De weg tot geluk N* 50 Woensdag 27 April 1952 119® Jaargang. Reclame-aanbiedingen. LINTVELT's BAZAR Buitenland, Binnenland. •VAH MELLE'S- GOESCHE O NT BYT- KOEK Lrandeu Tuinbouw ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes 2, buiten Goes ƒ2,— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van regels 1»20, elke meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel. Advertentiën worde* aangenomen tot 12 uur voorm. BRAND IN STALLEN. Een rapport uitge bracht. Een commis sie benoemd. En het brandt maar voort Er gaat wel haast geen dag voorbij, of er worden stalbranden gemeld en bijna steeds komt ook vee in de vlam men om. Eenige weken terug, te Grijpskerke, waren het niet minder dan dertig dieren, die verbrandden en in ons nummer van heden wordt o.a. weer gewag gemaakt van een brand te Oosterwolde, waarbij 31 die ren omkwamen. Het is niet onze bedoeling het ver schrikkelijke van zulk een dood te schetsen. Velen zullen het zich eenigs- zins kunnen indenken, maar alleen zij, die het omkomen van een dier in de vlammen medemaakten, kunnen pas het ontzettende lijden een weinig mee gevoelen. Het is niet alleen de vreese- lijke pijn, en de doodsangst in die laatste kreten, maar vooral ook de hulpeloosheid, de onmacht om zich te weren of te redden, die er uit spreken en zoo diep treffen. En ook zullen we niet becijferen, welk een geweldig kapitaal jaarlijks door het verbranden van zooveel vee verloren gaat. Alleen willen we op merken, dat in 1925 door den heer Tuckerman, destijds directeur van het brandweermuseum, een statistiek aan gelegd werd uit de dagbladberichten. De heer T. schoof alle berichten ter zijde, die gewaagden van „eenig vee" „veel vee", „het vee", enz. „kwam in de vlammen om", omdat daarbij geen cijfers genoemd werden. Hij noteerde alleen, waar nauwkeurig vermeld werd hoeveel stuks en welke soort en kreeg toen het volgende lijstje: 325 koeien, 546 varkens, 37 paarden en 11 geiten. Maar, zooals reeds opgemerkt, we willen noch het lijden der dieren, noch het kapitaalsverlies bij stalbranden beschrijven, omdat zeker ieder er van overtuigd is, dat èn dit lijden cn dit kapitaalsverlies, indien mogelijk, voor komen dienen te worden, en we slechts betoogen willen, dat het thans toch wel hoog tijd wordt, om daartoe de noodige maatregelen te treffen. Dat het thans meer dringt dan ooit, heeft verschillende redenen, o.a., dat het verzekeringswezen geleidelijk zoo doorgedrongen is, dat vrijwel al het vee tegenwoordig verzekerd is; dat het verzekerd zijn het verantwoorde lijkheidsgevoel schijnt te verzwakken en dat in tijden van depressie het aan tal branden zoo schrikbarend grooter is dan onder normale omstandigheden. Geheel stilgezeten heeft men op dit gebied niet. In ons vorig nummer we zen we er reeds op, dat de „Neder landsche Vereeniging tot bescherming van dieren" in Juni 1930 een rapport publiceerde „ter verbetering van toe standen bij de exploitatie van vee en pluimgedierte". In dit rapport wordt eerst betreurd, dat het groote publiek, en ook de belanghebbenden zelf, nog DEZE WEEK SPECIALE 55 FEUILLETON door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. Zij stak hem haar vingertoppen toe. Zij stond naast hem, zoo dichtbij, dat het ver langen haar in zijn armen te sluiten en den kus, waarnaar hij hunkerde, op haar lippen te drukken, haast onweerstaanbaar was. Op dat oogenblik haatte hij haar bijna. „Je neemt zelfs niet de moeite te vein zen", mompelde hij. Zij lachte en trok haar vingers snel te rug, alsof zijn lippen haar hadden ge schroeid. „Je bent verwend", fluisterde zij. „De vrouwen, met wie je speelde, zijn je al te gewillige slavinnen geweest. Een beetje hofmakerij, een beetje sentimenteele aan bidding, een paar vluchtige liefkoozingen, dat is alles, wat je van liefde hebt ge kendWacht!" Gerald bracht dien namiddag door in de City en de eerstvolgende dagen in ruste- looze toebereidselen voor zijn vertrek. In den namiddag van den laatsten dag mocht hij Reusser ontmoeten, en hij herkende hem dadelijk