VLOEIBARE CRÊME=REEP
0e weg tot geluk
N° 26
Maandag 29 Februari £952
119* Jaargang.
ProVlDcienleuWs
KWATTA'S 5C+S
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes ƒ2,'-
buiten Goes ƒ2,*—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
«OESCHE i COURANT
Uitgave: Naamiooze Vennootschap Goesche Courant J en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 oevestiad te Goes.
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels ƒ1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorat.
LANDBOUW EN CRISIS.
S. O. s.
Ons laafsfe artikel eindigden we
met de verzuchting, hef duurt alles
maar te lang. Zoo is het toch? Men
kan praten en schrijven en er wordt
overwogen, er wordt bestudeerd, er
worden toezeggingen gedaan in deze
en in gene richting en bij dat alles
wordt zelfs grif toegegeven, dat de
toestand allerellendigst is, doch echt
doortastende daden, die werkelijk
eenige verlichting brengen of tenmin
ste eenige hoop zouden geven voor
de naaste toekomst, blijven nog ach
terwege. Schoorvoetend .worden cri
sismaatregelen getroffen, die juist
door hun halfheid duur zijn, omdat
ze het beoogde doel niet bereiken.
Het vorige jaar hebben we dat gezien
met de teeltpremïe van f4,50 op de
bieten. Uit alle deskundige kringen is
betoogd, dat dit bedrag te laag was
om de bietencultuur in stand te hou
den. De practijk heeft ons in het ge
lijk gesteld, de bietenteelt is zoo on
geveer gehalveerd met als gevolg min
der werk op de boerderij en dit na
jaar reeds vroeg een ongekend groote
werkloosheid. Zoo werd onze voor
spelling door de practijk bevestigd. De
teeltpremie op bieten zou nu worden
verhoogd, dit verluidde al vroeg. Weer
sprak de stem der practijk, die zei,
maak dan den prijs spoedig bekend,
want anders zullen de boeren het
zekere voor het onzekere nemen en
meer tarwe zaaien. Helaas, het mocht
niet baten, de grootere hoeveelheid
tarwe was gezaaid, alvorens het be
drag der teeltpremie op de bieten
bekend was. Weer minder werk in
uitzicht Het bewuste bedrag is nu
verhoogd tot f 8,25, wat zeker meer
perspectief opent, doch waarop geen
loonende bietencultuur kan worden
gebaseerd, nu de suikerprijs schom
melt om 01/2, 63,4 en 7 cents. Ook
hier zal de practijk ons weer gelijk
geven, als straks de C.S.M. met haar
prijs uitkomt. Op dezelfde wijze is
het in étappes gegaan met den steun
aan de aardappelmeel-ïndustrie en
van afdoende hulp is hier nog aller
minst sprake. Iets dergelijks met den
toegezegden steun aan de vlas-indus-
trle. Hier wordt een bedrag toege
kend, om „de teelt van 6000 H.A. (d.i.
ongeveer de hoeveelheid, die in onze
binnenlandsche industrie wordt ver
werkt) te verzekeren", terwijl nu reeds
met vrij groote zekerheid kan worden
voorspeld, dat deze hoeveelheid tot
Vi, hoogstens 1/3 zal worden geredu
ceerd. In normalen tijd worden in Zee
land alleen ruim 5000 H.A. vlas ver
bouwd. Zelfs als werkverschaffing zal
dit middel falen. Een groot gedeelte
van den ouden oogst zit nog in de
stapelplaatsen, dit wordt niet gebookt,
omdat het slechts met verlies kan ge
beuren, moet hier de helpende hand
niet worden geboden? Ondertusschen
komt er weer meer cultuurgrond be
schikbaar voor andere gewassen, maar
wat zal de boer moeten zaaien of poo-
ten? Niet één product is er, waarvan
hij met eenige zekerheid een loonende
cultuur kan verwachten en dus is er
ook nog niet één plekje op zijn boer
derij, dat hem eenige vastheid geeft
Allerminst is dat het geval met den
kleinen boer, die den grond met zijn
gezin bewerkt Deze kan geen tarwe
31
FEUILLETON
door
E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
Zijn metgezel gaf geen antwoord.
