De weg tot geluk N° 17 Maandag 8 Februari 1852 119® Jaargang. Buitenland. Binnenland hand-en Tuinbouw ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes f2,— buiten Goes f2,—. Afzonderlijke nummers 5 cent Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 0011114™ en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur vooras. DE HERSTEL-CONFERENTIE. Fransche voorstellen. De Fransche regeering heeft te Genève ontwapeningsvoorstellen ingediend, die neerkomen op het volgende: „De vorming van internationale strijd krachten, waarvoor ieder land een con tingent zal beschikbaar stellen van den Volkenbondsraad voor de ten uitvoerleg ging zijner besluiten nopens die Staten, die weigeren de Volkenbondsraadresoluties uit te voeren. De groote oorlogsschepen en vliegtui gen staan direct onder het gezag van den Volkenbondsraad. De vliegtuigen en oor logsschepen der middenklassen staan on der de souvereiniteit der afzonderlijke sta ten, doch moeten ter beschikking worden gesteld van den Volkenbondsraad, ingeval van de toepassing der procedure van art. 15 van het Volkenbondsstatuut. De tanks, zware artillerie, onderzeebooten, groote kruisers, pantser- en linieschepen, moeten eveneens eventueel ter beschikking van den Volkenbondsraad worden gesteld. Luchtaanvallen worden verboden buiten een nader te bepalen zone". Meeningen van anderen. Schijnbaar past het Fransche voorstel geheel in het kader van den Volkenbond, maar toch ontmoet het dadelijk niet te on derschatten moeilijkheden. Hoe moet het b.v. met Amerika en Rus land, die beiden geen bondsleden zijn? En zonder Amerika zal Engeland er niet veel voor gevoelen. Voorts zijn er bepa lingen in, o.a. dat betreffende de vliegtui gen, die speciaal tegen Duitschland ge richt schijnen. Want dit land heeft een vrij groote luchtmacht, wel bestaande uit handelsvliegtuigen, maar die, naar ver luidt, gemakkelijk in militaire omgebouwd kunnen worden. En tenslotte is dit wel een verschuiving van bewapening, maar nog geen beperking. Niettemin, het zou een stap in de rich ting van den goeden weg kunnen zijn. De Telegraaf scrijft o.a.: Met juist en tactisch inzicht heeft de Fransche delegatie het initiatief genomen. Er ligt thans voor de ontwape- nings-conferentie een concreet voorstel, waarover gesproken moet worden en waar omtrent te eeniger tijd een besluit moet worden genomen. Een logische consequentie van het door Tardieu ingediende plan is, dat de Vol kenbond, die immers als politiemacht krachtiger bewapend moet zijn dan de oor logzuchtige elementen, welker actie hij moet tegengaan, de beschikking krijgt over de scherpste en agressiefste wapens, waar over thans de staten beschikken. Het Handelsblad uit zich o.a. als volgt: Het Fransche plan kan goed bedoeld zijn, zoo goed als Briands plan voor een Europeesche unie. Maar wanneer het de conditio sine qua non is voor Frankrijks toestemming tot vermin dering van bewapening (al blijkt uit het voorstel niet duidelijk waar en hoe die vermindering eigenlijk plaats vindt) dan kunnen wij alle hoop voorloopig wel la ten varen. Amerika. Van welingelichte zijde wordt medege deeld, dat president Hoover de Ameri- kaansche delegatie te Genève opdracht zal geven, zich te verzetten tegen het Fran- 21 FEUILLETON door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M HELLEMA. Gerald wachtte eenige minuten, tot zijn buurman aan een ander gerecht was be gonnen. Toen wendde hij zich tot hem. „Een beetje communistisch, die ideeën hier over het algemeen", merkte hij op. De Rus keek hem aan