De weg tot geluk
N° 12
Woensdag 27 Januari 1952
119e Jaargang
Reclame-aanbiedingen.
LINTVELT's BAZAR
Buitenland.
Binnenland
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes 12,—
buiten Goes f2,—.
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE K COURANT
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 devested te Goes.
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tof 12 uur voorm.
NAAR DEN HAAG.
10 Februari.
Het is nog niet zoo heel lang gele
den, dat we voorspelden, dat 'n demon
stratie in Den Haag door boeren uit
het geheele land niet zou uitblijven.
Dat was voor iemand, die zijn oor
te luisteren legt, gemakkelijk te voor
zien, zoo iets zat al lang in de 'Jucht.
We zijn van dergelijk plan nooit
afkeerig geweest, doch hebben er den
klemtoon op gelegd, dat zoo'n demon
stratie pas waarde kan hebben, als ze
werkelijk slaagt, als het inderdaad
een massa-betooging zal zijn. Daar
om hadden we gaarne gezien, dat de
landelijke landbouw-centrales hiertoe
het initiatief zouden hebben genomen.
Dat is niet gebeurd. Naar onze mee
ning speelden de organisaties hoog
spel door niet te trachten in den juis-
ten vorm te gieten, wat leefde in de
boerenziel. Zij hadden het slagen in
de hand, zij konden zich beperken tot
afgevaardigden, als vertegenwoordi
gers van den georganiseerden land
bouw. Dan nog zou het aantal betoo-
gers indrukwekkend kunnen zijn ge
weest en het had gepaard kunnen
gaan met het overhandigen van een
resolutie hetzij aan de Koningin, het
zij aan den Minister. Ook hierop heb
ben we de aandacht gevestigd.
Nu gaat „de tocht naar Den Haag"
toch door, maar nu buiten de orgat-
nisaties om. Niets wijst er op, dat
deze protestbeweging niet slagen zal
en als ze slaagt, dan zullen de organi
saties de leiding in de Iandbouw-cri-
sis verloren hebben. Zou onverhoopt
de demonstratie niet slagen, dan zou
onzen tegenstanders, en die zijn er
helaas nog veel, een machtig wapen
in de hand worden gegeven. Hieruit
vloeit voort, dat de tiende Februari
een beslissende dag zal zijn in den
landbouw-crïsistijd. Dit hebben zoowel
de leiders der organisaties als de
leiders der protestbeweging in te zien
en daarom hebben zij „spoedeischend"
te overwegen, wat in deze te doen.
Naar onze meening moet worden
aangestuurd op een compromis, en
moeten vooral de organisaties in geen
geval van verre blijven staan. Daar
voor staat er te veel op het spel. W.
LANDBOUW EN CRISIS.
XXIV.
STEUN SUIKERINDUSTRIE.
De woordvoerders van de zijde van
den bond van coöperatieve suikerfa
brieken geven een middel aan om
deze staatsuitgave op gemakkelijke
manier te dekken, door verhooging
van de accijns op de suiker met 20
pet, zijnde f4,50 per 100 K.G. Men
weet, dat in 1929 zijn afgeschaft de 20
pet opcenten op de accijns, die voor
het leeningsfonds waren bestemd.
Bracht men dit bedrag nu weer op
nieuw op de accijns, dan zou de sui
ker daardoor voor den consument wel
iets duurder worden, doch de suiker
prijs is zoo laag, dat een geringe ver
hooging niet zwaar zou worden ge
voeld.
De hier aangegeven weg lijkt ons
DEZE WEEK
SPECIALE
16
FEUILLETON
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
„Goede hemel! Waar?"
„Bij Ciro. Wij hebben van morgen eerst
wat kleeren voor haar gekocht bij Lé-
nore."
Lady Mary stak een sigaret aan en leg
de haar boek weg.
„Ik ben niet aangesteld om over je te
waken, Gerald", merkte zij droogjes op
„een meisje heeft tegenwoordig genoeg
te doen met op zich zelf te passen maar
mijn innige overtuiging is, dat je dat kind
moest terugzenden naar haar familie".
„Dat zou al te erg zijn", antwoordde hij.
„Zij wilden haar laten trouwen met den
een of anderen afschuwelijken ouden man.
„Hoe haar positie ook was, je tusschen-
komst was heel ongepast", verklaarde zijn
zuster. „Wat Christopher betreft, ik ben
werkelijk verbaasd over hem. Waar is hij
overigens dezen namiddag?"
