De weg tot geluk
N° 17
Maandag 8 Februari 1852
119® Jaargang.
Buitenland.
Binnenland
hand-en Tuinbouw
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,—
buiten Goes f2,—.
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
0011114™
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur vooras.
DE HERSTEL-CONFERENTIE.
Fransche voorstellen.
De Fransche regeering heeft te Genève
ontwapeningsvoorstellen ingediend, die
neerkomen op het volgende:
„De vorming van internationale strijd
krachten, waarvoor ieder land een con
tingent zal beschikbaar stellen van den
Volkenbondsraad voor de ten uitvoerleg
ging zijner besluiten nopens die Staten, die
weigeren de Volkenbondsraadresoluties
uit te voeren.
De groote oorlogsschepen en vliegtui
gen staan direct onder het gezag van den
Volkenbondsraad. De vliegtuigen en oor
logsschepen der middenklassen staan on
der de souvereiniteit der afzonderlijke sta
ten, doch moeten ter beschikking worden
gesteld van den Volkenbondsraad, ingeval
van de toepassing der procedure van art.
15 van het Volkenbondsstatuut. De tanks,
zware artillerie, onderzeebooten, groote
kruisers, pantser- en linieschepen, moeten
eveneens eventueel ter beschikking van
den Volkenbondsraad worden gesteld.
Luchtaanvallen worden verboden buiten
een nader te bepalen zone".
Meeningen van anderen.
Schijnbaar past het Fransche voorstel
geheel in het kader van den Volkenbond,
maar toch ontmoet het dadelijk niet te on
derschatten moeilijkheden.
Hoe moet het b.v. met Amerika en Rus
land, die beiden geen bondsleden zijn?
En zonder Amerika zal Engeland er niet
veel voor gevoelen. Voorts zijn er bepa
lingen in, o.a. dat betreffende de vliegtui
gen, die speciaal tegen Duitschland ge
richt schijnen. Want dit land heeft een
vrij groote luchtmacht, wel bestaande uit
handelsvliegtuigen, maar die, naar ver
luidt, gemakkelijk in militaire omgebouwd
kunnen worden. En tenslotte is dit wel een
verschuiving van bewapening, maar nog
geen beperking.
Niettemin, het zou een stap in de rich
ting van den goeden weg kunnen zijn.
De Telegraaf
scrijft o.a.: Met juist en tactisch inzicht
heeft de Fransche delegatie het initiatief
genomen. Er ligt thans voor de ontwape-
nings-conferentie een concreet voorstel,
waarover gesproken moet worden en waar
omtrent te eeniger tijd een besluit moet
worden genomen.
Een logische consequentie van het door
Tardieu ingediende plan is, dat de Vol
kenbond, die immers als politiemacht
krachtiger bewapend moet zijn dan de oor
logzuchtige elementen, welker actie hij
moet tegengaan, de beschikking krijgt over
de scherpste en agressiefste wapens, waar
over thans de staten beschikken.
Het Handelsblad
uit zich o.a. als volgt: Het Fransche plan
kan goed bedoeld zijn, zoo goed als Briands
plan voor een Europeesche unie. Maar
wanneer het de conditio sine qua non is
voor Frankrijks toestemming tot vermin
dering van bewapening (al blijkt uit het
voorstel niet duidelijk waar en hoe die
vermindering eigenlijk plaats vindt) dan
kunnen wij alle hoop voorloopig wel la
ten varen.
Amerika.
Van welingelichte zijde wordt medege
deeld, dat president Hoover de Ameri-
kaansche delegatie te Genève opdracht zal
geven, zich te verzetten tegen het Fran-
21
FEUILLETON
door
E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M HELLEMA.
Gerald wachtte eenige minuten, tot zijn
buurman aan een ander gerecht was be
gonnen. Toen wendde hij zich tot hem.
„Een beetje communistisch, die ideeën
hier over het algemeen", merkte hij op.
De Rus keek hem aan en haalde de
schouders op.
„Ik kom uit een land, waar ik dat woord
heb leeren haten. „Wees zoo goed het
niet te herhalen in mijn bijzijn."
„U is een Rus?" waagde Gerald te
vragen.
