GOESCfli COURANT BIJVOEGSEL. Binnenland 'VAH MELLB'S- GOESCHE ONTBYT-KOBK Wetenschap Lrand-en Tuinbouw VAN DE VAN VRIJDAG 4 MAART 1972. UIT DE EERSTE KAMER. Sociale zorg. Antwoord van den Minister. In zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid voor 1932 verklaard minister Verschuur, dat de re geering in het loonvraagstuk slechts één kant van het veelzijdig crisisprobleem ziet en dat zij het bedoelde vraagstuk wenscht te beschouwen in het algemeen verband met de andere vraagstukken in het bedrijfs leven. De koopkracht-theorie moge in het algemeen wel een kern van waarheid be vatten, in concreto mag daaraan niet te veel waarde worden toegekend. De minister beantwoordt de practische vraag, of deze theorie moet worden toe gepast in een land met een beperkte bin- nenlandsche markt, terwijl de productie- voorwaarden internationaal sterk uiteen- loopen, ontkennend. De heerschende crisis verzet zich voor alsnog tegen uitbreiding van de werkings- sfeer der Arbeidswet, omdat daardoor nieuwe lasten op het bedrijfsleven zouden worden gelegd. De minister is met den minister van Ju stitie in overleg getreden over een stren gere bestraffing van overtredingen der Veiligheidswet en andere soortgelijke wet ten, wanneer als gevolg der overtreding de arbeider zwaar lichamelijk letsel beko men heeft of gedurende zekeren tijd onge schikt is geworden voor den arbeid. Dit overleg is nog niet afgeloopen. Het had in het voornemen van den mi nister gelegen om de materieele herziening der onderscheidene verzekeringswetten vooraf te doen gaan aan de meer formeele herziening der sociale verzekering. Door de hevige maatschappelijke stormen is uitvoering van dat voornemen onmogelijk geworden, zoodat ten hoogste eenige be scheiden verbeteringen in de voorzieningen, welke de sociale verzekering op het stuk der ouderdomsverzekering wil brengen, zullen kunnen worden aangebracht. Daar mede is de meer formeele herziening der verzekering op den voorgrond gekomen. De minister stelt zich voor, thans deze her ziening aan te vatten. Daarbij zal onder meer aan de orde ko men de wenschelijkheid om de uitvoering der Ongevallenwet 1921 in overeenstem ming te brengen met die der Land- en Tuin- bouwongevallenwet 1922, almede de ver houding tusschen ongevallenverzekering en ziektevezekering. Invoering van Staatspensioen kan de mi nister niet in overweging nemen. De regeering is bereid te overwegen of het mogelijk is te bereiken, dat de werk- loozen kassen het jaar 1933 niet geheel zonder middelen ingaan. Met het onderzoek der grondslagen voor een wettelijke regeling der werkloosheids verzekering houdt de minister zich bezig. In het plan-Keesing, verdedigd in een prae- advies voor de Nationale Vereeniging te gen de Werkloosheid, wordt, naar de mee ning van den minister, met benijdenswaar dig gemak over zeer groote moeilijkheden heengestapt. Het plan kan den toets der critiek niet doorstaan. Het werken van buitenlandsche arbeiders heeft een ingestelde interdepartementale commissie onderzocht. Haar rapport heeft de minister kort geleden ontvangen. De regeering overweegt dat rapport. Het indienen van een ontwerp van wet tot regeling der landverhuizing wacht nog op het einde van interdepartementaal over leg. Het vraagstuk eener industriebank zal de minister nader ter hand nemen als het wets ontwerp tot instelling van een economi- schen raad wet zèl zijn geworden. UIT DE TWEEDE KAMER. De nood der boeren. De buitengewoon groote moeilijkheden, waarin nagenoeg alle takken van den Land bouw en de Veeteelt hier te lande verkee- ren, zijn voor de vierde maal aanleiding geweest tot een uitgebreid landbouwdebat in de Tweede Kamer. De heer Weitkamp (c.