GOESCfli COURANT
BIJVOEGSEL.
Binnenland
'VAH MELLB'S-
GOESCHE
ONTBYT-KOBK
Wetenschap
Lrand-en Tuinbouw
VAN DE
VAN VRIJDAG 4 MAART 1972.
UIT DE EERSTE KAMER.
Sociale zorg.
Antwoord van
den Minister.
In zijn memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting van
Arbeid, Handel en Nijverheid voor 1932
verklaard minister Verschuur, dat de re
geering in het loonvraagstuk slechts één
kant van het veelzijdig crisisprobleem ziet
en dat zij het bedoelde vraagstuk wenscht
te beschouwen in het algemeen verband
met de andere vraagstukken in het bedrijfs
leven. De koopkracht-theorie moge in het
algemeen wel een kern van waarheid be
vatten, in concreto mag daaraan niet te veel
waarde worden toegekend.
De minister beantwoordt de practische
vraag, of deze theorie moet worden toe
gepast in een land met een beperkte bin-
nenlandsche markt, terwijl de productie-
voorwaarden internationaal sterk uiteen-
loopen, ontkennend.
De heerschende crisis verzet zich voor
alsnog tegen uitbreiding van de werkings-
sfeer der Arbeidswet, omdat daardoor
nieuwe lasten op het bedrijfsleven zouden
worden gelegd.
De minister is met den minister van Ju
stitie in overleg getreden over een stren
gere bestraffing van overtredingen der
Veiligheidswet en andere soortgelijke wet
ten, wanneer als gevolg der overtreding
de arbeider zwaar lichamelijk letsel beko
men heeft of gedurende zekeren tijd onge
schikt is geworden voor den arbeid. Dit
overleg is nog niet afgeloopen.
Het had in het voornemen van den mi
nister gelegen om de materieele herziening
der onderscheidene verzekeringswetten
vooraf te doen gaan aan de meer formeele
herziening der sociale verzekering. Door
de hevige maatschappelijke stormen is
uitvoering van dat voornemen onmogelijk
geworden, zoodat ten hoogste eenige be
scheiden verbeteringen in de voorzieningen,
welke de sociale verzekering op het stuk
der ouderdomsverzekering wil brengen,
zullen kunnen worden aangebracht. Daar
mede is de meer formeele herziening der
verzekering op den voorgrond gekomen.
De minister stelt zich voor, thans deze her
ziening aan te vatten.
Daarbij zal onder meer aan de orde ko
men de wenschelijkheid om de uitvoering
der Ongevallenwet 1921 in overeenstem
ming te brengen met die der Land- en Tuin-
bouwongevallenwet 1922, almede de ver
houding tusschen ongevallenverzekering en
ziektevezekering.
Invoering van Staatspensioen kan de mi
nister niet in overweging nemen.
De regeering is bereid te overwegen
of het mogelijk is te bereiken, dat de werk-
loozen kassen het jaar 1933 niet geheel
zonder middelen ingaan.
Met het onderzoek der grondslagen voor
een wettelijke regeling der werkloosheids
verzekering houdt de minister zich bezig.
In het plan-Keesing, verdedigd in een prae-
advies voor de Nationale Vereeniging te
gen de Werkloosheid, wordt, naar de mee
ning van den minister, met benijdenswaar
dig gemak over zeer groote moeilijkheden
heengestapt. Het plan kan den toets der
critiek niet doorstaan.
Het werken van buitenlandsche arbeiders
heeft een ingestelde interdepartementale
commissie onderzocht. Haar rapport heeft
de minister kort geleden ontvangen. De
regeering overweegt dat rapport.
Het indienen van een ontwerp van wet
tot regeling der landverhuizing wacht nog
op het einde van interdepartementaal over
leg.
Het vraagstuk eener industriebank zal de
minister nader ter hand nemen als het wets
ontwerp tot instelling van een economi-
schen raad wet zèl zijn geworden.
UIT DE TWEEDE KAMER.
De nood der boeren.
De buitengewoon groote moeilijkheden,
waarin nagenoeg alle takken van den Land
bouw en de Veeteelt hier te lande verkee-
ren, zijn voor de vierde maal aanleiding
geweest tot een uitgebreid landbouwdebat
in de Tweede Kamer.
