De weg tot geluk
N° 50
Woensdag 9 Maart 1952
119° Jaargang
PpoVlnclenieuWs
Reclame-aanbiedingen.
LINTVELT's BAZAR
Wybert
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,—
buiten Goes ƒ2,—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond,
GOESCHE K COURANT
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes.
ADVERTENTffiN
van 1—5 regels 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel, Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
V.-D. en landbouw.
Gistermiddag half een had in het
Schuttershof te Goes een vergadering
plaats in welke het V.-D. Tweede Ka
merlid, de heer F. E. H. Ebels het
onderwerp „Hoe kan de landbouw ge
holpen worden" behandelde.
De voorzitter, de heer Ouwehand ,uit
Vlissingen, deelt bij de opening mede,
dat de heer Oud helaas niet aanwezig
kan zijn, gezien zijn tegenwoordigheid
in de Kamer vereischt werd. Verder
heet spr. allen, ook mogelijke tegen
standers, welkom, en wijst er op, dat
deze tijd, hoeveel er ook is dat scheidt
in vele opzichten toch eenheid ver
eischt. Hij noodigt verder allen uit
eventueel den spr. vragen te stellen.
De heer Ebels, hierna het woord
verkrijgende, gaat in het kort het ont
staan van den crisis in den landbouw
na. Spr. begint met de eerste ver
schijnselen in den herfst van 1929. Ge
durende den oorlog breidden tal van
landen hun productie uit. Een en an
der ging samen met rationaliseering,
en schiep zoo mistoestanden tusschen
productie en verbruik. Voorts werd,
na den oorlog in landen als Rusland
en China bij lange na niet verbruikt,
wat onder normale omstandigheden
het geval zou geweest zijn. Zoo werd
de markt tenslotte overvoerd. Ook Lde
eenzijdige verdragen, als dat van (Ver
sailles, werkten de crisis in de hand,
door het financieele evenwicht te ver
storen. Het begin der crisis was de
beurskrach in Amerika. Daarna volg
de de crisis in Duitschland, dat een
groote afnemer was van onze produc
ten, en dus sloeg dat op ons terugl
Hierna kwam de crisis in Engeland,
Noorwegen, Frankrijk enz. met de be
kende contingenteeringen. Alles te
zamen schiep in Nederland de hui
dige noodtoestand ook in de vee
houderij.
Dit is niet de eerste crisis, maar die
in de „tachtiger" en negentiger jaren
is niet te vergelijken met die van nu.
Voor een soortgelijken toestand moet
men honderd jaar terug gaan. Vroe
ger jaren bemoeide de regeering zich
echter niet met zulk een crisis. Thans
is dat anders, het verband is te eng
geworden en de regeering kan niet
meer afzijdig blijven. Men moet dit
ingrijpen echter niet misverstaan. De
regeering helpt geen individuen of
groepen, daar zijn andere lichamen
voor. De overheid heeft echter belang
bij het voortbestaan van den landbouw
in het geheel. Als de regeering er zich
niet mee bemoeide, dan zou de Ned.
akkerbouw thans reeds in vergevor
derd verval zijn en als geen steun aan
den veehouder wordt verleend, dan
gaat ook de veestapel te niet, en dat
moet de regeering voorkomen.
Spr. wil eerst de vraag behandelen,
wat van den landbouwer zelf verwacht
moet worden. Ook deze heeft plich
ten. De vereenigingen bemoeien zich
thans met de vraag: welke goederen
door andere landen en welk land
mogen worden ingevoerd. Het intern.
DEZE WEEK
SPECIALE
35
FEUILLETON
door
E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
De juwelier glimlachte raadselachtig.
„Ik vrees, dat het te vergeefs zou zijn
geweest, milord", zeide hij. „Ik heb het
genoegen gehad de oudste der dames der
tig jaar lang te kennen, en ik heb het eer
ste parelsnoer verschaft, dat de jonge dame
droeg bij haar aanneming. Ik had gaarne
de betaling van al haar schulden te Monte
Carlo op mij willen nemen zonder borg
tocht, maar ik zou nooit den moed hebben
gehad dat voor te stellen. U zult vandaag
een aankondiging in het avondblad vinden,
milord, dat alle zaken der dames door mijn
tusschenkomst zullen worden geregeld".