„Ik heb hem bij Myrtile achtergelaten",
antwoordde Gerald. „Je deed beter met
hem te spreken. Hij heeft den ganschen
alleszins aannemelijk en het is te
hopen, dat de regeering in dien geest
voorstellen zal willen indienen. Een
productiepremie brengt geen wijzi
ging in onze handelspolitiek, zoodat
volbloed vrijhandelaars zich uit prin
cipe hiertegen niet behoeven te ver
zetten. Hoofdzaak is, daf spoedig uit
spraak wordt gedaan. Met het oog
op het opmaken van het zaaiplan en
het bestellen van kunstmest is dat
dringend noodig. Zelfs zal ernstig
overwogen dienen te worden om van
regeeringswege dit voorjaar een voor
schot aan de bietentelers uit te kee-
ren, om hen aan het noodige bedrijfs
kapitaal te helpen. Via de coöpera
tieve suikerfabrieken en ook via de
C. S. M. zou dit geen of weinig irisico
voor den staat medebrengen. Want
men vergete niet,, dat tegen deze sui
kerprijzen met een productiepremïe
van f4,50 per 1000 K.G. bieten, nog
slechts een bietenprijs zal kunnen wor
den uitbetaald van plm. f 12, een be
drag, dat nog geenszins een loonende
bietencultuur in zich sluit. Bij het
verleenen van voorschot, b.v. f 100 per
H.A. zou daarvoor noodig zijn een
crediet van plm. 6500.000 gulden. De
rente voor vlottende schuld kan wor
den gesteld op 2 pet. 'sjaars, of 1 t/3
pet voor 8 maanden, wat dus een
rente zou zijn van plm. f87000. Hier
mede zou aan de bietentelers een
weldaad bewezen kunnen worden.
Rustig afwachten nu maar, waf de
regeering doen zal, maar tegelijk de
hoop uitspreken, dat, hoe hef re-
geeringsvoorstel ook moge uitvallen,
niet „a priori oppositie zal worden
gevoerd. Laat het Nederlandsche volk
toch eenmaal beseffen, dat er een
noodtoestand op het platteland
heerscht, waarbij dadelijke hulp plicht
is. Laat het zich niet verdiepen in the-
orethische overwegingen of toekomst
mogelijkheden, de patiënt is daarvoor
te ernstig ziek en laat het bovenal
diep doordrongen zijn van het feit
dat zij in Nederland verbouwen een
suikerbiet van hoog gehalte, die een
goede opbrengst geeft, die elke steun
onnoodig zou maken, als het buiten
land ons niet met allerlei kunstmid
delen, invoerrecht, uitvoerpremie, ga
rantieprijs voor het binnenland, waar
tegenover de Nederlandsche boer
machteloos staat, beconcurreerde.
Laat het ook niet al te lichtvaardig en
onvoorwaardelijk geloof slaan aan de
profetie, dat de suikerbiet ten doode
is gedoemd, omdat de strijd met het
suikerriet toch hopeloos is. In dit ge
val noemt men dan in één adem als
voorbeeld de meekrap. Doch dat is
heel wat anders. Hier was de weten
schap aan het woord gekomen, die
onder alle omstandigheden haar uit
vinding kon uitvoeren. Het suiker
riet daarentegen is ook onderworpen
aan weersgesteldheid, terwijl bij meer
intensiveering van deze cultuur ook de
loonen van de arbeiders wel zullen
stijgen. Thans zit de rietsuikerindus
trie even diep in de misère als de
bietsuikerindustrie. Laat de huid van de
beer toch niet worden verkocht, alvor
rens de laatste is geschoten!
Gebleken is duidelijk, dat een pre
mie van f4,50 de teelt niet in stand
kon houden. Dit bedrag is nu veran
derd in f8,25, doch ook dit zal niet
volledig beantwoorden aan het doel.
(Wij vestigen er de aandacht op,
dat de artikelen „Landbouw en Cri
sis", een algemeen overzicht tot he
den geven en één en ander beoordeeld
wordt naar de omstandigheden, die
ten tijde, dat de verschillende maat
tijd tegen mij gepreekt zelfs een stand
je gemaakt, omdat ik het kind mooie klee
ren wou koopen".
De hofmeester kwam buiten op het
terras.
„Meneer Rushmore heeft getelefoneerd
van de Tennisclub, milord, of u en my-
lady met hen willen spelen. Zij wachten
nu op antwoord".
Maty stond op.
„Ik vind het best, als jij kunt, Gerald",
zeide zij.
„Zeg meneer Rushmore, dat we zullen
komen, zoo gauw we ons hebben ver.
kleed", beval Gerald den hofmeester. „Je
behoeft geen auto te bestellen. 'Ik zal je
er met de coupé heenbrengen, Mary".
„Ik ben binnen tien minuten klaar", be
loofde zijn zuster.
Op hun weg over den heuvel reden zij
Christopher en Myrtile voorbij. Gerald
lachte om het verbaasde gezicht van zijn
zuster.
„Ziet ze er niet alleraardigst uit?" vroeg
hij, terwijl hij zich omkeerde om hen toe
te wuiven.
„Zij draagt die kleeren tenminste heel
goed", gaf Mary droogjes toe. ,,Ik vind,
dat jullie twee mannen je diep moest scha
men voor wat je doet, en ik zal uitzien
naar eer gelegenheid om dat Christopher
te zeggen."
