ji: Gn: uUUMjIIiIj Hg uUüit/li\ 1
De weg tot geluk
N° 25
Maandag 22 Februari 1952
t!9e Jaargang.
rA^rillj^ sir Ml ID A 1VT
lxand-en Tuinbouw
School en kerk.
Buitenland.
Binnenland
Verschijnt Maandag-, Woensdag- BffjHB
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
en Vrijdagavond. Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes.
vertoont het aantal Belgen en nog sterker
het getal van hen, die samengevat worden
in de rubriek„Overigen". Die klom van
2687 op 0.219. Waarom hier een nadere
specificatie ontbreekt begrijpen wij niet.
Gebrek aan ruimte?
Vee-verloskundigen en castreurs.
Een landelijke bond
opgericht.
Te Purmerend is een vergadering van
vee-verloskundigen en castreurs gehouden,
onder leiding van den heer M. Wapenaar
te Vlaardingen.
Opgericht werd met algemeene stemmen
een bond van vee-verloskundigen en cas
treurs in Nederland, die zich o.m. zal be
zig houden met de bestrijding van het on
bevoegd uitoefenen en lesgeven in vee-
verloskunde en castreeren.
Op zeer duidelijke wijze bracht de ge
achte spreker naar voren, hoe heden aan
dit eertijds gewaardeerde beroep, geweld
wordt aangedaan door een reeks van per
sonen, die hun beroep er van maken om
aan anderen dit vak op onvoldoende wijze
te leeren en hoe deze menschen een zoo
genaamd diploma krijgen, dat door de leer
meesters zelf wordt uitgereikt en onder
teekend.
Spreker wees er op, hoe jongelieden, die
zich .ter goeder trouw bij deze leermees
ters aanmelden en hun geld offeren, later
bemerken, hoe onvoldoende de opleiding
was en hoe hierdoor schade aan vee en
veestapel wordt toegebracht. Het getal
vee-verloskundigen is zoo geweldig geste
gen, dat er op sommige dorpen vijf perso
nen ijonen, die dit bedrijf uitoefenen en die
zelfs in den drukken tijd hun kostgeld nog
nen wonen, die dit bedrijf uitoefenen en die
een huisgezin kunnen onderhouden.
Verder bracht de vergadering een woord
van lof en dank aan den spreker, over de
wijze waarop door hem het blad „De Vee-
verloskunde" wordt verzorgd.
Als voorloopig bestuur werd gekozen de
heeren: P. Stroomer te Alkmaar, Smit te
Spanbroek en M. Roozing te Schagerbrug.
TEGEN ONTWERP-TERPSTRA.
VI.
„Allerlei omstandigheden"..
In het rapport Rutgers wordt gezegd
en Minister Terpstra gaat er mee accoord
dat er geeen sprake van kan zijn,
ouders, die beloofd hebben hun kinderen
naar een op te richten bijzondere school te
zenden, doch die belofte niet gestand doen,
voor schadevergoeding aan te spreken.
„Allerlei omstandigheden kunnen zich
voordoen, tengevolge waarvan ouders aan
hun voornemen geen uitvoering kunnen ge
ven", zoo betoogen de meerderheid van de
Staatscommissie en de Minister.
Heel wat van die „allerlei omstandighe
den" kunnen de schoolbesturen en hun
handteekeningen-colporteurs voorkomen.
Laten zij niet werken met zoo vaak
voorkomende mededeelingen als: meester
is 't er mee eens; meester (en de juf
frouw) gaan mee over; de Openbare school
wordt „omgezet" en 't kost dus geen geld.
Laten zij niet in het Noorden aan een
gemeente vertellen: de school komt in deze
buurt, terwijl zij in het Zuiden de vaste
verklaring afleggen, dat de school daai
komt.
Als werkelijk juiste inlichtingen worder
gegeven, zullen zich niet zoo vaak „aller
lei omstandigheden voordoen, tengevolge
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 et.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
Bescherm Uw keel!
Verzorg haar
d^elijks
S&aUll 0°rgeldroogn,et C7cu
waarvan ouders aan hun voornemen geen
uitvoering kunnen geven."
Toen voor een paar jaren geleden in een
buiten het centrum gelegen wijk van Am
sterdam een actie gevoerd werd voor de
stichting van een openbare school en ook
op lijsten handteekeningen van ouders ver
zameld werden, is duidelijk gebleken, dat
zich bij eerlijke voorlichting in openbare
vergaderingen, zoowel als door ter zake
kundige huisbezoekers niet „allerlei om
standigheden voordoen, tengevolge waar
van ouders aan hun voornemen geen uit
voering kunnen geven".