„Indien ik het parelsnoer koop", stelde
Gerald op den man af voor, „wilt u mij
dan zeggen, hoe en waar ik mademoiselle
de Ponière kan vinden
De juwelier maakte een stijve buiging.
„Ik heb mijn woord gegeven aan die twee
dames, milord. Ik kan u volstrekt geen in
lichtingen geven".
ruilverkeer wordt zaak van de risgee
ring en dus moet ook de landbouwen
de bevolking zich organiseeren, opdat
er meer eenheid in de productie komt.
Hierin heerscht eigenlijk een chaos.
Het komt voor dat Ned. producten,
boter b.v., door de ongebreidelde con
currentie, tegen lageren prijs aangebo
den worden dan noodig is. In Enge
land zag men daar reeds (dumping in
Dit is een misdadige handelwijze en
daarin moet verandering komen door
organisatie.
We zien reeds eenige verandering.
Er is b.v. het regeerings zuivelbureau.
Dc contingenteeringsmaatregelen dwin
gen tot andere wegen. Daardoor wend
b.v. de prijs van de Holl. boter in
Frankrijk reeds iets beter. Verder is
een gevolg der contingenteering, groo-
ter aanbod op de binnenlandsche
markt, wat weer op den prijs terug
slaat, en ook in deze tot organisatie
noopt. Een dergelijke organisatie moet
echter tot stand komen door den,
vrijen wil der betrokkenen. Er blijven
echter altijd personen, die daartoe niet
te vinden zijn, en daarom is het wen-
schelijk, dat de regeering bevoegd is
wettelijk in te grijpen.
Een gunstig voorbeeld zag men in
deze reeds bij de uitvoering der tar
we wet
Spr. komt thans tot het punt: wat
de regeering kan doen. Onzerzijds, al
dus spr., wordt gevraagd een tijde
lijke ontheffing der sociale lasten, om
den druk voor den landbouwer te verf-
lichten. Geen durende opheffing dus.
Maar fondsvorming, thans eischt dit
40 a 50 millioen jaarlijks ten bate
van de toekomst kan zonder be
zwaar worden stopgezet Verder zijn
er de waterschapskosten." Aflossingen
en rente b.v. van leeningen. Als deze
wordt vertraagd of tijdelijk stopgezet,
kan dit zonder bezwaar voor den staat
gebeuren en wordt de druk weer aan
merkelijk verlicht. Een ander middel
is de verlaging der spoorwegtarieven
voor land- en tuinbouwproducten. Spr.
zet uiteen welk een lijdensgeschiedenis
dit punt in de Kamer doormaakte. Bij
de interpellatie Weitkamp heeft de
minister nu eindelijk medegedeeld dat
binnenkort een beslissing zal volgen.
Een ander punt van groot belang is de
werkloosheid op het platteland. Deze
neemt ook hier belangrijk toe. Ver
schaffen van arbeid is natuurlijk het
beste, maar het aantal objecten wordt
steeds geringer en wat dan? Volgens
spr. ligt het meest voor de hand, de
arbeiders zooveel mogelijk in het land
bouwbedrijf zelf te laten. Spr. stelde
het zonder succes in de Kamer voor.
De minister achtte het niet te contro
leeren, enz. Men is daar iets van terug
gekomen en wil voor draineering enz.
toeslag geven, mits dit door werkloo-
zen gebeurde. Dit werkte verkeerd.
Men ontsloeg de arbeiders eerst en
nam ze dan weer terug als werkloozen,
omdat dit voordeeliger was. Spr. wil
vaststellen, hoeveel arbeiders normaal
bij den landbouwer in dienst moeten
zijn, en alleen voor net overige aantal
toeslag geven. Want zulke maatregelen
moeten tot het uiterste noodzakelijke
beperkt blijven. Een andere vorm van
werkverschaffing zou zijn, als er geld
uit het wegenfonds te krijgen zou zijn
voor onderhoud der tertiaire wegen.
