De weg tot geluk
N° 11
Woensdag 6 April 1959
119® Jaargang.
Reclame-aanbiedingen.
LINTVELT's BAZAR
Binnenland.
Lrand-en Tuinbouw
-VAN MELLB'S-
^GOESCHB^
ONT BYT- KOEK
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,—
buiten Goes ƒ2,—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
NIET IN HOOGER BEROEP.
Een o n b e g r ij p e 1 ij k e
zaak.
Ons vorig nummer bevatte het vol
gende bericht, dat zeker door velen
met verbazing zal zijn gelezen:
„Naar wij vernemen is door den
officier van Justitie te Middelburg
geen hooger beroep aangeteekend
tegen het vrijsprekend vonnis der
Rechtbank van 23 Maart j.l. betref
fende ten laste gelegde verduisterin-
gen bij de Kanter en Hordijksbank
te Goes, zoodat het vonnis in kracht
van gewijsde is gegaan."
....en ook wij namen er met verwon
dering kennis van.
We stellen hierbij echter dadelijk
voorop, dat we hierbij doelen op het
„niet in hooger beroep" gaan door den
officier van Justitie en niet op het
„vrijsprekende vonnis". Mogelijk is
het publiek meer verwonderd geweest
over het vrijsprekende vonnis, want
wat we daarover buiten en ook op ons
redactie-bureau te hooren kregen, is
in staat eenige pagina's .te vullen. Over
het geheel zou het echter geen ver
kwikkelijke lectuur geworden zijn!
Doch we schreven daarover niets.
In de eerste plaats omdat we het in
het algemeen verkeerd achten eenige
aanmerking te maken op alles wat de
rechterlijke macht aangaat. De rech
terlijke macht toch is één onzer hoog
ste instellingen, de openbare regula
teur van het volksgeweten, en haar uit
spraak moet „heilig" zijn. En in de
tweede plaats, omdat met de uit
spraak te Middelburg vooralsnog de
uiteindelijke beslissing niet gevallen
was. De zaak kon nog eenige malen
hooger aanhangig gemaakt worden en
hoe dan tenslotte de uitspraak zou
worden, was niet te voorspellen. Op
dit gebied maakten we, ondanks het
geen we hierboven over de rechter
lijke macht schreven, reeds veel en
velerlei mede. Van den laatsten tijd
noemen v/e slechts hel in hooger be
roep gaan van den Officier van Justi
tie te 's Hertogenbosch tegen een vrij
sprekend vonnis, terwijl hij zelf vrij
spraak geeïscht had.
Doch, om ter zake terug te keeren,
de Officier te Middelburg is niet in
hooger beroep gegaan, en we zijn daar
zeer verwonderd over en kunnen dit
maal niet nalaten daar ook middels
onze pen uiting aan te geven. i
Zooals reeds opgemerkt, we maken
geen aanmerking op het vrijsprekende
vonnis. We constafeeren slechts, dat
de rechtbank te Middelburg tot de
conclusie gekomen is, dat de drie ver
dachten in deze zaak niets gedaan
hebben, dat, volgens de wet, gestraft
dient te worden. En wij voor ons ne
men dadelijk aan, dat dit ook zoo is
we zijn niet bevoegd, en nog minder
is het publiek dat dit zij hier ook
terloops opgemerkt om een oordeel
in deze zaak te vellen, maar.... we
moeten toch aannemen, dat de Offi
cier van Justitie w e 1 de bevoegdheid
had om hier te oordeelen en.... de Of
ficier van Justitie bleek er van over
tuigd dat de verdachten wel iets ge
daan hadden, dat volgens de wet
diende gestraft te worden.
We behoeven dit laatste wel niet
DEZE WEEK
SPECIALE
46
FEUILLETON
door
E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
Gerald's stralend gelaat werd geen
oogenblik bewolkt. Hij greep Christopher's
arm.
„Bourne End", bekende hij, „is allego
risch gesproken in nevelen verdwenen.
Chris, ik weet nu, wat mij al dien tijd
heeft gescheeld. Dat wist ik terstond, toen
ik haar daar vermoeid en treurig onder de
boomen zag zitten. Ik ontmoette de ware
liefde en wist het niet eens. Ik bemin Pau
line
II.
