De weg tot geluk N° 12 Woensdag 27 Januari 1952 119e Jaargang Reclame-aanbiedingen. LINTVELT's BAZAR Buitenland. Binnenland ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes 12,— buiten Goes f2,—. Afzonderlijke nummers 5 cent Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE K COURANT Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 devested te Goes. gevestigd te Goes. ADVERTENTIEN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentiën worden aangenomen tof 12 uur voorm. NAAR DEN HAAG. 10 Februari. Het is nog niet zoo heel lang gele den, dat we voorspelden, dat 'n demon stratie in Den Haag door boeren uit het geheele land niet zou uitblijven. Dat was voor iemand, die zijn oor te luisteren legt, gemakkelijk te voor zien, zoo iets zat al lang in de 'Jucht. We zijn van dergelijk plan nooit afkeerig geweest, doch hebben er den klemtoon op gelegd, dat zoo'n demon stratie pas waarde kan hebben, als ze werkelijk slaagt, als het inderdaad een massa-betooging zal zijn. Daar om hadden we gaarne gezien, dat de landelijke landbouw-centrales hiertoe het initiatief zouden hebben genomen. Dat is niet gebeurd. Naar onze mee ning speelden de organisaties hoog spel door niet te trachten in den juis- ten vorm te gieten, wat leefde in de boerenziel. Zij hadden het slagen in de hand, zij konden zich beperken tot afgevaardigden, als vertegenwoordi gers van den georganiseerden land bouw. Dan nog zou het aantal betoo- gers indrukwekkend kunnen zijn ge weest en het had gepaard kunnen gaan met het overhandigen van een resolutie hetzij aan de Koningin, het zij aan den Minister. Ook hierop heb ben we de aandacht gevestigd. Nu gaat „de tocht naar Den Haag" toch door, maar nu buiten de orgat- nisaties om. Niets wijst er op, dat deze protestbeweging niet slagen zal en als ze slaagt, dan zullen de organi saties de leiding in de Iandbouw-cri- sis verloren hebben. Zou onverhoopt de demonstratie niet slagen, dan zou onzen tegenstanders, en die zijn er helaas nog veel, een machtig wapen in de hand worden gegeven. Hieruit vloeit voort, dat de tiende Februari een beslissende dag zal zijn in den landbouw-crïsistijd. Dit hebben zoowel de leiders der organisaties als de leiders der protestbeweging in te zien en daarom hebben zij „spoedeischend" te overwegen, wat in deze te doen. Naar onze meening moet worden aangestuurd op een compromis, en moeten vooral de organisaties in geen geval van verre blijven staan. Daar voor staat er te veel op het spel. W. LANDBOUW EN CRISIS. XXIV. STEUN SUIKERINDUSTRIE. De woordvoerders van de zijde van den bond van coöperatieve suikerfa brieken geven een middel aan om deze staatsuitgave op gemakkelijke manier te dekken, door verhooging van de accijns op de suiker met 20 pet, zijnde f4,50 per 100 K.G. Men weet, dat in 1929 zijn afgeschaft de 20 pet opcenten op de accijns, die voor het leeningsfonds waren bestemd. Bracht men dit bedrag nu weer op nieuw op de accijns, dan zou de sui ker daardoor voor den consument wel iets duurder worden, doch de suiker prijs is zoo laag, dat een geringe ver hooging niet zwaar zou worden ge voeld. De hier aangegeven weg lijkt ons DEZE WEEK SPECIALE 16 FEUILLETON door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. „Goede hemel! Waar?" „Bij Ciro. Wij hebben van morgen eerst wat kleeren voor haar gekocht bij Lé- nore." Lady Mary stak een sigaret aan en leg de haar boek weg. „Ik ben niet aangesteld om over je te waken, Gerald", merkte zij droogjes op „een meisje heeft tegenwoordig genoeg te doen met op