De kinderen, voor wie die openbare
school gevraagd was, kwamen bij de ope
ning op zeer enkele uitzonderingen na
en voor die uitzonderingen waren zeer ge
gronde redenen allen op de nieuwe
school.
De ouders kunnen niet aangesproken
worden voor schadevergoeding neen,
dat gaat moeilijk; maar er is wel een mid
del om de schoolbesturen te dwingen voor
zichtigheid te betrachten bij het verzamelen
van handteekeningen. Dat „verzamelen"
moet toch geschieden bij principieele voor
standers van het bijzonder onderwijs en
moet niet ontaarden in een handteekenin
gen-jacht, waarbij dikwijls met allerlei
drang- en dwangmiddelen gewerkt worden.
Als in de Wet een bepaling opgenomen
wordt in dezen zin:
„Indien bij de opening van de school aan
het gemeentebestuur blijkt, dat geen rede
lijke overeenstemming bestaat tusschen de
bij de aanvrage opgegeven toekomstige
leerlingen en de leerlingen, die de school
werkelijk bezoeken, vervalt van de waar
borgsom zoodanig gedeelte aan de gemeen
te als wordt uitgedrukt door een breuk,
waarvan de teller is het getal, dat aanwijst
het verschil tusschen het aantal leerlingen,
waarvoor de ouderverklaring was inge
diend en het aantal van die leerlingen, dat
bij opening de school bezoekt, en de noe
mer het aantal leerlingen, waarvan ver
klaard was, dat het de te stichten school
zou bezoeken.
dan wordt de verantwoordelijkheid voor
de juistheid van de „lijst" gelegd op het
aanvragende schoolbestuur. En dat bestuur
dient ook die verantwoordelijkheid te dra
gen.
Als de Staatscommissie en de Minister
ernstig gezocht hadden naar middelen om
een minder kostbare uitvoering te geven
aan het beginsel van de financieele gelijk
stelling zonder de vitale belangen van het
onderwijs te schaden, dan waren die mid
delen wel te vinden geweest.
Had men werkelijk betere waarborgen
willen scheppen voor de juistheid van de
in de aanvrage gedane mededeelingen, 't
had kunnen zijn.
Zonder in strijd te komen met het 5e
lid van Art. 195 der Grondwet, kan dat.
Een paar van zulke waarborgen, die nog
wel met andere te vermeerderen zijn, wor
den in dit en in ons vorig artikeltje: „Be
tere Waarborgen" aangegeven. Doch de
Minister stelt eenvoudig voor: afschaffing
van de ouderverklaring en daarvoor in de
plaats een waarborg, die al heel weinig of
eigenlijk niets beteekent.
Nog mag er hoop zijn, dat de Staten-
Generaal met deze wijze van wetgeving
niet zullen meegaan, doch zorgen zullen
voor het in de komende Wet opnemen van
betere waarborgen, die het zich kunnen
voordoen van „allerlei omstandigheden"
voorkomen.
DE ONTWAPENINGS
CONFERENTIE.
Het groote politieke debat op de ont
wapeningsconferentie loopt ten einde: het
bureau had dan ook besloten Zaterdag en
Maandag geen zittingen te houden. Dins
dag zal het bureau over den verderen loop
der werkzaamheden beslissen. Het is te
voorzien dat de commissies haar werk na
de volgende week zullen aanvangen. Te
gen 21 Maart zal een onderbreking van
minstens drie weken plaats hebben.
In de zitting van Vrijdag lichtte de
Egyptische vertegenwoordiger ter Ontwa
peningsconferentie Mahmoed Fakhry Pas
ja de de Egyptische voorstellen toe. Ook
Egypte aanvaardt de ontwerp-conventie
der voorbereidende ontwapeningscommis-
cie als grondslag voor de discussies. Naast
een groote zedelijke autoriteit diende de
Volkenbond ook over materieele machts
middelen te beschikken. De defensieve be
wapening dient te worden afgeschaft of
verminderd, evenredig aan de behoeften
voor de nationale verdediging, terwijl alle
bewapening te land, ter zee en in de lucht
voor zoover van agressieven aard, dient
te verdwijnen.
