De weg tot geluk N® 55 Woensdag 16 Maart 1952 119® Jaargang. Reclame-aanbiedingen. LINTVELT's BAZAR Lrand-en Tuinbouw Rechtszaken •VAH MBLLE'S- GOESCHE ONTBYT-KOBK ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes 2, buiten Goes ƒ2,'— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag^, Woensdag en Vrijdagavond. COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels 1,20, elke regel meer 24 cent» Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. Zij, die zich nu als abonné, voor minstens drie maanden, op de „Goesche Courant" opgeven, ont vangen de tot 1 April a.s. te ver schijnen nummers kosteloos. BinoenlaDd UIT DE TWEEDE KAMER. De invoer van appelen uit Noord-Amerika. Het Tweede Kamerlid Braat heeft tot den minister van binnenlandsche zaken en landbouw de volgende schrif telijke vragen gericht: ls het den minister bekend, dat in den loop van deze maand in Europee sche havens uit Noord-Amerika appels zijn aangekomen, die besmet waren door de ban-José-schildluisV Is het den minister bekend dat amb tenaren van de politie op de Parijsche markt reeds appels hebben gevonden, waarop het bovengenoemd insect voor kwam V Is het den minister bekend, welke groote verwoestingen door bovenge noemd insect kunnen worden aange richt? Acht de minister het niet noodzake lijk om ook in ons land de noodige maatregelen te nemen, evenals zulks reeds in Frankrijk is geschied, om te verhinderen dat met de Noord-Amerx- kaansche appels ook bovengenoemd insect in ons land wordt ingevoerd? De nood der land- pachters. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer over het wetsvoor stel c.s., houdende bijzondere maat regelen ten aanzien van loopende pachtovereenkomsten, zeggen de voor stellers te erkennen, dat [aan de moeilijkheden, welke uit de loopen de pachtovereenkomsten voortvloeien door een gedeelte der verpachters wordt tegemoetgekomen; niettemin blijft h.i. een voorziening noodig, daar deze gunstige omstandigheid slechts voor een deel der pachters geldt. Alhoewel tegen het ingrijpen in contractueel tot stand gekomen rech ten in het algemeen zeker ernstige bedenkingen zijn aan te voeren, dee- len de voorstellers toch de meenïng van hen, die aan deze bedenkingen in het onderhavige geval geen over wegende beteekenis meenen te moe ten toekennen. De omstandigheden zijn in hooge mate abnormaal, vooral ook door het uitermate snelle verloop van de crisis, waardoor de gelegen heid tot aanpassing ten eenenmale heeft ontbroken, dat zij dit ingrij pen volkomen rechtvaardigen. De voorstellers vermogen niet in te zien, dat aanneming van het wets ontwerp de kans zou vergrooten, dat DHZe WEEK SPECIALE 38 FEUILLETON door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling vaa M. HELLEMA. „Misschien wel, misschien niet," was het raadselachtige antwoord. „Je moet mij hier afzetten. Dit is mijn weg." Zij sprong er vlug uit, na slechts even tot afscheid zijn vingers te heb ben aangeraakt Ofschoon Gerald zich met kracht verzette tegen den stroom van gevoelens en verwachtingen, die hem bestormden, was hij toch een beetje teleurgesteld, toen zij hem zonder verder protest verliet. Hij zou haar nooit hebben toegestaan te komen, hield hij zich voor, toen hij langzaam verder reed. Toch had hij op dat oogenblik een visioen. Bij na was hij tegen een taxi aangereden. Myrtile wachtte, tot Gerald uit het gezicht was. Toen stak zij het plein over ,deed eenige stappen in de Rue de Paris, bleef voor de deur van madame Lénore's zaak staan en stiet ze open. Madame Lénore kwaim zelf te voorschijn. Er was iets on eventueel door de regeering nog te nemen steunmaatregelen grootendeels aan de verpachters ten goede zullen komen en niet aan de eigen geërfde boeren. Conflict Meubelbedrijf. De onderhandelingen, die tusschen de vertegenwoordigers van werkge vers- en werknemersorganisaties in het meubel- en behangersbedrijf zijn gevoerd