zich zelf te passen maar mijn innige overtuiging is, dat je dat kind moest terugzenden naar haar familie". „Dat zou al te erg zijn", antwoordde hij. „Zij wilden haar laten trouwen met den een of anderen afschuwelijken ouden man. „Hoe haar positie ook was, je tusschen- komst was heel ongepast", verklaarde zijn zuster. „Wat Christopher betreft, ik ben werkelijk verbaasd over hem. Waar is hij overigens dezen namiddag?" „Ik heb hem bij Myrtile achtergelaten", antwoordde Gerald. „Je deed beter met hem te spreken. Hij heeft den ganschen alleszins aannemelijk en het is te hopen, dat de regeering in dien geest voorstellen zal willen indienen. Een productiepremie brengt geen wijzi ging in onze handelspolitiek, zoodat volbloed vrijhandelaars zich uit prin cipe hiertegen niet behoeven te ver zetten. Hoofdzaak is, daf spoedig uit spraak wordt gedaan. Met het oog op het opmaken van het zaaiplan en het bestellen van kunstmest is dat dringend noodig. Zelfs zal ernstig overwogen dienen te worden om van regeeringswege dit voorjaar een voor schot aan de bietentelers uit te kee- ren, om hen aan het noodige bedrijfs kapitaal te helpen. Via de coöpera tieve suikerfabrieken en ook via de C. S. M. zou dit geen of weinig irisico voor den staat medebrengen. Want men vergete niet,, dat tegen deze sui kerprijzen met een productiepremïe van f4,50 per 1000 K.G. bieten, nog slechts een bietenprijs zal kunnen wor den uitbetaald van plm. f 12, een be drag, dat nog geenszins een loonende bietencultuur in zich sluit. Bij het verleenen van voorschot, b.v. f 100 per H.A. zou daarvoor noodig zijn een crediet van plm. 6500.000 gulden. De rente voor vlottende schuld kan wor den gesteld op 2 pet. 'sjaars, of 1 t/3 pet voor 8 maanden, wat dus een rente zou zijn van plm. f87000. Hier mede zou aan de bietentelers een weldaad bewezen kunnen worden. Rustig afwachten nu maar, waf de regeering doen zal, maar tegelijk de hoop uitspreken, dat, hoe hef re- geeringsvoorstel ook moge uitvallen, niet „a priori oppositie zal worden gevoerd. Laat het Nederlandsche volk toch eenmaal beseffen, dat er een noodtoestand op het platteland heerscht, waarbij dadelijke hulp plicht is. Laat het zich niet verdiepen in the- orethische overwegingen of toekomst mogelijkheden, de patiënt is daarvoor te ernstig ziek en laat het bovenal diep doordrongen zijn van het feit dat zij in Nederland verbouwen een suikerbiet van hoog gehalte, die een goede opbrengst geeft, die elke steun onnoodig zou maken, als het buiten land ons niet met allerlei kunstmid delen, invoerrecht, uitvoerpremie, ga rantieprijs voor het binnenland, waar tegenover de Nederlandsche boer machteloos staat, beconcurreerde. Laat het ook niet al te lichtvaardig en onvoorwaardelijk geloof slaan aan de profetie, dat de suikerbiet ten doode is gedoemd, omdat de strijd met het suikerriet toch hopeloos is. In dit ge val noemt men dan in één adem als voorbeeld de meekrap. Doch dat is heel wat anders. Hier was de weten schap aan het woord gekomen, die onder alle omstandigheden haar uit vinding kon uitvoeren. Het suiker riet daarentegen is ook onderworpen aan weersgesteldheid, terwijl bij meer intensiveering van deze cultuur ook de loonen van de arbeiders wel zullen stijgen. Thans zit de rietsuikerindus trie even diep in de misère als de bietsuikerindustrie. Laat de huid van de beer toch niet worden verkocht, alvor rens de laatste is geschoten! Gebleken is duidelijk, dat een pre mie van f4,50 de teelt niet in stand kon houden. Dit bedrag is nu veran derd in