De heer Weitkamp (c.-h.) interpelleer®
de en het waren in het bijzonder de ge
mengde bedrijven op de lichte gronden, die
zijn belangstelling genoten. Uitvoerig be
sprak hij de gevolgen van de crisis voor
de landbouwers, vooral voor de kleine, die
buiten hun schuld alle bestaanszekerheid
hebben zien verdwijnen. Hij rekende uit,
dat voor vier-vijf de deel de boeren de vee
houderij meer of min van belang is en gaf
in aansluiting daarop een uitvoerige
uiteenzetting over de moeilijkheden, waar
in de boter, door verlies van afzetgebied,
buitenlandsche concurrentie en mededin
ging van surrogaten verkeert.
Hij vroeg in verband hiermede den mi
nister het daarheen te willen leiden, dat
een eenigszins loonende marktprijs wordt
verkregen.
In de tweede plaats vestigde de heer
Weitkamp de aandacht op de ongekend la
ge prijzen, die de varkens opbrengen. Het
-k gevaar bestaat, dat door verschillende oor
zaken Nederland zijn afzetgebied op de
Engelsche markten aan Denemarken en de
Baltische landen gaat verliezen. Wil de
minister, zoo vroeg hij, daarom trachten
die markten voor onzen varkensexport te
behouden door een uitvoerpremie toe te
kennen
Verder wees hij er op, dat de rogge voor
de lichtere zandgronden en in de Veen
koloniën een der belangrijke bodempro
ducten is.
Ons volk moet er aan gewend worden
om de uitstekende vaderlandsche produc
ten te consumeeren en de interpellant zou
dan ook verplichtend gesteld willen zien,
dat 25 roggebloem in het brood wordt
gebakken.
In één adem noemde hij de gerst, waar
van jaarlijks 53.000 ton door de bierbrou
werijen wordt gebruikt. De regeering moet
zorgen, dat binnenlandsche gerst voor de
bierbereiding wordt gebruikt, zoo meende
hij. De heer Weitkamp sneed daarbij een
geheel ander onderwerp aan. De sociale
verzekering drukt veel te zwaar op den
kleinen landbouwer, zoo betoogde hij, en
hij zou daarom een suppletiefonds ingesteld
willen zien om daaruit gedurende de crisis
de premiën te betalen voor die landbou
wers, die minder dan f 1200 inkomen heb
ben. Op verlaging der spoorwegvrachtta
rieven is uit de Kamer reeds meermalen
aangedrongen en de interpellant onder
streepte dit nog eens met een verwijzing
naar de buitenlandsche tarieven. Hij zou
daarom graag zien dat de minister van
Landbouw er bij zijn ambtgenoot van Wa
terstaat op aan zou dringen dat de tarie
ven verlaagd worden.
Antwoord van den
minister.
Minister Ruys de Beerenbrouck ving met
een wedervraag zijn antwoord aan. Is het
tijdstip voor deze interpellatie wel geluk
kig gekozen, zoo vroeg hij zich af. De re
geering heeft advies ingewonnen over ver
schillende maatregelen. Zij moet echter
wachten op rapportenbreede voorlich
ting door deskundigen is hier beslist on
misbaar. De opbrengst van de zuivelpro
ducten is teruggeloopen met f 128 millioen.
Het reiken van de helpende hand brengt
onvermijdelijk mede een ingrijpen in andere
takken van welvaart. Een afdoend ant
woord op de eerste vraag van den inter
pellant in zake de zuivel is daarom thans
nog niet mogelijk. Een onderzoek is inge
steld en de resultaten daarvan moeten af
gewacht worden. Hetzelfde geldt voor de
vraag die de spoorwegtarieven betreft. A.s.
Vrijdag zal de commissie voor het laatst
vergaderen en de minister meent dat het
rapport vermoedelijk nog in Maart zal ver
schijnen. Ook de vragen in zake een uit
voerpremie voor bacon en voor kool be
antwoordde de minister gezamenlijk. Der
gelijke premiën zijn een uitdaging voor het
buitenland, waarvan afweermiddelen het
gevolg kunnen zijn. Ook naar de uitzich
ten voor den bacon-uitvoer is een onder
zoek gaande. Met de uitkeering aan de
koolverbouwers wordt zooveel mogelijk
spoed betracht. Het slot-advies van de
landbouw-crisis-commissie van 22 Febr.
j.l. is uitgebracht, doch thans zal de con-
tingenteeringscommissie nog moeten advi-
seeren over de al of niet wenschelijkheid
van een contingenteering van rogge. Mocht
een en ander het gewenschte resultaat op
leveren, dan zal de minister gaarne de
wenschen van den interpellant in zake een
eventueel menggebod van roggebloem
overwegen. Een rapport over het gebruik
van inlandsche gerst door de bierbrouwe
rijen is in wording en kan iederen dag ver
wacht worden.
