N0 15
Maandag 11 April 1952
119* Jaargang.
De weg tot geluk
Buitenland.
Rechtszaken
PpoVlncienieavtfs
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,—
buiten Goes ƒ2,—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17* na 17.30 No. 244
COURANT
en Kleeuwens 6 Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels 1*20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentien worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
HINDENBURG PRESIDENT.
Gekozen met volstrek
te meerderheid.
Gelijk we in ons vorig nummer niet twij
felachtig konden noemen, is Von Hinden
burg met duidelijke cijfers tot president
van Duitschland herkozen.
Een deel der kiezers was thuis geble
ven, pl.m. 3 van het aantal dat 13 Maart
1.1. ter stembus toog, zoodat 83 van het
aantal stemgerechtigden zijn stem uit
bracht. Geldig waren, volgens den officieu-
zen uitslag: 36.483.690 stemmen. Hiervan
verkregen:
Hindenburg 19.359.642 stemmen
Hitier 13.417.660 stemmen
Thalmann 3.706.388 stemmen
Wij verwachtten, afgerond, een verdee
ling als volgt: Hindenburg 55 Hitier
35% en Thalmann 10%, dit is, eveneens
afgerond, geworden: Hindenburg ruim
53%, Hitier ruim 36%, Thalmann ruim
0 10%. Onze schatting is dus niet ver mis
geweest. Hitier ging het meest in stern-
mental vooruit, n.l. 2.078.375, Hindenburg
steeg met 708.912 en Thalmann verloor
1.276.809 stemmen.
Het aantal stemmen, dat op Hitier uit
gebracht is, mag ongetwijfeld niet onder
schat worden; een man, die een derde der
natie achter zich heeft, moet meegeteld
worden. Een groote vraag is echter, hoe-
velen van die dertien millioen zijn ook na-
tionaal-socialist? Nog een paar weken, als
ook de Pruisische verkiezingen achter den
rug zijn, zullen we hier meer van weten.
Op het oogenblik moeten de Duitsche
nationaal-socialisten echter wel zeer te
leurgesteld zijn, en het gevaar lijkt ook
niet denkbeeldig, dat deze uitslag aan Hit
ler en de nationaal-socialisten meer kwaad
dan goed gedaan heeft.
Von Hindenburg.
Reeds toen pas het gerucht ging, dat
Hitier zich canaidaat zou stellen, schreven
wij, „we kunnen niet gelooven, dat Hitier
zich aan zulk een proefneming zal wagen",
en nu het pleit beslist en verloren is, moet
zijn candidaatschap ook als een groote,
tactische fout aangemerkt worden. Met
Hitier als candidaat speelden de Nazi's
hun hoogste troef uit, voor zich er van
overtuigd, dan een groote kans op de zege
te hebben. Het bleef daar echter zeer ver
vandaan; het was een verkeerde, mogelijk
een te vroege greep naar de macht, en
voor vele personen en bewegingen, is een
dergelijke tactische fout ook beslissend ge
weest voor de toekomst.
De naaste weken zullen wellicht leeren,
of ook de Duitsche nationaal-socialisten,
met deze verkiezing hun hoogtepunt be
reikt hadden.
4S
FEUILLETON
door
E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
,,U zult mij toch wel eens aannemen",
zeide hij. „Waarom nu niet? Wij zouden
onze wittebroodsweken te Parijs kunnen
doorbrengen, en verder gaan naar de Ita-
liaansche meren. Of wij zouden kunnen
trouwen in het Gezantschap te Parijs, als
u dat wilde. Enthoven, de eerste secre
taris, is mijn neef, en zou alles wel voor
ons in orde brengen".
,,U maakt gebruik van dit eenzame plek
je", mompelde zij, haar hand in het water
stekend. „Ik heb u reeds gezegd, dat ik
een anderen man lief had".
„U zult hem binnen een week vergeten",
it verzekerde Gerald haar. „Ik ben een heel
gezellig mensch".
„Ik twijfel er niet aan. dat u vele men-
schen de gelegenheid hebt gegeven u zoo
te vinden", antwoordde zij droogjes.
„Maar ik voel mij juist niet aangetrokken
tot zulk een ondervinding".
AANSLAG OP DR. LUTHER.