-h.) interpelleer® de en het waren in het bijzonder de ge mengde bedrijven op de lichte gronden, die zijn belangstelling genoten. Uitvoerig be sprak hij de gevolgen van de crisis voor de landbouwers, vooral voor de kleine, die buiten hun schuld alle bestaanszekerheid hebben zien verdwijnen. Hij rekende uit, dat voor vier-vijf de deel de boeren de vee houderij meer of min van belang is en gaf in aansluiting daarop een uitvoerige uiteenzetting over de moeilijkheden, waar in de boter, door verlies van afzetgebied, buitenlandsche concurrentie en mededin ging van surrogaten verkeert. Hij vroeg in verband hiermede den mi nister het daarheen te willen leiden, dat een eenigszins loonende marktprijs wordt verkregen. In de tweede plaats vestigde de heer Weitkamp de aandacht op de ongekend la ge prijzen, die de varkens opbrengen. Het -k gevaar bestaat, dat door verschillende oor zaken Nederland zijn afzetgebied op de Engelsche markten aan Denemarken en de Baltische landen gaat verliezen. Wil de minister, zoo vroeg hij, daarom trachten die markten voor onzen varkensexport te behouden door een uitvoerpremie toe te kennen Verder wees hij er op, dat de rogge voor de lichtere zandgronden en in de Veen koloniën een der belangrijke bodempro ducten is. Ons volk moet er aan gewend worden om de uitstekende vaderlandsche produc ten te consumeeren en de interpellant zou dan ook verplichtend gesteld willen zien, dat 25 roggebloem in het brood wordt gebakken. In één adem noemde hij de gerst, waar van jaarlijks 53.000 ton door de bierbrou werijen wordt gebruikt. De regeering moet zorgen, dat binnenlandsche gerst voor de bierbereiding wordt gebruikt, zoo meende hij. De heer Weitkamp sneed daarbij een geheel ander onderwerp aan. De sociale verzekering drukt veel te zwaar op den kleinen landbouwer, zoo betoogde hij, en hij zou daarom een suppletiefonds ingesteld willen zien om daaruit gedurende de crisis de premiën te betalen voor die landbou wers, die minder dan f 1200 inkomen heb ben. Op verlaging der spoorwegvrachtta rieven is uit de Kamer reeds meermalen aangedrongen en de interpellant onder streepte dit nog eens met een verwijzing naar de buitenlandsche tarieven. Hij zou daarom graag zien dat de minister van Landbouw er bij zijn ambtgenoot van Wa terstaat op aan zou dringen dat de tarie ven verlaagd worden. Antwoord van den minister. Minister Ruys de Beerenbrouck ving met een wedervraag zijn antwoord aan. Is het tijdstip voor deze interpellatie wel geluk kig gekozen, zoo vroeg hij zich af. De re geering heeft advies ingewonnen over ver schillende maatregelen. Zij moet echter wachten op rapportenbreede voorlich ting door deskundigen is hier beslist on misbaar. De opbrengst van de zuivelpro ducten is teruggeloopen met f 128 millioen. Het reiken van de helpende hand brengt onvermijdelijk mede een ingrijpen in andere takken van welvaart. Een afdoend ant woord op de eerste vraag van den inter pellant in zake de zuivel is daarom thans nog niet mogelijk. Een onderzoek is inge steld en de resultaten daarvan moeten af gewacht worden. Hetzelfde geldt voor de vraag die de spoorwegtarieven betreft. A.s. Vrijdag zal de commissie voor het laatst vergaderen en de minister meent dat het rapport vermoedelijk nog in Maart zal ver schijnen. Ook de vragen in zake een uit voerpremie voor bacon en voor kool be antwoordde de minister gezamenlijk. Der gelijke premiën zijn een uitdaging voor het buitenland, waarvan afweermiddelen het gevolg kunnen zijn. Ook naar de uitzich ten voor den bacon-uitvoer is een onder zoek gaande. Met de uitkeering aan de koolverbouwers wordt zooveel mogelijk spoed betracht. Het slot-advies van de landbouw-crisis-commissie van 22 Febr. j.l. is uitgebracht, doch thans zal de con- tingenteeringscommissie nog moeten advi- seeren over de al of niet wenschelijkheid van een contingenteering van rogge. Mocht een en ander het gewenschte resultaat op leveren, dan