Pauline leunde achterover in haar stoel
met een uitroep van tevredenheid. Door
de hangende takken van den grooten pla
taan had men een aardig gezicht op het or-
A kest in roode uniformen gekleed, op het
terras met zijn rijen lichten, de groepjes
menschen, die hier en daar zaten, de kell-
ners in hun aardige livreien. En verder het
effen grasperk, de schilderachtige gevel van
het huis aan den donkerblauwen hemel
nader aan te toonen. In ons verslag
van de rechtszitting, in ons nummer
van 16 Maart 1.1., gaven wij de uitin
gen van den Officier zeker niet scher
per weer, dan deze gedaan werden, en
die uitingen spraken van een hevige
verontwaardiging, van een overtuigd
zijn van de schuld van beklaagden, en
deze verontwaardiging en overtuiging
uitten zich tenslotte in den zwaren
eisch van: drie jaar gevangenisstraf
Doch het vonnis luidde: geen drie,
geen twee, geen één jaar, geen enkele
straf, maar vrijspraaken de Offi
cier vereenigde zich met die uitspraak,
ging tenminste niet in hooger beroep...
Is het niet te begrijpen, dat we zeer
verwonderd waren?!
Want.... er is aan deze zaak ook nog
een andere zijde.
Zooals reeds opgemerkt, we willen
onvoorwaardelijk aannemen, dat de
Rechtbank een geheel juiste beslissing
nam en zelfs zouden we kunnen plaat
sen, dat de Officier, (omdat hij de
koude, harde wet vertegenwoordigt, en
in den regel niet heeft te zien naar
verzachtende omstandigheden), door
hetgeen de verdediging aanvoerde, en
omdat hij ten slotte ook zijn meening
heeft als „mensch", zich nu bij de uit
spraak neerlegt, als aan deze zaak
niet zooveel was vooraf gegaan.
En dan denken we niet in de eerste
plaats aan den langen tijd dien het
vooronderzoek vorderde, aan de vijf
tien maanden, dat de verdachten, zoo
als Mr. Zaaijer opmerkte, in een ze-
nuwsloopende spanning leefden, maar
dan denken we aan de wijze waarop
zij bij het begin van dit onderzoek
door de rechterlijke macht behandeld
werden. Alle drie werden, als ernstige
misdadigers, in hechtenis genomen,
waarbij een hunner zelfs „van zijn bed
werd gelicht" te Rotterdam! En het
slot van dit heele drama is „vrij
spraak", zonder meer. Als we dus aan
nemen, dat te Middelburg „gerechtig
heid is geschied", is dan aan de drie
verdachten, vóór een jaar, geen groo-
te ongerechtigheid" gepleegd?!
Nogmaals, hoe we deze zaak ook be
zien, we blijven ons verwonderen.
En we schrijven er over, niet „om
dat het publiek er om vraagt", zooals
aan de courant wel eens verweten
wordt, maar omdat, volgens onze op
vatting, de courant tot taak heeft, het
publiek eerlijk en onomwonden voor
te lichten, over die dingen, die het
recht heeft te weten.
En vooral geen „geheime diploma
tie" ten opzichte van rechtszaken. Het
„recht" moet in onze samenleving hei
lig zijn, wat het gerecht doet, moet
ook recht gedaan zijn, en voor den
eenvoudige te begrijpen. En als het
toch boven het begrip van dien een
voudige gaat, dan moeten zij die ver
der zien, hem kunnen voorlichten,
Dit is vooral ook de taak der courant.
Maar hoe gaarne ook, we kunnen
hier niet „voorlichten", slechts ver
wonderd zijn. Misschien ligt het echter
aan ons begrip
CONGRES DER LIBERALEN.
In de voortgezette vergadering werd
mr. P. Rink benoemd tot eere-voor-
zitter der partij.
De heer Fock werd als voorzitter
herkozen. Dhr. Smeenge herdacht daar
op in sympathieke bewoordingen al het
geen mr. Fock voor het vaderland
heeft gedaan.
In de huishoudelijke vergadering
straalde hier en daar een vroege ster. Zelfs
het gegons van het gesprek scheen samen
te vloeien met de tonen der muziek. Een
zacht koeltje speelde in de toppen der boo
men. Na de hitte van Londen was het een
heerlijke verpoozing.
,Het is heel vriendelijk van u", fluisterde
zij tot Gerald, „ons hier te brengen".
„Het was een geluk voor mij u te ont
moeten", verklaarde hij. „Vind u het na
al de ontmoediging, die ik had, niet dapper
van mij, uw tante te komen trotseeren
,Niet zoo heel erg", antwoordde zij. „Wij
waren twee weerlooze vrouwen, heel treu
rig en vermoeid van het leven".
„Ik wou", zeide Gerald bedaard, „dat u
mij meer over u zelf wilde vertellen".
Pauline wierp een blik op haar tante,
die ook achteroverleunde in haar stoel met
een tevreden gelaat, gesloten oogen en een
voorkomen, dat volkomen rust verried.