Vrijwel ongedeerd. Da
ders gegrepen.
Zaterdagavond omstreeks negen uur is
op den Potzdammer Bahnhof te Berlijn
een revolveraanslag gepleegd op den pre
sident der Duitsche Rijksbank, dr. Luther.
Ofschoon het schot van vlakbij werd ge
lost bleef de Rijksbankpresident wonder
boven wonder vrijwel volkomen onge
deerd. De kogel doorboorde de mouw van
zijn jas en veroorzaakte slechts een
schrammetje op Luther s arm.
Het projectiel werd kort daarop op een
merkwaardige plaats teruggevonden. De
kogel bleek namelijk in den hak van den
schoen van een witkiel te zijn binnenge
drongen, die op een paar meter afstand
van den Rijksbankpresident had gestaan.
De dader en een medeplichtige konden
onmiddellijk in hechtenis worden genomen.
Bij hun verhoor deelde de dader mede,
Werner Kertscher te heeten en 34 jaar oud
te zijn. Zijn medeplichtige is een zekere
dr. Rosen uit Hamburg. Beiden zijn inmid
dels naar het hoofdbureau van politie over
gebracht.
De aanslag werd gepleegd op het oogen
blik, dat dr. Luther op den D-trein van 20
uur 52 stond te wachten, ten einde zich
naar Bazel te begeven, ter bijwoning van
de zitting van den raad van beheer der
Bank voor Internationale Betalingen. Ter
wijl de leden der delegatie op het perron
heen en weer liepen, bevonden zich op
hetzelfde perron twee keurig gekleede hee-
ren, die voortdurend in hun nabijheid ble
ven.
Even voordat de Rijkspresident in den
intusschen voor vertrek gereed staanden
trein wilde stappen, trok een der beide be
doelde heeren eensklaps een revolver en
vuurde daaruit, vóór iemand het hem kon
beletten, een schot op dr. Luther af, dat
zooals gezegd slechts diens mouw door
boorde. Zijn begeleider waarschuwde on
middellijk een op het perron patrouillee
rend agent, die zich eveneens in de nabij
heid der delegatie bevond en de twee
mannen arresteerde. De dader bleek
uiterst kalm te zijn. Toen de agent hem
arresteerde, overhandigde hij dezen glim
lachend en met een ironisch „Alsublieft"
de revolver. Even later bleek tot ieders
verrassing, dat degeen, die den stations
chef had gewaarschuwd, zelf tot het com
plot behoorde. Hij werd daarop eveneens
in hechtenis genomen. De politie zoekt op
het oogenblik nog ijverig naar den twee
den medeplichtige, namelijk den man, die
zich op het perron in Kertscher's gezel
schap bevond, doch zich intusschen uit de
voeten heeft gemaakt.
Het verhoor der beide gearresteerden
bevindt zich nog in vollen gang. Veel wen-
schen zij tot nu over de motieven, die hen
tot hun daad hebben gebracht, niet los te
laten. Echter is wèl reeds gebleken, dat po
litieke beweegredenen hierbij niet in het
spel zijn geweest. Beiden bleken namelijk
fanatieke aanhangers van een bepaalde
economische leer te zijn. Naar zij verkla
ren, hebben zij met het plegen van den
aanslag uitsluitend bedoeld, tegen de va
luta-politiek van dr. Luther te demon-
streeren. Reeds verleden jaar October werd
door hen bij de justitie een aanklacht inge
diend tegen den Rijkspresident en het ge-
heele directorium der Duitsche Rijksbank.
Luther en het directorium werden des
tijds door Kertscher en Rosen van wissel
ruiterij, oplichting, hoogverraad, vervalsch-
te boekhouding, het berokkenen van na
deel aan het Duitsche nationale vermogen
enz. beschuldigd. Aan deze aanklacht
werd echter door den officier van justitie
geen gevolg gegeven. Blijkbaar om uiting
„Pauline, houdt ge een beetje van mij?"
vroeg hij ernstig.
Zij zag hem in de oogen.
„Niet heel veel", antwoordde zij open
hartig. „Ziet u, het beste gedeelte van mij
dat deel waarmee ik moest voelen
is verdoofd verdoofd door het ongeluk.
