de laat ste berichten vreezen, dat het tusschen Herriot en de socialisten niet erg vlot, dat Herriot en Tardieu het spoediger eens zul len worden, waarmede dan de oude poli tiek van wantrouwen in Duitschland en een groot deel der verdere wereld, de te genzin om tot ontwapening over te gaan, en het vasthouden aan de herstelbetalingen, bestendigd wordt. Ongetwijfeld houdt deze ongunstige wending, zoo zij zich voltrekt, zeer nauw verband met de verwikkelingen in Duitschland en is uit dat oogpunt be zien, ook wel eenigszins te verklaren. Maar intusschen blijft deze gang van zaken te betreuren en voert zij ook al niet naar een gunstiger toekomst. In Japan is de toestand opgeklaard, maar helaas op een wijze, die niet veel goeds doet verwachten. Baron Saito heeft een „nationaal" kabinet weten te vormen, naar men meldt, dank zij belangrijke con- cessiën, die hij aan de militaire autoriteiten gedaan heeft. Zoo men weet zijn uit deze militairisten de moordenaars van premier Inoekai voortgekomen en werd Inoekai doodgeschoten, omdat hij, naar den zin van deze heeren, te „vredelievend" was. Dus kan men moeilijk hopen, dat Saito's regeering iets „vredelievender" op zal tre den, hoewel dat optreden van Inoekai's regeering men denke aan den strijd in China ook al niet zoo geweldig „vre delievend" was En dan, tenslotte, om dit beknopte over zicht te besluiten, kwam uit Amerika het onschuldige bericht, dat Hoover een ac- coord gemaakt heeft over het bedrag, dat de verschillende mogendheden, als gevolg van het bekende moratorium, aan achter stallige schuld te betalen hebben. Dit ach terstallige moet in 10 jaar worden afbe taald en Amerika zal er slechts een rente van 4 voor berekenen. Naievelijk wordt er bij vermeld, dat alle zestien mogendhe den zich met deze regeling accoord ver klaarden. Maar dit schijnbaar onschuldige geval doet eigenlijk „belachelijk" aan, als men daarbij bedenkt, dat de betrokken mogend heden hierbij van het standpunt uitgaan, dat ook Duitschland zijn herstelbetalingen, plus extra aflossingen, weer op den ouden voet zal hervatten, waarna zij dan die be dragen maar aan Amerika „door te geven" hebben. En zoo men weet, zeide Brüning reeds, dat van Duitschland voorloopig „geen cent" te wachten is, en zal Hitier, als hij „de man" wordt, heelemaal niets zeggen, maar eenvoudig een schrap door de schulden halen. Het doet „belachelijk" aan, schreven we hierboven, maar eigenlijk is het geval in den aard te ernstig om dit woord te ge bruiken, en is men geneigd zich af te vra ter, die de kamer binnenkwam in het vol ste vertrouwen, dat hij de opdracht zou krijgen die zonderlinge bezoekster te ver wijderen. „Deze dame wenscht wijn", zeide Lady Mary. „Welke soort verkiest u?" vroeg zij, zich tot haar gast wendend. „Champagne, als u het hebt", was het haastige antwoord. „Breng champagne, Richards", beval zijn meesteres. „Misschien zou je ook goed doen, milord te waarschuwen. Deze dame heeft ons bericht gebracht van Lord Dom- bey". De vrouw hief haar hand op. „Breng hier geen milords", smeekte zij. „Ik zal u mijn verhaal vertellen, madame. Mijn zenuwen zijn ook geheel op. Uit So- kar naar hier te komen heeft ons een maand gekost. Wij hebben op zeven plaat sen beproefd de grens over te komen, eer het ons gelukte Polen te bereiken". „Polen?" riep Mary uit„Maar hier is de wijn. Bedien u, als 't u blieft". Er werd champagne en beschuitjes voor de vrouw neergezet, maar