en haalde de schouders op. „Ik kom uit een land, waar ik dat woord heb leeren haten. „Wees zoo goed het niet te herhalen in mijn bijzijn." „U is een Rus?" waagde Gerald te vragen. „Het is alleen mijn zaak, van welke na tionaliteit ik ben", was het koele ant woord. „Natuurlijk", stemde Gerald toe. „Maar wij zijn allen menschelijk. Een man, die een paar millioen wint, wordt algemeen bekend. U zult waarschijnlijk wel oude da mes haar vijf francstuk tegen uw mouwen zien wrijven, als u de speelzaal binnen komt." „Zoolang zij niet probeeren tegen mij te praten, kan het mij niet schelen", was het scherpe antwoord. „U is er niet bepaald op gesteld kennis sen te maken, bemerk ik", zeide Gerald. „Ik heb er hier geen en verlang er even- sche voorstel tot vorming van een inter nationaal politieleger. Men ziet in dit voor stel een poging om ontwapening of vér gaande beperking te vermijden. Ook senator Borah moet er zich scherp tegen verklaard hebben. Hij verklaarde, daarin een poging te zien „om het verdrag van Versailles en de andere afgedwongen verdragen" te handhaven en voegde er aan toe, dat het een troost is, dat slechts wei nig landen bereid zullen zijn een dergelijk voorstel te steunen. Engeland. De „Daily Herald" verklaart, dat be wapening van den Volkenbond, geen ont wapening beteekent. Volgens een logische redeneering moet de instelling van een in ternationale weermacht, het opheffen van de nationale bewapening met zich mede brengen. Als Tardieu en de andere woord voerders der Fransche regeering deze logi sche consequenties van het door hen in gediende voorstel aanvaarden, dan zou het prachtig zijn. In de „Daily Telegraph" schrijft Per- tinax, dat de Fransche delegatie instructie zou hebben, wanneer het voorstel wordt afgewezen, te verklaren dat het Fransche leger, de marine en de Fransche lucht macht, onder de huidige omstandigheden niet door internationale overeenkomsten gestabiliseerd kunnen worden. Duitschland. De „Germania" beschouwt een gewa- penden Volkenbond geenszins als het ide aal eener vredesorganisatie en twijfelt of vele andere staten er iets voor zullen ge voelen. Het blad vraagt, of Frankrijk ge lijke deelneming van alle staten aan de internationale weermacht verwacht, dan wel of het zelf het zwaarste offer op zich wil nemen. De „Börsenztg." voorspelt dat Duitsch land zich stellig tegen het voorstel zal ver zetten, de „D. Allg. Ztg." spreekt van „hoon" en de „Lokal Anzeiger" van „be stendiging der Fransche overheersching". De strijd in China, Tsjapei verwoest. Zaterdag seinde men: De Japansche oorlogsschepen ontladen zwaar geschut, dat bedoeld is voor het bombardement van Tsjapei. Met korte onderbrekingen duren de gevechten in deze wijk nu reeds 24 uur achter elkaar en ook hedenmorgen werd de strijd voortgezet. In de internationale nederzetting dwa len duizenden Chineezen die niets meer be zitten en wier huizen in puin geschoten zijn, door de straten. In de ziekenhuizen in de internationale concessie worden op het oogenblik 200 gewonden verpleegd. De Japanners schatten het aantal Chineezen, dat in de gevechten van de laatste 48 uur gedood is, op ongeveer duizend. Van Chi- neesche zijde zelf zijn omtrent de verlie zen geen mededeelingen gedaan. Zondag meldde een nader bericht, dat Tsjapei, mede door brand, geheel ver woest werd. De schade werd op een mil liard dollars geschat. Aanslag op Minister. Te Oslo is op den Noorschen minister van Defensie Quisling door eenige per sonen een aanslag gepleegd. Zonder door Gerald glimlachte. Hij was gekomen