Minister Ruys wees er verder op, dat
het Rijk het suppletiefonds voor de sociale
verzekering, dat de interpellant vraagt, zal
moeten vormen. Er zullen overigens wel
geen gegadigden voor zijn. Dat zou acht
a negen millioen gulden kosten en deze
uitgave kan de schatkist thans niet dragen.
Van een korting der bedragen aan rente
en aflossing uit met rijksgeld gesubsidieer
de bedrijven, wilde de minister evenmin
weten, omdat de bedrijfsresultaten, naar
hij zeide, niet slecht zijn.
De replieken, die nog volgden, vulden
ook een groot deel van den avond, doch
brachten weinig nieuws naar voren.
Werkverschaffing en
steunregeling.
In lange rij en bonte mengeling vol
gen de interpellaties in de Tweede
Kamer elkaar op. Ditmaal was de heer
Hiemstra (s.d.a.p.) de woordvoerder:
de werkverschaffing, werkverruiming
en werkloozenondersteuning vormden
zijn onderwerp.
Interpellant betoogde allereerst, dat
de arbeiders in de werkverschaffingen
niet genoeg verdienen om in het le
vensonderhoud van hun gezin te voor
zien. In verband hiermede was zijn
eerste vraag aan de regeering dan ook,
of deze den arbeiders bij de werkver
schaffing bij behoorlijk werken een
redelijk levensonderhoud wil waarbor
gen. Hij zou een commissie ingesteld
willen zien om te onderzoeken of de
tarieven wel op deskundige wijze wor
den vastgesteld. Voorts zou hij willen
dat de werkverschaffing in den barren
wintertijd wordt stopgezet. Ook loo-
pen er nog duizenden jonge arbeiders,
voor wie de werkverschaffing geslo
ten is, doelloos rond. Waarom worden
ook zij niet te werk gesteld?
Er zijn nog werkobjecten genoeg,
vooral bosch-ontginning en, naar de
heer Hiemstra met voorbeelden tracht
te aan te toonen.
Het volgende deel van interpellants
rede was gewijd aan de door het Rijk
gesubsidieerde steunregeling, welke
nij scherp becritiseerde. Er zijn ge
meenten, aan welke belet wordt een
bepaalde steunregeling in te stellen,
terwijl verder de rijksbijdrage te
klein is en te veel arbeiders zijn uitge
sloten. Spr. vroeg daarom de regee
ring de regeling zoo te wijzigen, dat
alle gemeenten voor alle groepen ar
beiders, waarvoor zij het noodig ach
ten, een steunregeling kunnen invoe-
•DENSOETEN INVAL SEDERT 1S2.S
ren, waarbij het oordeel over een en
ander aan de gemeenten zelf is over
gelaten.
De lasten, die op sommige gemeen
ten voor een dergelijke steunregeling
drukken, zijn veel te zwaar. De inter
pellant vulde zijn verzoek daarom aan
met de vraag of dergelijke gemeenten
een zoodanigen rijkssteun kunnen
krijgen als gemeenten met een door
het rijk gesubsidieerde steunregeling
via het crisis-comité. Voorts drong hij
aan op bespoediging van de uitkeering
der rijkssubsidies en op rentevergoe
ding bij vertraging daarvan. Het rijk
behoort z.i. ook voor minstens 50 pet
in de kosten bij te dragen.
Het laatste deel van de interpellatie
betrof de werkloozenkassen. De heer
Hiemstra meende dat door de lang
durige en groote werkloosheid vele
kassen in gevaar zullen komen. Hij
vroeg of de regeering bij wilde sprin
gen door de kassen in staat te stellen
over 1952 reglementaire uitkeeringen
te verstrekken, zonder dat de reserves
behoeven te worden aangesproken en
voorts om het den kassen mogelijk te
maken den uitkeeringsduur met zes
weken te verlengen.
Aan minister Verschuur viel ditmaal
de taak te beurt om te antwoorden.
Volgens den minister zijn de loonen
in de werkverschaffing niet te laag;
men moet er zelfs tegen waken dat
zij de loonen in het vrije bedrijf
gaan overtreffen. De minister beant
woordde daarom de eerste vraag vol
mondig bevestigend en zag voor de
instelling van een commissie geen re
den. Een uitbreiding van de stopzet
ting in den wintertijd wil de minister
voor den volgenden winter wel over
wegen. Met de werkobjecten moet men
zuinig zijn; ook moet men voorko
men, dat jonge arbeiders huwen om
naar de werkverschaffing te kunnen
gaan.