„Mijn tante houdt niet van zulke vra
gen", antwoordde zij kalm.
„Wij spreken in het Engelsch", herin
nerde Gerald haar, „en uw tante verstaat
dat niet".
„Mijn tante verstaat beter Engelsch, dan
u zou denken", antwoordde Pauline. „En
dan komt er bij, dat ik vertrouwen in haar
heb. Ik geloof, dat zij weet, wat het
beste is".
„Het beste voor u" zeide Gerald vast,
„is vertrouwen in mij te hebben'
werden tot hoofdbestuursleden herko
zen de heeren S. van den Bergh Jr. en
mr. G. A. Boon. Gekozen werden tot
hoofdbestuursleden mr. J. Drost, mr
W. C. Wendelaar, mevr. J. van der
Grïendt Bunk en prof. dr. B. D.
Eerdmans.
Vervolgens werden het concept-be
ginsel en het c :ncept-werkprogram aan
genomen. Hieraan ontleenen wij het
volgende:
Afwijzing van iedere niet strikt
noodzakelijke overheidsbemoeiing; ver
mindering yan overheidsuitgaven; re
organisatie van de openbare diensten;
een klein doch goed gesalarieerd amb
tenarencorps.
Onder vooropstelling van de nood
zakelijkheid dat de productiekosten
zich bij een sterk gedaald prijspeil op
de wereldmarkt aanpassen, medewer
king aan maatregelen tot tijdelijken
steun aan bedrijven, welke ten gevolge
van buitengewone omstandigheden ten
onder dreigen te gaan, doch onder
normale omstandigheden behoorlijken
waarborg voor levensvatbaarheid bie
den.
Verruiming en vereenvoudiging var)
de Arbeidswet, in dien zin, dat meer
vrijheid aan de bedrijven wordt gela
ten om zich aan te passen aan de om
standigheden.
Invoering van premie vrij staatspen
sioen voor allen boven een bepaalden
leeftijd, wier inkomen blijft beneden
een door de Wet te stellen bedrag, on
afhankelijk van het feit, of zij al dan
niet in loondienst geweest zijn.
Bestrijding van elke achterstelling
van het openbaar bij het bijzonder on
derwijs. Bezuiniging op de uitgaven
van het lager en uitgebreid lager on
derwijs door strenger maatstaf aan te
leggen aan de oprichting en het voort
bestaan van scholen.
Herziening van de Radiowet. Verlof
tot het bouwen van nieuwe zenders
aan erkende omroepvereenigingen, die
daartoe machtiging vragen. Streven
naar uitbreiding van zendgelegenheid-
Gelegenheid tot onafgebroken uitzen
ding van een algemeen programma
door één algemeene omroepvereenï-
ging. Beperking van politiek in den
aether en, voor zoover toegelaten, ge*
legenheid daartoe voor alle partijen.
Toestaan van niet-politieke uitzendin
gen naar onze overzeesche gebieden.
Maatregelen tot behoud van een
krachtigen landbouwenden stand, me
de door goede uitrusting van het land
bouw- en landbouwhuishoudonderwijs.
Intensieve voorziening van het plat
teland met telefoon, electriciteit en
waterleiding.
Ten slotte werd bij acclamatie aan
genomen de volgende motie:
„De algemeene vergadering, kennis
genomen hebbende van het rapport
en de conclusie van de Landbouw-
commissie, de oogen niet sluitende
voor de moeilijkheden waarin andere
bedrijfstakken verkeeren, verklaart
diep overtuigd te zijn van den nood
toestand, waarin de Nederlandsche
Landbouw verkeert en dringt er bij de
Kamerfractie op aan, om in den geest
van het concept-programma alle po
gingen in het werk te stellen (en te
steunen), welke een verlichting in de
zen kunnen te weeg brengen".
Na behandeling van de programs wa
ren aan de orde de moties Rotterdam,
luidende:
1. De algemeene vergadering, over
wegende, dat bij kde tegenwoordige
practijk van het parlementarisme be
vordering van groeps-egoïsme door
partïjenvorming en partijenhandel te
zeer mogelijk wordt gemaakt,
Zij zag hem glimlachend aan. Haar ge
laat werd echter niet verteederd.
„Werkelijk? En waarom zou ik vertrou
wen in u stellen? En wat is er te ge-
looven?"
„Dat ik heel veel belang in u stel", ant
woordde Gerald snel, „en in alles wat u
betreft; dat ik uw vriend wensch te zijn;
dat ik wou
Zij legde hem het zwijgen op met een
bevelend handgebaar.