tot het punt, dat hij wilde bereiken. „Dat", merkte hij op, „is niet geheel waar. U hebt zoo juist een brief verzon den aan een paar dames, die ik ken". Monsieur Zubin had tot nu toe Gerald's pogingen beantwoord met de koele onbe leefdheid, waarmee men een gelijke kan behandelen. Bij zijn laatste woorden werd hij woedend. Hij sloeg met de vuist op de tafel. „Ik had er aan moeten denken welk soort menschen ik hier waarschijnlijk zou vinden", zeide hij toornig. „De een komt om een aalmoes te vragen, de ander om een leening aan te gaan of den weg te banen tot een berooving, en u, die er uit ziet alsof u beter moest weten, werpt nieuwsgierige blikken over mijn schouder en leest het opschrift van een particulieren brief. Wat een uitschot!" Gerald beet zich op de lippen. Hij bleef heel bedaard. „Ik zag het adres geheel bij toeval, dat verzeker ik u," zeide hij. „Ik ben toeval lig bekend met een van de dames, anders zon die naam mijn aandacht niet hebben getrokken. Madame en mademoiselle be wonen de villa naast die van mijn vader". „Bekend? Dat is een leugen!" riep de Rus. „De dames, van wie u spreekt, heb ben geen kennissen in Monte Carlo". Gerald haalde de schouders op. „Ik ben het tenminste in zoover met u eens", zeide hij, „dat het hier niet de plaats is om over haar te spreken". Monsieur Zubin stond bedaard op. Men zag nu eerst, hoe buitengewoon lang hij was. Hij was minstens zes voet vier duim lang en breed naar verhouding. Gerald, de schildwachten te worden opgemerkt, schijnen de daders in Quisling's bureaux op het ministerie van Defensie te zijn bin nengedrongen. Toen Quisling om vijf uur des middags het donkere kantoor binnen trad om documenten te halen, werd hij overvallen en met een zwaar voorwerp en een mes bewerkt. Zijn aanvaller richtte het mes op zijn borst, doch de minister slaagde er in den stoot te ontwijken. Hij kreeg daarop echter een slag op het hoofd, ter wijl hem ook peper in de oogen werd ge strooid, zoodat hij door pijnen overmand ineenzakte en het bewustzijn verloor. Hierop namen de daders de vlucht. Ook thans weer ongemerkt. Later werd minis ter Quisling in bewusteloozen toestand op zijn bureau gevonden, gekneusd en gewond doch niet zoo ernstig, dat er gevaar voor zijn leven bestaat De politie heeft 5000 kronen uitgeloofd voor de aanhouding van de daders. Geketende vrouw, In den Franschen Senaat ontstond een vroolijk incident toen tijdens de behande ling van een wetsontwerp met voorstellen in zake de Fransche spoorwegen, een vrouw, die op de publieke tribune had plaats genomen, een bundel propaganda- biljetten voor het vrouwenkiesrecht naar beneden in de zaal wierp. De Senaatsvoor zitter schorste terstond de vergadering en gelastte de ontruiming van de publieke tri bune. Hoe groot was echter de verbazing van de boden toen zij merkten dat de vrouw door een zware ketting, die twee maal gesloten was, aan haar eigen stoel geketend was, zoodat men eerst een ge deelte van de bank moest doorzagen om haar te bevrijden. Onder algemeen gelach werd zij met de ketting om haar middel naar het bureau van den Senaat gebracht, waar zij van de ketting bevrijd werd. Na derhand bleek, dat de vrouw de ketting zelf gesloten had en den sleutel in een ge sloten enveloppe aan den voorzitter van den Senaat had verzonden. In de envelop pe bevond zich tevens een kort schrijven, waarin de afzendster den voorzitter ver zocht zich aan te sluiten bij den eisch van vrouwenkiesrecht dat tot nog toe gewei gerd was. De bevrijding van haar ketting zou een symbool