De weg tot geluk N° 50 Woensdag 9 Maart 1952 119° Jaargang PpoVlnclenieuWs Reclame-aanbiedingen. LINTVELT's BAZAR Wybert ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,— buiten Goes ƒ2,— Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond, GOESCHE K COURANT UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTffiN van 1—5 regels 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel, Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. V.-D. en landbouw. Gistermiddag half een had in het Schuttershof te Goes een vergadering plaats in welke het V.-D. Tweede Ka merlid, de heer F. E. H. Ebels het onderwerp „Hoe kan de landbouw ge holpen worden" behandelde. De voorzitter, de heer Ouwehand ,uit Vlissingen, deelt bij de opening mede, dat de heer Oud helaas niet aanwezig kan zijn, gezien zijn tegenwoordigheid in de Kamer vereischt werd. Verder heet spr. allen, ook mogelijke tegen standers, welkom, en wijst er op, dat deze tijd, hoeveel er ook is dat scheidt in vele opzichten toch eenheid ver eischt. Hij noodigt verder allen uit eventueel den spr. vragen te stellen. De heer Ebels, hierna het woord verkrijgende, gaat in het kort het ont staan van den crisis in den landbouw na. Spr. begint met de eerste ver schijnselen in den herfst van 1929. Ge durende den oorlog breidden tal van landen hun productie uit. Een en an der ging samen met rationaliseering, en schiep zoo mistoestanden tusschen productie en verbruik. Voorts werd, na den oorlog in landen als Rusland en China bij lange na niet verbruikt, wat onder normale omstandigheden het geval zou geweest zijn. Zoo werd de markt tenslotte overvoerd. Ook Lde eenzijdige verdragen, als dat van (Ver sailles, werkten de crisis in de hand, door het financieele evenwicht te ver storen. Het begin der crisis was de beurskrach in Amerika. Daarna volg de de crisis in Duitschland, dat een groote afnemer was van onze produc ten, en dus sloeg dat op ons terugl Hierna kwam de crisis in Engeland, Noorwegen, Frankrijk enz. met de be kende contingenteeringen. Alles te zamen schiep in Nederland de hui dige noodtoestand ook in de vee houderij. Dit is niet de eerste crisis, maar die in de „tachtiger" en negentiger jaren is niet te vergelijken met die van nu. Voor een soortgelijken toestand moet men honderd jaar terug gaan. Vroe ger jaren bemoeide de regeering zich echter niet met zulk een crisis. Thans is dat anders, het verband is te eng geworden en de regeering kan niet meer afzijdig blijven. Men moet dit ingrijpen echter niet misverstaan. De regeering helpt geen individuen of groepen, daar zijn andere lichamen voor. De overheid heeft echter belang bij het voortbestaan van den landbouw in het geheel. Als de regeering er zich niet mee bemoeide, dan zou de Ned. akkerbouw thans reeds in vergevor derd verval zijn en als geen steun aan den veehouder wordt verleend, dan gaat ook de veestapel te niet, en dat moet de regeering voorkomen. Spr. wil eerst de vraag behandelen, wat van den landbouwer zelf verwacht moet worden. Ook deze heeft plich ten. De vereenigingen bemoeien zich thans met de vraag: welke goederen door andere landen en welk land mogen worden ingevoerd. Het intern. DEZE WEEK SPECIALE 35 FEUILLETON door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. De juwelier glimlachte raadselachtig. „Ik vrees, dat het te vergeefs zou zijn geweest, milord", zeide hij. „Ik heb het genoegen gehad de oudste der dames der tig jaar lang te kennen, en ik heb het eer ste parelsnoer verschaft, dat de jonge dame droeg bij haar aanneming. Ik had gaarne de betaling van