als den man, dien hij in Hyde Park naar madame de Ponière en haar zoo weinig aandacht schenken aan stal branden; voorts wordt opgemerkt, dat de ver. in 1923 den strijd tegen de stal branden begon; dan volgen o.a. twee adviezen, in één waarvan de heer Van Houten, rijkslandbouw-architect, advi seert: 1. stallen moeten van brandvrije materialen worden samengesteld en brandvrij van andere ruimten worden gescheiden; 2. de inrichting moet zoo danig zijn, dat het vee gemakkelijk uit den stal kan worden verwijderd; en ten slotte volgen dan foto's van een brandvrijen stal en van inrichtingen om het vee spoedig los te kunnen maken. Van dit rapport springen we over op een vergadering Zaterdag 1.1. te Middelburg gehouden door de afd. Walcheren van genoemde .ver., naar aanleiding van den boven aangehaal- den brand te Grijpskerke. Ook op deze vergadering werd het vraagstuk der stalbranden besproken en werd een commissie benoemd, die terzake rapport zal uitbrengen. In de jaren, tusschen deze twee ge beurtenissen liggende, werd .zeker niet geheel stil gezeten, en hier en daar wel iets ten goede bereikt middels verzekeringsvoorschriften en bouwver ordeningen, doch dat het alles bij el kaar niet heel veel was, wordt wel voldoende geïllustreerd door de feiten van eiken dag. En, gelijk zoo vaak het geval is, zijn ook hier rapporten en commissies feitelijk de kapstokken waar men het vraagstuk aan opgehan gen heeft, tot... ja, tot hoe lang? En toch bevat het rapport ook een zinnetje, dat de oplossing van het vraagstuk brengt, en wel dit: „wet en verordening; kunnen we ons reeds op dit pad wagen?" En wij willen dan antwoorden: alleen langs dezen weg is in dit euvel te voorzien! Waar zijn commissies en rapporten voor noo- dig? De feiten spreken voor zichzelf, en tenslotte gaat het slechts om twee dingen, n.l. om brandvrije stallen en een inrichting waarmede het vee snel is los te maken. Als deze dingen wettelijk verordend worden, dan volgen soort van stallen en inrichtingen, overgangsbepalingen, enz., enz., vanzelf wel. Maar eerste stap moet zijn: het geval aanhangig te maken bij de wetgevers, en dan duurt het, zonder officieuze commissies en rapporten, nog wel lang genoeg eer in dit vraagstuk voorzien zal zijn. i Maar, al is het ook een lange weg, er is geen andere.... Het geval Kreuger. Stempels van handtee- keningen. Nsja Dagligt Allehanda bericht: On der ae opzienbare vondsten ïn de ge heime kamer van Ivar Kreuger bevin den zich een aantal stempels met de handteekeningen van bekende perso nen uit handel en industrie, die Kreu ger waarschijnlijk gebruikt heeft, wan neer hij niet zeker was, dat de betrok kene vrijwillig zijn handteekening zou willen zetten. Wanneer hij de handtee kening van een aanzienlijk persoon in handen kreeg, liet Kreuger er een stempel van maken. Hij zou deze stem pels ter onderteekening van aandeelen nicht had zien kijken. De ontmoeting had plaats in de zitkamer van het South Ken sington Hotel. Reusser, die zwaar op twee stokken leunde, werd binnengebracht door een langen jongeling, zijn zoon, die buiten de deur op hem bleef wachten. Hij was mager als een geraamte, zijn wangen wa ren ingevallen, en nu eii dan scheen zijn stem hem te begeven. ,Het is mijn eerste dag uit het hospi taal", zeide hij verontschuldigend tot Ge rald. „Ik vatte koude op mijn thuisreis en mijn longen zijn niet goed. Doe mij als 't u blieft zooveel vragen, als u wilt. Ik ben onderhevig aan aanvallen van zwakte". „Ik hoor, dat u Sokar hebt bereikt", zei- de Gerald. ,Dat deed ik", stemde hij toe, „maar ik was helaas niet in staat te handelen. Ik had eiken stuiver meegenomen, dien wij maar konden bijeenschrapen, maar toen ik de stad bereikte, had ik niets meer. Ik woonde in het huis van een zadelmaker, wiens naam u zult vinden in het boek, dat ik u heb gegeven. Hij nam mij mede om naar de vesting te zien. Hij wees mij de kamer, waar de broeder van mademoiselle is opgesloten. Hij vertelde mij veel van Majoor Krossneys, den commandant van de vesting. Maar wat hielp