over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst, hebben niet tot overeenstemming geleid. De Bond van Meubelfabrikanten in Nederland heeft thans aan alle personeelen, die bij zijn leden in dienst zijn, doen weten dat met ingang van 21 Maart a.s. de loo- nen der gezellen met drie ct. per uur zullen worden verlaagd en dat op 28 Maart en dan op 4 April de loonen op nieuw met één cent per uur verlaagd zullen worden. De Bond van Behangers- en Meubel roakerspatroons heett eveneens maat regelen inzake loonsverlaging aange kondigd. Laatstgenoemde organisatie wil de loonen der gezellen met 10 pet verlagen. Voor de drie groote plaatsen beteekent dit een loonsver laging van zeven cent per uur; voor de provincieplaatsen zes cent per uur. De drie samenwerkende gezellenor- ganisaties zijn naar aanleiding van de aangekondigde maatregelen met haar leden in overleg getreden, met het ge volg dat aan negen firma's in Den Haag, twaalf te Haarlem en negen te Amsterdam, alle lid van den Behan- geispatroonsbond, een ultimatum is gesteld. De staking zal ingaan per 21 Maart De suikerbietenteelt. Men deelt ons mede, ter nadere toe lichting op de regeling, die door de Commissie inzake steun aan de sui kerbietenteelt is getroffen: De telers der bieten in de jaren 1928, 1929 en 1930, die in die jaren niet aan de fabrieken nebben gele verd, en dus bij de Commissie niet be kend zijn, hebben geen formulieren (ter invulling ontvangen. Slechts zij, die aan fabrieken heb ben geleverd, hebben de daartoe be stemde formulieren ontvangen en kun nen daarop invullen 80 pet van leve ring. Intusschen verplichten zij zich daarbij tevens om een hoeveelheid, voorzoover ze de bieten zelf niet heb ben geteeld, aan de telers hunner bie ten in die jaren over te dragen. De telers der bieten behooren zich nu in verbinding te stellen met de vroegere koopers van hun bieten, zoodat komt vast te staan op welke hoeveelheid zij recht hebben. Ook al zijn de teelt bewijzen reeds uitgereikt, dan nog kunnen de telers der bieten, niet-leve ranciers aan fabrieken, hun recht op garantie opeischen. Zoodra de hoeveel heden vast staan, behooren de telers zich tot de Commissie te wenden. Zij kunnen dit doen bij eenvoudig schrij ven. Mochten de koopers der bieten onwillig zijn om te bevestigen, dat zij de betreffende hoeveelheid in be doelde jaren gekocht hebben, dan ook kunnen de telers zich tot de Commis sie wenden, die dan na gedaan onder zoek zoonoodig de teeltbewijzen van de koopers kunnen intrekken. aangenaams hoewel niets onvriendelijks in den glimlach, waarmee zij haar bezoekster begroette. „Wat is er van uw dienst, made moiselle," vroeg zij. „Kan ik het avondtoilet nog krij gen, dat u mij liet zien, toen ik de eerste maal hier was?" vroeg Myr tile, eenigszins angstig. „Wel zeker, mademoiselle," ant woordde de Frangaise vriendelijk. „Wenscht mademoiselle het heden avond te dragen?" „Ja, dat zou ik gaarne willen," was het gelukkige antwoord. Madame nam de slanke gestalte voor haar goed op, volgde met de oogen de schoone lijnen, en kon een half afgunstige, half cynische bewon dering voor die nog in knop zijnde schoonheid niet weerhouden. Toen bestudeerde zij het gelaat van het meisje. Zij begreep ongetwijfeld wel, wat dit bezoek beteekende en besloot dat dit boerenkind, als zij behoorlijk gekleed werd, haar zaak beroemd zou kunnen maken. .,Er zijn nog meer dingen, die ma demoiselle noodig zal hebben," zeide zij nadenkend, „in de eerste plaats moet zij gekapt worden. Wil made moiselle zich aan mijn handen toe vertrouwen voor vanavond? Ik wil beloven, dat er geen meisje in Monte Carlo maar half zoo mooi aal zijn." RECHTBANK TE MIDDELBURG. DE KANTER EN HORDIJK. Verduistering. In de zitting van 15 Maart 1932 wer den de volgende zaken behandeld: J. A. W. v. R., 63 jaar, bankier te Goes; J. W., 68 jaar, procuratiehou der te Goes en W. A. P. F. v. B., 60 jaar, procuratiehouder te Goes, wei den ten laste gelegd, dat zij te zamen en in vereeniging, althans ieder afzon derlijk omstreeks 15 April 1930 de na volgende effecten 100 5 pet. Chili, f 500, 4V2 pet Ned. 1917, f 1000, 5 pet. Overijselsche Hypotheekbank, f 1000. 