Hij liep als iemand, die in een droom
verkeert. Niet alleen was hij onge
schoren, maar zijn kleeren waren ge
kreukeld en zaten slordig. Hij had
het voorkomen van een verwaarloosd
en ongunstig individu-
„Zou ik u in bedenking mogen ge
ven," zeide Gerald, toen zij de stoep
van het Casino afgingen, „eerst even
naar uw hotel te gaan en u een beetje
op te frisschen, voordat u naar de
Club gaat?"
Zubin scheen plotseling uit den
droom te ontwaken. Hij staarde Ge
rald een oogenblik wezenloos aan en
keek toen naar zijn net geborsteld
haar, zijn goed zittende jas en onbe
rispelijk linnengoed. Daarna bekeek
hij verschrikt zich zelf en haalde on
verschillig zijn schouders op.
„U hebt gelijk, monsieur. Ga maar
mee." I
Hij stak de straat over met groote
passen en ging het Hotel de Paris
binnen. Eer hij in de lift stapte,
wendde hij zich nog eens tot Gerald.
zaaien, omdat uit zijn werken op den
grond zijn loon, zijn inkomen moet
komen. Zoo gaat de tijd idoor en wordt
de ellende met den dag grooter, ook
nog in den akkerbouw. We on-
derstreepen dat, omdat we vreezen,
dat nu de aandacht van de Overheid
cn zelfs van de landbouw-organisaties
zal worden geconcentreerd op vee
teelt en daarmede verwante bedrijven,
meenend, dat het akkerbouw-bedrijf
al een goede beurt heeft gehad. We
erkennen met groote beslistheid, dat
voor de veehouderij en de zuivelberei
ding spoedig doortastende maatre
ten moeten worden getroffen, we ko
men daarop terug, doch het eene be
hoeft het andere niet uit te sluiten. Er
zijn voorzieningen te treffen, die over
de heele linie oogenblïkkelijk baat zou
den geven. In onze drie voorgaande
artikels vestigden we de aandacht
hierop: pachtovereenkomst, hypotheek
boeren, sociale lasten. Hier wordt
zelfs niet in de eerste plaats geld ge
vraagd, als daarbij zou worden ge
handeld in onzen geest. Moet dat nu
zooveel tijd in beslag nemen? In de
oorlogsjaren werden de meest dras
tische maatregelen in een paar dagen
tot wet verheven. Onze oogst werd op
gevorderd, terwijl de prijzen later
zouden worden medegedeeld! Als aan
elke noodige maatregel idem zooveel
tijd moet worden besteed als tot dus
ver hef geval is geweest bij de enkele,
die getroffen zijn, dan kunnen we nu
wel voorspellen, dat het lot der plat
telandsbevolking is beslist, totale
ondergang in de naaste toe
komst. W.
VERKEERSCONFERENTIE.
Te Middelburg, in één der zalen van
het Provinciaal bestuur, had de jaar-
lijksche Verkeersconferentie plaats,
waartoe Ged. Staten van Zeeland hen,
die op een of andere wijze belangstel
ling hebben voor het verkeer in onze
provincie hadden uifgenoodigd.
De Commissaris der Koningin, jhr.
J. W. Quarles van Ufford, trad ook
nu weer als voorzitter op en heette
alle aanwezigen welkom in het bijzon
der den inspecteur van de P.T.T.; de
afgevaardigden van de kamers van
koophandel, van den B. B. N., van de
K.N.A.C. en den A.N.W.B., van de
tramwegen, van den spoorwegraad en
van middenstandsorganisaties.
Aan de orde kwam eerst de vraag
of iemand een opmerking had over
de tram Breskens-Maldeghem, het
geen niet het geval bleek te zijn.