Het eenige dat ik kan zeggen is, dat ik,
als u heel vriendelijk is, mogelijk kan ver
anderen tot zekere hoogte. Persoonlijk
komt het geval mij hopeloos voor".
„U zoudt er niet aan denken, veronder
stel ik", opperde hij, „mij, nu wij op een
anderen voet staan, uw geschiedenis te
vertellen?"
„Niets zou mij kunnen overhalen zoo
iets te doen", antwoordde zij. „Ik vind,
dat wij mijn tante al lang genoeg alleen
hebben gelaten".
Hij nam den riem op en doopte hem in
het stille, rustige water. Hij bleef zwijgen,
tot ze de landingsplaats hadden bereikt.
„Waar is die andere man?" vroeg hij,
terwijl hij haar hielp uitstappen.
Zij dacht lang na, voor zij antwoordde.
Toen wendde zij zich tot hem met het
voorkomen van iemand, dit tot een be
sluit is gekomen.
„De andere man", verklaarde zij, „is
mijn broeder. Hij is in de gevangenis, ver
oordeeld tot wat u geloof ik dwangarbeid
noemt".
te geven aan hun ontevredenheid over het
verloop der door hen aanhangig gemaakte
zaak en tevens om de aandacht op zich
te vestigen hebben zij toen besloten, een
aanslag op den Rijksdagpresident te ple-
gen.
Dr. Max Rosen blijkt op 7 September
1873 te Buenos Aires te zijn geboren, van
waar hij in 1930 naar Londen vertrok. Te
Hamburg was hij later als rechtskundig
adviseur en econoom werkzaam. Zijn ken
nissen beschouwden hem als „een be-
waam financieel adviseur".
Een ander bericht meldde nog:
Op het bericht van den aanslag op dr.
Luther is het perron te Maagdenburg,
waarlangs de D-trein met den Rijksbank
president aankwam, afgesloten. Een ver
tegenwoordiger van Wolff gelukte het dr.
Luther te spreken te krijgen. Hij zat zeer
rustig in zijn coupé en kon over den aan
slag weinig vertellen. De daders waren dr.
Luther volkomen onbekend. Een van de
daders had hij zelf vastgehouden. Degeen,
die het schot gelost had, trad op hem toe
met de Engelsche woorden: I suppose
De wond is een ongevaarlijke 4 c.M.
lange schaafwond en werd door een van
zijn begeleiders verbonden.
Dr. Luther wilde de reis onvoorwaarde
lijk voortzetten. Het scheen hem ook wei
nig te treffen, toen hij vernam, dat te
Maagdenburg een aantal rechercheurs in
den trein waren gekomen, die wilden mee
reizen, omdat men vermoedde, dat er nog
een derde in den trein zat.
Stern en Wassiljef gefusileerd.
Stern en Wassiljef, die wegens den aan
slag op den Duitschen gezantschapsraad
von Twardowski ter dood veroordeeld
waren, zijn Zaterdag te Moskou gefusi
leerd. Het centrale executieve comité van
de Sovjet-Unie had het verzoek om ge
nade afgewezen.
RECHTBANK TE MIDDELBURG.
In de zitting van Vrijdag j.l. werden de
volgende zaken behandeld:
Verboden autobus-diensten.
A. d. R., 37 jaar, autobusdienst-onder-
nemer te Dinteloord, was op 19 Februari
1932 door den Kantonrechter te Goes vrij
gesproken van de ten laste legging als zou
de hij op 14 Januari 1932 een autobus
dienst hebben onderhouden van de Noord-
Brabantsche-Zeeuwsche grens op Goes,
en een passagier vervoerd, zonder vergun
ning van Ged. Staten van Zeeland. (Twee
feiten)
De Ambtenaar van het Openbaar Mi
nisterie was tegen dat vonnis in hooger
beroep gekomen.
Eisch: vrijspraak.
A. S., 26 jaar, chauffeur te Anna-Jaco-
,bapolder, was op 19 Februari j.l. wegens
een soortgelijke overtreding door den
Kantonrechter te Goes veroordeeld tot f 5
boete of 5 dagen hechtenis. Deze overtre
ding was gepleegd op 14 Januari j.l. op
het traject Noord-Brabantsch-Zeeuwsche
grens—Goes.
De verdachte was in hooger beroep ge
komen.