Indien in een gemeente, zoo ver
volgde de minister, geen steunregeling
noodig is, dan is het ook een lands
belang dat zij niet wordt toegestaan.
De regeering hecht veel aan het oor
deel der gemeenten, doch wil ook zelf
een oog In het zeil houden. Zoo
meent b.v. de regeering, dat de crisis-
regeling voor de bouwbedrijven niet
dient te gelden. Aan de verzoeken van
den interpellant in zake de steunrege
ling kan de regeering dan ook niet
voldoen, met uitzondering van dat in
zake een spoedige uitbetaling der
subsidies, want daaraan wordt thans
reeds voldaan.
Voor de werkloozenkassen heeft
de regeering al groote offers gebracht;
honderd procent betaalt zij op de uit
keeringen in gewone bedrijven, drie
honderd procent in crisisbedrijven.
Daar blijft zij bij, al overweegt zij op
welke wijze een bescheiden reserve
voor deze kassen behouden zal kun
nen blijven.
De minister eindigde met de mede-
deeling, dat thans aan de verschillen
de vormen van steun twaalf millioen
per maand wordt betaald of honderd
vijftig millioen 'sjaars. Voegt men
daarbij armenzorg, dan blijkt dat per
jaar driehonderd millioen gulden aan
onze toch al verzwakte gemeenschap
wordt onttrokken.
Het zal een prachtprestatie zijn als
deze regeling, die in geen enkel land
wordt geëvenaard, niet verminderd
zal behoeven te worden.
Nationaal Crisis-Comité.
In de afgeloopen week heeft het
Nationaal Crisiscomité f 3425 uitge
keerd, waardoor het totaal steeg tot
f86.315.
Hiernaast staan de uitkeeringen uit
het regeeringssubsidie, ten behoeve
van extrasteun aan werkloozen, die
in de afgeloopen week f 54.978,45 heb
ben beloopen. In totaal bedragen ideze
uitkeeringen thans f 153.885,70.
In de vorige week zijn uitgedeeld
700 dekens. Het totale aantal is 3058
stuks. Ook zijn 500 ton eierkolen ge
distribueerd.
Over de „Van Galen".
Op de vragen van het Tweede
Kamerlid Van Embden betreffende het
zenden van een torpedojager naar
Sjanghai heeft minister Ruys de
Beerenbrouck geantwoord, dat bedoel
de maatregel werd genomen na een
verzoek van den consul-generaal der
Nederlanden te Sjanghai, ondersteund
door den gezant te Peking, ten einde
de veiligheid en de belangen der N eder-
landsche onderdanen te behartigen.
Het aantal Nederlanders te Sjanghai
bedraagt ongeveer 200.
De consul-generaal te Sjanghai is
gemachtigd het dichtstbijzijnde stoom
schip der JavaChinaJapan-lijn op
te roepen naar Sjanghai, ten einde bij
evacuatie de aanwezige Nederlanders te
kunnen opnemen. Aangezien de sche
pen te Sjanghai op de rivier ten anker
liggen, aldaar een vaak sterke stroom
loopt en het waarschijnlijk is, dat onder
de tegenwoordige omstandigheden de
koopvaardijschepen op grooteren af
stand van de plaatsen, van waar de
evacuatie moet geschieden, verwijderd
zijn, zal het embarkement metsloeperl
moeten gebeuren, waarbij marineperso
neel leiding geven en hulpmiddeler
ter beschikking stellen moet.
Aanwending van millitair geweld
tegen de strijdende partijen acht de
Regeer ng buitengesloten.
De minister acht de gevaren, die
Nederland tot zich trekt door zich mei
een klein oorlogsschip te begeven te
midden van de gecoinpliceerede en
overprikkelde situatie in Oost-Azië,
in verband met de taak, aan het ma
rinepersoneel opgedragen, niet aanwe
zig. De regeering is daarom niet bereid
den torpedojager alsnog terug te roepen.
UIT DE STATISTIEK.
Natuur- en
kunstboter.
Sinds 924 is het gemiddeld verbruik
per hoofd der bevolking van margari
ne grooter dan dat van natuurboter.
In dat jaar was de verhouding 7 K.G.
kunstboter tegen 6 K G. echte. Voor
1930 zijn deze getallen 8.9 en 6.5.
Van 1922 af zit er stijging in het totaal
verbruik van margarine en natuurboter.