„Noch mijn tante noch ik", viel zij hem
in de rede, „bevinden zich in een toestand
om meer dan de eenvoudigste beleefdhe
den van iemand te kunnen aannemen. Ik
heb u dat reeds trachten duidelijk te ma
ken".
„Dat is zoo", gaf Gerald toe, „maar eer
ik uw besluit als afdoende aanneem, ver
wacht ik toch een nadere verklaring".
„Wij behooren niet tot uw wereld",
zeide Pauline. „Wij zijn, wat u meen ik
avonturiers noemt".
„Van een eigenaardig type dan", ver
klaarde Gerald glimlachend. „Het is niet
de gewoonte van zulke menschen, als ze
een groot verlies hebben geleden, zooals
het geval met u was te Monte Carlo, hun
juweelen te verkoopen om hun schulden
te betalen en te vertrekken, zonder iemand
een cent schuldig te blijven".
,U is goed ingelicht", merkte Pauline,
op koelen toon op.
B. C. DE MUL.
Hiernaast drukken we een foto af
van den nieuwen burgemeester van
Kruiningcn, den heer B. C. de Mul.
In aansluiting op hetgeen we reeds
meldden, volgen hier nog eenige bij
zonderheden uit de ambtelijke loopbaan
van den heer De Mul.
Volontair ter gemeente-secretarie en
daarna ambtenaar ter secretarie te
Wemeldinge van 1915 tot Maart 1920;
van Maart 1920 tot 1 November 1920
ambtenaar ter secretarie te Leimuiden
en Rijnzaterwoude; sedert 1 Novem
ber 1920 eerste commies ter secretarie
te Zierikzee en sedert Januari 1925 te
vens ambtenaar van den Burgerlijken
Stand.
De heer De Mul is in het bezit van
het diploma candidaat gemeente-secre
taris en van de akte Middelbaar On
derwijs Staatsinrichting. Thans stu
deert hij nog voor boekhouden en
financiën.
van oordeel, dat een tegenwicht te
gen dezen uitwas van het parlementa
risme noodig is, verzoekt het hoofdbe
stuur het onderwerp „referendum" of
eenig ander zoodanig tegenwicht in
studie te nemen of te doen nemen en
vóór den a.s. winter hierover een rap
port te doen verschijnen.
2. De algemeene vergadering,
betreurende, dat in allerlei klassen
en bedrijven het groeps-egoïsme hoog
tij viert,
van oordeel, dat samenwerking tus-
schen klassen, bedrijfsgroepen enzoo-
voorts op den grondslag van sociale
saamhoorigheid uit alle macht worden
bevorderd,
overwegende, dat daartoe noodig is
het goed begrijpen van elkanders men
taliteit, hetgeen door onderling ver
keer in school, militairen dienst, sport
beoefening en verder vereenigingsle-
ven, maar ook door nauwere samen
werking in het bedrijfsleven kan wor
den bevorderd,
overwegende, dat daartoe voorts
gewenscht is, dat de bestaande perso
nen in hun bedrijfhandelingen het oog
richten op de sociale gevolgen daar
van, acht het noodzakelijk, dat van
overheidswege het onderling begrijpen
en samenwerken en de ontwikkeling
eener sociale mentaliteit wordt aange
moedigd.
verzoekt het hoofdbestuur vóór den
a.s. winter te rapporteeren over de
mogelijkheid, deze gedachten in con
crete maatregelen tot uiting te doen
komen.
Beide moties werden toegelicht door
prof. Polak, waarna de voorzitter na
mens het hoofdbestuur toezegde, dat
beide moties in studie zullen worden
genomen.
Burgemeester van Velsen.
Bij K. B. is met ingang van 16 April
benoemd tot burgemeester van Velsen
mr. F. L. J. E. Rambonnet, met gelijk
tijdig eervol ontslag als burgemeester
van Schoonhoven.
De pachtovereenkomsten.
De heeren Beumer en Van den Heu
vel hebben een aantal amendementen
ingediend op het wetsvoorstel van den
heer Ebels c.s., houdende maatregelen
ten aanzien van loopende pachtover
eenkomsten. Voorgesteld wordt o.m.
de Crisispachtcommissie te vervangen
„Ik heb uw parelsnoer bij Desfordes,
den juwelier, gezien".
„Ik kan niet gelooven, dat Desfordes
begon Pauline ietwat heftig.
„De man heeft mij niets verteld", viel
Gerald haar in de rede. „Ik herkende het
parelsnoer en kocht het".
„U hebt mijn parelsnoer gekocht?" her
haalde zij ongeloovig.