zal de minister gaarne de wenschen van den interpellant in zake een eventueel menggebod van roggebloem overwegen. Een rapport over het gebruik van inlandsche gerst door de bierbrouwe rijen is in wording en kan iederen dag ver wacht worden. Minister Ruys wees er verder op, dat het Rijk het suppletiefonds voor de sociale verzekering, dat de interpellant vraagt, zal moeten vormen. Er zullen overigens wel geen gegadigden voor zijn. Dat zou acht a negen millioen gulden kosten en deze uitgave kan de schatkist thans niet dragen. Van een korting der bedragen aan rente en aflossing uit met rijksgeld gesubsidieer de bedrijven, wilde de minister evenmin weten, omdat de bedrijfsresultaten, naar hij zeide, niet slecht zijn. De replieken, die nog volgden, vulden ook een groot deel van den avond, doch brachten weinig nieuws naar voren. Werkverschaffing en steunregeling. In lange rij en bonte mengeling vol gen de interpellaties in de Tweede Kamer elkaar op. Ditmaal was de heer Hiemstra (s.d.a.p.) de woordvoerder: de werkverschaffing, werkverruiming en werkloozenondersteuning vormden zijn onderwerp. Interpellant betoogde allereerst, dat de arbeiders in de werkverschaffingen niet genoeg verdienen om in het le vensonderhoud van hun gezin te voor zien. In verband hiermede was zijn eerste vraag aan de regeering dan ook, of deze den arbeiders bij de werkver schaffing bij behoorlijk werken een redelijk levensonderhoud wil waarbor gen. Hij zou een commissie ingesteld willen zien om te onderzoeken of de tarieven wel op deskundige wijze wor den vastgesteld. Voorts zou hij willen dat de werkverschaffing in den barren wintertijd wordt stopgezet. Ook loo- pen er nog duizenden jonge arbeiders, voor wie de werkverschaffing geslo ten is, doelloos rond. Waarom worden ook zij niet te werk gesteld? Er zijn nog werkobjecten genoeg, vooral bosch-ontginning en, naar de heer Hiemstra met voorbeelden tracht te aan te toonen. Het volgende deel van interpellants rede was gewijd aan de door het Rijk gesubsidieerde steunregeling, welke nij scherp becritiseerde. Er zijn ge meenten, aan welke belet wordt een bepaalde steunregeling in te stellen, terwijl verder de rijksbijdrage te klein is en te veel arbeiders zijn uitge sloten. Spr. vroeg daarom de regee ring de regeling zoo te wijzigen, dat alle gemeenten voor alle groepen ar beiders, waarvoor zij het noodig ach ten, een steunregeling kunnen invoe- •DENSOETEN INVAL SEDERT 1S2.S ren, waarbij het oordeel over een en ander aan de gemeenten zelf is over gelaten. De lasten, die op sommige gemeen ten voor een dergelijke steunregeling drukken, zijn veel te zwaar. De inter pellant vulde zijn verzoek daarom aan met de vraag of dergelijke gemeenten een zoodanigen rijkssteun kunnen krijgen als gemeenten met een door het rijk gesubsidieerde steunregeling via het crisis-comité. Voorts drong hij aan op bespoediging van de uitkeering der rijkssubsidies en op rentevergoe ding bij vertraging daarvan. Het rijk behoort z.i. ook voor minstens 50 pet in de kosten bij te dragen. Het laatste deel van de interpellatie betrof de werkloozenkassen. De heer Hiemstra meende dat door de lang durige en groote werkloosheid vele kassen in gevaar zullen komen. Hij vroeg of de regeering bij wilde sprin gen door de kassen in staat te stellen over 1952 reglementaire uitkeeringen te verstrekken, zonder dat de reserves behoeven te worden aangesproken en voorts om het den kassen mogelijk te maken den uitkeeringsduur met zes weken te verlengen. Aan minister Verschuur viel ditmaal de taak te beurt om te antwoorden. Volgens den minister zijn de loonen in de werkverschaffing niet te laag; men moet er zelfs tegen waken dat zij de loonen in het vrije bedrijf gaan overtreffen. De minister beant woordde daarom de eerste vraag vol mondig bevestigend en zag