„Het is alleen mijn zaak, van welke na
tionaliteit ik ben", was het koele ant
woord.
„Natuurlijk", stemde Gerald toe. „Maar
wij zijn allen menschelijk. Een man, die
een paar millioen wint, wordt algemeen
bekend. U zult waarschijnlijk wel oude da
mes haar vijf francstuk tegen uw mouwen
zien wrijven, als u de speelzaal binnen
komt."
„Zoolang zij niet probeeren tegen mij
te praten, kan het mij niet schelen", was
het scherpe antwoord.
„U is er niet bepaald op gesteld kennis
sen te maken, bemerk ik", zeide Gerald.
„Ik heb er hier geen en verlang er even-
sche voorstel tot vorming van een inter
nationaal politieleger. Men ziet in dit voor
stel een poging om ontwapening of vér
gaande beperking te vermijden.
Ook senator Borah moet er zich scherp
tegen verklaard hebben. Hij verklaarde,
daarin een poging te zien „om het verdrag
van Versailles en de andere afgedwongen
verdragen" te handhaven en voegde er aan
toe, dat het een troost is, dat slechts wei
nig landen bereid zullen zijn een dergelijk
voorstel te steunen.
Engeland.
De „Daily Herald" verklaart, dat be
wapening van den Volkenbond, geen ont
wapening beteekent. Volgens een logische
redeneering moet de instelling van een in
ternationale weermacht, het opheffen van
de nationale bewapening met zich mede
brengen. Als Tardieu en de andere woord
voerders der Fransche regeering deze logi
sche consequenties van het door hen in
gediende voorstel aanvaarden, dan zou het
prachtig zijn.
In de „Daily Telegraph" schrijft Per-
tinax, dat de Fransche delegatie instructie
zou hebben, wanneer het voorstel wordt
afgewezen, te verklaren dat het Fransche
leger, de marine en de Fransche lucht
macht, onder de huidige omstandigheden
niet door internationale overeenkomsten
gestabiliseerd kunnen worden.
Duitschland.
De „Germania" beschouwt een gewa-
penden Volkenbond geenszins als het ide
aal eener vredesorganisatie en twijfelt of
vele andere staten er iets voor zullen ge
voelen. Het blad vraagt, of Frankrijk ge
lijke deelneming van alle staten aan de
internationale weermacht verwacht, dan
wel of het zelf het zwaarste offer op zich
wil nemen.
De „Börsenztg." voorspelt dat Duitsch
land zich stellig tegen het voorstel zal ver
zetten, de „D. Allg. Ztg." spreekt van
„hoon" en de „Lokal Anzeiger" van „be
stendiging der Fransche overheersching".
De strijd in China,
Tsjapei verwoest.
Zaterdag seinde men: De Japansche
oorlogsschepen ontladen zwaar geschut,
dat bedoeld is voor het bombardement van
Tsjapei. Met korte onderbrekingen duren
de gevechten in deze wijk nu reeds 24 uur
achter elkaar en ook hedenmorgen werd
de strijd voortgezet.
In de internationale nederzetting dwa
len duizenden Chineezen die niets meer be
zitten en wier huizen in puin geschoten
zijn, door de straten. In de ziekenhuizen
in de internationale concessie worden op
het oogenblik 200 gewonden verpleegd. De
Japanners schatten het aantal Chineezen,
dat in de gevechten van de laatste 48 uur
gedood is, op ongeveer duizend. Van Chi-
neesche zijde zelf zijn omtrent de verlie
zen geen mededeelingen gedaan.
Zondag meldde een nader bericht, dat
Tsjapei, mede door brand, geheel ver
woest werd. De schade werd op een mil
liard dollars geschat.
Aanslag op Minister.
Te Oslo is op den Noorschen minister
van Defensie Quisling door eenige per
sonen een aanslag gepleegd. Zonder door
Gerald glimlachte. Hij was gekomen tot
het punt, dat hij wilde bereiken.
„Dat", merkte hij op, „is niet geheel
waar. U hebt zoo juist een brief verzon
den aan een paar dames, die ik ken".
Monsieur Zubin had tot nu toe Gerald's
pogingen beantwoord met de koele onbe
leefdheid, waarmee men een gelijke kan
behandelen. Bij zijn laatste woorden werd
hij woedend. Hij sloeg met de vuist op
de tafel.
