GOESGHE COURANT
Aspirin
BIJVOEGSEL
MIJNHARDT's
Buitenland,
Binnenland
Dit buisje behoor!
RS™"™B"in Uw zak
VAN DE
VAN VRIJDAG 13 MEI 1932.
Zenuw-Tabletten75 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Bij Apoth. en Drogisten
DE TARWETEELT
Het secretariaat der Gewestelijke Tarwe-Organisatie voor Zeeland schrijft ons
INVENTARISATIE OOGST 1932.
KRING
Uitgez.
tarwe
Uitgez.
tarwe
Uitgez. tarwe
uitgedr. in
Bedrijfs-
grootte
1932
bouwland
aant.
leden
1931
aant.
leden
1932
oogst
1931
oogst
1932
van de
bedrijfs -
grootte
van het
bouw
land
1932
O. Z.-Vlaanderen 4126.
7533.09
24.2
30.-
31146.61
25113.89
1171
1170
W.Z.-Vlaanderen
2716.-
6044.06
24.6
27.7
24516.78
21844.17
872
1276
Zuid-Beveland
3140.-
4702.44
18.4
23.6
25524.19
19899.26
1290
1731
Noord-Beveland
825.—
1498.25
22.7
25.8
6630.03
5882.38
271
410
Walcheren
895.-
1613.54
11.4
20.9
14179.97
7787.60
1371
1665
Th. en St. Philips!
975.—
1426.61
14.5
17.8
9858.76
8052.43
331
456
Sch.-Duiveland
I860.—
2864.98
18.9
25.3
15189.
11329.84
745
1041
België
63.—
295.03
21.0
24.5
1409.20
1277.33
18
111
14600.— 25978.- 20.23 25.66 128454.54 101186.90 6069 8400
Deze tarwe wordt verbouwd door
Bovenstaande cijfers vertoonen wel is
waar een belangrijke uitbreiding van de
tarweteelt, doch deze is zoo groot niet als
de losse geruchten wel deden vermoeden.
Hadden de slechte weersomstandigheden
in het najaar 1930 de uitzaai niet bemoei
lijkt, dan zou de oppervlakte tarwe in 1931
reeds grooter zijn geweest en was de ver-
- meerdering der uitzaai meer geleidelijk ge
gaan. De uitbreiding van het ledental met
2400 (d.i. 40%) beteekent reeds een ver
meerdering der bebouwde oppervlakte van
6000 a 7000 H.A.
De uitbreiding en van het ledental en
van de bebouwde oppervlakte illustreert
den toestand van den akkerbouw in onze
provincie en is verklaarbaar, omdat:
le. de tarwe het eenigste product is,
dat bij behoorlijke opbrengst, met zeker
heid rendabel kan worden verbouwd
2e. de suikerbietenteelt, als gevolg van
de steunmaatregelen, die betrekking heb
ben op 80 van de gemiddelde verbouw
in de jaren 1928—1930, circa 20% is in
gekrompen, hetgeen beteekent, dat pl.m.
4600 H.A. voor andere gewassen beschik
baar kwam
3e. de vlasteelt absoluut niet loonend
is, ondanks de in uitzicht gestelde maat
regelen. Hierdoor moet voor pl.m. 5000
H.A. „iets anders'' worden gezocht
4e. de andere handelsgewassen als
blauwmaanzaad (1930:. 1321 H.A.), kool
zaad (1930: 554 H.A.), geel mosterdzaad
(1930: 731 H.A.), karwij (1930: 521
H.A.), alsmede uien (1930: 2120 H.A.),
eveneens ingekrompen zullen zijn, omdat
de teelt steeds speculatief is en de tijd er
niet naar is om veel te risceeren
5e. de haver- en gerstprijzen zoo laag
zijn, dat deze teelten niet rendabel zijn en
daarom zeer belangrijk ingekrompen zullen
zijn, waardoor naar schatting 5000 a 7000
H.A. beschikbaar kwam voor andere ge
wassen.