voor de instelling van een commissie geen re den. Een uitbreiding van de stopzet ting in den wintertijd wil de minister voor den volgenden winter wel over wegen. Met de werkobjecten moet men zuinig zijn; ook moet men voorko men, dat jonge arbeiders huwen om naar de werkverschaffing te kunnen gaan. Indien in een gemeente, zoo ver volgde de minister, geen steunregeling noodig is, dan is het ook een lands belang dat zij niet wordt toegestaan. De regeering hecht veel aan het oor deel der gemeenten, doch wil ook zelf een oog In het zeil houden. Zoo meent b.v. de regeering, dat de crisis- regeling voor de bouwbedrijven niet dient te gelden. Aan de verzoeken van den interpellant in zake de steunrege ling kan de regeering dan ook niet voldoen, met uitzondering van dat in zake een spoedige uitbetaling der subsidies, want daaraan wordt thans reeds voldaan. Voor de werkloozenkassen heeft de regeering al groote offers gebracht; honderd procent betaalt zij op de uit keeringen in gewone bedrijven, drie honderd procent in crisisbedrijven. Daar blijft zij bij, al overweegt zij op welke wijze een bescheiden reserve voor deze kassen behouden zal kun nen blijven. De minister eindigde met de mede- deeling, dat thans aan de verschillen de vormen van steun twaalf millioen per maand wordt betaald of honderd vijftig millioen 'sjaars. Voegt men daarbij armenzorg, dan blijkt dat per jaar driehonderd millioen gulden aan onze toch al verzwakte gemeenschap wordt onttrokken. Het zal een prachtprestatie zijn als deze regeling, die in geen enkel land wordt geëvenaard, niet verminderd zal behoeven te worden. Nationaal Crisis-Comité. In de afgeloopen week heeft het Nationaal Crisiscomité f 3425 uitge keerd, waardoor het totaal steeg tot f86.315. Hiernaast staan de uitkeeringen uit het regeeringssubsidie, ten behoeve van extrasteun aan werkloozen, die in de afgeloopen week f 54.978,45 heb ben beloopen. In totaal bedragen ideze uitkeeringen thans f 153.885,70. In de vorige week zijn uitgedeeld 700 dekens. Het totale aantal is 3058 stuks. Ook zijn 500 ton eierkolen ge distribueerd. Over de „Van Galen". Op de vragen van het Tweede Kamerlid Van Embden betreffende het zenden van een torpedojager naar Sjanghai heeft minister Ruys de Beerenbrouck geantwoord, dat bedoel de maatregel werd genomen na een verzoek van den consul-generaal der Nederlanden te Sjanghai, ondersteund door den gezant te Peking, ten einde de veiligheid en de belangen der N eder- landsche onderdanen te behartigen. Het aantal Nederlanders te Sjanghai bedraagt ongeveer 200. De consul-generaal te Sjanghai is gemachtigd het dichtstbijzijnde stoom schip der JavaChinaJapan-lijn op te roepen naar Sjanghai, ten einde bij evacuatie de aanwezige Nederlanders te kunnen opnemen. Aangezien de sche pen te Sjanghai op de rivier ten anker liggen, aldaar een vaak sterke stroom loopt en het waarschijnlijk is, dat onder de tegenwoordige omstandigheden de koopvaardijschepen op grooteren af stand van de plaatsen, van waar de evacuatie moet geschieden, verwijderd zijn, zal het embarkement metsloeperl moeten gebeuren, waarbij marineperso neel leiding geven en hulpmiddeler ter beschikking stellen moet. Aanwending van millitair geweld tegen de strijdende partijen acht de Regeer ng buitengesloten. De minister acht de gevaren, die Nederland tot zich trekt door zich mei een klein oorlogsschip te begeven te midden van de gecoinpliceerede en overprikkelde situatie in Oost-Azië, in verband met de taak, aan het ma rinepersoneel opgedragen, niet aanwe zig. De regeering is daarom niet bereid den torpedojager alsnog terug te roepen. UIT DE STATISTIEK. Natuur- en kunstboter. Sinds 924 is het gemiddeld verbruik per hoofd der bevolking van margari ne grooter dan dat van natuurboter. In dat jaar was de verhouding 7 K.G. kunstboter