„Ik had er aan moeten denken welk
soort menschen ik hier waarschijnlijk zou
vinden", zeide hij toornig. „De een komt
om een aalmoes te vragen, de ander om
een leening aan te gaan of den weg te
banen tot een berooving, en u, die er uit
ziet alsof u beter moest weten, werpt
nieuwsgierige blikken over mijn schouder
en leest het opschrift van een particulieren
brief. Wat een uitschot!"
Gerald beet zich op de lippen. Hij bleef
heel bedaard.
„Ik zag het adres geheel bij toeval, dat
verzeker ik u," zeide hij. „Ik ben toeval
lig bekend met een van de dames, anders
zon die naam mijn aandacht niet hebben
getrokken. Madame en mademoiselle be
wonen de villa naast die van mijn vader".
„Bekend? Dat is een leugen!" riep de
Rus. „De dames, van wie u spreekt, heb
ben geen kennissen in Monte Carlo".
Gerald haalde de schouders op.
„Ik ben het tenminste in zoover met u
eens", zeide hij, „dat het hier niet de
plaats is om over haar te spreken".
Monsieur Zubin stond bedaard op. Men
zag nu eerst, hoe buitengewoon lang hij
was. Hij was minstens zes voet vier duim
lang en breed naar verhouding. Gerald,
de schildwachten te worden opgemerkt,
schijnen de daders in Quisling's bureaux
op het ministerie van Defensie te zijn bin
nengedrongen. Toen Quisling om vijf uur
des middags het donkere kantoor binnen
trad om documenten te halen, werd hij
overvallen en met een zwaar voorwerp en
een mes bewerkt. Zijn aanvaller richtte het
mes op zijn borst, doch de minister slaagde
er in den stoot te ontwijken. Hij kreeg
daarop echter een slag op het hoofd, ter
wijl hem ook peper in de oogen werd ge
strooid, zoodat hij door pijnen overmand
ineenzakte en het bewustzijn verloor.
Hierop namen de daders de vlucht. Ook
thans weer ongemerkt. Later werd minis
ter Quisling in bewusteloozen toestand op
zijn bureau gevonden, gekneusd en gewond
doch niet zoo ernstig, dat er gevaar voor
zijn leven bestaat
De politie heeft 5000 kronen uitgeloofd
voor de aanhouding van de daders.
Geketende vrouw,
In den Franschen Senaat ontstond een
vroolijk incident toen tijdens de behande
ling van een wetsontwerp met voorstellen
in zake de Fransche spoorwegen, een
vrouw, die op de publieke tribune had
plaats genomen, een bundel propaganda-
biljetten voor het vrouwenkiesrecht naar
beneden in de zaal wierp. De Senaatsvoor
zitter schorste terstond de vergadering en
gelastte de ontruiming van de publieke tri
bune. Hoe groot was echter de verbazing
van de boden toen zij merkten dat de
vrouw door een zware ketting, die twee
maal gesloten was, aan haar eigen stoel
geketend was, zoodat men eerst een ge
deelte van de bank moest doorzagen om
haar te bevrijden. Onder algemeen gelach
werd zij met de ketting om haar middel
naar het bureau van den Senaat gebracht,
waar zij van de ketting bevrijd werd. Na
derhand bleek, dat de vrouw de ketting
zelf gesloten had en den sleutel in een ge
sloten enveloppe aan den voorzitter van
den Senaat had verzonden. In de envelop
pe bevond zich tevens een kort schrijven,
waarin de afzendster den voorzitter ver
zocht zich aan te sluiten bij den eisch van
vrouwenkiesrecht dat tot nog toe gewei
gerd was. De bevrijding van haar ketting
zou een symbool zijn van de bevrijding
van de tot nog toe onderdrukte vrouwen.
Valsche Hieronymus Bosch?