f8,25, doch ook dit zal niet volledig beantwoorden aan het doel. (Wij vestigen er de aandacht op, dat de artikelen „Landbouw en Cri sis", een algemeen overzicht tot he den geven en één en ander beoordeeld wordt naar de omstandigheden, die ten tijde, dat de verschillende maat tijd tegen mij gepreekt zelfs een stand je gemaakt, omdat ik het kind mooie klee ren wou koopen". De hofmeester kwam buiten op het terras. „Meneer Rushmore heeft getelefoneerd van de Tennisclub, milord, of u en my- lady met hen willen spelen. Zij wachten nu op antwoord". Maty stond op. „Ik vind het best, als jij kunt, Gerald", zeide zij. „Zeg meneer Rushmore, dat we zullen komen, zoo gauw we ons hebben ver. kleed", beval Gerald den hofmeester. „Je behoeft geen auto te bestellen. 'Ik zal je er met de coupé heenbrengen, Mary". „Ik ben binnen tien minuten klaar", be loofde zijn zuster. Op hun weg over den heuvel reden zij Christopher en Myrtile voorbij. Gerald lachte om het verbaasde gezicht van zijn zuster. „Ziet ze er niet alleraardigst uit?" vroeg hij, terwijl hij zich omkeerde om hen toe te wuiven. „Zij draagt die kleeren tenminste heel goed", gaf Mary droogjes toe. ,,Ik vind, dat jullie twee mannen je diep moest scha men voor wat je doet, en ik zal uitzien naar eer gelegenheid om dat Christopher te zeggen." Gerald keek zijn zuster van ter zijde aan en grinnikte. regelen (van regeerings- en andere zijde) voorgesteld werden, in oogen- schouw moesten worden genomen. Red.) China en Japan. Een lichter dc lucht in. Zondagmiddag werd Sjanghai opge schrikt door een hevigen schok, als van een aardbeving. Een groote lichter, gela den met ontplofbare stoffen vloog in de lucht, op de rivier even buiten de Fran- sche concessie. De munitie werd over de rivier naar het arsenaal vervoerd. Indien de explosie eenige minuten later had plaats gevonden, zou waarschijnlijk het geheele arsenaal verwoest zijn gewor den. Men dacht aanvankelijk, dat de Japan ners een bombardement op Sjanghai had den geopend, en de opwinding die zeer groot was, kwam pas langzamerhand tot bedaren toen de oorzaak van de explosie bekend werd. Van de Chineezen, die zich aan boord van den lichter bevonden, zijn 23 om het leven gekomen. In een groot bioscooptheater in de in ternationale concessie te Sjanghai, werd een bom ontdekt, wat eveneens een paniek veroorzaakte. De bom kon echter verwij derd worden en het theater werd in goede orde ontruimd. Ten gevolge van een misverstand, dat eveneens voor een deel zijn oorzaak vindt in de nerveuze stemming, vuurde een Chi- neesch soldaat buiten de internationale concessie op een auto, waarin eenige Europeanen zaten. Eén der inzittenden, de Oostenrijker Paul Förges, bedrijfsleider van het filiaal te Sjanghai van de Ameri can Expres Company, werd in het hoofd getroffen en op slag gedood. Maandag is het te Sjanghai weer tot anti-Japansche uitbarstingen gekomen. On bekende brandstichters hebben het huis van den Japanschen gezant in de Fransche concessie in brand gestoken. Het woonhuis kon worden gered, de garage echter brand de geheel uit. De Chineesche minister van buitenland- sche zaken, Eugène Tsjen, heeft officieel zijn ontslag ingediend. Als reden gaf hij hiervoor op, dat de Chineesche regeering zijn politiek verwierp. De afgetreden Chineesche minister van buitenlandsche zaken, Eugène Tsjen, heeft aan een persvertegenwoordiger verklaard, dat hij afgetreden is, omdat de vroegere president Tsjiang Kai sjek weigerde krach tig tegen Japan op te treden. Japan is voornemens, aldus