Thans wordt dit geld grootendeels ge
bruikt voor wegen van 40 a 50 M.
breedte in het centrum des lands. Het
is een sociale aangelegenheid en kon
uit het fonds voor de tertiaire wegen
geput worden, dan was dit een mooi
„U kunt mij niet zeggen, in welke ver
houding zij stonden tot monsieur Zubin
„Monsieur Zubin herhaalde de juwe
lier, eenigszins bevreemd.
„De man, die eenige dagen geleden zelf
moord pleegde bij de Speelclub".
De juwelier haalde de schouders op.
„Er is geen sprake van eenige verwant
schap, milord. Monsieur Zubin was meen
ik de rentmeester, belast met het verkoo-
pen van goederen, die aan mademoiselle
behoorden. Ik weet niet, of ik wel het
recht heb zooveel te zeggen", ging hij na
een oogenblik van aarzeling voort, „maar
u zult wel begrijpen, dat het monsieur Zu-
bin's schuld is men zegt, dat hij vele
millioenen hier aan de Speelbank heeft ver
loren dat de dames, over wie wij spre
ken, zich tijdelijk in verlegenheid bevon
den".
Gerald legde het parelsnoer neer.
„Indien u dit een week voor mij wilt be
waren, tot ik geld uit Londen heb ontvan
gen", stelde hij voor, „wil ik het nemen".
De man boog.
Milord kan het meenemen", zeide hij,
„of mij toestaan het hem naar het hotel te
zenden. De betaling kan geschieden vol
gens zijn wensch".
„U kunt het naar het Hotel de Paris Ia-
ten brengen", gaf Gerald op. „Indien u
zoo trouw is aan al uw klanten, verdient u,
dat uw zaken goed gaan".
De man boog dieper dan ooit, toen hij
Gerald uitliet.
object van werkverschaffing voor het
heele land.
Spr. komt nu tot de vraag, waar het
geld voor de steunmaatregelen van
daan moet komen. Er zijn twee moge
lijkheden. Steun van regeering, die
dan weer op de gemeenschap verhaald
meet worden, of betaling van steun
door den consument, als b.v. middels
de tarwewet gebeurt. Waar voor vele
consumenten de crisis winst beteekenf
- lagere prijzen, enz. meent spr.,
dat een billijk deel op den consument
verhaald mag worden. Met de tarwe
wet heeft de regeering dit principe
reeds aanvaard. We hebben nu te doen
met een verdere doorvoering van dit
principe voor de veehouderij. Spr. iwil
de regeering geen verwijt maken dat
zij met deze maatregelen te laat is. De
akkerbouw leed hef eerst onder de
crisis en was dus het eerst aan de
beurt. Steun aan de veehouderij is
echter veel moeilijker, omdat hier het
grootste deel der productie de grens
overgaat. Als één der voornaamste
middelen denkt men aan steun mid
dels de boter, b.v. het bepalen van
een prijs voor de binnenlandsche
markt. Er is echter het grootste be
zwaar van de concurrent margarine.
Als de prijs van de boter hooger
wordt, wordt ook steeds dadelijk het
margarineverbruik groote». Het doel
zou dan te bereiken zijn, door b.v. de
invoerrechten voor de grondstoffen
voor margarine te verhoogen, waau-
door ook deze duurder moet worden.
De V.-D. zouden dan, wat deze hoo-
gere rechten opbrengen, willen aftrek
ken van den suikeraccijns, ook een
volksartikel, dat daardoor lager in
prijs kan worden. Met de kaas kan
precies zoo gehandeld worden en den
veehouder zou dan een behoorlijk be
staan verzekerd zijn. Ook voor de var
kenshouderij acht spr. eenigen steun
noodzakelijk. Hij meent, dat bij de
landbouworg. een maatregel in over
weging is, om f 3 op elk geslacht var
ken te heffen, om daarmede de var
kenshouder te steunen.
Zoo moet doel der regeering zijn,
om zooveel mogelijk het bestaan van
den landbouw te verzekeren.
Spr. haalt verder aar. het bekende
V.-D. voorstel in de Kamer, inzake de
pachtovereenkomsten. (Ook in ons
blad besproken. Red.), en zet uiteen,
dat ook dit voor den landbouwer eeni
ge verlichting kan brengen. Hij besluit
met de verzekering, dat de V<-D.
steeds zooveel mogelijk op de bres
staat voor de belangen van den land
bouwer. (Applaus.)