Namens de Indische regeering sprak de
Aga Khan, die verklaarde dat Indië zou
medewerken aan alle maatregelen ter be
scherming der burgerbevolking Hij onder
steunde ten volle het verbod van duikboo-
ten, den chemischen en bacteriologischen
oorlog en beperking van de bombarde
mentsvliegtuigen en alle speciale aanvals
wapens.
De strijd in China.
Op bevel van generaal Oejeda, zijn de
Japansche troepen Zaterdag het offensief
begonnen des morgens om 7.20 uur plaat
selijken tijd. Hun vliegtuigen vlogen
boven de Chineesche stellingen te Kiang-
wan. De Chineezen hebben den aanval niet
afgewacht, doch reeds tevoren met hun
kanonnen het vuur geopend.
De gevechten schijnen vrij hevig ge
weest te zijn, hoewel de Japanners slechts
weimg vordering maakten.
Ex-keizer staatshoofd.
Het uitvoerend bewind van den nieuwen
staat iviandsjoerije heeft met algemeene
stemmen den jongen gewezen keizer van
China, Poe-Ji, gekozen tot hoofd van het
uitvoerend comité, hetgeen overeen zou
komen met staatshoofd.
Briand onwel geworden.
Uit Cocherei wordt gemeld, dat Briand
Zaterdagnacht onwel is geworden. Twee
specialisten werden uit Parijs ontboden. Zij
verklaarden, dat de ongesteldheid toe te
schrijven was aan een hartaadoening.
Voor de microfoon overleden.
De dirigent dr. Ludwig Kaiser is Za
terdagmiddag, toen hij voor de radio te
Weenen dirigeerde, plotseling dood neer
gestort. De luisteraars hoorden den slag
van het vallende lichaam. Het concert werd
onmiddellijk afgebroken.
UIT DE TWEEDE KAMER.
Het zendt ij dbesluit.
In zijn repliek wees de heer Boon (lib.)
er wederom op, dat de minister de A.V.
R.O. een karakter voorschreef, dat zijzelf
niet wil aanvaarden en erkennen. Op de
vraag: Met welk recht stempelt gij de A.V.
27 FEUILLETON
door
E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
De gezichten van de twee mannen wa
ren vuurrood. Pierre Leschamps trok nij
dig aan zijn zwart kneveltje. Sargot's wan
gen waren purperrood van woede. Zij
schenen p het punt handgemeen te wor
den. Gerald sloeg met de vlakke hand op
de tafel.
„Hoor eens", beval hij, „tenzij gij bei
den de kamer wenscht te worden uitgezet,
moet gij vrede houden."
Die bedreiging miste haar doel niet. Zij
stonden hem aan te staren als stomme die
ren. Zwijgend schonk hij hun nog eens in.
„Denkt er nu aan, dat gij vrienden en
kameraden zijt", zeide hij toen. „Er is iets
waars in wat Jean Sargot heeft gezegd.
Een stiefdochter te verliezen is erger dan
een verloofde te verliezen. Ik zal nog dui
zend frans voegen bij uw aandeel, Jean
Sargot".
„En ik zal mijn twee duizend krijgen?"
riep Leschamps.
„Gij zult uw twee duizend hebben", be
loofde Gerald.
Hun oogen hingea aan zijn portefeuille
R.O. aldus, is nooit antwoord gekomen en
zal ook nooit antwoord komen. Uit de re
de van den minister volgt, dat hij het ad
vies van den Radioraad op het essentieele
punt heeft genegeerd en dat hij den zin der
rechtsche omroepvereenigingen heeft ge
daan.
Het opgeblazen geschiedenisje is in el
kaar gezakt, constateerde de heer Van
Dijk (a.-r.), die betoogde, dat na het ant
woord van den minister, niets van de in
terpellatie is overgebleven.
Spr bestreed dat er vermoedens zouden
zijn, dat de minister zich zou hebben laten
beïnvloeden. Intusschen gaf hij toe, dat de
brief van mr. Van der Deure „minder ge
lukkige passages" bevatte. Met het achter
den minister van rechts staan, is echter
niets bedoeld tegen de A.V.R.O., maar te
gen de eigen leden van de rechtsche om
roepvereenigingen hoongelach
De heer Duys (s.d.a.p.) zeide, dat de
heer Boon zich op courantenverslagen
heeft beroepen om aan te toonen, dat de
heer Duys in zake het „lek in den Radio-
raad" tegen hem en zijn vrouw zou heb
ben willen insinueeren. Dit ontkent spr.
ten stelligste. Overigens heeft de heer
Boon z.i. geen recht om als paladijn voor
de waarheid op te treden, daar hij ook wel
eens iets heeft gezegd, dat geen steek
houdt, terwijl is gebleken, dat hij in zeer
nauwe connectie zou staan met de Radio-
Controle-Commissie.