Eisch: bevestiging van het vonnis van
den Kantonrechter.
De Groote Markt.
G. J. d. J„ 35 jaar, autobus-ondernemer
te Driewegen, was op 19 Februari 1932
door den Kantonrechter te Goes veroor
deeld tot f0,50 boete of 1 dag hechtenis,
wegens het uitlokken door misbruik van
gezag, dat zijne chauffeurs Machielse en
de Keijzer hun auto op het niet bestrate
III.
Lord Hinterleys leunde achterover in
zijn stoel en maakte zich gereed te genie
ten van zijn dagelijksche traktatie zijn
eenig glas portwijn.
„Je bent dus toch niet naar Schotland
gegaan, Gerald merkte hij op, op den
avond van Gerald's komst te Hinterleys.
„Neen ik ben er niet heen gegaan, pa
pa", antwoordde Gerald. „Een paar van
mijn oude vrienden waren in de stad. Ik
heb den meesten tijd met hen doorge
bracht".
„Ik had liever gehoord, dat je naar
Schotland waart gegaan", merkte zijn va
der op met een blik op het bleeke gelaat
en de bezorgde uitdrukking van zijn zoon.
„Londen lijkt mij in Augustus verschrik
kelijk toe."
„Het was er zeker erg heet", gaf Ge
rald toe. „Maar ik was een groot deel van
den tijd op de rivier."
Er heerschte een korte stilte. Lord Hin
terleys was gewoonlijk een heel gereser
veerd man, en hij had een hekel aan de
taak, welke hij zich zelf had opgelegd. Hij
aarzelde nog eenigen tijd en staarde door
het hooge venster over het terras naar de
tuinen. Zijn gelaat werd verzacht bij het
zien van de twee meisjesgestalten, die on
der den ceder zaten, waar gewoonlijk kof
fie werd gedronken.
gedeelte van de Groote Markt te Goes
hebben geplaatst, door hun dat te gelas
ten.
De verdachte was in hooger beroep ge
komen.
Eisch: bevestiging van het vonnis van
den Kantonrechter.
Medium voor de rechtbank.
Sinds eenige dagen dient voor de recht
bank te Londen de zaak van een medium,
dat een vervolging wegens laster heeft in
gesteld tegen de „Daily Mail". De klaag
ster is mevrouw Meurig Morris, die sinds
eenige jaren preeken houdt in een toe
stand van trance. Haar heele uiterlijk ver
andert dan en haar stem is die van een
man. Zij zegt, dat dan een „macht" door
haar spreekt. De vrouw, die vele volge
lingen heeft, is verleden jaar ook te Lon
den opgetreden en de „Daily Mail" heeft
toen geschreven, dat haar preeken bedrog
waren en dat zij zich bediende van het ge
bruikelijke „predikersjargon", Hiertegen is
de klacht van mevrouw Morris gericht, die
tevens een eisch tot schadevergoeding
heeft ingediend. Bij de behandeling van de
zaak is het vooral te doen om de vraag
in hoeverre de vrouw, zoo er van bedrog
harerzijds geen sprake is, handelt onder
een soort hypnotischen invloed van ande
ren. De vrouw ontkent zulks. Het merk
waardige is, dat zij niet meer dan gewoon
lager onderwijs heeft genoten en in haar
preeken blijk geeft van veel grootere ont
wikkeling dan zij zelf bezit. Bij de behan
deling van de zaak is gebleken, dat zij her
haaldelijk in het goede verband woorden
gebruikt, waarvan de beteekenis haar ten
eenenmale onbekend is.
Bij het verhoor heeft zich een drama
tische scène voorgedaan, doordat de vrouw
plotseling in trance geraakte. Zij stond
met gesloten oogen in de getuigenbank en
stond onvast op haar beenen. De advo
caat van de tegenpartij merkte dit het
eerst op en riep den deurwaarder om haar
te helpen. Onmiddellijk klonken van alle
kanten kreten: „Raak haar niet aan, raak
haar niet aan! Zij is in trance". De deur
waarder en een vrouw, die te hulp gesneld
was, bleven toen werkloos achter mevrouw
Morris staan. Na ruim een minuut kwam
zij bij en bood den rechter haar veront
schuldigingen aan, zeggende dat zij een
gezicht van Christus had gehad. Verschei
dene vrouwen barstten in tratfen uit, ter
wijl anderen met glinsterende oogen naar
mevrouw Morris staarden. Rechter Mc.