B o o t d i e n s t e n.
Hierna werd overgegaan tot de iboot-
diensten en wel het eerst tot den
dienst op de Oosterschelde.
Hierbij was het de heer Van Goor,
vertegenwoordiger van K.N.A.C. en
A.N.W.B., die wees op de beperkte
ruimte op de boot Katsche Veer—
Zierikzee voor auto's. Als men dan
soms lang heeft moeten wachten voor
de volgende boot, kan dit aan het
veer ZijpeAnna Jacoba nog weer
het geval zijn, al zal het daar nu wel
licht verbeteren.
De voorzitter verzekerde, dat Ged.
Staten doordrongen zijn van de wen-
schelïjkheïd, en de noodzakelijkheid
„Een kwartir, monsieur," zeide
hij. „Ik geef u mijn woord, dat ik u
niet langer dan twintig minuten zal
ophouden."
„Ik zal hier wachten," beloofde
Gerald.
Nadat de lift omhoog was gegaan,
begaf Gerald zich door de particu
liere verbindingsgang naar de Speel-
club. Madame de Ponière en haar
nicht zaten nog, waar hij haar had
verlaten, de tante dronk koffie en
Pauline keek om zich heen met een
voorkomen van geamuseerde belang
stelling. Behalve het feit, dat Ma
dame de Ponière's lippen zich vaster
samenklemden, toen zij Gerald alleen
zag verschijnen, was er niet het ge
ringste in haar houding en manieren
dat verried, dat zij in groote span
ning verkeerden.
,Ik heb onzen vriend gevonden,
kondigde hij aan. „Hij brengt zijn
toilet wat in orde. Over eenige mi
nuten zal ik hem halen en hier bren
gen."
„Was hij aan het spelen?" vroeg
Pauline.
„Niet toen ik aankwam," was het
voorzichtige antwoord.
Madame de Ponière roerde achte
loos in haar koffie.
„Zag hij er uit als iemand die had
verloren?" vroeg zij.
„Het spijt mij te zeggen, dat hij
wel eenigszins dien indruk op mij
maakte."
Pauline glimlachte tegen hem.
„Het is heel goed van u, zooveel
FRAMBOOS CITROEN SINAASAPPEL ANANAS
met geldig Kwatto-soldactje -
van verbetering in dezen en dan ook
aan het bureau Cornelissen te Am
sterdam hebben opgedragen plannen
te maken tot verbouw van een der
booten, opdat meer ruimte voor auto's
wordt verkregen.
De heer De Broekert uit Zierikzee
zeide, dat het voorkomt, dat men da
gen te voren mededeelt aan den agent
met een bepaalde boot mede te zullen
gaan en dan nog geen plaats heefi
voor zijn auto aan boord. Spr. is dan
ook door de toezegging van den voor
zitter wel dankbaar maar nog niet
voldaan en bepleit o.a. verbetering
van den toestand bij de kolenberg
plaats, hij verwacht van den verbouw
van een boot niet voldoende resul
taat.
De voorzitter zeide, dat men iftzake
de kolenbergplaats een onderzoek zal
instellen, en dat men de nadere plan
nen inzake den verbouw van de boot
moet afwachten, anders zou er een
nieuwe moeten komen met de daar
aan verbonden uitgave.
De heer v. Melle uit Goes drong
aan op spoedige overbrenging van
den ponton van Vlissingen naar Zie
rikzee.
De voorzitter zeide, dat Ged. Sta
ten niets liever willen dan dat dit
zoo spoedig mogelijk zal kunnen ge
schieden.
Bij den bootdienst öp de Wester-
schelde, zeide de heer Van Goor zeer
erkentelijk te zijn, dat men in Zee
land deze wijze van handelen toepast,
het is de eenige provincie waar het
geschiedt en waar men een open oor
heeft voor alle wenschen.