(Deze omstandigheden zijn plaatselijk
verschillend, doch gelden voor het Zeeuw-
sche zaaiplan).
Het bovenstaande leert, dat er dus
14.000 a 16.000 H.A. beschikbaar kwam,
die niet loonend bebouwd kan worden en
waarvoor andere dan de gebruikelijke ge
wassen gekozen moesten worden, of die
braak zouden moeten blijven liggen. Er is
reden om aan te nemen, dat de landbou
wers hun keuze hebben bepaald bij tar
we en aardappelen. Van dit laat
ste product is veel meer uitgepoot, naar
schatting 5000 H.A. (Zoolang de officiee-
le cijfers niet bekend zijn, blijven dit ra
mingen)
Had de mogelijkheid van deze uitbrei
ding niet bestaan, dan zou er reeds
meer gebraakt zijn, daar dit veelal minder
nadeelig is, dan jaar in jaar uit gewassen
te verbouwen, die verlies opleveren. Mocht
de tarweverbouw beperkt moeten worden,
Belgen op Nederlandsch grondgebied,
dan kan men zeker verwachten, dat een
volgend jaar veel meer gebraakt zal wor
den.
Er zijn reeds uitingen in de pers ver
schenen, dat deze uitzaai zeer verontrus
tend was, eensdeels omdat bij een maal-
percentage van 25 alle tarwe niet zou
kunnen worden opgenomen, andersdeels
omdat de werkgelegenheid op de bedrijven
belangrijk zou inkrimpen.
Wat het eerste betreft, hierover kan
men pas oordeelen, wanneer alle cijfers
uit Nederland bekend zijn en dan zal men
moeten afwachten, wat te dezer zake be
sloten wordt. Wat het tweede betreft,
mag worden aangenomen, dat de uitbrei
ding van een tarweteelt voornamelijk ten
koste is gegaan van de inkrimping van de
haver en gerst, waardoor er geen
wijziging in de werkgelegenheid is geko
men en van het vlas, het geen zijn oorzaak
vindt in de absoluut onvoldoende steun
maatregelen.
In dit verband mag er op gewezen wor
den, dat de graanteelt in de jaren 1913 en
1914 (de beide jaren vóór den oorlog)
resp. bedroeg 35.265 en 37.287 H.A. of
wel 32 en 34 van het bouwland, terwijl
dit in 1921 nog 35.598 H.A. (33%) be
droeg en nadien steeds is afgenomen, doch
steeds nog 28 van het bouwland be
droeg.
De inkrimping van de suikerbietenteelt
wordt volledig gecompenseerd door de uit
breiding van de aardappelteelt, waardoor
aan werkgelegenheid niet verloren is. Met
bieten en aardappelen waren in 1930 be
bouwd 33.383 H.A. (gemiddeld gedurende
1921'tot en met '30 36.565 H.A.), hetgeen
dit jaar zeker bereikt zal worden.
Bij dit alles mag niet vergeten worden,
dat wanneer de toestand niet spoedig ver
betert, het meerendeel der landbouwers
door geldgebrek gedwongen zal worden de
intensiteit van het Zeeuwsche akkerbouw
bedrijf belangrijk te verminderen, om op
deze wijze tot een sluitende rekening te
komen, waarnaar iedere landbouwer moet
trachten te komen, wil hij niet ten gronde
gaan. Door den steun aan de tarwe en de
bieten alleen zullen zeer velen er nog niet
kunnen komen, wanneer niet alle maatre
gelen, die hem ten dienste staan, genomen
worden.
Vaak wordt er een overdreven voorstel
ling gegeven van de financieele resultaten
van den tarwesteun. Men dient echter wel
te bedenken, dat de richtprijs van f 12,50
(waarin de bewaarpremie is begrepen) be
rust op de productiekosten en de prijzen
gedurende de laatste 10 jaar. Het bedrag,
dat er netto voor den boer overschiet, kan
de verliezen op andere producten in zeer
vele gevallen niet goed maken, vooral nu
de gemengde bedrijven ook in het gedrang
zijn gekomen.