dat? Wij had den zelfs geen geld meer om een flesch wijn te betalen". „Hoe denkt u"r vroeg Gerald, „dat ik met Krossneys in aanraking moet komen?" „Dat is al in orde", antwoordde Reus-, hebben gebruikt. De politie heeft aan deze ontdekking echter weinig, daar de vervalscher dood is en de personen, wier handteekening vervalscht is, de verplichtingen, die eventueel uit de vervalschte onderteekening zouden voortspruiten, natuurlijk niet behoe ven na te komen. Daarentegen zou de politie zich met eenige gevallen van afpersing bezig houden. In de nalaten schap van Kreuger heeft men n.l. een aktentasch gevonden, die bewijzen voor verschillende van zulke gevallen zou bevatten. Een aantal afpersers heeft hem bedreigd en in vele gevallen zou het haar gelukt zijn, geld van hem los te krijgen. Hoe h ij begon. Kreuger's zakenleven schijnt een aaneenschakeling van zwendelarij te zijn geweest en volgens een intiem medewerker van Kreuger heeft hij zelfs zijn eerste betrekkingen 111 Ame rika aan een vervalsching te danken. Kreuger was, zooals bekend, als jonge man naar Amerika geëmigreerd. In een der bladen las hij, dat een bekend mïllionnair was overleden en Kreuger stelde een brief op, dien hij met zijn vaders naam onderteekende en die als volgt luidde: „Waarde vriend. Deze vdient, «m mijn zoon Ivar bij u te ïntroduceeren, die, wanneer ik mij niet vergis, een zeer bekwaam jongmensch is, die u misschien van dienst kan zijn. Indien gij een geschikte betrekking voor hem kunt vinden, zou mij dit ten zeerste verheugen. Met beste groeten, uw oude en toegewijde vriend". Ivar overhandigde dezen brief op het kantoor van den millionnair, waar men hem mededeelde, dat de eigenaar was overleden en opgevolgd was door zijn zoon. Deze ontving hem en bood hem eenige dagen later, om de nage dachtenis van zijn vader te eeren, een goede betrekking aan. sChina en Japan. Volgens bericht uit Sjanghai, is al daar in principe overeenstemming be reikt ten aanzien van de oplossing van het geschil tusschen Japanners en Chineezen. Morgen zal de commissie bijeenkomen tot het opstellen van een definitieve overeenkomst, welke daar na aan de vertegenwoordigers der bei de landen ter onderteekening zal wor den voorgelegd. De voorwaarden voor den wapenstilstand tusschen Japan en China waren tot dusver nog niet in een bepaald document vastgelegd. Het voornaamste struikelblok, dat nu klaar blijkelijk uit den weg is geruimd, was de kwestie der terugtrekking van de Japansche troepen uit Chineesch terri torium. UIT DE TWEEDE KAMER. De Winkelsluitingswet. De heer Boon (lib.) vroeg gisteren verlof, den minister van arbeid, han del en nijverheid vragen te mogen stel len betreffend de groote bezwaren, aan het op 1 Mei a.s. in werking tre den van de Winkelsluitingswet ver bonden. Nader vernemen wij, dat deze inter pellatie Vrijdag a.s. zal plaats hebben. ser haastig. „Er woont daar in de stad een vrouw, half Duitsch, half Engelsch. Haar naam is Elsa Francks. Krossneys is nu haar slaaf. Ga eerst naar haar. Haar adres staat ook in het boekje, dat u hebt. Zij spreekt Engelsch en Fransch behalve haar eigen taal. Zij zal u bij Krossneys brengen. Maar u moet aan één ding denken. U moet gaan als Amerikaan. Niemand zal iets willen doen om u te helpen, ofschoon ze allen begeerig zijn naar geld, als zij den ken, dat u een Engelschman is. Dat zal heel gemakkelijk gaan. Er zijn vele Ame rikanen in Rusland om het land te onder zoeken. Er is een groot olieveld op de vlakten ten zuiden van Sokar. Sommigen beweren, dat het olie bevat, anderen ont kennen het. Zoo moet u te werk gaan met uw omkooperij. U wilt land koopen. Het is niets waard. U zult zien, dat Kross-r neys land te verkoopen heeft; en Elsa eveneens". „Ik begrijp u", zeide Gerald. „U vertrekt morgen?" „Om tien uur van King's Cross", beves tigde Gerald. „De boot vertrekt in den avond". Reusser hief zijn rechterhand omhoog. „God .de Vader moge u beschermen!" zeide hij. „Haast is heel noodzakelijk. De regeering heeft dien jongen man in leven gelaten, hopende