De heer Waller van de Mij. Zee
land, zeide ook als vertegenwoordiger
van het hotel van zijn maatschappij
te zijn gekomen. Men vreest daar de
gevolgen van de malaise in den a.s.
zomer en zou daarom het Iokaalbe-
zoek willen aanmoedigen. Dit kan z.i.
door een latere boot naar Breskens
('s avonds half twaalf volgens een
schrijven van de Zeeland), waardoor
men langer uit Zeeuwsch-Vlaanderen
te Vlissingen kan blijven.
De voorzitter zeide, dat deze kwes
tie reeds bij Ged. Staten is besproken,
maar dat frnancïeele bezwaren het
onmogelijk maken aan het verzoek te
voldoen, het zou uitbreiding van per
soneel met zich brengen. Ged. Staten
hebben dan ook reeds besloten de hui
dige dienstregeling te handhaven.
De heer Hamilton uit Goes vroeg
of er spoed betracht kon worden met
den nieuwen aanlegsteiger te Hoede-
kenskerke.
De voorzitter zeide, dat men er
druk mede bezig is, en de heer Van
Leeuwen, hoofdingenieur van den Pro
moeite voor ons te doen," zeide zij.
„Mijn tante en ik zijn u zeer ver
plicht Wacht als 't u blieft niet
lang met monsieur Zubin hier te
brengen.'1"
Het was bijna, alsof ze hem weg
zond Gerald ging terug door de gang
en bleef wachten in de vestibule van
het hotel. Binnen den beloofden tijd
verscheen Zubin, die een geheele ge
daantewisseling had ondergaan. Ge.
raid had moeite zijn verbazing te
verbergen. Zijn kleeding zal onberis
pelijk, zijn manchettenknoopjes
van zwarte parels waren prachtig.
Hij hield witte glacéhandschoenen in
zijn hand ,een glanzigen hoogen hoed
op en droeg een stok met malachie-
ten knop. Hij kwam recht naar Ge
rald toe en wenkte een kelner, die
met een tlesch op een blaadje heen
en weer liep.
„U wilt mij nog wel drie minuten
toestaan, nietwaar?" vroeg hij. „Ik
was verdiept in een serie van getal
len en vergat te eten. Ik heb een
flesch wijn besteld U drinkt mis
schien een glas mee?"
„Heel vriendelijk van u," antwoord
de Gerald. „Het is mij echter nog
te vroeg. Ik zal een likeurtje gebrui
ken, als u het goedvindt
Monsieur Zubin boog statig en de
likeur werd gebracht. Heel kalm
dronk hij twee glazen wijn. Toen
wendde hij zich beleefd tot zijn met
gezel.
„Indien u er niet tegen hebt,"
stelde hij voor ,„gaan wij buitenom
vincialen waterstaat, dat de nieuwe
aanlegplaats in November van dit jaar
gereed zal zijn.
V eerdiensten.
De heer v. Melle wees op klachten
over te smalle planken voor het op
brengen van auto's op de boot vaa het
veer Wolphaartsdijk-Kortgene. Spr.
wees op de groote verbetering van de
aanlegplaats te Katsche Veer en hoopt,
dat men er te Wolphaartsdijk ook zoo
een krijgt. Spr. wijst nog op een huisje
bij den steiger te Wolphaartsdijk dat
het draaien met auto's bemoeilijkt en
dat te Kortgene juist zoo goed is weg
gezet.
De voorzitter zeide de kwestie van
het huisje en de planken te zullen on
derzoeken. Te Kortgene was geklaagd
over een hinderlijke paal, en reeds is
opdracht gegeven verplaatsing te
overwegen.
De heer Van Leeuwen zeide, dat een
goede verbetering in de tienduizenden
zou kosten.
De heer De Broekert bracht het
veer ZijpeAnna Jacobapolder ter
sprake en zeide, dat daar zeker een
en ander verbeterd is, maar men wacht
nog steeds op een grootere boot. Het
schijnt nu te wachten op een overeen
komst tusschen het rijk en de directie
van de R.T.M. en spr. hoopte, dat Ged.