zijn van de bevrijding van de tot nog toe onderdrukte vrouwen. Valsche Hieronymus Bosch? Naar de „Tel." verneemt, wordt in zeer deskundige kringen de authenticiteit ont kend van het schiderij „De gevangenne ming van Christus", dat aan Hieronymus Bosch wordt toegeschreven en dat, dank zij den financieelen steun der Vereeniging „Rembrandt" onlangs voor de enorme som van f 80.000 door het Rijksmuseum is aangekocht. Wij vernemen dat het be doelde stuk niet anders is dan een zwakke, 16-eeuwsche, copie van den linkervleugel van de triptiek van Hieronymus Bosch, die zich in het museum te Valencia bevindt (en die naar men ons mededeelt, door slechte verzorging tot ondergang gedoemd is!). Voorts vernemen wij, dat de Duit- sche kunstkenner Max Friedlander, die in zijn werk over Geertgen tot Sint Jans en Bosch de triptiek in Valencia als een „der- be" copie aanduidt, niettemin aanvanke lijk een certificaat van echtheid voor het door het Rijksmuseum aangekochte schil derij heeft verstrekt. Friedlander moet dit ofschoon hij ook boven de gemiddelde lengte was, leek een kind naast hem. „Indien u haar namen nog eens noemt", dreigde hij, „dan zal ik u de deur uit werpen". Gerald zag hem een oogenblik aan, on bewogen, maar heel nieuwsgierig. Het ge heimzinnige waas, dat madame en made moiselle de Ponière omgaf, was nog dich ter geworden door deze toevallige ont moeting. „Ga zitten, als 't u bliefthij. „U maakt ieder ongerus^Tk wensch niet met u te twisten. Ik hielcrti eenvoudig voor een gewoon menschelijk wezen". De Rus nam weer plaats. Mademoiselle hief haar glas op en dronk hem lachend toe. Gerald vroeg om zijn rekening. XIII. Gedurende hun korte wandeling naar de Speelclub, waar de jongelieden het overige van den avond wilden doorbrengen, ge lukte het Christopher het gesprek op Myr- tile te brengen. „Het wordt tijd", drong hij aan, „dat wij ons meer bepaald met Myrtile be moeien". „Wat kunnen wij doen?" antwoordde Gerald onverschillig. „Zij zal wel een be trekking vinden". „Niet als wij haar niet helpen", ant woordde Christopher, „en intusschen is dit leven vreeselijk slecht voor haar. Zij is den geheelen tijd van streek en zenuw achtig, en dat verwondert mij niet. Je be handelt haar niet ernstig genoeg, Gerald". „Op welke wijze?" „Zij vertelde mij vanmiddag, dat je had later hebben betreurd, doch desondanks heeft hij, verzekert men ons, nog een twee de certificaat gegeven. Het schijnt evenwe meer en meer duidelijk te worden, dat de aankoop door het Rijksmuseum op een foutieve beoordeeling berust, en dat deze instelling voor f80.000 een tamelijk waar deloos schilderij heeft verworven. Contingenteering maatregelen. De Staatscourant van Vrijdagavond be vat Koninklijke besluiten van 5 Februari tot tijdelijke beperking van den invoer van schoeisel, wollen en half wollen stoffen, confectie-artikeen en tricotgoederen. UIT DE STATISTIEK. Boomen en gronden. III. Slechts 8% van ons land is met bosch bedekt. In 1910 waren het 260.22 H.A. en in 1930 nog minder, n.l. 253.725 H.A. Die daling heeft stellig de oorlog op zijn ge weten. Sinds 1920 zijn we aan de winnende hand: toen besloeg het bosch 247.785 H.A. Laten we zoo doorgaan en liefst nog wat sneller. Er is nog ruimte genoeg. De woeste grond vermindert ziender- oogen: In 1910 nog 542.877 H.A. en in 1929 391.341 H.A. Hier zit de winst aan bosch en het verlies aan schapen. Het Zakboek spreekt ook van „onge cultiveerde" gronden. Trekt men daarvan de woeste af, dan waren er in 1910 303.000 H.A. en in 1929 zelfs 334.000 H.A. Dat