dat hij den een of ande ren dag als gijzelaar dienst zou kunnen doen, maar er zijn zooveel ijveraars in Rusland, haters van zijn geslacht, die hem Coloradokever. Aan de orde kwam daarna het wets ontwerp over de wering van den Colo- rado-kever bij in- en doorvoer van aardappelen en versche groenten. Minister Ruys de Beerenbrouck deel de alvorens de beraadslagingen aan vingen, mede, dat de regeering zoo noodig ook maatregelen zal treffen tegen de San José-schildluis. De heer Van Rappard (lib.) wilde in verband met de Fransche repressaille- maatregelen een internationale confe rentie inzake den Colorador-kever. De minister zeide, dat de regeering met verwondering kennis heeft geno men van die maatregelen. De gedachte van den heer Van Rappard zal gaarne worden overwogen. Over de resultaten van de thans met Frankrijk gevoerde onderhandelingen kon spr. uit den aard der zaak nog niets mededeelen. De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) zag in de Fransche maatregelen slechts onw elwillendheid. De heer Kortenhorst (r.k.) zeide dat Frankrijk niet kan volhouden, dat dit wetsontwerp anders dan van alleen sanitairen aard is. De heer Dis (h.g.p.) vroeg, of niet ook voor België een in- en uitvoerver bod noodig is. De minister zeide d<|pe vragen te zullen overwegen. Het wetsontwerp werd zonder hoof delijke stemming aangenomen. Ongewenscht burgemeester. Te Heesch (N.-Br.) komt het den laatsten tijd herhaaldelijk tot onaange name tooneelen tusschen den burge meester eenerzijds en de wethouders en raadsleden anderzijds. Zoo besloot o.a. de gemeenteraad in een van zijn vorige vergaderingen geen ambtswoning voor den burge meester beschikbaar te stellen. Met dit besluit konden Ged. Staten zich evenwel niet vereenigen. Zij gaven daarom den raad alsnog in overwe ging, op zijn beslissing terug te komen en de ambtswoning van den secretaris beschikbaar te stellen voor den bur gemeester. Toen dit schrijven van Ged. Staten in de laatst gehouden raadsvergade ring aan de orde kwam, nam het lid v. d. Heyden het woord en hekelde mede namens de overige raadsleden, in scherpe bewoordingen het beleid van zijne edelachtbare. Hij zeide o.m.: „dat zijn achting voor den burgemees ter onder de zolen (van zijn schoenen was gezakt". Voorts verweet hij den burgemeester een reeks van laakbare praktijken en gaf ten slotte, mede namens den raad, onomwonden als zijn gevoelen te kennen, „dat hoe eerder zijne edelachtbare uit Heesch zou verdwijnen, hoe liever het den raad zou zijn." Hij verklaarde, dat zulks ook voor het financieel en zede lijk belang der gemeente maar het beste zou zijn. De burgemeester ontkende alle aan tijgingen en beweerde altijd volgens de voorschriften te handelen. Hij gaf als zijn oordeel te kennen, dat de raad een onjuiste meening is toegedaan. De raad heeft aan Ged. Staten van Noord-Brabant een schrijven van be klag over het beleid van den burge meester ingediend. zouden verscheuren, als ze het wisten". „Ik zal over veertien dagen in Petro- grad zijn", verklaarde Gerald, „en een paar dagen later te Sokar, hoop ik". Reusser hief nog eens zijn hand op en mompelde onverstaanbare woorden. Niet tegenstaande zijn krachten hem schenen te begeven, trachtte hij te knielen, toen Pau line de kamer binnentrad. Zij hief hem op en riep zijn zoon. „Alles is in orde", zeide zij, afscheid van hem nemend. „Zorg voor je gezond heid, Reusser. Je moet een van de eer sten zijn om hem welkom te heeten". De man boog het hoofd en bad in stilte. Toen bracht zijn zoon hem weg Gerald stond ook op. Hij had zijn krach ten verzameld voor dit onderhoud. ,Zal ik het genoegen hebben madame vaarwel te zeggen?" vroeg hij. „Mijn tante zendt je haar verontschuldi gingen en haar goede wenschen ant woordde Pauline. „Zij is te zenuwachtig om je te kunnen ontvangen. Je beseft nog niet volkomen, wat dit voor ons betee- kent?" „Ik weet", zeide Gerald, „wat de resul taten er van voor mij kunnen beteekenen". Zij zag hem eenigszins droevig aan. „Mijn ongelukkig land", zuchtte zij, „is