De heer v. d. Graaff, Biezelinge, ver
klaart zich ook voor opheffing der
sociale lasten. Alles duurt echter te
lang; er is reeds zooveel gesproken,
doch we raken maar niet uit de moei
lijkheden. Tegenover den door den
spr. genoemden steun aan de boter,
staat hij niet onverdeeld, want de-mar
garïne wordt door den minderen man
gebruikt, die toch al om steun moet
Spr. wijst verder op de moeilijkheden
voor den fruitteler. Er wordt wel ge
zegd, teelt beter fruit, maar als allen
dien raad volgen, dan brengt dat be
tere fruit tenslotte ook geen geld meer
op. Spr. critïseert den invoer van bui-
tenlandsch fruit e.d., en uit zijn ver
dere woorden is op te maken, dat hij
voorstander is van invoerbelemmering.
De heer Ebels beantwoordt eerst
een schriftelijke vraag, inzake de hy-
potheekboeren, die in het V.-D.-voor
stel niet genoemd worden. Hij ver
wacht dat van regeeringswege daarin
„Misschien zal ik eens het voorrecht
heb", zeide hij, „milord die trouw te ver
klaren"
„Ik heb een buitensporigheid begaan",
bekende Gerald, toen de beide jonge lieden
hun wandeling voortzetten.
„Je hebt geschenken gekocht voor je
souper?" veronderstelde Christopher.
„Daaraan heb ik nog niet gedacht", was
het openhartige antwoord. „Ik heb zeven
duizend pond uitgegeven voor een parel
snoer".
„Genadige hemel! Waarom?"
„Omdat mijn veronderstelling juist was.
Het was Pauline's halssnoer, dat zij ver-
koopen moest, om baar schulden te beta
len. Madame's ringen zijn daar ook. Een
aardig soort avonturierster, Christopher 1"
„Maar wat zal je met dat parelsnoer
doen vroeg Christopher, altijd even
practisch.
„Ik zal het bewaren tot ik mademoiselle
de Ponière weer ontmoet", antwoordde
Gerald.
..Dan zal ik verlof vragen, het haar te
mogen geven".
„Heb je ontdekt, wie zij is
„Neen, maar ik heb een trouwen en eer
lijken handelaar ontdekt. Indien ik hem nog
een vraag had gedaan, zou ik mijzelf een
ploert hebben gevonden"
Christopher keek op naar de heuvels.
„Het is te nevelachtig voor golfspelen",
zeide hij. „Zullen wij Myrtile gaan op
zoeken
Hier begint het
eenigszins voorzien zal worden, b.v.
door uitstel van betaling, maar z.i. is
ook steun van regeeringszijde ge-^00™0™ ~RT9e|droog
wenscht, b.v. door overname van hy
potheek. Een groote moeilijkheid is
echter dat vele gronden te hoog belast
zijn, soms hooger dan de huidige waar
de. Wat moet nu met dat overschot
gebeuren. Eigenlijk zou billijk zijn als
de hypotheekhouder dat droeg, want
bij executie zou dat ook ten zijnen
laste komen. Er zijn echter vele moei
lijkheden aan verbonden. De grond
kan b.v. weer hooger in waarde wor
den, al is spr. in deze niet optimis
tisch.
Wat de opmerkingen van den heer
v. d. Graaff inzake sociale lasten be
treft, de V.-D. zijn voor premievrij
staatspensioen, voorts zijn zij tegen
stander van fondsvorming. Wat het
binnenlandsche fruit betreft, spr. ge
looft toch, dat het kweeken van eerste
klas fruit aanbevolen moet worden.
Het buïtenlandsche fruit heeft hier
afzet gevonden, omdat het vroeger pen
moderne kweekwijze invoerde. Neder
land moet in de eerste plaats zorgen,
dat het concurreeren kan, anders izal
het de markt niet kunnen heroveren.
Nederland moet het niet in massapro
ductie zoeken, kan dan niet tegen het
buitenland op, doch in kwaliteit Spr.
is het er ook niet mee eens, dat er inog
zoo weinig gebeurd is. Hij noemt den
steun aan de tarwe- en bictenhouw.