Ernstig keurde de heer van Hellenberg
Hubar (r.k.) de publicatie van vertrouwe
lijke stukken af. Z.i. heeft de heer Boon
niet aangetoond, dat het zendtijdbesluit niet
zou deugen.
Nog meer radio.
De heer Albarda (s.d.a.p.) heeft bij de
Tweede Kamer ingediend een intiatief-
wetsvoorstel tot verbod van particuliere
gewapende corpsen.
De heer Van Dijk (a.-r.) interpelleert
over den radio-zenderbouw. Hij betoogt
dat de zend-apparatuur hier te lande niet
aan behoorlijke eischen voldoet. Bij de tot
standkoming van nieuwe zenders dient in
het algemeen belang geldverspilling te
worden vermeden. Daarom mogen, naar
spreker meent, niet meer zenders worden
gebouwd dan het aantal beschikbare golf
lengten bedraagt. Ook is spr. van meening,
dat de aanvraag van een algemeene om-
roepvereeniging tot zenderbouw dient te
worden geweigerd als die aanvraag voort
vloeit uit onwil met andere vereenigingen
samen te werken.
Minister Reymer antwoordt, dat de bes
te oplossing is den bouw van één zender
voor iedere golflengte, maar één der ver
eenigingen weigert dienaangaande samen
te werken, hetgeen spr. ten zeerste afkeurt.
Het gaat hier om een zuiver juridische
vraag. Indien aan A.V.R.O. en V.A.R.A.
vergunning werd verleend zouden de bij
zondere omroepen toch op deze zenders
moeten worden ondergebracht. Voor spr.
is het nog twijfelachtig of de tekst der wet
hem de bevoegdheid geeft een aanvraag
te weigeren.
Na repliek van den heer Van Dijk legt
de heer Boon een verklaring af, waarin hij
herroept een mededeeling van hem dat mr.
Van der Deure het advies van den Radio-
raad zou hebben gepubliceerd vóór het was
uitgebracht. Spr. meent, dat de kwestie of
de minister bevoegd is een aanvraag te
weigeren, moet laten uitmaken door een
commissie van hoogleeraren.
De heer Oud (v.-d.) verdedigt de aan
vrage van de A.V.R.O.* om met haar
eigen geld een zender te mogen bouwen,
keurt af, dat men voogdij over haar wil
uitoefenen, en zegt, dat men afgunstig op
haar is.
als die van zieke dieren. Gerald telde het
geld, maar hield het nog in zijn hand.
„Gij, monsieur Sargot", zeide hij, zich
wendend tot Myrtile's stiefvader, moet een
papier teekenen, waarbij gij belooft alle
rechten op Myrtile af te staan en nooit
weer een poging te zullen doen om haar
op te zoeken".
„Ik zal het teekenen", stemde de man
toe.
Christopher ging voor de schrijftafel zit
ten en schreef eenige zinnen. Jean Sargot
onderteekende het papier, zonder zelfs
te bekennen, dat hij niet kon lezen. Zij
stonden op om het geld in ontvangst te ne
men. Myrtile en zelfs Christopher sloegen
hen belangstellend gade. De bruine nagel-
looze vingers trilden en klemden zich om
de banknoten. Elk van hen stak ze met
bevende handen in den binnenzak van
zijn jas. Het was meer, dan zij ooit had
den durven droomen. Dat Myrtile, een
dorpskind, een fortuin waard was!
„Deze zaak is dus afgedaan, verklaar
de Sargot, terwijl hij zijn glas ledigde.
,Ze is afgedaan", stemde Gerald toe.
„Ik zal een knecht bellen om u uit te laten".
U behoeft niet bezorgd te zijn voor
Myrtile", zeide Christopher. „Er zal een
goed tehuis voor haar worden gezorgd,
en zij zal een haar passend leven leiden".
Jean Sargot herinnerde zich plotseling,
dat hij haar stiefvader was. Hij streek
met zijn mouw over de oogen.