verklaarde Tsjen, Mandsjoerije te annexeeren en Chi na te verbrokkelen. Als tweede oorzaak van zijn aftreden noemde Tsjen, den buitengewoon slechten financieelen toestand van China. Naar verder uit Sjanghai gemeld wordt, heeft de Chineesche minister van finan ciën het voorbeeld van den minister-presi dent en den minister van buitenlandsche zaken gevolgd, en eveneens zijn ontslag aanvrage ingediend. Onlusten in San Salvador. De „Evening Sun" meldt, dat volgens nog niet bevestigde particuliere berichten uit Sai Salvador bij communistische on lusten, die Zaterdag in het binnenland heb ben plaats gehad, meer dan 1000 menschen gedood zouden zijn. Er zouden talrijke bomaanslagen op openbare gebouwen ge pleegd zijn. Tengevolge van de slechte verbindingen met het binnenland zijn ver dere bijzonderheden niet bekend. De re geering zou den toestand nu echter be- heerschen. DE TREINAANSLAGEN. Een duistere ge schiedenis Het bericht elders in ons blad omtrent den reeds in October door den minister van waterstaat ontvangen anoniemen brief maakt het geval van de lugubere treinaan slagen niet minder duister. De onderteekening „Matuschka II" zou doen denken aan een geval van psychi sche besmetting door de daden, uitge broeid in het ziekelijke, ontwrichte brein van den man, die verklaard heeft, dat hij door dergelijke plannen als hij volvoerde met de aanslagen te Jüterborg, Anzbach en Biatorbagy, bezeten was om de aan dacht van de wereld op zich te vestigen. Zooals Nero met hetzelfde doel Rome in brand deed steken en Alcibiades op onge vaarlijker wijze en in kleiner kring sen satie trachtte te verwekken met het afsnij den van de staart van zijn hond. De veel gehoorde hypothese „een gek moet het hebben gedaan" waarvoor op zich zelf alle reden is bij de vier even monsterach tige als onzinnige pogingen in den omtrek van Amsterdam is echter niet sterk in verband met het bericht omtrent den aan slag van Woensdagavond op den trein Amsterdam—Haarlem, die was gepleegd met een zwaren ijzeren hectometerpaal van 1.70 meter lengte, welke met geweld uit den grond moet zijn getrokken en wel ke, zoo werd daarbij vermeld, slechts door tenminste twee man te hanteeren was. Het is niet goed denkbaar, dat twee gekken elkaar voor de uitvoering van een der gelijk plan vinden. Later vonden wij ech ter in het Haarlem s Dagblad een bericht dat de Amsterdamsche politie vermoedt toch maar met één dader te doen hebben, welk vermoeden evenwel vastgeknoopt werd aan het feit, dat de lorrie (en dus niet de hectometerpaal) door één man kan worden gehanteerd. Ook het eerste gedeelte van den brief in den zgn. Matuschka II: „Schurken. Wie het chiistenbeginsel vertrapt zal ook de gevolgen moeten dragenbehoeft al ziet het er in de gedachtenwereld van den schrijver zeker allesbehalve ordelijk uit - nog niet van een gek afkomstig te zijn. Dit kan b.v. geschreven zijn door iemand, die schrik wenscht aan te jagen en waant dat op die wijze te kunnen doen. Ook de toevoeging: „Sneltrein Parijs- Amsterdam gaat er uit", zou niet geheel kloppen met de voorstelling in de berich ten omtrent de twee aanslagen op Woens dagavond, volgens welke de aanslag op den Parijschen trein wel het eerst ontdekt is, maar gepleegd werd na den aanslag op den trein Amsterdam—Haarlem in omge keerde richting en als bij toeval. Het ver moeden is toen namelijk geuit, dat de mis dadigers eerst gepoogd hadden den trein uit Amsterdam te laten ontsporen, en dat zij, toen zij dit hadden zien mislukken, ver der de spoorbaan langs zijn geloopen