Ongetwijfeld zijn reeds doeltreffende
maatregelen genomen! Wat bescher
ming betreft, die zit reeds in de tar
wewet en verder in de contingentee-
ringswet, wat ook de heer v. d. Graaff
wel in zijn bedrijf zal merken. Verder
raadt spr. den heer v. d. Graaf aan, in
zijn organisatie op de noodige maat
regelen aan te dringen.
De heer Welleman wijst er op, dat
Donderdag in de veilingsvergadering
reeds een en ander onder het oog is
gezien en verdere stappen kunnen (ver
wacht worden. Spr. wijst verder op
het gevaar, als men inzake de steun
maatregelen het land als een geheel
beschouwt en noemt het verschil tus
schen Zeeland en andere provinciën.
Zeeland b.v. verbouwt veel bieten, die
tot nog toe onvoldoende gesteund iwer-
den. Daardoor volgt omzetting van het
bedrijf, verbouw van tarwe, met gevolg
zooveel grootere werkloosheid. iWat
de huidige steun betreft, spr. gelooft,
dat ook thans de suikerbieten-cultuur
verlies zal geven. Wil de regeering
Zeeland helpen, dan moet in de eerste
plaats de bouw van suikerbieten loo-
nend zijn. Spr. bepleit voorts een voor
schot van de regeering aan de bieten
bouwers en dringt verder aan op steun
aan het vlas, waarvan hier nog veel
onverwerkt ligt en waarmede velen in
Zeeland geholpen zullen zijn.
De heer Ebels meent, dat Zeeland,
wat de tarwewet betreft, in een be
trekkelijk gunstige positie verkeert,
omdat de kwaliteit een goeden prijs
waarborgt. Wat de suikerbieten be
treft, toen de regeering de laatste maat
regelen trof, was de prijs der suiker
zcodanig, dat een eenigszins loonende
steun verwacht kan worden. Men moet
ook niet vergeten, dat de regeering
reeds 14 millioen gulden voor steun
uittrekt, en spr. vreest, dat niet meer
verwacht kan worden. Wat de mindere
werkgelegenheid bij den tarwebouw
betreft, en daardoor toenemende werk
loosheid, daar zal alleen in voorzien
kunnen worden door uitbreiding van
de werkloosheidszorg.
Na nog eenige opmerkingen uit de
mei
J«
„Dat kan wel", stemde Gerald toe zon
der groote belangstelling. „Heb je eenig
bericht van je kinderjuffrouw-vrienden
„Ze kunnen haar eerst over een maand
ontvangen", antwoordde Christopher. „Ik
weet niet, wat ik nu moet doen. Donder
dag over een week moet ik vertrekken".
Gerald lachte.
„En je vertrouwt haar hier niet bij mij,
niet waar, oude jongen?"
„Zoo ongeveer, vrees ik", erkende de
ander openhartig.
Gerald zuchtte.
„Je moet mij toch wel voor een ergen
lichtmis houdenzeide hij. „En toch,
Chris, geloof in niet, dat ingenues mij erg
aantrekken. Ik ben zelf te jong en onbe
dorven. Alleen verharde zondaars als jij
worden door landelijken eenvoud en goede
zeden bekoord. Ik geef de voorkeur aan
iets meer mondains".
„Laat dan in 's hemels naam de anderen
met rust I" riep Christopher verdrietig. „Er
wacht ons een moeilijke taak met Myrtile,
rooral daar voor het eerst van haar leven
Mary niet geneigd schijnt ons te helpen.
Behandel het kind in 's hemels naam ver
standig".
„Wat bedoel je met „verstandig", oude
jongen
„Wel, denk er aan, dat zij kinderjuf
frouw moet worden en niet een Parijsche
demi-mondaine. Het is onzinnig haar naar
die voorname restaurants en dansgelegen
heden mee te nemen. Dat past niet in haar
vergadering, die door den spr. beant
woord werden, sloot de voorzitter te
ruim half vier de openbare vergade
ring met een hartelijk woord van dank
aan den heer Ebels en een opwekking
tot de aanwezigen om zich J>ij de V.-D.
partij aan te sluiten.
Veilingen in Zeeland.