Staten alles zullen doen om deze zaak
te bevorderen.
De voorzitter meende, dat de Schol
lenaar naar dit veer zou komen.
De heer Hamelton vroeg of het juist
is, dat er op de lijn HansweertWal-
zoorden een groote boot komt.
De voorzitter antwoordde, dat deze
op de Schelde te Vlissingen in aan
bouw is en hoopte dat zij nog dezen
zomer in dienst kan worden gesteld.
De v. Melle wees op de moeilijkheid
dat op de lijn KortgeneWolphaarts
dijk tusschen 11.20 en kwart voor een
geen auto's worden overgezet en de
boot van 12 uur, geen auto's mede-
neemt.
De heer De Bruijne, directeur van
de Oosterscheldedienst, zeide, dat dit
komt door de noodzakelijkheid zoo
spoedig mogelijk terug te keeren in
verband met de dienstregeling van de
lokaalspoorwegen. Mocht het zoo kun
nen, dat er wel auto's op kunnen, al
is het dan ook beslist zonder wach
ten, dan zal spr. dit nader overwe
gen.
Spoor- en tramwegen,
De heer Waller vroeg of het niet
mogelijk was de tram Vlissingen Sta
tion—stad naar het strand in plaats
van naar het Bellamypark te laten rij
den in de zomermaanden.
naar de Speelclub. De afstand is de
zelfde en de lucht is frisscher."
Gerald stemde bereidwillig toe, en
zij wandelden weg. De Rus liep sta
tig met militaire houding, en Gerald
gevoelde, dat zijn eigen gestalte on
beduidend was bij hem vergeleken.
Den geheelen weg mompelde Zubin
woorden in een vreemde taal, die
wel iets van een vers hadden. Toen
zij de stoep bereikten, die naar de
Speelclub leidde, bleef hij stilstaan
en keek rond.
„Jonge man," zeide hij, Gerald
at nziende, „gij zijt zeker een beetje
nieuwsgierig naar mij. Ik zal u de
waarheid zeggen. Laat ze weten aan
wie er belang bij hebben. Ik ben de
rentmeester van madame de Ponière
en de beheerder van wat er van haar
vermogen is overgebleven. Ik kwam
hier beschaamd over het weinige
daarvan, en de krankzinnige gedachte
het aan de Speelbank te vergrooten
kwam bij mij op. H,et is mij mis
lukt. Er is hier een rijtuig in de
buurt zooals u ziet, en de portier zal
u wel helpen. Ik vraag u vergeving
voor de moeite, welke ik u veroor
zaak en draag u op de betuiging
mijner onveranderlijke toewijding
over te brengen aan madame en ma
demoiselle."
Zijn rechterhand, die in den zak
van zijn jas had getast, schoot eens
klaps te voorschijn. Een kleine re
volver flikkerde in het electrische
licht en werd tegen zijn voorhoofd
gedrukt. Twee schoten klonken haast
De heer Slooves, directeur van de
middengroep van de P.Z.E.M., zeide,
dat het nu reeds lastig is, dat de stads
lijn ten deele gelijk loopt met de lijn
Mïddelburg-Vlissingen. Deze laatste
rijdt om het kwartier en de stadslijn
alleen naar en van treinen en booten,
en dat bij verlating, wat vooral bij
de booten nog wel voorkomt, ongere
geld. Het zou een hopelooze verwar
ring geven.
Vervolgens kwamen de landwegen
aan de orde.
De heer Van Goor zeide nog al veel
te vertellen te hebben. Ten eerste be
pleitte hij regelen voor beplanting en
bebouwing langs de wegen. Op 8 Mei
1925 richtten de K.N.A.C. en de A.N.
W.B. adressen ten deze tot de colle
ges van Ged. Staten, maar van Zee
land werd, zoover spr. vinden kon,
geen antwoord ontvangen. Toch zijn
meer dwingende (bepalingen noodïg.