lijkt zonderling in een tijd, dat er een onverzadigbare landhonger viel te con- stateeren. De verklaring zit hierin: voor dijken en bermen steeg het aantal H.A. van 20.393 op 23.346 H.A., dus met 3000; voor veld- en spoorwegen van 32.522 H.A. op 40.842, dat is met 8000, terwijl de on belastbare eigendommen en erven van ge bouwen en van lustplaatsen 18.000 H.A. grooter werden, 143.000 in stede van 125.000. Als die lustplaatsen nu maar een lust voor velen geworden zijn! Hoe waterig ons landje is, blijkt uit die dijken en bermen, welke een grootere op pervlakte beslaan, dan de pas drooggeleg de Wieringermeer. En de moderniseering van ons wegen net vreet land: Met het gebruik van het land was het in 1929 aldus gesteld: Bouwland 893.303 H.A. Blijvend grasland 1.283.760 H.A. Tuingrond 111.157 H.A. Boschgrond 253.725 H.A. Gecultiveerd 2.541.945 H.A. Ongecultiveerd 725.789 H.A. Totaal 3.267.734 H.A. De tuinbouw, die het nu zoo slecht gaat, vertoont sinds 1910 dit beeld, wat den om vang betreft van het gebruikte land: Tuinen, Boom-, warmoe- bloem- en zerijen en bollen-kwee- Totaal ooftteelt kerijen. 1910: 69.210 HA. 7.451 HA. 76.661 HA. 1920: 85.146 HA. 8.554 HA. 93.700 HA. 1929: 98.429 HA. 12.728 HA. 111.157 HA. Grootendeels aangewezen op export, is het te begrijpen, hoe jammerlijk mis het moest loopen in deze bedrijven, nu de uit voer hokt of zelfs geheel onmogelijk is ge worden. beloofd haar mee te nemen naar een van je partijtjes." Gerald was niet geheel op zijn gemak. „Het was wel een eenigszins onbedach te belofte", gaf hij toe, „maar waarom ook eigenlijk niet? Zij zou een heele sensatie verwekken". „Onze eer gebiedt, dat wij zorgen voor de onmiddellijke toekomst van dat kind", zeide Christopher streng. „Jij en ik ken nen de soort jonge vronwen, die jij op je partijtjes uitnoodigt. Zij zien er keurig uit en zijn ongetwijfeld de besten van haar soort. En toch zijn ze geen geschikt gezel schap voor Myrtile. Zij is nu vol hysteri sche gevoelens en indrukken. Zij mag niet in haar nabijheid komen. Zij moet dezelfde lucht niet inademen". „Ben jij verliefd op Myrtile?" vroeg Ge rald nieuwsgierig. Christopher ergerde zich over die vraag, maar hij bleef uiterlijk bedaard. „Myrtile is een kind", zeide hij. „Het zal tijd genoeg zijn over zulke dingen te denken, als zij een vrouw is geworden. De eenige vreeselijke, noodlottige zekerheid is, dat zij op jou verliefd is. Pas op, Gerald. Je wenscht toch niet in de hel te komen". Zij hadden de stoep der Speelclub be reikt. Gerald klom vlug naar boven. „Beste Chris", zeide hij, zijn overjas uit trekkend, „wees geen sentimenteele ezel. Voor zoo iets zijn wij niet in de rechte omgevingJupiter! Hier is de familie!" „Nu, je mocht wel wat meer blijdschap toonen ons hier te zien", protesteerde Ma ry. „Vader en ik kwamen hier even bin nen op onzen terugweg van het diner. Va dertje ontmoette daar een oud vriend Sir William Greatwood en hij drong Onze aardappel. Invoer van pootaardap- pelen uit het buitenland. In den laatsten tijn worden uit het bui tenland verschillende soorten aardappelen ingevoerd, deels om hier in het groot ver bouwd te worden, deels voor kleine proef nemingen. Het komt mij noodzakelijk voor, de aandacht van hen. die zich daarmede bezig houden op het navolgende te ves tigen. Verscheidene van deze ingevoerde soor ten zijn onvatbaar voor de aardappelwrat- ziekte. Er blijken echter ook soorten in gevoerd te worden, die voor deze ziekte wel vatbaar zijn. Nu is het in verband met de zeer groote moeilijkheden, die de