ACHTTIEN MEI.
Voor Volkenbond
en Vrede.
Gedurenae reeds een lange reeks
van jaren heeft de „Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede", welks hoofd
bestuur en verdere organen zijn sa
mengesteld uit personen van elke po
litieke en godsdienstige richting, op
den 18 Mei haar Volkenbondsdag. De
ze beoogt om, zooveel mogelijk op een
en denzelfden dag en zooveel mogelijk
door geheel het land, aandacht te
schenken aan den Volkenbond, zijn
beteekenis, zijn werken, en zoodoende
te komen tot een vermeerderde be
langstelling voor deze instelling, die
alleen dan, wanneer zij leeft bij allen,
kan groeien tot een organisme, waar
van kracht uitgaat.
Telken jare' sedert 1927 is van de
zijde van den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen een aan
schrijving uitgegaan, waarin aan de
schoolautoriteiten zoowel van het La
ger als het Middelbaar onderwijs ver
zocht werd de beteekenis van den Vol
kenbond, aan de scholieren uiteen te
zetten.
De Minister heeft gemeend, dat
thans de aandacht van de scholen vol
doende op deze aangelegenheid is ge
vestigd, zoodat het Z.E. niet noodza
kelijk is voorgekomen dit jaar weder
om een circulaire voor dit doel te ver
zenden.
Het zou uiteraard te betreuren zijn,
en het ligt zeker niet in de bedoeling
van den Minister, dat dientengevolge
de scholen, Lagere zoowel als Mid
delbare, openbare zoowel als bijzon
dere, niet op den 18 Mei a.s. de ge
bruikelijke aandacht aan den Volken
bondsdag zouden geven.
Doel van dit artikeltje is met aan
drang aan alle scholen, leeraren en
onderwijzers te verzoeken aandacht
aan den Volkenbond op den 18 Mei
a.s. te geven.
Voorzoover zulks door onderwijzers
of leeraren mocht worden gewenscht,
stelt het Secretariaat van de „Veree
niging voor Volkenbond en Vrede",
gevestigd Jan van Nassaustraat 93 te
's Gravenhage, zich ter beschikking
teneinde inlichtingen, die worden ge
vraagd, hetzij betreffende den Volken
bond, hetzij betreffende de wijze om
deze op de scholen uiteen te zetten, te
verschaffen. Het zal het Secretariaat
aangenaam zijn, indien vele aanvragen
het daartoe bereiken.
Doumer's uitvaart.
De Parijsche bevolking heeft gister
morgen met groote plechtigheid den
vermoorden president der Fransche
republiek, Doumer, naar zijn laatste
rustplaats begeleid. Langs den gehee-
len weg hingen de vlaggen halfstok.
De vertegenwoordigers der buitenland-
sche mogendheden (o.a. Koning Albert
en de Prins van Wales) waren reeds
om half acht op het Elysée aanwezig.
Om 8 uur zette de stoet zich in bewe
ging naar de Notre Dame, waar de
kerkelijke rouwdienst pjaats vond.
Dr. Brüning spreekt.
Duidelijke woorden.
Het belangrijkste feit van de laat
ste zittingsperiode van den Duitschen
Rijksdag was de groote rede, welke de
rijkskanselier heeft gehouden. Dr. Brü
ning was in schitterende conditie.
Hoewel hij enkele dagen geleden voor
de Duitsche pers zijn politiek program
uiteen had gezet, wist hij door nieuwe
formuleeringen en door zijn slagvaar
digheid den Rijksdag sterker te boeien
dan dit tot nu toe één spreker had ge
daan. Het betoog van den rijkskanse-
:ier was tegelijkertijd vol pessimisme.
Hij schilderde den algemeenen toe
stand van de wereld in uiterst don
kere kleuren, maar juist omdat de in
ternationale crisis een zoo ver gevor
derd stadium had bereikt, meende hij
ook op verbetering te kunnen hopen.