nu nog sechts een vuurhaard van ellende en lijden, maar in die verwarring zijn nog een paar millioen, die den ganschen nacht geknield voor je zouden bidden, als zij van je zending wisten. Ik zeg je vaarwel, Ge- DEMSOETEN 1 MVAL SEDERT 1S2.S Gemeente zonder Raad. De gemeente Mesch bij Eys- den is sedert Zaterdag j.l. zonder ge meenteraad. Alle leden hadden voor de benoeming bedankt en het eenige lid dat de benoeming aanvaard had, heeft thans de gemeente metterwoon verlaten. Alle lijsten zijn uitgeput, zoo dat de burgemeester alleen staat. De doorgestoken dam. Omtrent de gevolgen van het door steken van den stuwdam in het Noor- derdiep te Valthermond, waarvan wij verleden week melding gemaakt heb ben, vernemen wij, dat na het aan brengen van een nooddam het water peil thans weer gestegen is, zoodat in het betrokken gebied de waterstand nu nog plm. 40 centimeter beneden het peil is. De arbeid in het veenbedrijf, die Donderdag gedeeltelijk was stilge legd, verloopt thans weer zoo goed als normaal. Ook de scheepvaart on dervindt nog eenigen hinder, doordat de grootere schepen nog slechts met halve lading de kanalen kunnen beva ren. Treedt geen langdurige droogte- periode in, dan zal het euvel zich vrij spoedig hersteld hebben, daar het wa terschap Valthe met het aangrenzende waterschap Weerdinge tot overeen stemming gekomen is omtrent het in laten van aldaar overtollig water. Het onderzoek naar de daders heeft nog geen resultaat opgeleverd. Men heeft de veronderstelling, dat stakers uit de aangrenzende veengebieden den dam zouden hebben doorgestoken, vrijwel laten varen. De mogelijkheid bestaat ook, dat de landbouwers, die belang hadden bij lageren waterstand of con- curreerende verveners de hand er in hadden, terwijl het ook nog mogelijk is, dat arbeiders, die geen plaatsing vonden wegens inkrimping van de pro ductie, de daad hebben bedreven. Het onderzoek wordt nog voortgezet. Lpndbouw-misère. De geldschaarschte onder den land bouwenden stand heeft zoo langzamer hand den ruilhandel ïn het leven ge roepen. Te Rijnzaterwoude ruilde o.a. een landbouwer vijf kop aardappelen tegen vijf kop eieren. Wel een treffend bewijs tevens van den hoogen prijs der aardappelen en de abnormaal lage no teering van de eieren. De allerongunstigste toestand in het veehoudersbedrijf wordt voorts wel duidelijk geïllustreerd door het feit, dat sommige veehouders biggetjes maar verdrinken, omdat ze het voer niet meer opbrengen. In de Aa onder Alphen dreven dezer dagen over een afstand van slechts enkele honderden meters, niet minder dan twaalf cada vers van biggen. De politie heeft tegen de betrokken veehouders echter pro- ces-verbaal opgemaakt wegens veront reiniging van het water. raid, en al mijn gedachten zullen je vol gen. Ik heb gezworen, dat geen woord van liefde in mijn hart zal wonen, zoolang mijn broeder in die vesting is. Maar ik ben hier. Ik zou je alles willen geven, om je maar voort te hepen op je reis. Het is aan jou te kiezen". Zij stond volkomen onbewegelijk met de armen langs de zijden. Haar oogen staar den droevig in de zijne, haar lippen waren rustig en kalm. Een oogenblik brandde het vuur in zijn bloed. Hij deed een snellen pas voorwaarts. Zij wachtte, onbewogen, maar zonder terug te deinzen. Zoo zagen zij elkaar een oogenblik aan. Zij stak haar hand uit. Gerald greep ze en liet ze toen weer los. Zij luisterde naar zijn verdwijnende voetstappen zij ging naar het venster en zag hem het hotel verlaten en in de wachtende auto stappen. Hij was waard te worden gezien, knapper dan ooit met zijn slanke, vlugge gestalte en zijn voor name houding. Toch was er liefde noch trots in haar oogen, terwijl zij hem gade sloeg. Er was iets anders, dat scheen te rug te wijzen op de vroegere geschiedenis van haar familie, iets misschien, dat reeds eeuwen te voren hun ondergang had voor speld. Het was in haar lippen, in haar oogen, in haar starenden blik de wreed heid van een ras, dat slechts hartstochten kent. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1