Naar de „Tel." verneemt, wordt in zeer
deskundige kringen de authenticiteit ont
kend van het schiderij „De gevangenne
ming van Christus", dat aan Hieronymus
Bosch wordt toegeschreven en dat, dank
zij den financieelen steun der Vereeniging
„Rembrandt" onlangs voor de enorme
som van f 80.000 door het Rijksmuseum
is aangekocht. Wij vernemen dat het be
doelde stuk niet anders is dan een zwakke,
16-eeuwsche, copie van den linkervleugel
van de triptiek van Hieronymus Bosch, die
zich in het museum te Valencia bevindt
(en die naar men ons mededeelt, door
slechte verzorging tot ondergang gedoemd
is!). Voorts vernemen wij, dat de Duit-
sche kunstkenner Max Friedlander, die in
zijn werk over Geertgen tot Sint Jans en
Bosch de triptiek in Valencia als een „der-
be" copie aanduidt, niettemin aanvanke
lijk een certificaat van echtheid voor het
door het Rijksmuseum aangekochte schil
derij heeft verstrekt. Friedlander moet dit
ofschoon hij ook boven de gemiddelde
lengte was, leek een kind naast hem.
„Indien u haar namen nog eens noemt",
dreigde hij, „dan zal ik u de deur uit
werpen".
Gerald zag hem een oogenblik aan, on
bewogen, maar heel nieuwsgierig. Het ge
heimzinnige waas, dat madame en made
moiselle de Ponière omgaf, was nog dich
ter geworden door deze toevallige ont
moeting.
„Ga zitten, als 't u bliefthij.
„U maakt ieder ongerus^Tk wensch niet
met u te twisten. Ik hielcrti eenvoudig voor
een gewoon menschelijk wezen".
De Rus nam weer plaats. Mademoiselle
hief haar glas op en dronk hem lachend
toe. Gerald vroeg om zijn rekening.
XIII.
Gedurende hun korte wandeling naar de
Speelclub, waar de jongelieden het overige
van den avond wilden doorbrengen, ge
lukte het Christopher het gesprek op Myr-
tile te brengen.
„Het wordt tijd", drong hij aan, „dat
wij ons meer bepaald met Myrtile be
moeien".
„Wat kunnen wij doen?" antwoordde
Gerald onverschillig. „Zij zal wel een be
trekking vinden".
„Niet als wij haar niet helpen", ant
woordde Christopher, „en intusschen is dit
leven vreeselijk slecht voor haar. Zij is
den geheelen tijd van streek en zenuw
achtig, en dat verwondert mij niet. Je be
handelt haar niet ernstig genoeg, Gerald".
„Op welke wijze?"
„Zij vertelde mij vanmiddag, dat je had
later hebben betreurd, doch desondanks
heeft hij, verzekert men ons, nog een twee
de certificaat gegeven. Het schijnt evenwe
meer en meer duidelijk te worden, dat de
aankoop door het Rijksmuseum op een
foutieve beoordeeling berust, en dat deze
instelling voor f80.000 een tamelijk waar
deloos schilderij heeft verworven.
Contingenteering maatregelen.
De Staatscourant van Vrijdagavond be
vat Koninklijke besluiten van 5 Februari
tot tijdelijke beperking van den invoer van
schoeisel, wollen en half wollen stoffen,
confectie-artikeen en tricotgoederen.
UIT DE STATISTIEK.
Boomen en gronden.
III.
Slechts 8% van ons land is met bosch
bedekt. In 1910 waren het 260.22 H.A. en
in 1930 nog minder, n.l. 253.725 H.A. Die
daling heeft stellig de oorlog op zijn ge
weten.
Sinds 1920 zijn we aan de winnende
hand: toen besloeg het bosch 247.785 H.A.
Laten we zoo doorgaan en liefst nog wat
sneller. Er is nog ruimte genoeg.
De woeste grond vermindert ziender-
oogen: In 1910 nog 542.877 H.A. en in
1929 391.341 H.A. Hier zit de winst aan
bosch en het verlies aan schapen.
Het Zakboek spreekt ook van „onge
cultiveerde" gronden. Trekt men daarvan
de woeste af, dan waren er in 1910 303.000
H.A. en in 1929 zelfs 334.000 H.A.
