ji: Gn: uUUMjIIiIj Hg uUüit/li\ 1 De weg tot geluk N° 25 Maandag 22 Februari 1952 t!9e Jaargang. rA^rillj^ sir Ml ID A 1VT lxand-en Tuinbouw School en kerk. Buitenland. Binnenland Verschijnt Maandag-, Woensdag- BffjHB UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf en Vrijdagavond. Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. vertoont het aantal Belgen en nog sterker het getal van hen, die samengevat worden in de rubriek„Overigen". Die klom van 2687 op 0.219. Waarom hier een nadere specificatie ontbreekt begrijpen wij niet. Gebrek aan ruimte? Vee-verloskundigen en castreurs. Een landelijke bond opgericht. Te Purmerend is een vergadering van vee-verloskundigen en castreurs gehouden, onder leiding van den heer M. Wapenaar te Vlaardingen. Opgericht werd met algemeene stemmen een bond van vee-verloskundigen en cas treurs in Nederland, die zich o.m. zal be zig houden met de bestrijding van het on bevoegd uitoefenen en lesgeven in vee- verloskunde en castreeren. Op zeer duidelijke wijze bracht de ge achte spreker naar voren, hoe heden aan dit eertijds gewaardeerde beroep, geweld wordt aangedaan door een reeks van per sonen, die hun beroep er van maken om aan anderen dit vak op onvoldoende wijze te leeren en hoe deze menschen een zoo genaamd diploma krijgen, dat door de leer meesters zelf wordt uitgereikt en onder teekend. Spreker wees er op, hoe jongelieden, die zich .ter goeder trouw bij deze leermees ters aanmelden en hun geld offeren, later bemerken, hoe onvoldoende de opleiding was en hoe hierdoor schade aan vee en veestapel wordt toegebracht. Het getal vee-verloskundigen is zoo geweldig geste gen, dat er op sommige dorpen vijf perso nen ijonen, die dit bedrijf uitoefenen en die zelfs in den drukken tijd hun kostgeld nog nen wonen, die dit bedrijf uitoefenen en die een huisgezin kunnen onderhouden. Verder bracht de vergadering een woord van lof en dank aan den spreker, over de wijze waarop door hem het blad „De Vee- verloskunde" wordt verzorgd. Als voorloopig bestuur werd gekozen de heeren: P. Stroomer te Alkmaar, Smit te Spanbroek en M. Roozing te Schagerbrug. TEGEN ONTWERP-TERPSTRA. VI. „Allerlei omstandigheden".. In het rapport Rutgers wordt gezegd en Minister Terpstra gaat er mee accoord dat er geeen sprake van kan zijn, ouders, die beloofd hebben hun kinderen naar een op te richten bijzondere school te zenden, doch die belofte niet gestand doen, voor schadevergoeding aan te spreken. „Allerlei omstandigheden kunnen zich voordoen, tengevolge waarvan ouders aan hun voornemen geen uitvoering kunnen ge ven", zoo betoogen de meerderheid van de Staatscommissie en de Minister. Heel wat van die „allerlei omstandighe den" kunnen de schoolbesturen en hun handteekeningen-colporteurs voorkomen. Laten zij niet werken met zoo vaak voorkomende mededeelingen als: meester is 't er mee eens; meester (en de juf frouw) gaan mee over; de Openbare school wordt „omgezet" en 't kost dus geen geld. Laten zij niet in het Noorden aan een gemeente vertellen: de school komt in deze buurt, terwijl zij in het Zuiden de vaste verklaring afleggen, dat de school daai komt. Als werkelijk juiste inlichtingen worder gegeven, zullen zich niet zoo vaak „aller lei omstandigheden voordoen, tengevolge ADVERTENTIEN van 1—5 regels 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 et. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. Bescherm Uw keel! Verzorg haar d^elijks S&aUll 0°rgeldroogn,et C7cu waarvan ouders aan hun voornemen geen uitvoering kunnen geven." Toen voor een paar jaren geleden in een buiten het centrum gelegen wijk van Am sterdam een actie gevoerd werd voor de stichting van een openbare school en ook op lijsten handteekeningen van ouders ver zameld werden, is duidelijk gebleken, dat zich bij eerlijke voorlichting in openbare vergaderingen, zoowel als door ter zake kundige huisbezoekers niet „allerlei om standigheden voordoen, tengevolge waar van ouders aan hun voornemen geen uit voering kunnen geven". De kinderen, voor wie die openbare school gevraagd was, kwamen bij de ope ning op zeer enkele uitzonderingen na en voor die uitzonderingen waren zeer ge gronde redenen allen op de nieuwe school. De ouders kunnen niet aangesproken worden voor schadevergoeding neen, dat gaat moeilijk; maar er is wel een mid del om de schoolbesturen te dwingen voor zichtigheid te betrachten bij het verzamelen van handteekeningen. Dat „verzamelen" moet toch geschieden bij principieele voor standers van het bijzonder onderwijs en moet niet ontaarden in een handteekenin gen-jacht, waarbij dikwijls met allerlei drang- en dwangmiddelen gewerkt worden. Als in de Wet een bepaling opgenomen wordt in dezen zin: „Indien bij de opening van de school aan het gemeentebestuur blijkt, dat geen rede lijke overeenstemming bestaat tusschen de bij de aanvrage opgegeven toekomstige leerlingen en de leerlingen, die de school werkelijk bezoeken, vervalt van de waar borgsom zoodanig gedeelte aan de gemeen te als wordt uitgedrukt door een breuk, waarvan de teller is het getal, dat aanwijst het verschil tusschen het aantal leerlingen, waarvoor de ouderverklaring was inge diend en het aantal van die leerlingen, dat bij opening de school bezoekt, en de noe mer het aantal leerlingen, waarvan ver klaard was, dat het de te stichten school zou bezoeken. dan wordt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de „lijst" gelegd op het aanvragende schoolbestuur. En dat bestuur dient ook die verantwoordelijkheid te dra gen. Als de Staatscommissie en de Minister ernstig gezocht hadden naar middelen om een minder kostbare uitvoering te geven aan het beginsel van de financieele gelijk stelling zonder de vitale belangen van het onderwijs te schaden, dan waren die mid delen wel te vinden geweest. Had men werkelijk betere waarborgen willen scheppen voor de juistheid van de in de aanvrage gedane mededeelingen, 't had kunnen zijn. Zonder in strijd te komen met het 5e lid van Art. 195 der Grondwet, kan dat. Een paar van zulke waarborgen, die nog wel met andere te vermeerderen zijn, wor den in dit en in ons vorig artikeltje: „Be tere Waarborgen" aangegeven. Doch de Minister stelt eenvoudig voor: afschaffing van de ouderverklaring en daarvoor in de plaats een waarborg, die al heel weinig of eigenlijk niets beteekent. Nog mag er hoop zijn, dat de Staten- Generaal met deze wijze van wetgeving niet zullen meegaan, doch zorgen zullen voor het in de komende Wet opnemen van betere waarborgen, die het zich kunnen voordoen van „allerlei omstandigheden" voorkomen. DE ONTWAPENINGS CONFERENTIE. Het groote politieke debat op de ont wapeningsconferentie loopt ten einde: het bureau had dan ook besloten Zaterdag en Maandag geen zittingen te houden. Dins dag zal het bureau over den verderen loop der werkzaamheden beslissen. Het is te voorzien dat de commissies haar werk na de volgende week zullen aanvangen. Te gen 21 Maart zal een onderbreking van minstens drie weken plaats hebben. In de zitting van Vrijdag lichtte de Egyptische vertegenwoordiger ter Ontwa peningsconferentie Mahmoed Fakhry Pas ja de de Egyptische voorstellen toe. Ook Egypte aanvaardt de ontwerp-conventie der voorbereidende ontwapeningscommis- cie als grondslag voor de discussies. Naast een groote zedelijke autoriteit diende de Volkenbond ook over