Men wil deze kwestie identieel rege
len en daarbij hebben Ged. Staten ook
wel wat gedaan, maar niet genoeg:
Verder zoekende vond spr. wel een
schrijven van 22 October 1920, waaruit
blijkt, dat het college ieder bijzonder
geval op zichzelf wil regelen. Ver
schillende provincies hebben dwin
gende bepalingen gemaakt, o.a. heeft
Gelderland de gemeenten aangespoord
dwingende verordeningen in het le
ven te roepen, er bleken daar tegen
geen bezwaren te zijn in verband met
het eigendomsrecht De clou was wel
dat een Zeeuwsche gemeente op voor
beeld van de Geldersche zulk een ver
ordening invoerde. Er werd ook daar
geen ongeoorloofde beperking van de
vrijheid ingezien en spr. begrijpt niet
waarom Ged. Staten deze verordening
ter vernietiging hebben voorgedragen.
De voorzitter zeide, dat Ged. Staten
de verordening wel degelijk in strijd
achten met art 1625 van het B. W. en
de kwestie daarom bij de Kroon aan
hangig maakten, men moet nu af
wachten, Ged. Staten vonden ter za
ke een jurisprudentie.
De heer Van Goor zegt, dat men
toch elders reeds 5 of 6 jaar deze
verordeningen kent
De voorzitter: Wellicht is men daar
minder goed bekend met de arresten
van den Hoogen Raad.
De heer S. J. Gast wees nog eens
weer op het belang der tertiaire we
gen; de nood op dit gebied wordt
nijpend. Hij hoopte, dat Ged. Staten
in deze helpend zullen optreden.
De voorzitter zeide, dat dit onder
werp reeds de volle aandacht van
Gei Staten heeft en zij in de rich
ting van helpen werkzaam zijn.
De heer Van Goor wees nu op den
slechten toestand, die nog steeds in
den Katerspolder heerscht
De voorzitter zeide, dat juist van
den minister bericht is ingekomen,
dat die toestand verbeterd zal wor
den als er geld voor is.
De heer Van Goor zeide, dat die
weg voor geheel Zeeland van groot
belang is, maar hij is zeer gevaarlijk
en daarom laat men de zoo gewensch-
te verbetering niet los. Dat er geen
ongelukken meer gebeuren, komt wel
licht doordat de weg te gevaarlijk is.
((Slot pag. 2)_
DE RADIO-DOKTER, steeds en over
al te ontbieden. J. M. POLDERMAN,
Goes, Telefoon 129.
gelijktijdig. De laatste bewuste han
deling van den man was zich tegen
het portier van het rijtuig te laten
vallen.
Toen Gerald vijf minuten later de
Club binnenkwam, had het gerucht
zich al verspreid. De beiden vrou
wen zagen hem angstig vragend aan.
Gerald was zeer ernstig.
„Madame." kondigde hij aan, „ik
breng u slecht nieuws."
Madame ontplooide langzaam haar
zwartkanten waaier en wuifde zich
lucht toe.
„Men zegt, dat een man zich daar
buiten heeft doodgeschoten," zeide zij.
„Is het misschien degene, dien ikl u
liet opzoeken?"
„Ja," antwoordde Gerald
Madame de Ponière stond op. Zij
was een leelijke vrouw en Gerald
hat tot op dit oogenblik een hekel
aan haar gehad. Maar nu moest hij
haar wel bewonderen. Zij leunde
zwaar op den stbk, dien zij in haar
linkerhand hield. De rechter strekte
zij uit naar Gerald.
„Indie u mij den steun van uw
arm wilt geven om naar beneden te
gaan, Lord Dombey, dan zou mij dat
genoegen doen," ging zij voort „Ik
ben een oude vrouw en zulke schok
ken doen mij met de jaren erger
aan dan vroeger. Zubin was een trouw
dienaar van mijn huis. Ik ben zeer
onder den indruk van zijn dood.
(Wordt vervolgd.)