Dat lijkt zonderling in een tijd, dat er
een onverzadigbare landhonger viel te con-
stateeren. De verklaring zit hierin: voor
dijken en bermen steeg het aantal H.A.
van 20.393 op 23.346 H.A., dus met 3000;
voor veld- en spoorwegen van 32.522 H.A.
op 40.842, dat is met 8000, terwijl de on
belastbare eigendommen en erven van ge
bouwen en van lustplaatsen 18.000 H.A.
grooter werden, 143.000 in stede van
125.000.
Als die lustplaatsen nu maar een lust
voor velen geworden zijn!
Hoe waterig ons landje is, blijkt uit die
dijken en bermen, welke een grootere op
pervlakte beslaan, dan de pas drooggeleg
de Wieringermeer.
En de moderniseering van ons wegen
net vreet land:
Met het gebruik van het land was het
in 1929 aldus gesteld:
Bouwland 893.303 H.A.
Blijvend grasland 1.283.760 H.A.
Tuingrond 111.157 H.A.
Boschgrond 253.725 H.A.
Gecultiveerd 2.541.945 H.A.
Ongecultiveerd 725.789 H.A.
Totaal 3.267.734 H.A.
De tuinbouw, die het nu zoo slecht gaat,
vertoont sinds 1910 dit beeld, wat den om
vang betreft van het gebruikte land:
Tuinen, Boom-,
warmoe- bloem- en
zerijen en bollen-kwee- Totaal
ooftteelt kerijen.
1910: 69.210 HA. 7.451 HA. 76.661 HA.
1920: 85.146 HA. 8.554 HA. 93.700 HA.
1929: 98.429 HA. 12.728 HA. 111.157 HA.
Grootendeels aangewezen op export, is
het te begrijpen, hoe jammerlijk mis het
moest loopen in deze bedrijven, nu de uit
voer hokt of zelfs geheel onmogelijk is ge
worden.
beloofd haar mee te nemen naar een van
je partijtjes."
Gerald was niet geheel op zijn gemak.
„Het was wel een eenigszins onbedach
te belofte", gaf hij toe, „maar waarom ook
eigenlijk niet? Zij zou een heele sensatie
verwekken".
„Onze eer gebiedt, dat wij zorgen voor
de onmiddellijke toekomst van dat kind",
zeide Christopher streng. „Jij en ik ken
nen de soort jonge vronwen, die jij op je
partijtjes uitnoodigt. Zij zien er keurig uit
en zijn ongetwijfeld de besten van haar
soort. En toch zijn ze geen geschikt gezel
schap voor Myrtile. Zij is nu vol hysteri
sche gevoelens en indrukken. Zij mag niet
in haar nabijheid komen. Zij moet dezelfde
lucht niet inademen".
„Ben jij verliefd op Myrtile?" vroeg Ge
rald nieuwsgierig.
Christopher ergerde zich over die vraag,
maar hij bleef uiterlijk bedaard.
„Myrtile is een kind", zeide hij. „Het
zal tijd genoeg zijn over zulke dingen te
denken, als zij een vrouw is geworden. De
eenige vreeselijke, noodlottige zekerheid is,
dat zij op jou verliefd is. Pas op, Gerald.
Je wenscht toch niet in de hel te komen".
Zij hadden de stoep der Speelclub be
reikt. Gerald klom vlug naar boven.
„Beste Chris", zeide hij, zijn overjas uit
trekkend, „wees geen sentimenteele ezel.
Voor zoo iets zijn wij niet in de rechte
omgevingJupiter! Hier is de familie!"
„Nu, je mocht wel wat meer blijdschap
toonen ons hier te zien", protesteerde Ma
ry. „Vader en ik kwamen hier even bin
nen op onzen terugweg van het diner. Va
dertje ontmoette daar een oud vriend
Sir William Greatwood en hij drong
Onze aardappel.
Invoer van pootaardap-
pelen uit het buitenland.
In den laatsten tijn worden uit het bui
tenland verschillende soorten aardappelen
ingevoerd, deels om hier in het groot ver
bouwd te worden, deels voor kleine proef
nemingen. Het komt mij noodzakelijk voor,
de aandacht van hen. die zich daarmede
bezig houden op het navolgende te ves
tigen.
Verscheidene van deze ingevoerde soor
ten zijn onvatbaar voor de aardappelwrat-
ziekte. Er blijken echter ook soorten in
gevoerd te worden, die voor deze ziekte
wel vatbaar zijn.