materieele machts middelen te beschikken. De defensieve be wapening dient te worden afgeschaft of verminderd, evenredig aan de behoeften voor de nationale verdediging, terwijl alle bewapening te land, ter zee en in de lucht voor zoover van agressieven aard, dient te verdwijnen. Namens de Indische regeering sprak de Aga Khan, die verklaarde dat Indië zou medewerken aan alle maatregelen ter be scherming der burgerbevolking Hij onder steunde ten volle het verbod van duikboo- ten, den chemischen en bacteriologischen oorlog en beperking van de bombarde mentsvliegtuigen en alle speciale aanvals wapens. De strijd in China. Op bevel van generaal Oejeda, zijn de Japansche troepen Zaterdag het offensief begonnen des morgens om 7.20 uur plaat selijken tijd. Hun vliegtuigen vlogen boven de Chineesche stellingen te Kiang- wan. De Chineezen hebben den aanval niet afgewacht, doch reeds tevoren met hun kanonnen het vuur geopend. De gevechten schijnen vrij hevig ge weest te zijn, hoewel de Japanners slechts weimg vordering maakten. Ex-keizer staatshoofd. Het uitvoerend bewind van den nieuwen staat iviandsjoerije heeft met algemeene stemmen den jongen gewezen keizer van China, Poe-Ji, gekozen tot hoofd van het uitvoerend comité, hetgeen overeen zou komen met staatshoofd. Briand onwel geworden. Uit Cocherei wordt gemeld, dat Briand Zaterdagnacht onwel is geworden. Twee specialisten werden uit Parijs ontboden. Zij verklaarden, dat de ongesteldheid toe te schrijven was aan een hartaadoening. Voor de microfoon overleden. De dirigent dr. Ludwig Kaiser is Za terdagmiddag, toen hij voor de radio te Weenen dirigeerde, plotseling dood neer gestort. De luisteraars hoorden den slag van het vallende lichaam. Het concert werd onmiddellijk afgebroken. UIT DE TWEEDE KAMER. Het zendt ij dbesluit. In zijn repliek wees de heer Boon (lib.) er wederom op, dat de minister de A.V. R.O. een karakter voorschreef, dat zijzelf niet wil aanvaarden en erkennen. Op de vraag: Met welk recht stempelt gij de A.V. 27 FEUILLETON door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. De gezichten van de twee mannen wa ren vuurrood. Pierre Leschamps trok nij dig aan zijn zwart kneveltje. Sargot's wan gen waren purperrood van woede. Zij schenen p het punt handgemeen te wor den. Gerald sloeg met de vlakke hand op de tafel. „Hoor eens", beval hij, „tenzij gij bei den de kamer wenscht te worden uitgezet, moet gij vrede houden." Die bedreiging miste haar doel niet. Zij stonden hem aan te staren als stomme die ren. Zwijgend schonk hij hun nog eens in. „Denkt er nu aan, dat gij vrienden en kameraden zijt", zeide hij toen. „Er is iets waars in wat Jean Sargot heeft gezegd. Een stiefdochter te verliezen is erger dan een verloofde te verliezen. Ik zal nog dui zend frans voegen bij uw aandeel, Jean Sargot". „En ik zal mijn twee duizend krijgen?" riep Leschamps. „Gij zult uw twee duizend hebben", be loofde Gerald. Hun oogen hingea aan zijn portefeuille R.O. aldus, is nooit antwoord gekomen en zal ook nooit antwoord komen. Uit de re de van den minister volgt, dat hij het ad vies van den Radioraad op het essentieele punt heeft genegeerd en dat hij den zin der rechtsche omroepvereenigingen heeft ge daan. Het opgeblazen geschiedenisje is in el kaar gezakt, constateerde de heer Van Dijk (a.