aanwezigheid van wratziekte voor onzen aardappel-export oplevert, noodzakelijk, dat de teelt van voor wratziekte vatbare aardappelsoorten zooveel mogelijk wordt verminderd en dat de teelt van de onvatbare soorten zooveel mogelijk wordt bevorderd. Dit laatste kan onder meer geschieden door van de nieu we soorten alleen die te verbouwen, die onvatbaar zijn gebleken. De Nederlandsche kweekers van nieuwe aardappelsoorten werken hiertoe krachtig mede, door slechts voor de wratziekte on vatbare nieuwe soorten in den handel te brengen. Dit streven zou echter ernstig benadeeld worden indien uit het buitenland voor wratziekte vatbare soorten werden ge- importeerd. Wellicht is dit meermalen on bewust gedaan, doordat de importeur er zich geen rekenschap van had gegeven of de door hem ingevoerde sporten wel alle tot de onvatbare behooren, maar dit neemt het verkeerde van deze handelwijze niet weg. In verband hiermede, dring ik er bij de zen dan ook bij de importeurs ten zeerste op aan, dat zij, indien import al noodig is, voortaan uitsluitend voor wratziekte on vatbare aardappelsoorten invoeren. Den telers wordt de raad gegeven, den verbouw van vatbare nieuwe soorten te staken of er niet mede te beginnen. Inlichtingen over het al of niet vatbaar zijn voor wratziekte van aardappelsoorten worden door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen verstrekt. De nood in den landbouw* Het lid der Tweede Kamer, baron Van Voorst tot Voorst heeft de volgende vra gen gericht aan den minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw: Is het den minister bekend, dat de toe stand in de weide- en gemengde bedrijven thans zoo hoogst ernstig is geworden, dat het meerendeel der boeren aan den rand van den afgrond staat? Is de minister niet van meening, dat onmiddellijk maatregelen dienen genomen te worden om den prijs van de melk op te voeren tot een minimum van 6 cents in den zomer en 7 cents per liter in de wintermaanden? Kan de minis ter mededeelen of binnen zeer korten tijd desbetreffende voorstellen bij de Kamer zullen inkomen? er op aan, dat wij zouden meegaan. Zij hebben zich gehaast om plaatsen te vin den aan de eerste roulettetafel". „Laten wij een hoekje in de bar zoeken en koffie drinken", stelde Christopher voor „Gerald is van avond te bewegelijk voor een man van mijn kalme natuur". „Ik ben niet zoo overtuigd van je kalme natuur als ik was", merkte Mary op. „Maar ik zou wel gaarne koffie drinken. Wij zullen die twee armstoelen nemen". Gerald was weldra verdwenen, en Christopher en Mary waren alleen. Mary leunde achterover in haar hoek en bestu deerde haar metgezel zorgvuldig. „Christopher", begon zij, „ik ben er niet zeker van, dat jullie twee jonge mannen je behoorlijk gedraagt in Monte Carlo. Vader zeide hedenmiddag, dat wij je nau welijks te zien kregen behalve op het ten nisveld." „Wil je morgenochtend tennis en golf met mij spelen, Mary?" vroeg hij. „Met genoegen", antwoordde zij. „En nu wij de vrede hebben gesloten, vertel mij eens van Gerald. Hij schijnt een bij zondere voorliefde te hebben, iederen na middag te gaan rijden met die geheimzin nige jonge dame naast ons. Wie is zij?" „Ik heb er niet het flauwste vermoe den van", bekende Christopher. „Hij even min. Dat is een deel der bekoring, denk ik" „Kent iemand haar?" vroeg Mary een beetje aarzelend. „Zij ziet er heel voor naam uit, maar onze wereld is zoo klein, dat het vreemd lijkt, dat niemand iets van haar weet". Christopher schudd het hoofd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1