„Kleintje", riep hij, „omhels mij. „Dit
is dus een afscheid."
De heer Duys (s.d.a.p.) verdedigt de
V.A.R.A., die heusch niet afgunstig op de
A.V.R.O. behoeft te zijn.
De minister zette zich schrap tegen de
geldverspilling, die het gevolg zou zijn, als
de A.V.R.O. haar zin kreeg. En hij vindt
een proef met een Gleichwellensysteem, op
vergunning waarvoor men aandringt, ge
vaarlijk uit internationaal oogpunt. Men
wachtte in elk geval de internationale con
ferentie af.
De heer Van dijk (a.r.) verklaart zich
pijnlijk getroffen door het feit, dat de heer
Oud heeft gezegd, dat spr. zich door af
gunst zou laten leiden.
De interpellatie wordt gesloten en de
vergadering verdaagd.
UIT DE STATISTIEK»
V.
Wij worden langer.
De ingeschrevenen voor den dienstplicht
worden gemeten. Wie geen 155 c.M. haalt
is te klein om 's konings rok te dragen. Het
„Statistisch Zakboek 1931" weet ons te
vertellen, dat er van deze dwergen of „on-
dermaatschen" in 1865 niet minder dan
1067 per 10.000 waren. Nu is dit getal
slechts 91.. Beter uitgegroeiden, 170 c.M.
of langer, waren er in 1865 slechts 2461
op de 10.000 en nu 6258* dus ruim twee
en een half maal zooveel. Het is heusch
geen drukfout: een stijging van ruim 10 op
ruim 62%.
Een verklaring geeft het Zakboek niet
Wij wagen de veronderstelling, dat in die
stijging een verbetering van den algemee-
nen maatschappelijken welstand tot uiting
komt.
De frissche buitenlucht oefent blijkbaar
geen invloed. Immers als wij een vergelij
king maken tusschen de ingeschrevenen uit
de gemeenten boven 100.000, dan zien we
deze percentages
Kleine Groote
Gemeenten
Beneden 155 c.M. 1.12% 0.81%
155—159 c.M. 2.91% 2.98%
160-169 c.M. 36.01% 31.93%
170 en meer c.M. 59.96% 64.29%
De grdote stad heeft minder kleintjes en
meer grooten. Spelen hier de betere hygi
ënische omstandigheden een rol?
Sinds 1909, dus reeds neer dan 20 jaar,
stijgt de bevolking met ruim 100.000 per
jaar. Sinds 1829 klom ons zielental van
2.613.487 op 8 millioen, dat is het drie
voud. In dien tijd kwam de bevolkings
dichtheid van 80.2 per vierk. M. op 242.8.
Bij een regelmatige verspreiding der bevol
king zou de onderlinge afstand in 1829
hebben bedragen 1220 M. Nu is ze 69 M.
We hoeven nog niet op eikaars schoot te
zitten, doch het wordt bedenkelijk nauw.
Landverhuizing kan geen verruiming
meer brengen, omdat er naast tariefmuren
ook muren zijn opgetrokken om vreemde
lingen te weren. Van 1916—1920 was het
aantal landverhuizers nog gemiddeld
11.355. In 1930 kwam het niet hooger dan
2756. Sinds jaar en dag gaat de groote
trek naar de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika en den laatsten tijd ook
naar Canada. In percenten uitgedrukt
steeds meer dan 90.
Het is natuurlijk de vraag, of het aan
tal landverhuizers belangrijk grooter zou
zijn, indien men overal vrij kon binnen
trekken. Het is hier op de arbeidsmarkt
slecht, doch in het land der onbegrensde
mogelijkheden allicht nog slechter.
In 1889 was 1.08% der bevolking van
vreemde nationaliteit en in 1920 6%. Dat
is geen onbelangrijke stijging. Duitschers
zijn het talrijkst, doch niet meer in dezelf
de mate als vroeger. Een sterke stijging
Myrtile stond op, maar bleef aan den
anderen kant van de tafel.
„Ik zeg u vaarwel en wensch u veel
geluk", zeide zij. „Ik wil u liever niet om
helzen. U is hardvochtig en wreed vooj
mij geweest, evenals voor anderen. Be
proef vriendelijker te zijn voor uw eiger.
kinderen. Wat u betreft, Pierre Les
champs", ging zij voort, „meen toch geer
oogenblik, dat ik u ooit had willen trou
wen. Ik zou mij liever in de steengroeve
hebben geworpen".