Van kaas is het gebruik niet gering:
5 9 K.G. per hoofd.
In den loop der jaren zijn we meer
thee en minder koffie gaan gebruiken
zie maar
Koffie Thee
'912'4 6.63 K.G. 0.92 K.G.
19305.1 1.32
Of zouden wij de koffie slapper gaan
zetten en de thee sterker?
Consumeerden wij in 1930 per hoofd
bier 27,5 liter, wijn 1 63 liter, gedistil
leerd 2.62 liter.
Dit geeft natuurlijk maar een flauw
beeld van wal de werkelijke gebruikers
verschalken: die staan immers ook voor
de portie der geheel-onthouders, prin-
cp eele en noodgedwongen, en van
het millioen kinderen, da' aan het ge
bruik van alcoholica nog niet toe is.
Anders staat het met de suiker,
waarvan het gebruik de 30 K G nadert.
Dat s wel kinderkost en daarvan zal
het jonge goed zijn gerechte portie
n et la en staan. Nog a tijd s'aan wij
ver achter bij andere landen wat het
suikergebruik betreft. Dit zit natuurlijk
voor een deel in accij s.
Om een vergelijking mogelijk te
maken volgen hier nog de gemiddelde
cijfers voor de jaren 1912 1914; suiker
15.93 K.G, bier 38.1 liter, wijn 1.23
Iter, g'èdisti leerd 5,36 liter.
Daar kunnen de drankbestrijders
moeduit putten. Als zij maar niet alle
eer voor zichzelf opeischen: de sport
vraagt ook haar aandeel.
Schulden.
Wie van groote getallen houdt kan
nu smullen, want vergeef de con-
tr dictio aan schulden zijn wij schat-
lijk. Wij noteeren:
Het Rijk 2.461 millioen
De Provinciën 59
De Gemeenten 2.122
Samen 4.742 millioen
Nauwkeurig zijn dce getallen niet,
omdat ze niet op hetzelfde jaar be
trekking hebben. Op een paar millioen
kijken we echter niet, als het in de
duizendtallen loopt 1 Gemiddeld is dus
ons aandeel in die schuld f 600 per
hoofd. Gelukk g zijn we niet hoofdelijk
aansprakelijk.
Er is nog een lichtzijde. Waar
schuldenaars zijn, ontbreken de schuld-
eischers niet. In dit geval zijn die er
niet slecht aan toe: van de rente van
het door hen uitgeleende geld zijn ze
nog geen cent te kort gekomen.
Misplaatste „Lübeckvrees".
Het proces Lübeck, waar zooveel
kinderen stierven door een verkeerde
behandeling van het Calmett© prae-
paraat, waarmede ook hier te lande
ingeënt wordt tegen diphtheritis.
heeft bij velen een ongezonde vrees
voor deze methode doen ontstaan.
In de dezer dagen gehouden ver
gadering van de Gezondheidscom
missie te Amsterdam, kwam dit punt
ook ter sprake, waarbij de directeur
de heer L. Heïjermans mededeelde
dat tot nu toe 23.289 kinderen zijn
behandeld, zonder ooit één nadeelig
gevolg.
Het aantal gevallen, dat daarna
diphtheritis kreeg was zeer gering,
en niet in verhouding tot het aantal
gevallen bij niet-geïmmuniseerde kin
deren. De laatste jaren wordt de
methode gevolgd, om kinderen van
1—5 jaar anatoxine te geven en den
ouderen kinderen T. Al. U. Het on
vatbaar maken is onschadelijk. Men
wordt niet met een levende ziekte
stof ingeënt, doch met een medica
ment.
Een vervelende ervaring aldus
spr. is evenwel, dat de kinderen, die
geïmmuniseerd worden, thans afne
men. De belangstelling is verflauwd.
Daarbij speelt ook de geschiedenis
van Lübeck een zekere rol. Het pu
bliek scheert alles over één kam.
'1 inüw 0«*\
Uit het proces is wel gebleken, dat
er bij het vaccin tegen tuberculose
een zeer groote mate van slordigheid
is begaan. Calmette is geheel vrij uit
gegaan. In Lübeck heeft men hetzelf
de gedaan, alsof men rattenkruid en
suiker naast elkaar zette en niet uit
keek, wat men gebruikte. Fouten als
in Lübeck begaan, leveren echter hef
gevaar op, dat het publiek verkeerde
gevolgtrekkingen maakt
In ons land is geen sprake van
slordigheid in laboratoria, waar een
strenge discipline heerscht e in' de
grootste voorzichtigheid wordt In acht
genomen. 1
Spr. kon niet genoeg de bevol
king aansporen, de kinderen tegen
diphtheritis onvatbaar te maken,
want in 1931 stierven toch nog 492
kinderen aan deze ziekte, die naar
leekenoordeel kerngezond waren. De
gevallen kunnen kwaadaardig zijn en
dan helpt de serumbehandeling vaak
niet meer.