al haar schulden te Monte Carlo op mij willen nemen zonder borg tocht, maar ik zou nooit den moed hebben gehad dat voor te stellen. U zult vandaag een aankondiging in het avondblad vinden, milord, dat alle zaken der dames door mijn tusschenkomst zullen worden geregeld". „Indien ik het parelsnoer koop", stelde Gerald op den man af voor, „wilt u mij dan zeggen, hoe en waar ik mademoiselle de Ponière kan vinden De juwelier maakte een stijve buiging. „Ik heb mijn woord gegeven aan die twee dames, milord. Ik kan u volstrekt geen in lichtingen geven". ruilverkeer wordt zaak van de risgee ring en dus moet ook de landbouwen de bevolking zich organiseeren, opdat er meer eenheid in de productie komt. Hierin heerscht eigenlijk een chaos. Het komt voor dat Ned. producten, boter b.v., door de ongebreidelde con currentie, tegen lageren prijs aangebo den worden dan noodig is. In Enge land zag men daar reeds (dumping in Dit is een misdadige handelwijze en daarin moet verandering komen door organisatie. We zien reeds eenige verandering. Er is b.v. het regeerings zuivelbureau. Dc contingenteeringsmaatregelen dwin gen tot andere wegen. Daardoor wend b.v. de prijs van de Holl. boter in Frankrijk reeds iets beter. Verder is een gevolg der contingenteering, groo- ter aanbod op de binnenlandsche markt, wat weer op den prijs terug slaat, en ook in deze tot organisatie noopt. Een dergelijke organisatie moet echter tot stand komen door den, vrijen wil der betrokkenen. Er blijven echter altijd personen, die daartoe niet te vinden zijn, en daarom is het wen- schelijk, dat de regeering bevoegd is wettelijk in te grijpen. Een gunstig voorbeeld zag men in deze reeds bij de uitvoering der tar we wet Spr. komt thans tot het punt: wat de regeering kan doen. Onzerzijds, al dus spr., wordt gevraagd een tijde lijke ontheffing der sociale lasten, om den druk voor den landbouwer te verf- lichten. Geen durende opheffing dus. Maar fondsvorming, thans eischt dit 40 a 50 millioen jaarlijks ten bate van de toekomst kan zonder be zwaar worden stopgezet Verder zijn er de waterschapskosten." Aflossingen en rente b.v. van leeningen. Als deze wordt vertraagd of tijdelijk stopgezet, kan dit zonder bezwaar voor den staat gebeuren en wordt de druk weer aan merkelijk verlicht. Een ander middel is de verlaging der spoorwegtarieven voor land- en tuinbouwproducten. Spr. zet uiteen welk een lijdensgeschiedenis dit punt in de Kamer doormaakte. Bij de interpellatie Weitkamp heeft de minister nu eindelijk medegedeeld dat binnenkort een beslissing zal volgen. Een ander punt van groot belang is de werkloosheid op het platteland. Deze neemt ook hier belangrijk toe. Ver schaffen van arbeid is natuurlijk het beste, maar het aantal objecten wordt steeds geringer en wat dan? Volgens spr. ligt het meest voor de hand, de arbeiders zooveel mogelijk in het land bouwbedrijf zelf te laten. Spr. stelde het zonder succes in de Kamer voor. De minister achtte het niet te contro leeren, enz. Men is daar iets van terug gekomen en wil voor draineering enz. toeslag geven, mits dit door werkloo- zen gebeurde. Dit werkte verkeerd. Men ontsloeg de arbeiders eerst en nam ze dan weer terug als werkloozen, omdat dit voordeeliger was. Spr. wil vaststellen, hoeveel arbeiders normaal bij den landbouwer in dienst moeten zijn, en alleen voor net overige aantal toeslag geven. Want zulke maatregelen moeten tot het uiterste noodzakelijke beperkt blijven. Een andere vorm van werkverschaffing zou zijn, als er geld uit het wegenfonds te krijgen zou zijn voor onderhoud der tertiaire