-r.), die betoogde, dat na het ant woord van den minister, niets van de in terpellatie is overgebleven. Spr bestreed dat er vermoedens zouden zijn, dat de minister zich zou hebben laten beïnvloeden. Intusschen gaf hij toe, dat de brief van mr. Van der Deure „minder ge lukkige passages" bevatte. Met het achter den minister van rechts staan, is echter niets bedoeld tegen de A.V.R.O., maar te gen de eigen leden van de rechtsche om roepvereenigingen hoongelach De heer Duys (s.d.a.p.) zeide, dat de heer Boon zich op courantenverslagen heeft beroepen om aan te toonen, dat de heer Duys in zake het „lek in den Radio- raad" tegen hem en zijn vrouw zou heb ben willen insinueeren. Dit ontkent spr. ten stelligste. Overigens heeft de heer Boon z.i. geen recht om als paladijn voor de waarheid op te treden, daar hij ook wel eens iets heeft gezegd, dat geen steek houdt, terwijl is gebleken, dat hij in zeer nauwe connectie zou staan met de Radio- Controle-Commissie. Ernstig keurde de heer van Hellenberg Hubar (r.k.) de publicatie van vertrouwe lijke stukken af. Z.i. heeft de heer Boon niet aangetoond, dat het zendtijdbesluit niet zou deugen. Nog meer radio. De heer Albarda (s.d.a.p.) heeft bij de Tweede Kamer ingediend een intiatief- wetsvoorstel tot verbod van particuliere gewapende corpsen. De heer Van Dijk (a.-r.) interpelleert over den radio-zenderbouw. Hij betoogt dat de zend-apparatuur hier te lande niet aan behoorlijke eischen voldoet. Bij de tot standkoming van nieuwe zenders dient in het algemeen belang geldverspilling te worden vermeden. Daarom mogen, naar spreker meent, niet meer zenders worden gebouwd dan het aantal beschikbare golf lengten bedraagt. Ook is spr. van meening, dat de aanvraag van een algemeene om- roepvereeniging tot zenderbouw dient te worden geweigerd als die aanvraag voort vloeit uit onwil met andere vereenigingen samen te werken. Minister Reymer antwoordt, dat de bes te oplossing is den bouw van één zender voor iedere golflengte, maar één der ver eenigingen weigert dienaangaande samen te werken, hetgeen spr. ten zeerste afkeurt. Het gaat hier om een zuiver juridische vraag. Indien aan A.V.R.O. en V.A.R.A. vergunning werd verleend zouden de bij zondere omroepen toch op deze zenders moeten worden ondergebracht. Voor spr. is het nog twijfelachtig of de tekst der wet hem de bevoegdheid geeft een aanvraag te weigeren. Na repliek van den heer Van Dijk legt de heer Boon een verklaring af, waarin hij herroept een mededeeling van hem dat mr. Van der Deure het advies van den Radio- raad zou hebben gepubliceerd vóór het was uitgebracht. Spr. meent, dat de kwestie of de minister bevoegd is een aanvraag te weigeren, moet laten uitmaken door een commissie van hoogleeraren. De heer Oud (v.-d.) verdedigt de aan vrage van de A.V.R.O.* om met haar eigen geld een zender te mogen bouwen, keurt af, dat men voogdij over haar wil uitoefenen, en zegt, dat men afgunstig op haar is. als die van zieke dieren. Gerald telde het geld, maar hield het nog in zijn hand. „Gij, monsieur Sargot", zeide hij, zich wendend tot Myrtile's stiefvader, moet een papier teekenen, waarbij gij belooft alle rechten op Myrtile af te staan en nooit weer een poging te zullen doen om haar op te zoeken". „Ik zal het teekenen", stemde de man toe. Christopher ging voor de schrijftafel zit ten en schreef eenige zinnen. Jean Sargot onderteekende het papier, zonder zelfs te bekennen, dat hij niet kon lezen. Zij stonden op om het geld in ontvangst te ne men. Myrtile en zelfs Christopher sloegen hen belangstellend gade. De bruine nagel- looze vingers trilden en klemden zich om de banknoten. Elk van hen stak ze met bevende handen in den binnenzak van zijn jas. Het was meer, dan zij ooit had den durven droomen. Dat Myrtile, een dorpskind, een fortuin waard was! „Deze zaak is dus afgedaan, verklaar de Sargot, terwijl hij zijn glas ledigde. ,Ze is afgedaan", stemde Gerald toe. „Ik zal een knecht bellen om u uit te laten". U behoeft niet bezorgd te zijn voor Myrtile", zeide