Een nieuwe campagne voor de oa-
vatbaarmaking tegen diphtheritis is
thans begonnen.
Veilig glas.
Nederland sche uit
vinding.
Wij hebben onlangs ergens gelezen,
dat 70 pet zegge en schrijve zeven
tig procent van alle doodelijke en
ernstige ongelukken, die chauffeurs
en gebruikers van auto's autobus
sen inbegrepen overkomen, op re
kening worden gesteld van gebroken
glas. Meestal zijn het gevallen, dat een
chauffeur of passagier door de voor
ruit wordt geslingerd, waardoor de
keel wordt doorgesneden, een pols
ader wordt geraakt of het hoofd ern
stig gewond om niet te spreken van
de verschrikkelijke wonden, die door
gebroken zijruiten kunnen ontstaan.
Zeventig procent Het is een verschrik
kelijk cijter waarvoor de wetgever on
mogelijk blind kan blijven.
De laatste twee jaren heeft men veel
hooren spreken van zoogenaamd „vei
ligheidsglas" en de fabricage daarvan
wordt tegenwoordig op vrij groote
schaal verricht, terwijl er ook wel en
kele autofabrikanten zijn, die hun wa
gens met veiligheidsglas uitrusten,
maar de toepassing is nog verre van
algemeen, waarschijnlijk vanwege het
feit, dat veiligheidsglas nog geen „on
breekbaar" glas is, zoodat er dus nog
altijd een zekere mate van gevaar en
risico blijft bestaan. Bovendien is het
zeer kostbaar. Zooals het zoo vaak met
uitvindingen gebeurt, nauwelijks heeft
de eene op bepaald gebied verbete
ring aangebracht of zij wordt door
een nieuwe vinding overtroffen,
waarvan de toepassing nog verder
reikt. Dit is ook met het zoogenaam
de veiligheidsglas het geval, een nieu
we uitvinding, waarop kort geleden
onder No. 24.944 Nederlandsch octrooi
werd verkregen en waarop inmiddels
door 20 der voornaamste landen even
eens patent werd verleend is. De be-
teekenis van deze nieuwe Nederland-
sche uitvinding is bovendien van zoo
groote waarde, omdat haar toepassing,
in vergelijking met de toepassing van
het z.g.n. veiligheidsglas veel goed-
kooper is. Wilde men b.v. een auto
of autobus met het door deze vinding
nu reeds weer verouderde veiligheids
glas uitrusten, dan werd dit vrij kost
baar doordien de bestaande ruiten
niet gebruikt konden worden en geheel
moesten worden vervangen. Bij toe
passing van de nieuwe vinding kun
nen de oude bestaande ruiten worden
gebruikt. En dit maakt de zaak, dat
voelt men wel, heel wat economischer.
Deze uitvinding, door een Neder
lander gedaan, doet inderdaad denken
aan het ei van Columbus. Het boven
bedoelde veiligheidsglas had het
sandwich-type; glas bindstof glas
of, om in het beeld te blijven van de
sandwich: brood ham brood. De
nieuwe uitvinding is ook een sand
wich-type, maar van andere samen
stelling. Hier wordt het: ham brood
ham. Het glas, de gewone ruit
wordt in een bepaald soort celluloid
als het ware geënveloppeerd en de en
veloppe wordt gesloten op een ver
nuftige wijze, zoodat bij het breken
van het ingesloten glas geen splinter
tje ontsnappen kan. Het aldus verkre
gen veiligheidsglas is dan ook vol
maakt gevaarloos. De ruit blijft vol
komen helder en is tegen alle weers
invloeden bestand.
Koliek bij het paard.
IL
(Nadruk verboden.).
De vorige keer wezen wij er reeds
op hoe mlen door het toedienen van
een koliekmiadel vaak veel beder
ven kan ,daar de alarmeerende ver
schijnselen wel worden weggenomen
er door, maar de oorzaak van het
lijden bestaan blijft en dus vroeg of
laat zijn rechten weer zal doen gel
den.
Daarom is het zaak om als de ko
liek zich eenigszins ernstig laat aan
zien, zoo spoedig mogelijk die hulp