wegen. Thans wordt dit geld grootendeels ge bruikt voor wegen van 40 a 50 M. breedte in het centrum des lands. Het is een sociale aangelegenheid en kon uit het fonds voor de tertiaire wegen geput worden, dan was dit een mooi „U kunt mij niet zeggen, in welke ver houding zij stonden tot monsieur Zubin „Monsieur Zubin herhaalde de juwe lier, eenigszins bevreemd. „De man, die eenige dagen geleden zelf moord pleegde bij de Speelclub". De juwelier haalde de schouders op. „Er is geen sprake van eenige verwant schap, milord. Monsieur Zubin was meen ik de rentmeester, belast met het verkoo- pen van goederen, die aan mademoiselle behoorden. Ik weet niet, of ik wel het recht heb zooveel te zeggen", ging hij na een oogenblik van aarzeling voort, „maar u zult wel begrijpen, dat het monsieur Zu- bin's schuld is men zegt, dat hij vele millioenen hier aan de Speelbank heeft ver loren dat de dames, over wie wij spre ken, zich tijdelijk in verlegenheid bevon den". Gerald legde het parelsnoer neer. „Indien u dit een week voor mij wilt be waren, tot ik geld uit Londen heb ontvan gen", stelde hij voor, „wil ik het nemen". De man boog. Milord kan het meenemen", zeide hij, „of mij toestaan het hem naar het hotel te zenden. De betaling kan geschieden vol gens zijn wensch". „U kunt het naar het Hotel de Paris Ia- ten brengen", gaf Gerald op. „Indien u zoo trouw is aan al uw klanten, verdient u, dat uw zaken goed gaan". De man boog dieper dan ooit, toen hij Gerald uitliet. object van werkverschaffing voor het heele land. Spr. komt nu tot de vraag, waar het geld voor de steunmaatregelen van daan moet komen. Er zijn twee moge lijkheden. Steun van regeering, die dan weer op de gemeenschap verhaald meet worden, of betaling van steun door den consument, als b.v. middels de tarwewet gebeurt. Waar voor vele consumenten de crisis winst beteekenf - lagere prijzen, enz. meent spr., dat een billijk deel op den consument verhaald mag worden. Met de tarwe wet heeft de regeering dit principe reeds aanvaard. We hebben nu te doen met een verdere doorvoering van dit principe voor de veehouderij. Spr. iwil de regeering geen verwijt maken dat zij met deze maatregelen te laat is. De akkerbouw leed hef eerst onder de crisis en was dus het eerst aan de beurt. Steun aan de veehouderij is echter veel moeilijker, omdat hier het grootste deel der productie de grens overgaat. Als één der voornaamste middelen denkt men aan steun mid dels de boter, b.v. het bepalen van een prijs voor de binnenlandsche markt. Er is echter het grootste be zwaar van de concurrent margarine. Als de prijs van de boter hooger wordt, wordt ook steeds dadelijk het margarineverbruik groote». Het doel zou dan te bereiken zijn, door b.v. de invoerrechten voor de grondstoffen voor margarine te verhoogen, waau- door ook deze duurder moet worden. De V.-D. zouden dan, wat deze hoo- gere rechten opbrengen, willen aftrek ken van den suikeraccijns, ook een volksartikel, dat daardoor lager in prijs kan worden. Met de kaas kan precies zoo gehandeld worden en den veehouder zou dan een behoorlijk be staan verzekerd zijn. Ook voor de var kenshouderij acht spr. eenigen steun noodzakelijk. Hij meent, dat bij de landbouworg. een maatregel in over weging is, om f 3 op elk geslacht var ken te heffen, om daarmede de var kenshouder te steunen. Zoo moet doel der regeering zijn, om zooveel mogelijk het bestaan van den landbouw te verzekeren. Spr. haalt verder aar. het bekende V.