in de richting Amsterdam, totdat zij (bij toe val dus) de lorrie vonden als geschikt ge acht middel om den Parijschen trein te doen verongelukken. Het is echter moge lijk, dat men zich ook in de tijdsorde van deze twee aanslagen heeft vergist. Overigens is het nog de vraag, of er wel verband bestaat tusschen den anonie men brief en de vier pogingen in den om „Die goede, oude Chris!" prevelde hij. „Ik zal hem waarschuwen, wat hem te wachten staat!" X. Myrtile voelde zich plotseling moe. Zij ging op een boomstam zitten en Christo pher volgde haar voorbeeld. Beneden hen was het bonte panorama van Monte Car lo, de wijde baai en de glinsterende zee. De heuvelrug en de geheele streek, zoo ver het oog reikte, waren met villa's be zaaid. Er was een, vlak bij de zee, waar naar zij peinzend bleef staren. „Weet u, dat ik monsieur Gerald in drie dagen niet heb gezien?" zeide zij. „Hij heeft het te druk gehad", ant woordde Christopher kortaf. „Te druk?" vroeg zij. „Hij speelt eiken dag golf en tennis. En zijn vader en zuster nemen ook heel wat van zijn tijd in beslag". „U vindt toch altijd tijd om mij eiken morgen te bezoeken", zeide zij. „Buiten dien het was zijn zuster niet, die dame, die gisteren in zijn auto zat". „Je moet bedenken", herinnerde Chris topher haar, „dat Gerald vele vrienden had, eer jij hier kwam." „Dat weet ik", antwoordde zij. „Ik kan niet verwachten, dat ik veel voor hem be teeken. Maar waarom kan hij tenminste niet vriendelijk zijn zooals u? Indien hij slechts wist, hoe lang de dagen schijnen, trek van Amsterdam, welke eerst drie maanden later plaats vonden. De sporen van door een warhoofd te zijn geschreven moet in elk geval een tweede brief hebben gedragen, welke de zer dagen door de Nederlandsche Spoor wegen te Amsterdam is ontvangen en waar in zonder nadere tijds- en plaatsaanduiding was gevorderd, dat een bedrag van f 5000 den 23sten Januari op de spoorbaan in de buurt van de plaats van den aanslag van Woensdagavond op den trein Amsterdam- Haarlem moest worden gelegd, wilde niet een nieuwe aanslag volgen. Nationaal Crisis-Comité. In de afgeloopen week heeft het Na tion. Crisis-Comité ontvangen f 17.093,78. Het totaal bedrag van de ontvangsten is thans f 425.905,58. Werken van de Koningin. Het bezoek aan de tentoonstelling van schilderijen, teekeningen, enz. van de Ko ningin, die in de Koninklijke Kunstzaal Kleykamp wordt gehouden, is ook Zon dag weer bizonder druk geweest. Men schat het aantal bezoekers op 1500. Zelfs moesten de deuren van de Kunstzaal eeni ge malen gesloten worden, omdat men niet meer bezoekers kon hebben. Vooral 's middags was de toeloop groot, geregeld stond er een queue van bezoekers voor de deur. Een dame, die in zwijm gevallen was, moest weggebracht worden. De ontvangst aan entree' s heeft Zondag f 1000 bedra gen. Hierbij komt nog de opbrengst van hetgeen in de bussen is geofferd en van de catalogi. De totale opbrengst van de entrée-gelden, catalogi en de bussen is tot dusver f5000 geweest. Het gemiddelde aantal bezoekers per dag is ongeveer 7 of 800. wanneer ik hem heelemaal niet te zien krijg". Christopher besloot eens ernstig met haar te spieken. „Myrtile", begon hij, „je weet, dat ik veel van je houd". „U is heel vriendelijk geweest", ant woordde zij lusteloos. „Omdat ik vriendelijk wensch te zijn, moet ik je iets zeggen, dat je hard mag toeschijnen", ging hij voort. „Je bent een heel dwaas meisje, dat je je tijd verspilt met over Gerald te denken en te droomen. Je moogt alleen maar voortdurend aan