de laatste schoof zij minachtend terug. Zij dronk echter drie glazen champagne. Toen schonk zij zich nog een vierde in en begon te praten. „Hoeveel weet u van uw broeders be zoek in Rusland?" vroeg zij. „Alleen dat hij daarheen ging met een geheimzinnige zending op aandrijven van twee dames, Russinnen, meen ik". „Een van haar heette Pauline zijn liefste, hé?" „Dat denk ik wel", stemde Mary toe. „Nu, dit is mijn verhaal", zeide Elsa Francks, haar glas uitdrinkend en weer gen, of dan geen der heeren diplomaten den ernst van den toestand beseft. Want of men al, gelijk de legendarische struis vogel, den kop in het zand steekt, als de storm nader komt, de storm wordt daar mede niet bezworen en ook zullen de ge volgen er niet te minder om zijn. Wat Zuiderzee was. •Bezoek aan den Wie ringermeerpolder In het vorige nummer vermeldden we een en ander over den afsluitdijk der zee. hieronder volgen thans nog eenige bijzon derheden over den Wieringermeerpolder: In den Wieringermeer is men de laatste maanden hard vooruit gegaan. In cijfers uitgedrukt blijkt dit vooral op twee wijzen. Er waren op 1 Mei reeds 91 K.M.-fiets- paden aangelegd en 77 K.M. wegen, ter wijl er in aanleg waren 29 K.M. wegen en nog aan te leggen zijn 139 K.M. wegen. Bovendien zijn er van de 40 bruggen 17 in uitvoering. Er is 872.500 M. sloot ge graven; 13.693 H.A. land zijn begreppeld 2974 H.A. is ingezaaid met rogge vooral en met gras en klaver, koolzaad, tarwe en gerst. En het kortgeleden verschenen kaartje van den polder toont aan, dat alles al een naam heeft gekregen; ook in dit opzicht heeft de chaos opgehouden, is er ordening ontstaan. Men heeft zooveel mogelijk de oude namen van de waterwegen aangehou den. En verder rekening gehouden met wat er ter plaatse gevonden werd, of vroeger hier stond. Den eenen keer is bijv. een schelpenbol peter; een anderen keer noemt men weg en tocht naar de groote hoeveel heden eeuwenoude scherven die in den grond, den ouden zeebodem, gevonden zijn. De Paardetocht is genoemd naar het ske let van een paard dat werd opgegraven; de Praamweg naar een wrak, waarschijn lijk uit het begin van de vorige eeuw, dat dit moge curiositeitshalve hieraan wor den toegevoegd heel wat tinnen voor werpen en ook Japansch porcelein bevatte. Veel van waarde is er overigens niet ge vonden bij het bewerken van den bodm. Of het moest zijn een pul, naar schatting, wellicht 3000 jaar oud, versierd met het vischgraat-ornament. Twee dorpen, Nieuw-Gawijzend en Nieuw-Almersdorp, in het Zuiden van den polder, zijn zoo genoemd naar oude dorpen, die zich van 1300—1600 hierter- plaatse hebben bevonden. Men heeft de fundamenten alsmede geraamten van de bewoners aangetroffen. Het meer Noorde lijk gelegen dorp is Middenmeer gedoopt; het dorp bij de terp, die zich als een lage heuvelrug in het vlakke land afteekent heet nu Wieringerwerf, en het dorp bij sluis I, heeft den naam van Slootdorp ge kregen. die in het warme jaar getijde zoo weldadig aandoet, heeft vaak een verkoudheid ten gevolge. Neemt dan Aspirin-Tabletten. en vullend. „Onthoud het, want ik zal het nooit weer vertellen. Het is iets, dat ik maar liever wil vergeten". „Ik zal het zeker onthouden", beloofde Mary. „Twaalf maanden geleden kwam ik te Sokar wonen", begon Elsa Francks. „Het is een ellendige plaats, maar ik ging er heen om dicht bij mijn vriend Ivan Kross- neys, den Gouverneur der Vesting, te zijn. In die vesting was een man