-D. voorstel in de Kamer, inzake de pachtovereenkomsten. (Ook in ons blad besproken. Red.), en zet uiteen, dat ook dit voor den landbouwer eeni ge verlichting kan brengen. Hij besluit met de verzekering, dat de V<-D. steeds zooveel mogelijk op de bres staat voor de belangen van den land bouwer. (Applaus.) De heer v. d. Graaff, Biezelinge, ver klaart zich ook voor opheffing der sociale lasten. Alles duurt echter te lang; er is reeds zooveel gesproken, doch we raken maar niet uit de moei lijkheden. Tegenover den door den spr. genoemden steun aan de boter, staat hij niet onverdeeld, want de-mar garïne wordt door den minderen man gebruikt, die toch al om steun moet Spr. wijst verder op de moeilijkheden voor den fruitteler. Er wordt wel ge zegd, teelt beter fruit, maar als allen dien raad volgen, dan brengt dat be tere fruit tenslotte ook geen geld meer op. Spr. critïseert den invoer van bui- tenlandsch fruit e.d., en uit zijn ver dere woorden is op te maken, dat hij voorstander is van invoerbelemmering. De heer Ebels beantwoordt eerst een schriftelijke vraag, inzake de hy- potheekboeren, die in het V.-D.-voor stel niet genoemd worden. Hij ver wacht dat van regeeringswege daarin „Misschien zal ik eens het voorrecht heb", zeide hij, „milord die trouw te ver klaren" „Ik heb een buitensporigheid begaan", bekende Gerald, toen de beide jonge lieden hun wandeling voortzetten. „Je hebt geschenken gekocht voor je souper?" veronderstelde Christopher. „Daaraan heb ik nog niet gedacht", was het openhartige antwoord. „Ik heb zeven duizend pond uitgegeven voor een parel snoer". „Genadige hemel! Waarom?" „Omdat mijn veronderstelling juist was. Het was Pauline's halssnoer, dat zij ver- koopen moest, om baar schulden te beta len. Madame's ringen zijn daar ook. Een aardig soort avonturierster, Christopher 1" „Maar wat zal je met dat parelsnoer doen vroeg Christopher, altijd even practisch. „Ik zal het bewaren tot ik mademoiselle de Ponière weer ontmoet", antwoordde Gerald. ..Dan zal ik verlof vragen, het haar te mogen geven". „Heb je ontdekt, wie zij is „Neen, maar ik heb een trouwen en eer lijken handelaar ontdekt. Indien ik hem nog een vraag had gedaan, zou ik mijzelf een ploert hebben gevonden" Christopher keek op naar de heuvels. „Het is te nevelachtig voor golfspelen", zeide hij. „Zullen wij Myrtile gaan op zoeken Hier begint het eenigszins voorzien zal worden, b.v. door uitstel van betaling, maar z.i. is ook steun van regeeringszijde ge-^00™0™ ~RT9e|droog wenscht, b.v. door overname van hy potheek. Een groote moeilijkheid is echter dat vele gronden te hoog belast zijn, soms hooger dan de huidige waar de. Wat moet nu met dat overschot gebeuren. Eigenlijk zou billijk zijn als de hypotheekhouder dat droeg, want bij executie zou dat ook ten zijnen laste komen. Er zijn echter vele moei lijkheden aan verbonden. De grond kan b.v. weer hooger in waarde wor den, al is spr. in deze niet optimis tisch. Wat de opmerkingen van den heer v. d. Graaff inzake sociale lasten be treft, de V.-D. zijn voor premievrij staatspensioen, voorts zijn zij tegen stander van fondsvorming. Wat het binnenlandsche fruit betreft, spr. ge looft toch, dat het kweeken van eerste klas fruit aanbevolen moet worden. Het buïtenlandsche fruit heeft hier afzet gevonden, omdat het vroeger pen moderne kweekwijze invoerde. Neder land moet in de eerste plaats zorgen, dat het concurreeren kan, anders izal het de markt niet kunnen heroveren. Nederland moet het niet in massapro ductie zoeken, kan dan niet tegen het buitenland op, doch in kwaliteit Spr. is het er ook niet mee eens, dat er inog zoo weinig gebeurd is. Hij noemt den steun aan de tarwe- en