Cardie gaf de vrouw toestemming zich
eenige minuten te verwijderen. De verde
diger van de andere partij zag van verder
kruisverhoor af. Alleen liet hij een gram
mofoonplaat draaien van een preek van
mevrouw Morris. Deze begon met haar
gewone stem en sloeg toen over in een
krachtige bariton. Dit was de stem van
de macht. De jury wil nu den man hooren,
onder wiens invloed mevrouw Morris zou
staan, om te zien, of zij soms met zijn
stem spreekt. Dit wordt door de aanhan
gers van mevrouw Morris ontkend. De
zaak trekt in spiritistische kringen zeer de
aandacht.
Landbouwschuur verbrand.
Dertig runderen om
gekomen.
Zaterdagmiddag omstreeks twee uur
brak brand uit in de groote landbouwers-
schuur van den heer Koenen, wonende tus-
schen Grijpskerke en Middelburg. Aange
wakkerd door den vrij stevigen wind laai
den de vlammen hoog op. De Middelburg-
sche brandweer rukte, nadat zij van den
brand op de hoogte was gesteld, onmid
dellijk onder commando van den heer Bier
man met de groote motorspuit en den
„Je hebt je zeker wel schuldig gemaakt,
Gerald, aan het gewone aantal onvoor
zichtigheden, maar een handeling van je,
welke onder die rubriek dreigde te vallen,
zal ik met dankbaarheid gedenken. Myr-
tile is een echt zonnestraaltje, dat onze
eenigszins saaie huishouding is komen op-
vroolijken".
„Het doet mij genoegen, dat u zoo gun
stig over haar denkt, papa", antwoordde
Gerald onverschillig.
„Hoe meer ik haar bestudeer, ging Lord
Hinterleys ernstig voort, „hoe meer zij mij
met bewondering vervult. Het lijkt, alsof
zij uit het feeënland is gekomen. Ik heb
altijd, zooals je weet, veel om stand en
geboorte gegeven. Myrtile is echter een
van die verwonderlijke uitzonderingen,
welke alle argumenten omverwerpen. Zij
is een aristocrate, tot in haar vingertoppen
in alle opzichten. Ik geloof, dat het
haar onmogelijk zou zijn iets leelijks of
verkeerds te doen. Zij heeft al mijn voor-
oordeelen overwonnen."
Gerald's belangstelling werd opgewekt.
Het was al lang geleden, dat hij zijn vader
zoo vol geestdrift had gezien.
„Ik ben heel blij, dat u haar hier hebt
gehouden, papa", merkte hij op.
„Ik ben meer dan blij, ik ben dankbaar",
was het levendige antwoord. „Ik zie uit
naar de uren, waarin zij zich aan mij wijdt,
brandwagen uit. Met groote moeite slaag
den de spuitgasten er in het woonhuis, dat
juist in den wind lag, te behouden. De
schuur, waarin zich 39 stuks rundvee en
paarden bevonden werd evenwel een
prooi der vlammen en spoedig was daar
van niets meer over dan een rookende
puinhoop.
De eigenaar, die zeer onder den indruk
was van den brand, vertelde ons, dat 30
stuks prachtig rundvee, waaronder ook
nog een paard, in de vlammen waren om
gekomen. Slechts negen stuks heeft men
nog in veiligheid kunnen brengen. Ook
ging een vrij groot aantal landbouwwerk
tuigen door het vuur verloren.
Daar twee kinderen bij het uitbreken van
den brand in de schuur speelden, vermoedt
men, dat deze met vuur hebben gespeeld
en dat daardoor de brand is ontstaan.
Naar de eigenaar ons voorts mededeelde,
was alles verzekerd.
PLAATSELIJK NIEUWS.
KAPELLE,
Coöp. Boerenleenbank,
In het lokaal „Obadja" hield de Coöp.
Boerenleenbank te Kapelle haar 20ste jaar
vergadering.