Nog nooit heeft hij zoo nadrukke
lijk de totale schrapping der reparatie-
lasten verlangd als hij dit nu heeft ge
daan. Daarbij kwam het tot een merk
waardige scène. Zonder veel omhaal
verweet de rijkskanselier den natio-
naal-socialisten, dat zij in besprekin
gen met buitenlandsche diplomaten
zich geneigd hadden verklaard, een ac-
coord aan te gaan, dat hij verwierp.
Een daverend gelach ging door de zaal
toen dr. Brüning deze onthulling had
gedaan en hij op zoo onbarmhartige
wijze de dubbelzinnige tactiek der Hit-
terianen had ontmaskerd. Van de ban
ken der uiterste rechterzijde klonk
slechts de tegenwerping: „Dat zijn
geen methodes", waarop dr. Brüning
nieuw vuur vatte en antwoordde, dat
de Hitlerianen de laatsten waren, die
tegen zijn methode van debatteeren be
zwaar konden maken. Overigens was
het hem alleen er om te doen geweest,
te laten uitkomen, dat zijn regeering
en ook zijn eventueele opvolger in de
reparatiekwestie geen ander standpunt
zouden innemen dan hij dat nu deed.
Zeer sterk legde dr. Brüning den na
druk er op, dat Duitschland den te-
genwoordigen economischen en finan-
cieelen strijd kan uithouden. Men had
den grooten aanval,waarvoor ieder in
Duitschland steeds gevreesd had, door
staan, toen de credieten op korten ter
mijn werden teruggetrokken. Thans
was Duitschland in staat, het langer
uit te houden dan vele andere landen.
De hoofdzaak was, dat de rijksmark
stabiel bleef en Duitschland zou den
wisselkoers weten te verdedigen. In
dien het noodig was, zou men nog
scherpere maatregelen nemen en den
invoer nog verder beperken, maar een
nieuwe inflatie zou er niet komen. Te
vens zou hij het crediet van het rijk
hoog houden, wat niet kon geschieden
zonder ook een oplossing te vinden
voor de schulden der landen en ge
meenten.
Dezen keer, aldus dr. Brüning, zal
het buitenland er niet in slagen, een
regeling ten koste van Duitschland te
treffen. Dat klonk zeer strijdlustig.
Dr. Brüning voegde er echter aan toe,
dat hij reeds verscheiden landen voor
zijn opvatting had weten te winnen,
en dat zij, die verdere reparatie-beta
lingen verlangden, dit slechts deden
voor een verre toekomst, die hij niet
kon voorzien. Daags nadat de repara
tiebetalingen geschrapt zullen zijn, riep
hij uit, zal de heele wereld veel rijker
wezen.
Dr. Brüning dreef de nationaal-soci
alisten nogmaals leelijk in het nauw,
toen hij hun verklaringen van hun par
tijleiders voorhield, waarin gezegd
werd, dat het thans tijd was voor de
Hitlerianen, aan de regeering te ko
men, daar successen op het gebied der
buitenlandsche politiek waren te ver
wachten. „Ik ben aan de regeering en
ik kan er aan blijven", riep Brüning
hun toe.
Hoewel vaak onderbroken door de
batten met de uiterste rechterzijde:
was Brüning's rede een groot parle
mentair succes. Zelf schijnt hij er niet
aan te twijfelen, dat hij het Duitsche
schip van staat veilig zal brengen door
den storm, waarin het zich thans be
vindt.
Rijksdag-schandaal.
De voorzitter van den Duitschen
Rijksdag deelde gister tijdens de zit
ting mede, dat hem gerapporteerd was,
dat in den Rijksdag een journalist is
aangevallen (rumoer bij de nazi's).
Spr. heeft opdracht gegeven om de
daders, onverschillig of zij afgevaar
digden zijn of niet, door de politie te
doen aanhouden.