bictenhouw. Ongetwijfeld zijn reeds doeltreffende maatregelen genomen! Wat bescher ming betreft, die zit reeds in de tar wewet en verder in de contingentee- ringswet, wat ook de heer v. d. Graaff wel in zijn bedrijf zal merken. Verder raadt spr. den heer v. d. Graaf aan, in zijn organisatie op de noodige maat regelen aan te dringen. De heer Welleman wijst er op, dat Donderdag in de veilingsvergadering reeds een en ander onder het oog is gezien en verdere stappen kunnen (ver wacht worden. Spr. wijst verder op het gevaar, als men inzake de steun maatregelen het land als een geheel beschouwt en noemt het verschil tus schen Zeeland en andere provinciën. Zeeland b.v. verbouwt veel bieten, die tot nog toe onvoldoende gesteund iwer- den. Daardoor volgt omzetting van het bedrijf, verbouw van tarwe, met gevolg zooveel grootere werkloosheid. iWat de huidige steun betreft, spr. gelooft, dat ook thans de suikerbieten-cultuur verlies zal geven. Wil de regeering Zeeland helpen, dan moet in de eerste plaats de bouw van suikerbieten loo- nend zijn. Spr. bepleit voorts een voor schot van de regeering aan de bieten bouwers en dringt verder aan op steun aan het vlas, waarvan hier nog veel onverwerkt ligt en waarmede velen in Zeeland geholpen zullen zijn. De heer Ebels meent, dat Zeeland, wat de tarwewet betreft, in een be trekkelijk gunstige positie verkeert, omdat de kwaliteit een goeden prijs waarborgt. Wat de suikerbieten be treft, toen de regeering de laatste maat regelen trof, was de prijs der suiker zcodanig, dat een eenigszins loonende steun verwacht kan worden. Men moet ook niet vergeten, dat de regeering reeds 14 millioen gulden voor steun uittrekt, en spr. vreest, dat niet meer verwacht kan worden. Wat de mindere werkgelegenheid bij den tarwebouw betreft, en daardoor toenemende werk loosheid, daar zal alleen in voorzien kunnen worden door uitbreiding van de werkloosheidszorg. Na nog eenige opmerkingen uit de mei J« „Dat kan wel", stemde Gerald toe zon der groote belangstelling. „Heb je eenig bericht van je kinderjuffrouw-vrienden „Ze kunnen haar eerst over een maand ontvangen", antwoordde Christopher. „Ik weet niet, wat ik nu moet doen. Donder dag over een week moet ik vertrekken". Gerald lachte. „En je vertrouwt haar hier niet bij mij, niet waar, oude jongen?" „Zoo ongeveer, vrees ik", erkende de ander openhartig. Gerald zuchtte. „Je moet mij toch wel voor een ergen lichtmis houdenzeide hij. „En toch, Chris, geloof in niet, dat ingenues mij erg aantrekken. Ik ben zelf te jong en onbe dorven. Alleen verharde zondaars als jij worden door landelijken eenvoud en goede zeden bekoord. Ik geef de voorkeur aan iets meer mondains". „Laat dan in 's hemels naam de anderen met rust I" riep Christopher verdrietig. „Er wacht ons een moeilijke taak met Myrtile, rooral daar voor het eerst van haar leven Mary niet geneigd schijnt ons te helpen. Behandel het kind in 's hemels naam ver standig". „Wat bedoel je met „verstandig", oude jongen „Wel, denk er aan, dat zij kinderjuf frouw moet worden en niet een Parijsche demi-mondaine. Het is onzinnig haar naar die voorname restaurants en dansgelegen heden mee te nemen. Dat past niet in haar vergadering, die door den spr. beant woord werden, sloot de voorzitter te ruim half vier de openbare vergade ring met een hartelijk woord van dank aan den heer Ebels en een opwekking tot de aanwezigen om zich J>ij de V.