Christopher. „Er zal een goed tehuis voor haar worden gezorgd, en zij zal een haar passend leven leiden". Jean Sargot herinnerde zich plotseling, dat hij haar stiefvader was. Hij streek met zijn mouw over de oogen. „Kleintje", riep hij, „omhels mij. „Dit is dus een afscheid." De heer Duys (s.d.a.p.) verdedigt de V.A.R.A., die heusch niet afgunstig op de A.V.R.O. behoeft te zijn. De minister zette zich schrap tegen de geldverspilling, die het gevolg zou zijn, als de A.V.R.O. haar zin kreeg. En hij vindt een proef met een Gleichwellensysteem, op vergunning waarvoor men aandringt, ge vaarlijk uit internationaal oogpunt. Men wachtte in elk geval de internationale con ferentie af. De heer Van dijk (a.r.) verklaart zich pijnlijk getroffen door het feit, dat de heer Oud heeft gezegd, dat spr. zich door af gunst zou laten leiden. De interpellatie wordt gesloten en de vergadering verdaagd. UIT DE STATISTIEK» V. Wij worden langer. De ingeschrevenen voor den dienstplicht worden gemeten. Wie geen 155 c.M. haalt is te klein om 's konings rok te dragen. Het „Statistisch Zakboek 1931" weet ons te vertellen, dat er van deze dwergen of „on- dermaatschen" in 1865 niet minder dan 1067 per 10.000 waren. Nu is dit getal slechts 91.. Beter uitgegroeiden, 170 c.M. of langer, waren er in 1865 slechts 2461 op de 10.000 en nu 6258* dus ruim twee en een half maal zooveel. Het is heusch geen drukfout: een stijging van ruim 10 op ruim 62%. Een verklaring geeft het Zakboek niet Wij wagen de veronderstelling, dat in die stijging een verbetering van den algemee- nen maatschappelijken welstand tot uiting komt. De frissche buitenlucht oefent blijkbaar geen invloed. Immers als wij een vergelij king maken tusschen de ingeschrevenen uit de gemeenten boven 100.000, dan zien we deze percentages Kleine Groote Gemeenten Beneden 155 c.M. 1.12% 0.81% 155—159 c.M. 2.91% 2.98% 160-169 c.M. 36.01% 31.93% 170 en meer c.M. 59.96% 64.29% De grdote stad heeft minder kleintjes en meer grooten. Spelen hier de betere hygi ënische omstandigheden een rol? Sinds 1909, dus reeds neer dan 20 jaar, stijgt de bevolking met ruim 100.000 per jaar. Sinds 1829 klom ons zielental van 2.613.487 op 8 millioen, dat is het drie voud. In dien tijd kwam de bevolkings dichtheid van 80.2 per vierk. M. op 242.8. Bij een regelmatige verspreiding der bevol king zou de onderlinge afstand in 1829 hebben bedragen 1220 M. Nu is ze 69 M. We hoeven nog niet op eikaars schoot te zitten, doch het wordt bedenkelijk nauw. Landverhuizing kan geen verruiming meer brengen, omdat er naast tariefmuren ook muren zijn opgetrokken om vreemde lingen te weren. Van 1916—1920 was het aantal landverhuizers nog gemiddeld 11.355. In 1930 kwam het niet hooger dan 2756. Sinds jaar en dag gaat de groote trek naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en den laatsten tijd ook naar Canada. In percenten uitgedrukt steeds meer dan 90. Het is natuurlijk de vraag, of het aan tal landverhuizers belangrijk grooter zou zijn, indien men overal vrij kon binnen trekken. Het is hier op de arbeidsmarkt slecht, doch in het land der onbegrensde mogelijkheden allicht nog slechter. In 1889 was 1.08% der bevolking van vreemde nationaliteit en in 1920 6%. Dat is geen onbelangrijke stijging. Duitschers zijn het talrijkst, doch niet meer in dezelf de mate als vroeger. Een sterke stijging Myrtile stond op, maar bleef aan den anderen kant van de tafel. „Ik zeg u vaarwel en wensch u veel geluk", zeide zij. „Ik wil u liever niet om helzen. U is hardvochtig en wreed vooj mij geweest, evenals voor anderen. Be proef vriendelijker te zijn voor uw eiger. kinderen. Wat u betreft, Pierre Les