Nu is het in verband met de zeer groote
moeilijkheden, die de aanwezigheid van
wratziekte voor onzen aardappel-export
oplevert, noodzakelijk, dat de teelt van
voor wratziekte vatbare aardappelsoorten
zooveel mogelijk wordt verminderd en dat
de teelt van de onvatbare soorten zooveel
mogelijk wordt bevorderd. Dit laatste kan
onder meer geschieden door van de nieu
we soorten alleen die te verbouwen, die
onvatbaar zijn gebleken.
De Nederlandsche kweekers van nieuwe
aardappelsoorten werken hiertoe krachtig
mede, door slechts voor de wratziekte on
vatbare nieuwe soorten in den handel te
brengen.
Dit streven zou echter ernstig benadeeld
worden indien uit het buitenland voor
wratziekte vatbare soorten werden ge-
importeerd. Wellicht is dit meermalen on
bewust gedaan, doordat de importeur er
zich geen rekenschap van had gegeven of
de door hem ingevoerde sporten wel alle
tot de onvatbare behooren, maar dit neemt
het verkeerde van deze handelwijze niet
weg.
In verband hiermede, dring ik er bij de
zen dan ook bij de importeurs ten zeerste
op aan, dat zij, indien import al noodig is,
voortaan uitsluitend voor wratziekte on
vatbare aardappelsoorten invoeren.
Den telers wordt de raad gegeven, den
verbouw van vatbare nieuwe soorten te
staken of er niet mede te beginnen.
Inlichtingen over het al of niet vatbaar
zijn voor wratziekte van aardappelsoorten
worden door den Plantenziektenkundigen
Dienst te Wageningen verstrekt.
De nood in den landbouw*
Het lid der Tweede Kamer, baron Van
Voorst tot Voorst heeft de volgende vra
gen gericht aan den minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw:
Is het den minister bekend, dat de toe
stand in de weide- en gemengde bedrijven
thans zoo hoogst ernstig is geworden, dat
het meerendeel der boeren aan den rand
van den afgrond staat? Is de minister niet
van meening, dat onmiddellijk maatregelen
dienen genomen te worden om den prijs
van de melk op te voeren tot een minimum
van 6 cents in den zomer en 7 cents per
liter in de wintermaanden? Kan de minis
ter mededeelen of binnen zeer korten tijd
desbetreffende voorstellen bij de Kamer
zullen inkomen?
er op aan, dat wij zouden meegaan. Zij
hebben zich gehaast om plaatsen te vin
den aan de eerste roulettetafel".
„Laten wij een hoekje in de bar zoeken
en koffie drinken", stelde Christopher voor
„Gerald is van avond te bewegelijk voor
een man van mijn kalme natuur".
„Ik ben niet zoo overtuigd van je kalme
natuur als ik was", merkte Mary op.
„Maar ik zou wel gaarne koffie drinken.
Wij zullen die twee armstoelen nemen".
Gerald was weldra verdwenen, en
Christopher en Mary waren alleen. Mary
leunde achterover in haar hoek en bestu
deerde haar metgezel zorgvuldig.
„Christopher", begon zij, „ik ben er niet
zeker van, dat jullie twee jonge mannen
je behoorlijk gedraagt in Monte Carlo.
Vader zeide hedenmiddag, dat wij je nau
welijks te zien kregen behalve op het ten
nisveld."
„Wil je morgenochtend tennis en golf
met mij spelen, Mary?" vroeg hij.
„Met genoegen", antwoordde zij. „En
nu wij de vrede hebben gesloten, vertel
mij eens van Gerald. Hij schijnt een bij
zondere voorliefde te hebben, iederen na
middag te gaan rijden met die geheimzin
nige jonge dame naast ons. Wie is zij?"
„Ik heb er niet het flauwste vermoe
den van", bekende Christopher. „Hij even
min. Dat is een deel der bekoring, denk ik"
„Kent iemand haar?" vroeg Mary een
beetje aarzelend. „Zij ziet er heel voor
naam uit, maar onze wereld is zoo klein,
dat het vreemd lijkt, dat niemand iets van
haar weet".
Christopher schudd het hoofd.
(Wordt vervolgd).