-D. partij aan te sluiten. Veilingen in Zeeland. (Slot) Wat de veilingsorganisatie zelve be treft, het ligt voor de hand dat ook hierop de tijdsomstandigheden invloed uitoefenen. Deze zal echter gunstig zijn wat het organisatieleven betreft. Meer en meer blijkt dat de fruitteelt geen nevenbe- drijf behoort te zijn en-naarmate de kwaliteitseischen hooger worden is men er meer op aangewezen aan de cultuur zijn volle aandacht te schen ken. Een gevolg daarvan is dat men ook op organisatiegebied meer zal medeleven en al mag het aantal in de naaste toekomst achteruit gaan er zijn goede verwachtingen wat betreft de medewerking van de leden. Samenwerking en organisatie is wat betreft de verkoop der producten zeer zeker een eerste vereischte en mocht in de toekomst blijken dat er bepaal- paalde maatregelen moeten worden ge troffen dan zal het ten allen tijde van belang zijn, dat de telers nauw aan eengesloten zijn en niet met allen af zonderlijk moet worden onderhandeld. Behalve de Gemeentelijke Groenten en Fruitveiling te Vlissingen zijn alle veilingen in Zeeland aangesloten bij de Provinciale organisatie. De bestaande veilingen ondergingen geen wijzigingen. Wel is te St. Annaland een veiling opgericht, die reeds belangrijke hoe veelheden aardappelen veilde, zeer tot genoegen van de leden, wat een aan sporing kan zijn voor andere veilin gen om op dit gebied meer actief te worden. In het afgeloopen jaar werden geen pogingen aangewend om het z-g.n. „verplichte veilen" ingevoerd te krij gen en de behoefte hieraan deed zich in 1931 niet zoo sterk gevoelen als in voorafgaande jaren, omdat nu het veilen meer algemeen wordt, men ook meer en meer op de veiling is aange wezen. Toch is het gewenscht voort te gaan om op de noodzakelijkheid van krach tiger organisatie aan te dringen. Wel had het bekende vraagstuk van de sorteering en verpakking de volle aandacht van de aangesloten veilingen en deed de Provinciale Commissie aait alle leden in brochurevorm toekomen, de voordracht die de Secretaris over dit onderwerp heeft gehouden op de vergadering van de Pomologische Ver- eeniging te Utrecht. Bijzondere activiteit ontwikkelde weer de veiling te Goes door de ge houden éliteveilingen. Daarmede is de grondslag gelegd voor de standarisa- tie vaa het product, één van de eerste vereischten om tot betere toestanden te geraken, wat ons ook de geschie denis van de ontwikkeling van de Ame rikaansche fruitteelt leert. De door het bestuur en een speciale commissie opgestelde voorschriften werden door de veiling streng gehand- leven. Het geeft haar verkeerde denkbeel den". „En dat zegt de man, die haar op een gala-avond meenam naar de Opera 1" spot te Gerald. „Ik nam haar mee naar de Opera in een loge in haar gewone kleeren", antwoordde Christopher. „Ik nam haar mee ter wille van de muziek, en zij dacht aan niets an ders dan muziek van het begin tot het einde". „Ronduit gesproken, je verveelt mij met Myrtile", verklaarde Gerald. „Je had moe ten leven in den tijd van dien besten ouden Oliver Cromwell. Naar mijn meening zijn meisjes bestemd om als vlinders te leven en gelukkig te zijn gedurende de weinige uren, dat de zon schijnt". „Je hebt zelfs nog niet de wijsbegeerte van den heiden", antwoordde Christopher. „Je vergeet, dat de vlinder het groote voor deel geniet van niet te worden belemmerd door een ziel". De voordeur werd plotseling geopend. Zij waren bij Myrtile's woning gekomen, juist toen zij wilde uitgaan. Zij scheen door Christopher heen naar Gerald te zien, die een paar schreden achteraan kwam. Haar glimlach was stralend. „Ik wist wel, dat er van morgen iets prettigs zou gebeurenriep zij uit. „Dat voelde ik bij het opstaan". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1