41/2 pet. Nationaal Grondbezit, f1000 5 pet. Transatlantische Hypotheekbank welke effecten toebehoorden aan Ge rard Nieuwenhuize en welke effecten op verzoek en advies van W. v. R. en v. B. aan deze beiden waren ter hand gesteld en toevertrouwd om deze ef fecten op de Kanter en Hordijksbank te bewaren en voor het knippen en te gelde maken van de coupons zorg te dragen, wederrechtelijk zich hebben toegeëigend; 2. dat zij te zamen en in vereeniging omstreeks 18 November 1930 een stuk van f1000 Moluksche Handels Ven nootschap, toebehoorende aan G. Nieu wenhuize zich hebben toegeëigend; 3. te zamen en in vereeniging 2 cer tificaten van 100 Deli Batavia Rubber- toebehoorende aan W. C. van Oeveren, welke effecten hij op verzoek en ad vies van J. W. omstreeks Juli 1928 aan de Kanter en Hordijksbank in bewa ring had gegeven, zich hebben toege- eïgend; 4. dat zij te zamen en in vereeniging of afzonderlijk, een aandeel van f1000 Vorstenlanden, 5 onderaandee- len, 1 onderaandeel en nog een onder aandeel Ned. Kon. Petroleum Mij. ieder van f1000, toebehoorende aan J. Allemekinders, zich hebben toege- eigend. 5. dat zij te zamen en in vereeni ging, althans afzonderlijk, na 1 No vember 1927 een obligatie 5 pet. Zui der Hypotheekbank en een aandeel van f 1000 Java-Rubber, toebehoorende aan J. A. Abrahamse, zich hebben toe geëigend, alles in hun functie van di recteur en procuratiehouders van de Kanter en Hordijksbank. President van de Rechtbank was Mr. Jolles, subs. off. van justitie mr. v. d. Feltz. Het verhoor. Eerste getuige, G. Nieuwenhuize van Krabbendijke, deelt mede, welke ef fecten hij, voor zich en zijn zuster, 15 April 1930 in bewaring gaf, en dat hij daar recu's voor ontving. Op één der recu's stond „in rekening courant", maar volgens get. was de bedoeling, ze in bewaring te geven. Genoemde aanduiding was hem niet opgevallen. Voorts heeft hij nog bedragen van 3000 en 12000 gulden bij de bank gebracht De heer De Roo, Goes, zorgde voor zijn belastingopgave. Hij kreeg van de Bank een lijst van de effecten, die hij in bewaring gegeven had. De pres toont zulk een lijst, maar daar komt de aanduiding „in onderpand" op voor en vraagt, waarom get. de mantels der effecten niet gehouden heeft. Het blijkt, dat get. met een en ander niet op de hoogte was. Zijn bedoeling was „Ik wil er gaarne zoo goed uitzien, als maar eenigszins mogelijk is," zeide Myrtile vertrouwelijk. „Ik zal precies doen, wat u zegt, madame." „Is het een partijtje, dat mademoi selle wenscht bij te wonen?" „Een souper," antwoordde Myrtile. Om half twaalf." „In Hotel de Paris?" „Ja." „Indien mademoiselle om acht uur terugkomt," zeide zij „zal zij hier een kapper vinden en ik zal hem zelf aanwijzingen geven. Daarna zullen wij haar kleeden. Ik woon hier met mijn eerste verkoopster op de verdieping hier boven. Het zal ons geen last veroorzaken." „Ik zal precies op mijn tijd zijn," beloofde Myrtile. „U is heel vrien delijk, madame." De onwillige bewondering ver scheen weer in madame's kraaloog jes, toen Myrtile zich omkeerde en vroolijk wegliep. „Het is jammer," zuchtte zij, „dat het meisje zulk een zottin is!" XXI. Opnieuw trotseerden Christopher en Lady Mary de nachtlucht op het terras der Villa Acacia. Mary wees over de bergpas naar de villa aan de andere zijde, die in duisternis ge huld en gesloten en onbewoond daar echter alleen de coupons te laten ver zilveren. Hij heeft de bank nooit toe stemming gegeven om de effecten te verkoopen en ze ten eigen bate aan te wenden. Na een vraag van mr. Por- theine blijkt, dat get. wel eens f 5000 schuldig was, maar daar stond tegen over zijn deposito van 3000 en 1200 gulden. Verder, dat get. de afschrif ten van .zijn