Na deze mededeeling komt het tot
rumoerige twistgesprekken tusschen
de nazi's en sociaal-democraten. Loebe
schorst de vergadering voor een half
uur.
Over de mishandeling die tot de
schorsing leidde meldde men nader:
Overste Klotz, voorzien van een
toegangskaart, zat in het restaurant
van den Rijksdag om met eenïge soc.-
democratische afgevaardigden iets te
bespreken. Toen de bel voor de eerste
stemming ging, verlieten de afgevaar
digden hem en Klotz bleef alleen
wachten.
Plotseling kwamen eenige laat-ko-
mende nat. soc. afgevaardigden voor
bij, die bij het zien van Klotz uitrie
pen: daar zit de hond die de Bröhm-
brieven vervalscht heeft! Zij sloegen
Klotz, die zich heftig te weer stelde,
tegen den grond en toen twee inspec
teurs hem te hulp wilden komen, vie
len ongeveer 20 nat.-socialisten op
Klotz en'de inspecteurs aan.
In de pauze is Klotz in de zittings
zaal toegelaten, waar hij twee nat. soc.
afgevaardigden als aanvallers aanwees.
Klotz stond vroeger aan de zijde der
nat. socialisten, maar is later tot de
soc. democraten overgegaan, en heeft
een brochure tegen de nazi's geschre
ven in den vorm van de bovengenoem-
brieven.
Na de heropening der zitting te 3
uur deelt Loebe mee dat hij al zijn
bevoegdheden aan de justitieele amb
tenaren heeft overgedragen om de mis
handeling van Klotz te onderzoeken en
voor den strafrechter te brengen. Er
komt bij dat iemand de lafheid heeft
gehad uit het gebouw aan de echtge-
noote van het slachtoffer de telefoni
sche boodschap te sturen „dat haar
man zich onbehoorlijk gedragen had
en deswege doodgeslagen was. Ze
moest maar iemand zenden om de
beenderen te halen halen".
Loebe deelt dan mee dat de natio-
naal-socialisten Weitzel, Koch, Steg-
man en Heine door getuigen herkend
zijn als de eerste aanvallers. Het noe
men van Heine's naam wekt een storm
van verontwaardiging aan de linker
zijde, waar men roept: „zoo gedragen
zich veemmoordenaars in den Rijks
dag".
Loebe sluit alle 4 afgevaardigden
voor 30 dagen van de bijwoning der
zittingen uit, ongeacht de maatregelen
die de justitie of het slachtoffer zul
len nemen. Als geen van de vier uitge-
slotenen aanstalten maakt om te ver-
vertrekken en Frick een „verklaring"
il afleggen, zet Loebe zijn hoed op
en sluit de vergadering met de korte
mededeeling: „ik zal den dames en
heeren laten weten wanneer ik de zit
ting heropenen zal."
Nog lang nadat Loebe vertrokken
is blijft het rumoerig in de zaal maar
de nu door politie versterkte zaal
dienaars weten geleidelijk een ontrui
ming te bewerken.
UIT DE TWEEDE KAMER.
De ongevallenwet.
De Tweede Kamer heeft haar in de
laatste maanden zoozeer op de crisis
maatregelen toegespitste werkzaamhe
den ditmaal eens afgewisseld met een
debat over de Ongevallenwet. Op den
17den Maart van het vorige jaar dien
de de heer K. ter Laan (s.d.a.p.) n.l.
een motie in, waarin hij herziening
vroeg van het hoofdstuk der Onge
vallenwet, dat den omvang der schade-
deloosstelling en de berekening daar
van behandelt en hij deed zulks op
grond van de klachten over de toepas
sing van verschillende artikelen van
dat hoofdstuk. Die klachten werden
bij de behandeling van de begrooting
van dit jaar in een nota van den heer
Drop (s.d.a.p.) opnieuw naar voren ge
bracht en men besloot toen de be
spreking van de toepassing der wet
uit te stellen tot de behandeling der
motie, een behandeling, die gisteren is
aangevangen.