(Slot)
Wat de veilingsorganisatie zelve be
treft, het ligt voor de hand dat ook
hierop de tijdsomstandigheden invloed
uitoefenen.
Deze zal echter gunstig zijn wat het
organisatieleven betreft. Meer en meer
blijkt dat de fruitteelt geen nevenbe-
drijf behoort te zijn en-naarmate de
kwaliteitseischen hooger worden is
men er meer op aangewezen aan de
cultuur zijn volle aandacht te schen
ken. Een gevolg daarvan is dat men
ook op organisatiegebied meer zal
medeleven en al mag het aantal in de
naaste toekomst achteruit gaan er zijn
goede verwachtingen wat betreft de
medewerking van de leden.
Samenwerking en organisatie is wat
betreft de verkoop der producten zeer
zeker een eerste vereischte en mocht
in de toekomst blijken dat er bepaal-
paalde maatregelen moeten worden ge
troffen dan zal het ten allen tijde van
belang zijn, dat de telers nauw aan
eengesloten zijn en niet met allen af
zonderlijk moet worden onderhandeld.
Behalve de Gemeentelijke Groenten
en Fruitveiling te Vlissingen zijn alle
veilingen in Zeeland aangesloten bij
de Provinciale organisatie.
De bestaande veilingen ondergingen
geen wijzigingen.
Wel is te St. Annaland een veiling
opgericht, die reeds belangrijke hoe
veelheden aardappelen veilde, zeer tot
genoegen van de leden, wat een aan
sporing kan zijn voor andere veilin
gen om op dit gebied meer actief te
worden.
In het afgeloopen jaar werden geen
pogingen aangewend om het z-g.n.
„verplichte veilen" ingevoerd te krij
gen en de behoefte hieraan deed zich
in 1931 niet zoo sterk gevoelen als
in voorafgaande jaren, omdat nu het
veilen meer algemeen wordt, men ook
meer en meer op de veiling is aange
wezen.
Toch is het gewenscht voort te gaan
om op de noodzakelijkheid van krach
tiger organisatie aan te dringen.
Wel had het bekende vraagstuk van
de sorteering en verpakking de volle
aandacht van de aangesloten veilingen
en deed de Provinciale Commissie aait
alle leden in brochurevorm toekomen,
de voordracht die de Secretaris over
dit onderwerp heeft gehouden op de
vergadering van de Pomologische Ver-
eeniging te Utrecht.
Bijzondere activiteit ontwikkelde
weer de veiling te Goes door de ge
houden éliteveilingen. Daarmede is de
grondslag gelegd voor de standarisa-
tie vaa het product, één van de eerste
vereischten om tot betere toestanden
te geraken, wat ons ook de geschie
denis van de ontwikkeling van de Ame
rikaansche fruitteelt leert.
De door het bestuur en een speciale
commissie opgestelde voorschriften
werden door de veiling streng gehand-
leven. Het geeft haar verkeerde denkbeel
den".
„En dat zegt de man, die haar op een
gala-avond meenam naar de Opera 1" spot
te Gerald.
„Ik nam haar mee naar de Opera in een
loge in haar gewone kleeren", antwoordde
Christopher. „Ik nam haar mee ter wille
van de muziek, en zij dacht aan niets an
ders dan muziek van het begin tot het
einde".
„Ronduit gesproken, je verveelt mij met
Myrtile", verklaarde Gerald. „Je had moe
ten leven in den tijd van dien besten ouden
Oliver Cromwell. Naar mijn meening zijn
meisjes bestemd om als vlinders te leven
en gelukkig te zijn gedurende de weinige
uren, dat de zon schijnt".
„Je hebt zelfs nog niet de wijsbegeerte
van den heiden", antwoordde Christopher.
„Je vergeet, dat de vlinder het groote voor
deel geniet van niet te worden belemmerd
door een ziel".
De voordeur werd plotseling geopend.
Zij waren bij Myrtile's woning gekomen,
juist toen zij wilde uitgaan. Zij scheen door
Christopher heen naar Gerald te zien, die
een paar schreden achteraan kwam. Haar
glimlach was stralend.
„Ik wist wel, dat er van morgen iets
prettigs zou gebeurenriep zij uit. „Dat
voelde ik bij het opstaan".
(Wordt vervolgd).