opgesloten, dien uw broeder wilde verlossen. Hij kwam bij mij om mijn hulp te vragen voor het omkoopen van den gouverneur. Dat was in October van het vorige jaar. Hij was toen een heel ander persoon, en ik meende, dat ik heel veel van hem hield." De vrouw nam opnieuw een teug uit haar glas. De warmte van de kamer en de wijn deden zweetdruppels op haar gelaat komen. Een streep rouge had zich over haar linker wang verspreid. Er waren zwarte kringen onder haar oogen. Haar stem werd echter vaster. „Hij bood een groote som geld aan en ik beloofde te helpen. Ik liet Ivan halen, en ofschoon hij zwarigheden maakte, was hij toch gemakkelijk over te halen. Alles werd geregeld. De gevangene Nummer 29 noemden wij hem verliet de vesting in uw broeders kleeren en met zijn Ame- rikaanschen pas. Uw broeder zou vier en twintig uur lang zijn plaats innemen. Dan zou hij de gevangenis verlaten in de lijk koets van een andere gevangene, die ge storven was". „Dat is zeven maanden geleden", sta melde Mary. De vrouw veegde haar lippen af, hui ZUIDERZEE AFGESLOTEN. Ned. Maagd Maak maar rechtsonkeert, Neptunus, Jij hebt hier geen toegang meer. Voortaan blijft de deur gesloten Als jij aanklopt, waarde heer. Met enorme moeite en kosten Heeft men 'tpad hier geblokkeerd. Ieder roemt de grootsche arbeid Door een klein volk gepresteerd. tot Neptunus. Eenmaal, voor een achttal eeuwen, Ging je als een gek tekeer, En toen kwam je met een stormloop Heel tot aan het Flevomeer. Jij hoeft dus niet appelleeren Tegen 't leggen van dien dam: 'tls volkomen recht en billijk Dat men je dat stuk ontnam. Waar zoolang je golven spoelden Daar golft straks het korenveld, Nederland doet aan expansie Zonder wapens of geweld. Deze vorm van landveroveren Tast geen and're natie aan, En jij kunt het heusch wel lijden Zoo'n klein brokje af te staan. Jouw gebied is zoo oneindig En het mijne is zoo klein; Mèt de Zuiderzee-provincie Heb ik dan juist een dozijn I Dat Slootdorp is al een heel aardig dorp van 150 a 200 huizen geworden, en elk van de drie gezindten heeft er al een kerkje in aanbouw. Dat van de Ned. Herv. Gemeen te is Donderdag door Prinses Juliana inge wijd. De school is haast voltooid. Vrien delijk teekenen zich de baksteenen huisjes met hunne roode pannen-daken af tegen de groene velden er omheen. In de tuintjes vóór de huisjes worden al ligusterhaagjes geplant, en in het plantsoen is een vlagge- stok opgericht, met een monumentalen steenen voet. Daaraan zal Neerland's drie kleur geheschen worden bij het a.s. prin- cesselijk bezoek. Het dorp maakt een zeer aangenamen indruk; het is ruim en goed geschikt. Naar men weet heeft prof. Gran- pré Molière de plannen voor deze dorpen gemaakt, en hij heeft er alle eer van. Buiten de dorpen is ook veel veranderd. Het groen is er niet zoo zeldzaam meer zelfs schittert er het goud van het kool zaad. En de schapen zijn opgevolgd door de koeien. Een groote kudde graast er reeds. Ook de landbouwschuren, die eeni ge maanden geleden nog zeldzaam waren, komen al betrekkelijk veel voor. Op het oogenblik dienen ze nog vaak als logies voor de 3000 arbeiders die in den polder werkzaam zijn. Het getal der vaste bewo ners is al gestegen tot 150, verdeeld over ruim 30 gezinnen. Zoo schrijdt de Wieringermeer voort in ontwikkeling. Voor wat bereikt is mag men nu reeds den hoed afnemen, gezien het feit dat het nog geen twee jaar gele den is, dat de meer werd drooggelegd. verde