De heer Ter Laan betoogde, dat er
vele gevallen zijn, waarin de uitvoe
ring van de wet te wenschen laat, zoo
dat zij niet steeds de werking heeft,
welke zij kan en moet hebben. Hij
noemde daarbij verschillende voor
beelden, die z.i. bewijzen, dat wets
wijziging dringend noodig is. Het gaat
hier vooral ook om de beslissingen van
den dokter, die uit medisch oogpunt
wellicht wel juist zijn, doch waarin
het sociale element echter dikwijls
niet tot zijn recht komt. De minister
heeft een commissie van overleg toe
gezegd en dit is al wat, al is het niet
afdoende. Naar sprekers inzicht be
hoort een commissie ingesteld te wor
den, waarin werknemers, regeering en
Raden van Beroep vertegenwoordigd
zijn en die zal aangeven welke wets
verbeteringen noodig zijn.
Met cijfers en tallooze voorbeelden
vulde de heer Drop het betoog van
zijn partijgenoot aan. Hij ontkende dat
zucht tot critiek hem in zijn nota ge
leid heeft en laakte de „verdachtma-
kende methode" van het ministerieel
antwoord op die nota. Er is, zoo meen
de spr., een verschil tusschen de schat
tings- en de werkelijkheidsinvaliditeit,
dat de R. V. B. niet kan wegpraten.
Bij den prikkel om de arbeidsgeschikt
heid te doen toenemen overheerscht
het medisch clement het sociale. Toen
de heer Drop zijn stelling met voor
beelden trachtte te staven, riep minis
ter Verschuur: „Die gevallen bewijzen
niets", waarop de voorzitter den mi
nister verzocht te wachten tot hij zelf
aan het woord zou komen! (Hilariteit.)
De heer Drop kwam naar aanlei
ding van een en ander tot de conclusie
dat er verschil van meening bestaat
over de vraag, wat een rechtvaardige
toepassing van de wet is. Men vraagt
zich af of het sociale element wel vol
doende in het oog wordt gehouden,
doch mist voldoende gegevens. In ver
band hiermede is het spr. en zijn par-
tijgenooten beter voorgekomen de mo
tie-Ter Laan te wijzigen in een, waarin
de Kamer uitspreekt, dat een onder
zoek naar de vraag of de Ongevallen
wet wordt uitgevoerd in volledige over
eenstemming met doel en strekking, ge
wenscht is, en den minister uitnoodigt
daartoe een commissie in te stellen,
waarin de regeering, de R. V. B., de
beroepsorganen, werknemers en werk
gevers vertegenwoordigd zijn.
l
evenals alle andere
onmisbare dingen
vulpenhouder
potlood portefeuille,
enz. welke een
man niet kan missen,
eemg op de wereld
Lef op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 ds.^
De heer Kuiper (r.k.) bleek het met
de inleiders eens, dat de werkelijke
schade gaat boven de medisch bepaal
de arbeidsongeschiktheid; met de ver
minderde kans op werk b.v. wordt te
weinig rekening gehouden. Ook deze
spreker drong daarom op een deskun
dig onderzoek aan, dat hij wilde uit
breiden tot de beroepswet en de wet
op de R. V. B. Hij diende daarom een
tweede motie in, waarin een onderzoek
gevraagd wordt naar een eventueel
noodige wijziging in de toepassing van
bovengenoemde wetten en waarin de
regeering uitgenoodigd wordt een com
missie te benoemen met de bevoegd
heid om concrete voorstellen in te die-
in.