rek. courant, die hij kreeg, teekende zonder dat hij wist of deze in orde waren. De heer De Roo kreeg van een en ander geen in zage. Mr. Zaayer vraagt, of get. voor de bedoelde f5000 de effecten niet in on- dei-pand gegeven heeft. Of verdach ten hierover niet gesproken hebben. Get. zegt, dat hem hier niets van bekend is. Mr. Zaayer merkt op, dat deze ont kenning juridisch geen waarde heeft en vraagt of de bank dan nooit stuk ken voor get. verkocht heeft met zijn toestemming. Uit het antwoord van get. blijkt, dat de bank inderdaad meermalen effec ten voor hem verhandelde, zonder spe ciale opdracht. Get. vond dat goed, als dat in zijn voordeel was. Hij heeft daardoor wel eens verdiend. Den laat sten tijd echter niet. De pres.: Wij ook niet. Verdachte W. v. R. merkt op, dat de winst op de rekening van get. werd bijgeschreven en de effecten als on derpand voor de schuld dienden. Zijn deposito werd voor een jaar vastge steld. De pres. merkt op, dat na overleg hier toch uit geput had mogen worden. Verdachte v. B. maakt een opmer king, waarna de pres. er op wijst, dat aan get. alleen de effecten gevraagd werden, die bij de groote banken te verzilveren waren. Verder vecstaan wij de woorden van den president: Neen, ik zou hier maar liever over zwijgen. Volgende get. is de deskundige B. K. Kraaijeveld. In zijn rapport wordt over „in onderpand" en „in bewaring geven" gesproken. De pres. vraagt hoe dat nu zit? Get. beschouwt de effec ten als onderpand voor de schuld van f5000. Op ieen vraag van den off. geeft getuige toe, dat mogelijk niet bedoeld is ze in onderpand te geven. Mr. Winkel zegt, dat hij een getee- kend stuk heeft, waarop Nieuwen huize erkent, dat de effecten in onder pand gegeven waren. Uit het verdere verhoor blijkt, dat gewoonte is, dat de banken voor ef fecten in bewaring bewaarloon reke nen; dit is niet gebeurd. Er ontspint zich vervolgens een de bat tusschen den deskundige K. en mr. Winkel. De laatste begrijpt niet, dat de deskundige kon verklaren, dat de bank 1913 reeds insolvabel was, wijst op res. fonds en vorderingen. Ook be grijpt mr. W. niet, dat de deskundige tevens curator, kon spreken over een schuld van f 390.000 van verdachte v. B„ terwijl er een onderpand was aan effecten van f300.000. Mr. W. wil voorts een overzicht van de baten tij dens het faillissement. De pres. merkt op, dat 30 pet. uitgekeerd wordt. Volgende getuige is W. C. van Oeve ren, Wolphaartsdijk. Hij deelt mede effecten in depot en niet in onderpand gegeven te hebben. Op de bank was hem dat aangeraden, omdat de effec ten daar „beter bewaard" waren. Hij heeft nooit bewaarloon betaald. Er is nooit over gesproken, dat de effecten als onderpand voor schuld zouden somber tusschen de boomen uit' kwam. „Ik zou wel eens willen weten, waf Gerald nu 's namiddags uitvoert zon der zijn gezellin van die autotocht jes," merkte zij op. Christopher fronste het voorhoofd. „Ik weet, wat hij dezen namiddag deed. Hij reed met Myrtile naar Nizza." „Myrtile?" herhaalde Lady Mary op koelen toon. „Je kleine bescher melinge?" „Ja," zeide Christopher. „De jonge dame, die jullie kocht van een inhaligen stiefvader en een verliefden aanbidder," ging Lady Ma ry voort op een ironischen, haast bitteren toon. „Jullie jonge mannen zult het nog te kwaad krijgen met de politie en je eigen geweten." „Voor geen van beiden ben ik het minst bevreesd," verzekerde Chris topher haar. „Waarom kijk je dan zoo ontsteld, telkens als de naam van dat meisje wordt genoemd?" vroeg Lady Mary hem op den ,man af. Zij gingen voorbij een der glazen deuren. Christopher bleef een oogen blik staan om naar binnen te zien. Gerald en zijn vader waren bezig een partij schaak te spelen Gerald inap, slank en zich blijkbaar een beetje vervelend bij het spel; zijn dienen. Get. kreeg ook afschriften van zijn rek. courant. Het is hem nooit op gevallen dat daar op stond, dat de effecten „in onderpand" waren. De