champs", ging zij voort, „meen toch geer oogenblik, dat ik u ooit had willen trou wen. Ik zou mij liever in de steengroeve hebben geworpen". „Het kleintje was altijd wat vreemd" mompelde Leschamps, haast verontschul digend. Toen de knecht verscheen, strompel den zij de kamer uit. Gerald barstte uit in een luid gelach, toen zij verdwenen. Myrtile's oogen waren echter met tranen gevuld. Christopher was ook ernstig, maar toch wendde zij zich tot Gerald. „Ik ben bang, dat ik u heel wat heb ge kost", zeide zij. „Nu behoor ik aan u". Zij boog zich naar hem toe. Christopher kwam haast ruw tusschenbeide. „Aan ons", verklaarde hij, een pakje banknoten op de tafel werpend. „Jij en ik, Gerald, zijn beide Myrtile's voogden. Dat was onze afspraak. Ik zal je aan je belofte houden". Myrtile's hoofd lag op Gerald's schou der. Gerald zelf was voor een oogenblik half verlegen en half meegesleept door Myrtile's kalme overgave. Hij zag Chris topher echter in de ernstige oogen en be- heerschte zich. „Het is in orde, oude jongen", beloofde hij. „Wij zullen moeilijkheden zoeken te vermijden op de een of andere wijze' - xVI;~ Gerald vond Pauline dien namiddag na Je lunch op de afgesproken plaats op hem wachten. Toen hij de auto stil liet staar om haar op te nemen, had hij weer dat ge- zoel van ergernis, dat dagelijks sterker bi ïem was geworden een ergernis, ver jorzaakt door haar duidelijken wensch ïem in het openbaar te negeeren en hui cennismaking zoo mogelijk geheim te hou Jen. Zij stond te wachten in de schaduv /an een grooten magnoliastruik, onopval .end in 't grijs gekleed, met een sluier, dich ter dan de gewone autosluiers. Op den achtergrond stond de in het zwart geklee- de kamenier, die haar altijd tot de allee vergezelde en bij zijn nadering stil ver dween. Pauline stapte vlug in en nam naast hem plaats, eer hij kon opstaan. „Keer om, als 't u blieft", beval zij. „Wij zullen den anderen kant uitgaan. Ik wil lie ver niet door de stad rijden." Gerald gehoorzaamde, ofschoon haar verzoek olie wierp op het smeulende vuur van zijn verbittering. Hij stuurde in de richting van den bergweg, en volhardde in een zwijgen, dat wel moest worden op gemerkt. Pauline wierp hem na eenige mi nuten een onverschilligen blik toe. Hij zat als gewoonlijk achterovergeleund, met de oogen op den weg gericht en met de lin kerhand aan het stuurrad. De opgewekte aitdrukking van zijn gelaat was echter ver dwenen. Zijn voorhoofd was bewolkt en zijn lippen vast gesloten. „U is misschien wat vermoeid vandaag?" opperde zij. „U zou liever ons ritje willen tekorten?" Gerald keerde zich om en keek haar aan. „Ik ben niet vermoeid", antwoordde hij. ,Ik weet niet, wat ik aan u heb. Ik heb ien hekel aan geheimzinnigheden". „De oude klacht", zeide zij geeuwend. „Met een nieuwe lezing", gaf hij ten mtwoord. „Ik heb mij bereid getoond, zoo- ils u moet erkennen, uw wel wat vreemde grillen op alle manieren te ontzien, maar als het zoover komt, dat ik u in de Club antmoet en u mij volkomen negeert en als lucht behandelt, dan moet ik toch erken nen, dat het mij te ver gaat. U zoudt ze ker wel honderd redelijke verontschuldi gingen kunnen bedenken voor een klein teeken van herkenning. Het is toch niet nu, toch geen schande met mij bekend te zijn?" Zij lachte even. „Niet in het minst. U behoort tot wat men in Engeland de lagere aristocratie noemt, nietwaar twee drie eeuwen oud, met een vochtig huis in een park en een armvol onbelangrijke titels? Ik veron derstel, dat zoo iets veel beteekende, voor dat uw handelaars en rechtsgeleerden en bankiers ook tot den tooverkring werden toegelaten", (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1