Hoewel dr. Vos (lib.), die de critiek
op de medici niet geheel billijk achtte
en opmerkte, dat de kwestie van het
werk voor de onvolwaardigen een soci
aal vraagstuk op zichzelf is, voelde hij
ook wel wat voor een onderzoek. Zou
er echter in de moties een element
van wantrouwen tegen de rechtspraak
schuilen, dan zou hij er niet vóór kun
nen stemmen. Beter zou het daarom
zijn, als de minister er toe zou kun
nen komen zelf een commissie in te
stellen. Voor zoo'n onderzoek voelde
de heer Snoeck Henkemans (c.h.) ech
ter niets. Het kan wel zijn, dat de ver
anderde bedrijfsomstandigheden een
andere wetstoepassing noodig zouden
maken, doch dan is de minister best
in staat met zijn ambtenaren zelf die
wijziging door te voeren.
De economische raad.
De Tweede Kamer heeft daarna ook
de behandeling van het wetsontwerp
in zake de instelling van een Econo
mischen Raad ten einde gebracht. He
den zou over het ontwerp gestemd
worden. Gistermiddag zijn nog de
amendementen van de heeren Joekes
en Van Voorst tot Voorst op artikel
6 goedgekeurd, resp. met 51 tegen 19
en 52 tegen 19 stemmen. Artikel 6
werd met 52 tegen 19 stemmen aange
nomen. Ten slotte was er nog een
amendement-Joekes op art. 8 dat den
Raad de bevoegdheid geeft om onder
werpen, die niet bij vaste commissie
of bij een erkend college van advies
thuis behooren, naar bijzondere com
missies te verwijzen. De heer Joekes
meende, dat die verwijzing ook moest
kunnen geschieden, al behoort het on
derwerp bij een erkend college van
advies thuis. Zijn amendement werd
echter met 40 tegen tegen 29 stemmen
verworpen.
De Philips-bedrijfspolitie.
Gebruikt vuurwapens
en spioneert.
Het Tweede Kamerlid De Visser heeft
den Minister van Justitie de volgende vra
gen gesteld
1. Is het der regeering bekend, dat bij
een goed deel der bevolking van Eindho-
en met stijgende ontstemming wordt ken
nis genomen van het wederrechtelijk op
treden van de Philips-bedrijfspolitie, die
zich veroorlooft, ook buiten de terreinen
der Philipsfabrieken als politie op te tre
den en een ongekende terreur op bepaalde
inwoners toepast
2. Is het der regeering bekend, dat de
ze particuliere politie onder leiding van
haar zoogenaamden inspecteur in de stad
vaak politie-diensten ten uitvoer legt en
er zelfs niet tegen op ziet daarbij van
vuurwapens gebruik te maken
3. Is het der regeering bekend, dat ge
noemde bedrijfs-politie zich herhaaldelijk
schuldig maakt aan hinderlijk volgen van
personen en hierbij zoover gaat, de huizen
van bepaalde personen dag en nacht te be
waken, vaak door de brievenbus poogt te
beluisteren welke gesprekken binnenshuis
worden gevoerd en door de gordijnen
tracht te bespieden, welke handelingen in
woningen van de betrokkenen worden ver
richt
4. Is het der regeering bekend, dat ge
noemde bedrijfs-politie vaak vervolgingen
doet instellen zonder dat de vervolgden er
iets van weten, dat tegen hen proces-ver
baal is opgemaakt en dat ook bestraffing
ten gevolge daarvan plaats heeft
5. Wil de regeering oogenblikkelijk
maatregelen treffen, dat aan dit optreden
van de Philips-bedrijfspolitie een einde
wordt gemaakt en, indien een onderzoek
naar een en ander wordt ingesteld, zich
niet uitsluitend doen voorlichten door de
politioneele autoriteiten, die dit optreden
blijkbaar billijken
Amsterdam's salarissen.
Naar wij vernemen heeft de Kroon thans
vernietigd het besluit van den Raad der
gemeente Amsterdam van 29 April 1932,
houdende vernietiging van de besluiten der
commissiën voor Georganiseerd Overleg
tot tijdelijke korting op de wedden van ge
meente-ambtenaren en ambtenaren van de
politie, alsmede tot herstel van 1 Mei 1932
tot 1 Juli 1933 voor de vóór die besluiten
geldende wedde-regelingen.