een man denken, als er kans op is, dat hij la ter je echtgenoot wordt". Haar lusteloosheid verdween. Zij richtte zich op en luisterde oplettend. „Maar, monsieur Christopher Christopher viel haar in de rede. „Christopher dan u vraagt mij te doen, wat ik duidelijk zie, dat niemand an ders doet. Waar u mij ook hebt gebracht waarheen wij ook gaan overal zijn mannen en vrouwen tezamen, die veel van elkaar houden. Men behoeft slechts naar hen te kijken om dat te weten. Zoo is het in de restaurants, in de parken, waar wij zitten, in de café's. Ik heb liefde gelezen in de oogen van vele meisjes, sedert ik hier ben. Zij verwachten toch niet allen met de mannen te trouwen, die haar vergezel len?" Christopher boog zich tot haar over en UIT DE STATISTIEK. I. Het onderwijs. Drs. T. van den Brink heeft indertijd be cijferd, dat in 1928 slechts 32% van de Amsterdamsche kinderen tusschen 13 en 18 jaar dag-onderwijs ontvingen. Zestien procent genoten avondonderwijs, en de rest, 52%, dus ruim de helft, bleef van verder onderwijs verstoken. Stellig is de toestand voor het heele land nog veel ongunstiger: wat de geestelijke en moreele ontwikkeling van de niet meer leerplichtige jeugd betreft spelen het toe val en de straat een zeer bedenkelij ke rol. Wat het aantal leerlingen der vervolg cursussen betreft, geeft het Statistisch Jaarboek deze getallen: 1910: 47.112; 1920: 74.963; 1929: 23.677. Wij vreezen, dat 1930 en 1931 een nog slechter figuur zullen slaan, mede ten ge volge van de bezuiniging, welke ook onze ideëele goederen niet ontziet. Het aantal kinderen tusschen 13 en 18 jaar bedraagt vele, vele tienduizenden, ja enkele hon derdduizenden. De grootste helft daarvan moet het na de lagere school stellen zon der eenig verder systematisch onderwijs. Het onderwijs aan zwakzinnigen, slecht- hoorenden, doofstommen en blinden noemt men buitengewoon lager onderwijs. Het aantal leerlingen van de scholen en klas sen waar dit gegeven wordt, bedraagt: 1910 1920 1930 Doofstommen 538 709 849 Blinden 96 92 235 Zwakzinnigen 1032 2980 8469 Slechthoorenden -200 231 Daar zit een flinke groei in, doch het omvat nog lang niet allen, die er voor in aanmerking komen. Door de malaise zal de noodzakelijke uitbreiding naar te vreezen is, op zich laten wachten. legde zijn hand op de hare. „Myrtile, kind, wil je naar mij luiste ren?" vroeg hij. „Kijk mij eens aan. Ik ben zes en twintig jaar oud. Ik heb in steden gewoond en ook op het land. In Londen ben ik wat je hier advocaat noemt. Ik moet eiken dag mijn brein scherpen, ik moet mijn medemenschen begrijpen. Wil je dat onthouden?" „Dat is niet moeilijk", verzekerde zij hem met een glimlachje. „Ik denk, dat u heel knap is en heel veel weet". „En wat jou betreft, Myrtile", ging Christopher voort, „als men denkt aan je opvoeding, is het moeilijk te begrijpen, hoeveel je weet. Maar luister naar mij. Le zen alleen leert ons het leven niet ken nen. Je hebt vele uren doorgebracht met je af te vragen, wat er aan het eind van den weg was. Nu meen je, omdat je over den heuvel bent, dat je aan het eind bent. Kind, je bent zelfs nog niet aan het begin van den weg". Zij plukte eenige grashalmpjes en wond ze om haar vingers. „Ga voort", fluisterde zij. „Wat je hier dag aan dag aanschouwt, is geen leven. Op zijn hoogst is het een schitterende nabootsing er van. En even min is dat licht, dat je in de oogen op merkt, altijd liefde. Het is soms een zeer onwaardige nabootsing er van". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1932 | | pagina 1