tegen 6 K G. echte. Voor 1930 zijn deze getallen 8.9 en 6.5. Van 1922 af zit er stijging in het totaal verbruik van margarine en natuurboter. Van kaas is het gebruik niet gering: 5 9 K.G. per hoofd. In den loop der jaren zijn we meer thee en minder koffie gaan gebruiken zie maar Koffie Thee '912'4 6.63 K.G. 0.92 K.G. 19305.1 1.32 Of zouden wij de koffie slapper gaan zetten en de thee sterker? Consumeerden wij in 1930 per hoofd bier 27,5 liter, wijn 1 63 liter, gedistil leerd 2.62 liter. Dit geeft natuurlijk maar een flauw beeld van wal de werkelijke gebruikers verschalken: die staan immers ook voor de portie der geheel-onthouders, prin- cp eele en noodgedwongen, en van het millioen kinderen, da' aan het ge bruik van alcoholica nog niet toe is. Anders staat het met de suiker, waarvan het gebruik de 30 K G nadert. Dat s wel kinderkost en daarvan zal het jonge goed zijn gerechte portie n et la en staan. Nog a tijd s'aan wij ver achter bij andere landen wat het suikergebruik betreft. Dit zit natuurlijk voor een deel in accij s. Om een vergelijking mogelijk te maken volgen hier nog de gemiddelde cijfers voor de jaren 1912 1914; suiker 15.93 K.G, bier 38.1 liter, wijn 1.23 Iter, g'èdisti leerd 5,36 liter. Daar kunnen de drankbestrijders moeduit putten. Als zij maar niet alle eer voor zichzelf opeischen: de sport vraagt ook haar aandeel. Schulden. Wie van groote getallen houdt kan nu smullen, want vergeef de con- tr dictio aan schulden zijn wij schat- lijk. Wij noteeren: Het Rijk 2.461 millioen De Provinciën 59 De Gemeenten 2.122 Samen 4.742 millioen Nauwkeurig zijn dce getallen niet, omdat ze niet op hetzelfde jaar be trekking hebben. Op een paar millioen kijken we echter niet, als het in de duizendtallen loopt 1 Gemiddeld is dus ons aandeel in die schuld f 600 per hoofd. Gelukk g zijn we niet hoofdelijk aansprakelijk. Er is nog een lichtzijde. Waar schuldenaars zijn, ontbreken de schuld- eischers niet. In dit geval zijn die er niet slecht aan toe: van de rente van het door hen uitgeleende geld zijn ze nog geen cent te kort gekomen. Misplaatste „Lübeckvrees". Het proces Lübeck, waar zooveel kinderen stierven door een verkeerde behandeling van het Calmett© prae- paraat, waarmede ook hier te lande ingeënt wordt tegen diphtheritis. heeft bij velen een ongezonde vrees voor deze methode doen ontstaan. In de dezer dagen gehouden ver gadering van de Gezondheidscom missie te Amsterdam, kwam dit punt ook ter sprake, waarbij de directeur de heer L. Heïjermans mededeelde dat tot nu toe 23.289 kinderen zijn behandeld, zonder ooit één nadeelig gevolg. Het aantal gevallen, dat daarna diphtheritis kreeg was zeer gering, en niet in verhouding tot het aantal gevallen bij niet-geïmmuniseerde kin deren. De laatste jaren wordt de methode gevolgd, om kinderen van 1—5 jaar anatoxine te geven en den ouderen kinderen T. Al. U. Het on vatbaar maken is onschadelijk. Men wordt niet met een levende ziekte stof ingeënt, doch met een medica ment. Een vervelende ervaring aldus spr. is evenwel, dat de kinderen, die geïmmuniseerd worden, thans afne men. De belangstelling is verflauwd. Daarbij speelt ook de geschiedenis van Lübeck een zekere rol. Het pu bliek scheert alles over één kam. '1 inüw 0«*\ Uit het proces is wel gebleken, dat er bij het vaccin tegen tuberculose een zeer groote mate van slordigheid is begaan. Calmette is geheel vrij uit gegaan. In Lübeck heeft men hetzelf de gedaan, alsof men rattenkruid en suiker naast elkaar zette en niet uit keek, wat men gebruikte. Fouten als in Lübeck begaan, leveren echter hef gevaar op, dat het publiek verkeerde gevolgtrekkingen maakt In ons land is geen sprake van slordigheid in laboratoria, waar een strenge discipline heerscht e in' de grootste voorzichtigheid wordt In acht genomen. 