off. merkt op, dat get. altijd credit stond, behoudens op een oogenblik. Volgende getuige, J. Allemekinders, Kloetinge, heeft eveneens stukken bij de bank in bewaring gegeven en nooit debet gestaan. Spr. heeft gezegd, dat de bank nooit stukken mocht verkoo pen zonder daartoe van hem opdracht te hebben ontvangen. Op zeker oogen blik vroeg hij de stukken op, maar ge zegd werd door v. B. dat ze in Amster dam waren en als hij ze moest hebben, hij de hcele zaak kapot maakte. Hij heeft er daarna nooit meer iets van ge zien. De off. viaagt, evenals bij de andere getuigen, of get. ooit een rekening cou rant overeenkomst met de bank aan ging. Get. ontkent dit. (Ook de andere getuigen zeiden zulk een overeenkomst nooit gesloten te hebben). Dezen get. is ook niet opgevallen, dat op zijn afschrijving rekening courant de op merking „in onderpand" stond. Men wist immers bij de bank, wat zijn be doeling was. De verdachten ontkennen, dat de stukken speciaal „in bewaring" gege ven waren. Volgende getuige is J. A. Abraham- se, Ovezande. Hij heeft enkele stukken in bewaring gegeven, andere om in zijn belang te verkoopen. Hij heeft nooit bewaarloon betaald. Ook hem is de bepaling „in onderpand" niet opge vallen. Aan de andere zijde staat „in depot" en dat had hij als „in bewa ring" beschouwd. Hij heeft nooit een rekening courant overeenkomst geslo ten. Get. heeft eens om zijn stukken gevraagd, maar deze waren „naar Am sterdam gestuurd", werd gezegd. De verdachten zeggen, dat zij niet weten, wie deze stukken weggezonden heeft. W. v. R. weet niet, of de cura toren ze mogelijk verkocht hebben. Deskundige K. ontkent dit; de curato ren vroegen de stukken terug, maar de bank had ze reeds verkocht. De pres. vraagt aan verdachte W., of deze zich herinnert, dat getuige Abra hamse, o.a. bij het stuk van de Zuider Hypotheekbank uitdrukkelijk ver klaard heeft, dat het bewaard moest worden Verdachte herinnert zich dat niet Zooiets kwam sporadisch voor. Gaf een cliënt een dergelijke order, dan gaf hij deze aan de directie door. De cliënt kreeg dan een recu met num mer van het in bewaring gegeven stuk. Verdachte veronderstelt, dat het stuk bij de Zuider Hypotheekbank zelf ge kocht is. De pres. vraagt aan get. A. waarom hij een stuk van zijn zuster mee naar huis nam, en dat van zichzelf in bewa ring gaf. Get. zegt, dat W. hem aan raadde, zijn stuk bij de bank te laten. Verder vraagt de pres. aan verdach te W. v. R. hoe de functies verdeeld waren. Verdachte deelt mede, dat v. B. en W. beiden algemeene procuratie hadden. Laatstgenoemde was de boek houder. Verder waren hun functies niet scherp gescheiden. Hij en v. B. deden „van alles". Verdachte v. B. is familie van hem. W. deelt mede, dat hij als regel niet DENSOETEN INVALSEDERT 1SZS vadgr geheel verdiept in een gewaag den zet, dien hij juist had gedaan. „Als dat zoo is," zeide Christop her, „dan is het niet om mijzelf zooals ik je reeds eerder heb trachten uit te leggen." 1 Lady Mary lachte. „Je kunt toch niet meenen, dat Gerad haar gevaarlijk zou kunnen vinden!" spotte zij. „Wel, hij was gisteren tot over de ooren verliefd op dat vreemde ^meisje ginds in Villa Violette, en bovendien is Gerald niet slecht dat weet je." „Gerald is soms heel zwak," zeide Christopher ronduit „Hij heeft een geweten, waar het mannen betreft, maar met vrouwen ziet hij de zaak anders in. Hij is natuurlijk ontzet tend verwend, en in dit bijzondere geval is de moeilijkheid dat het kind zelf meent verliefd op hem te zijn." .Verliefd op Gerald! Hoe bela chelijk „Je onderschat haar, als ik dat mag zeggen," zeide Christopher een beetje verlegen. „Zij is buitengewoon onwetend en ook buitengewoon on schuldig. Zij heeft haar geheele leven gehunkerd naar vriendelijkheid en schoonheid. Ik geloof niet, dat er ooit een menschelijk wezen was, dat hulp en raad meer noodig had dan zij nu." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1