„Het kleintje was altijd wat vreemd"
mompelde Leschamps, haast verontschul
digend.
Toen de knecht verscheen, strompel
den zij de kamer uit. Gerald barstte uit
in een luid gelach, toen zij verdwenen.
Myrtile's oogen waren echter met tranen
gevuld. Christopher was ook ernstig, maar
toch wendde zij zich tot Gerald.
„Ik ben bang, dat ik u heel wat heb ge
kost", zeide zij. „Nu behoor ik aan u". Zij
boog zich naar hem toe. Christopher kwam
haast ruw tusschenbeide.
„Aan ons", verklaarde hij, een pakje
banknoten op de tafel werpend. „Jij en ik,
Gerald, zijn beide Myrtile's voogden. Dat
was onze afspraak. Ik zal je aan je belofte
houden".
Myrtile's hoofd lag op Gerald's schou
der. Gerald zelf was voor een oogenblik
half verlegen en half meegesleept door
Myrtile's kalme overgave. Hij zag Chris
topher echter in de ernstige oogen en be-
heerschte zich.
„Het is in orde, oude jongen", beloofde
hij. „Wij zullen moeilijkheden zoeken te
vermijden op de een of andere wijze'
- xVI;~
Gerald vond Pauline dien namiddag na
Je lunch op de afgesproken plaats op hem
wachten. Toen hij de auto stil liet staar
om haar op te nemen, had hij weer dat ge-
zoel van ergernis, dat dagelijks sterker bi
ïem was geworden een ergernis, ver
jorzaakt door haar duidelijken wensch
ïem in het openbaar te negeeren en hui
cennismaking zoo mogelijk geheim te hou
Jen. Zij stond te wachten in de schaduv
/an een grooten magnoliastruik, onopval
.end in 't grijs gekleed, met een sluier, dich
ter dan de gewone autosluiers. Op den
achtergrond stond de in het zwart geklee-
de kamenier, die haar altijd tot de allee
vergezelde en bij zijn nadering stil ver
dween.
Pauline stapte vlug in en nam naast hem
plaats, eer hij kon opstaan.
„Keer om, als 't u blieft", beval zij. „Wij
zullen den anderen kant uitgaan. Ik wil lie
ver niet door de stad rijden."
Gerald gehoorzaamde, ofschoon haar
verzoek olie wierp op het smeulende vuur
van zijn verbittering. Hij stuurde in de
richting van den bergweg, en volhardde
in een zwijgen, dat wel moest worden op
gemerkt. Pauline wierp hem na eenige mi
nuten een onverschilligen blik toe. Hij zat
als gewoonlijk achterovergeleund, met de
oogen op den weg gericht en met de lin
kerhand aan het stuurrad. De opgewekte
aitdrukking van zijn gelaat was echter ver
dwenen. Zijn voorhoofd was bewolkt en
zijn lippen vast gesloten.
„U is misschien wat vermoeid vandaag?"
opperde zij. „U zou liever ons ritje willen
tekorten?"
Gerald keerde zich om en keek haar aan.
„Ik ben niet vermoeid", antwoordde hij.
,Ik weet niet, wat ik aan u heb. Ik heb
ien hekel aan geheimzinnigheden".
„De oude klacht", zeide zij geeuwend.
„Met een nieuwe lezing", gaf hij ten
mtwoord. „Ik heb mij bereid getoond, zoo-
ils u moet erkennen, uw wel wat vreemde
grillen op alle manieren te ontzien, maar
als het zoover komt, dat ik u in de Club
antmoet en u mij volkomen negeert en als
lucht behandelt, dan moet ik toch erken
nen, dat het mij te ver gaat. U zoudt ze
ker wel honderd redelijke verontschuldi
gingen kunnen bedenken voor een klein
teeken van herkenning. Het is toch niet
nu, toch geen schande met mij bekend te
zijn?"
Zij lachte even.
„Niet in het minst. U behoort tot wat
men in Engeland de lagere aristocratie
noemt, nietwaar twee drie eeuwen
oud, met een vochtig huis in een park en
een armvol onbelangrijke titels? Ik veron
derstel, dat zoo iets veel beteekende, voor
dat uw handelaars en rechtsgeleerden en
bankiers ook tot den tooverkring werden
toegelaten",
(Wordt vervolgd).