Uit de rekening bleek, dat de ontvang
sten hebben bedragen f744,109,51, be
staande uit kas vorig dienstjaar f6507,21,
gew. spaargelden f 150.410,38. Terugbe
taalde voorschotten f 18.550,-—. In loopen-
de rekening van medeleden f 248.606,42,
van de Centrale Bank f 260.347,80, van
jaardeposito's Centrale Bank f 37.500,'—,
van afschrijvingen f 2600,'—, van op re-
serve's gebrachte winst f 1893,49. Van ren
te voorschotten £6629,32, van rente loo-
pende rekening f 7523,76, van Coupons
f 100,—, van rente Centr. Bank f 1427,66,
van rente jaardeposito's f 1679,27, van
kosten loopende rekening f 1,70, van di
verse ontvangsten f32,50.
Met inbegrip der kas op 31 December
van dit jaar beliepen de uitgaven eveneens
£744.109,51, bestaande uit de spaargelden
a f 252.566,32. Gegeven voorschotten
f 12.620,—. In loopende rekening aan me
deleden f250.525,—, aan de Centr. Bank
f200.224,17, aan rente spaarbank f 9497,31
aan rente termijndeposito's f 1125,32, aan
rente in loopende rekening f 1065,32, ren
te aan de Centrale Bank f51,81, aan bij
drage waarborgfonds £55,—. Bijdrage aan
de Centrale Bank waaronder Crisisfonds
f 328,74. Aan kassierssalaris met inbegrip
gratificatie f 30,f 1350,—, aan afschrij
vingen f 2600,—, aan diverse uitgaven
f 220,82. Op reserve gebrachte winst
f 1089,37. De balans gaf in actief en pas
sief aan f 379.826,80.
Uit het verslag aangaande den toestand
der vereeniging bleek, dat het aantal leden
191 bedroeg, 8 leden vielen af door ver
trek en overlijden, 2 nieuwe leden traden
toe. In het bestuur kwam geen verande
ring, herkozen werd het aftredende be
stuurslid de heer P. Mol Jz. Voor den
raad van toezicht was aftredende Joz. de
Jager Bz., welke niet meer in aanmerking
wenschte te komen, in deze vacature werd
gekozen de heer M. Glas Jz. De aftreden
de plaatsvervangende bestuursleden de
heeren J. Tollenaar en P. Staal, werden
herbenoemd.
Bij het punt mededeelingen, deelde de
voorzitter mee, dat de rente der spaargel
den met 1 Januari 1932 bedraagt 3 pet.,
die der termijndeposito's 3,25 pet., die der
voorschotten, ook in loopende rekening
4,50 pet.
Bij voorkomende zaken werd op voor
stel van het lid D. Ganseman besloten in
den vervolge te plaatsen op het con
vocatie-biljet de rekening-balans. Goed
gekeurd werd de rekening, welke vier we
ken ter inzage zal liggen voor de leden
ten kantore van de Bank.
met een genoegen, dat ik nauwelijks kan
beschrijven. Als ik er nog aan terugdenk,
dat alleen het uitbreken van roodvonk in
het gezin, waar zij zou worden opgeno
men, de oorzaak was, dat zij lang genoeg
hier bleef, opdat wij haar goed konden
waardeeren, kan ik mij niet dankbaar ge
noeg voelen. Haar ontwikkeling gade te
slaan gedurende het laatste jaar was als
te kijken naar de ontplooiing van een
mooie bloemknop".
„Zij heeft in elk geval een verovering
gemaakt op u, vadertje", merkte Gerald
op. „Ik vond zelf ook, dat zij er aan het
diner bijzonder lief uitzag".
„Zij heeft mij zoo ingepakt, als ik het
niet voor mogelijk zou hebben gehouden",
erkende Lord Hinterleys, een blik op zijn
zoon werpend. „Ik heb het verlangen van
een oud man gekoesterd, Gerald, om in
Hinterleys de vrouw te verwelkomen, die
jij eens tot je echtgenoot zoudt verkiezen.
Ik heb in mijn geest een lijstje opgemaakt
van de jonge dames van onze wereld, die
ik hier gaarne zou zien. Nooit heb ik er
ook maar vluchtig aan gedacht, iemand
zonder naam op die lijst te plaatsen. En
toch".
„Er is geen sprake van zoo iets tusschen
Myrtile en mij, papa", verklaarde Gerald
na een eenigszins verlegen stilte.
(Wordt vervolgd).