„Hopende", ging Gerald voort, „dat ik
den een of anderen dag het voorrecht
mocht hebben, het u terug te geven".
Zij was zichtbaar van haar stuk ge
bracht.
„U is blijkbaar even rijk, Lord Dombey,
als u onbeschaamd is", zeide zij. „Is u
dikwijls onderhevig aan zulke grillen?"
„Ik ben vermogend", antwoordde Ge
rald „dat is te zeggen, ik heb een eigen
inkomen buiten mijn toelage. Overigens
heb ik nog nooit zoo iets gedaan, omdat
ik er nog nooit neiging voor gevoelde".
,Ik dacht, dat u behoorde tot de be
schermers van de balletdametjes te Monte
Carlo", merkte zij op. „Gaf u haar geen
partijtjes en soupers en zoo iets?"
„Ik gaf haar nu en dan een souper", gaf
Gerald toe, „maar verder ging mijn ken
nismaking met ze niet".
„En dan was er een kind, dat u en uw
vriend op een boerderij in de bergen vond
zij werd uw pupil, nietwaar? een
mooi meisje met groote, teedere oogen?"
door een „Kamer voor crïsispachtza-
ken". Verder wordt o.a. voorgesteld
een nieuw artikel 12 in te voegen, lui
dende: „Deze wet vervalt, tenzij zij
eerder wordt ingetrokken, met ingang
van 1 Januari 1936".
Staking van veenarbeiders.
Maandag zijn te Vriezen veen de mo
dern georganiseerde veenarbeiders,
omvattende 35 pet. van het totaal aan
tal veenarbeiders aldaar, in staking
gegaan, daar over het nieuwe looncon-
tract geen eenstemmigheid heerscht.
Frankrijks bofer-tekort.
In verband met den stijgenden bo-
terprijs in Frankrijk heeft het Fran-
sche ministerie van Landbouw Vrijdag
1.1. vergunning verleend voor het on
middellijk invoeren van 300.000 kilo
buïtenlandsche boter. Deze hoeveel
heid boter zal echter met het contin
gent van 6000 ton, dat voor het twee
de kwartaal van 1932 is vastgesteld,
worden verrekend.
Volgens de „Intransigeant" kunnen
thans de Fransche zuivelbedrijven
slechts de helft, en misschien maar
één derde van de boter, die Frankrijk
noodig heeft, produceeren. Een groot
handelaar te Lyon, die dagelijks drie
ton omzet, telegrafeerde Vrijdag nog
naar Parijs om ten minste een ton bo
ter, doch hij kon slechts 200 K.G. krij
gen. Een andere engros-handel, die
3000 winkels heeft, seinde eveneens,
doch kon maar voor een klein ge
deelte worden geholpen.
Intusschen heeft het tekort een
scherpe rijzing van de prijzen veroor
zaakt. Verleden Zaterdag kostte de
boter nog 22.50 francs het K.G. Dins
dag was de prijs 23 francs. Er zijn een
kleine 90.000 wederverkoopers, en te
rekenen naar hun behoeften was er
volgens bovengenoemd blad onmiddel
lijk minstens 1.200.000 K.G. noodig.
•DENSOETENIIWAL SEDERT
„Mijn familie heeft mij ontlast van mijn
verantwoordelijkheid in die richting", ant
woordde Gerald. „Zij woont te Hinterleys
bij mijn ouders. Mijn vader wil zich door
niemand anders laten voorlezen, mijn zus
ter houdt veel van haar, en mijn vriend is
op haar verliefd".
„Ik begrijp toch nog steeds niet, waar
om u mijn parelsnoer kocht", merkte Pau
line op na een oogenblik te hebben nage
dacht, „of onder welke mogelijke voor
waarden u het mij terug dacht te geven".
„Ik kocht het, omdat ik u lief heb", ver—
klaarde Gerald.
Zij keerde het hoofd om en nam hem
van het hoofd tot de voeten op. Zij lag
nog in haar stoel, maar toch kreeg hij den
indruk, alsof zij op hem neer zag.
„Dat", zeide zij bedaard, „zijn uitdruk
kingen, die u moet bewaren voor uw bal
letdametjes of uw dorpsmeisjes".
„Het is toevallig de waarheid", hield hij
koppig vol.
„Weer keek zij naar hem, nog ver
baasd, maar nu toch vriendelijker. Zijn
donkere oogen schitterden. Hij was blijk
baar in ernst.
„U moet mij vergeven, als ik uw metho
den een beetje ongewoon vind", zeide zij.
„Moet ik begrijpen, dat u mij ten huwe
lijk vraagt?"
(Wordt vervolgd).