1 Spr. kon niet genoeg de bevol king aansporen, de kinderen tegen diphtheritis onvatbaar te maken, want in 1931 stierven toch nog 492 kinderen aan deze ziekte, die naar leekenoordeel kerngezond waren. De gevallen kunnen kwaadaardig zijn en dan helpt de serumbehandeling vaak niet meer. Een nieuwe campagne voor de oa- vatbaarmaking tegen diphtheritis is thans begonnen. Veilig glas. Nederland sche uit vinding. Wij hebben onlangs ergens gelezen, dat 70 pet zegge en schrijve zeven tig procent van alle doodelijke en ernstige ongelukken, die chauffeurs en gebruikers van auto's autobus sen inbegrepen overkomen, op re kening worden gesteld van gebroken glas. Meestal zijn het gevallen, dat een chauffeur of passagier door de voor ruit wordt geslingerd, waardoor de keel wordt doorgesneden, een pols ader wordt geraakt of het hoofd ern stig gewond om niet te spreken van de verschrikkelijke wonden, die door gebroken zijruiten kunnen ontstaan. Zeventig procent Het is een verschrik kelijk cijter waarvoor de wetgever on mogelijk blind kan blijven. De laatste twee jaren heeft men veel hooren spreken van zoogenaamd „vei ligheidsglas" en de fabricage daarvan wordt tegenwoordig op vrij groote schaal verricht, terwijl er ook wel en kele autofabrikanten zijn, die hun wa gens met veiligheidsglas uitrusten, maar de toepassing is nog verre van algemeen, waarschijnlijk vanwege het feit, dat veiligheidsglas nog geen „on breekbaar" glas is, zoodat er dus nog altijd een zekere mate van gevaar en risico blijft bestaan. Bovendien is het zeer kostbaar. Zooals het zoo vaak met uitvindingen gebeurt, nauwelijks heeft de eene op bepaald gebied verbete ring aangebracht of zij wordt door een nieuwe vinding overtroffen, waarvan de toepassing nog verder reikt. Dit is ook met het zoogenaam de veiligheidsglas het geval, een nieu we uitvinding, waarop kort geleden onder No. 24.944 Nederlandsch octrooi werd verkregen en waarop inmiddels door 20 der voornaamste landen even eens patent werd verleend is. De be- teekenis van deze nieuwe Nederland- sche uitvinding is bovendien van zoo groote waarde, omdat haar toepassing, in vergelijking met de toepassing van het z.g.n. veiligheidsglas veel goed- kooper is. Wilde men b.v. een auto of autobus met het door deze vinding nu reeds weer verouderde veiligheids glas uitrusten, dan werd dit vrij kost baar doordien de bestaande ruiten niet gebruikt konden worden en geheel moesten worden vervangen. Bij toe passing van de nieuwe vinding kun nen de oude bestaande ruiten worden gebruikt. En dit maakt de zaak, dat voelt men wel, heel wat economischer. Deze uitvinding, door een Neder lander gedaan, doet inderdaad denken aan het ei van Columbus. Het boven bedoelde veiligheidsglas had het sandwich-type; glas bindstof glas of, om in het beeld te blijven van de sandwich: brood ham brood. De nieuwe uitvinding is ook een sand wich-type, maar van andere samen stelling. Hier wordt het: ham brood ham. Het glas, de gewone ruit wordt in een bepaald soort celluloid als het ware geënveloppeerd en de en veloppe wordt gesloten op een ver nuftige wijze, zoodat bij het breken van het ingesloten glas geen splinter tje ontsnappen kan. Het aldus verkre gen veiligheidsglas is dan ook vol maakt gevaarloos. De ruit blijft vol komen helder en is tegen alle weers invloeden bestand. Koliek bij het paard. IL (Nadruk verboden.). De vorige keer wezen wij er reeds op hoe mlen door het toedienen van een koliekmiadel vaak veel beder ven kan ,daar de alarmeerende ver schijnselen wel worden weggenomen er door, maar de oorzaak van het lijden bestaan blijft en dus vroeg of laat zijn rechten weer zal doen gel den. Daarom is het zaak om als de ko liek zich eenigszins ernstig laat aan zien, zoo spoedig mogelijk die hulp

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina bijlage 1