bij het zien van de kleur op haar zakdoek, sloot de oogen een paar secon den en herstelde zich toen weer. ,Die zeven maanden", zeide zij lang zaam, „leken wel zeven jaren, en elk jaar een leeftijd in de hel!Luister! Ik ga voort met het verhaal, llw broeder kwam in de Vesting, zooals was afgesproken, verwisselde van kleeren met Nummer 29, die de plaats verliet en zonder twijfel in Londen is aangekomen. Uw broeder bracht dien nacht in de Vesting door. Krossneys kwam mij opzoeken. Wij waren beiden opgewonden. Het was een groote geldsom, en het leven in Rusland is een vreeselijke last. Wij dronken veel wijn. Hoe meer wij dronken, hoe twistzieker Ivan werd. Hij was nijdig, dat hij mij zulk een groot deel van het geld moest afstaan. Wij twistten. Een paar maal verzoenden wij ons weer. Toen werd Ivan weer woedend. Eindelijk verklaarde hij, dat hij een deel van mijn aandeel wilde houden. Er ontstond een worsteling. Op de een of andere wijze ging zijn revolver af. Hij viel achterover met een kreet. Hij was dood". De vrouw veegde opnieuw haar gezicht af. Mary kon geen woord uitbrengen. De oogen harer bezoekster staarden strak voor zich uit. Het was, alsof zij het tooneel nog eens beleefde. „De politie kwam", ging zij voort. „Ik werd gevangen genomen. Ik vertelde mijn verhaal. Er waren geen getuigen. Na vier dagen lieten zij mij gaan. Zoodra ik vrij was, ging ik naar de Vesting. Ivan's plaats vervanger was daar nu. Hij was een man van een heel ander type, een Bolsjewist volgens overtuiging. Telkens als hij Num „Ja en het ging zoo buitengewoon vlug", vertelde zij aan hare vriendin, „tien dagen terug zagen wij elkaar voor het eerst, drie dagen daarna verklaarde hij mij zijn liefde, twee dagen later waren wij al verloofd en eergisteren leende hij van mij honderd gul denen sinds dien tijd heb ik hem niet meer gezien ONZE SPECIALITEIT ,,'t Gouden Tientje", onder ieders bereik. 28 CENT PER STUK. Alleen bij ons P. J. GLERUM - OPRIL 18 - GOES mer 29 noemde, spuwde hij op den vloer. Ik had veel moeite met hem". „Ga voort", smeekte Mary, naar de klok ziende. „U behoeft geen haast te maken voor uw broer", zeide Elsa Francks. „Hij zal u niet kennen, als u hem gaat opzoeken. Hij heeft de meeste dingen vergetenDe naam van dien man is Ahrenstein. Ik deel de hem de geheele waarheid mede. Ik ge loof zeker, dat, als hij gouverneur van de gevangenis was geweest zoolang de werke lijke Nummer 29 er nog was, hij wel een voorwendsel zou hebben gevonden om hem binnen de vier en twintig uur te laten dood schieten. Hij heeft mij dat zelfs ver teld. Hij was woedend om het gepleegde bedrog. „Maar", verklaarde hij, „de En- gelschman, die zich zelf in Nummer 29's plaats heeft gesteld, zal voor hem boeten!" Het werd mij toegestaan uw broeder te be zoeken. Hij was over den eersten schok van het gebeurde heen en ik vond hem vol moed. Wij bespraken vele plannen voor zijn ontsnapping, welke wij echter niet uit voerden. Ik geloof niet, dat iemand het leven van Nummer 29 kon hebben ge kocht van Ahrenstein voor een millioen ponden. Met uw broeder was het echter iets anders. Op het laatst stond ik hem een van uw broeders wissels af een die ik van Ivan Krossneys afnam na zijn dood incasseerde een der kleinere, en op een donkeren nacht reden wij de Vesting uit". „Maar dat alles is al zoo lang geleden!" riep Mary verwonderd uit. De vrouw knikte. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1