Gerald keek zijn zuster van ter zijde aan
en grinnikte.
regelen (van regeerings- en andere
zijde) voorgesteld werden, in oogen-
schouw moesten worden genomen.
Red.)
China en Japan.
Een lichter dc
lucht in.
Zondagmiddag werd Sjanghai opge
schrikt door een hevigen schok, als van
een aardbeving. Een groote lichter, gela
den met ontplofbare stoffen vloog in de
lucht, op de rivier even buiten de Fran-
sche concessie. De munitie werd over de
rivier naar het arsenaal vervoerd.
Indien de explosie eenige minuten later
had plaats gevonden, zou waarschijnlijk
het geheele arsenaal verwoest zijn gewor
den.
Men dacht aanvankelijk, dat de Japan
ners een bombardement op Sjanghai had
den geopend, en de opwinding die zeer
groot was, kwam pas langzamerhand tot
bedaren toen de oorzaak van de explosie
bekend werd.
Van de Chineezen, die zich aan boord
van den lichter bevonden, zijn 23 om het
leven gekomen.
In een groot bioscooptheater in de in
ternationale concessie te Sjanghai, werd
een bom ontdekt, wat eveneens een paniek
veroorzaakte. De bom kon echter verwij
derd worden en het theater werd in goede
orde ontruimd.
Ten gevolge van een misverstand, dat
eveneens voor een deel zijn oorzaak vindt
in de nerveuze stemming, vuurde een Chi-
neesch soldaat buiten de internationale
concessie op een auto, waarin eenige
Europeanen zaten. Eén der inzittenden, de
Oostenrijker Paul Förges, bedrijfsleider
van het filiaal te Sjanghai van de Ameri
can Expres Company, werd in het hoofd
getroffen en op slag gedood.
Maandag is het te Sjanghai weer tot
anti-Japansche uitbarstingen gekomen. On
bekende brandstichters hebben het huis
van den Japanschen gezant in de Fransche
concessie in brand gestoken. Het woonhuis
kon worden gered, de garage echter brand
de geheel uit.
De Chineesche minister van buitenland-
sche zaken, Eugène Tsjen, heeft officieel
zijn ontslag ingediend. Als reden gaf hij
hiervoor op, dat de Chineesche regeering
zijn politiek verwierp.
De afgetreden Chineesche minister van
buitenlandsche zaken, Eugène Tsjen, heeft
aan een persvertegenwoordiger verklaard,
dat hij afgetreden is, omdat de vroegere
president Tsjiang Kai sjek weigerde krach
tig tegen Japan op te treden.
Japan is voornemens, aldus verklaarde
Tsjen, Mandsjoerije te annexeeren en Chi
na te verbrokkelen.
Als tweede oorzaak van zijn aftreden
noemde Tsjen, den buitengewoon slechten
financieelen toestand van China.
Naar verder uit Sjanghai gemeld wordt,
heeft de Chineesche minister van finan
ciën het voorbeeld van den minister-presi
dent en den minister van buitenlandsche
zaken gevolgd, en eveneens zijn ontslag
aanvrage ingediend.
Onlusten in San Salvador.
De „Evening Sun" meldt, dat volgens
nog niet bevestigde particuliere berichten
uit Sai Salvador bij communistische on
lusten, die Zaterdag in het binnenland heb
ben plaats gehad, meer dan 1000 menschen
gedood zouden zijn. Er zouden talrijke
bomaanslagen op openbare gebouwen ge
pleegd zijn. Tengevolge van de slechte
verbindingen met het binnenland zijn ver
dere bijzonderheden niet bekend. De re
geering zou den toestand nu echter be-
heerschen.
DE TREINAANSLAGEN.
Een duistere ge
schiedenis
Het bericht elders in ons blad omtrent
den reeds in October door den minister
van waterstaat ontvangen anoniemen brief
maakt het geval van de lugubere treinaan
slagen niet minder duister.
De onderteekening „Matuschka II" zou
doen denken aan een geval van psychi
sche besmetting door de daden, uitge
broeid in het ziekelijke, ontwrichte brein
van den man, die verklaard heeft, dat hij
door dergelijke plannen als hij volvoerde
met de aanslagen te Jüterborg, Anzbach
en Biatorbagy, bezeten was om de aan
dacht van de wereld op zich te vestigen.
Zooals Nero met hetzelfde doel Rome in
brand deed steken en Alcibiades op onge
vaarlijker wijze en in kleiner kring sen
satie trachtte te verwekken met het afsnij
den van de staart van zijn hond. De veel
gehoorde hypothese „een gek moet het
hebben gedaan" waarvoor op zich zelf
alle reden is bij de vier even monsterach
tige als onzinnige pogingen in den omtrek
van Amsterdam is echter niet sterk in
verband met het bericht omtrent den aan
slag van Woensdagavond op den trein
Amsterdam—Haarlem, die was gepleegd
met een zwaren ijzeren hectometerpaal
van 1.70 meter lengte, welke met geweld
uit den grond moet zijn getrokken en wel
ke, zoo werd daarbij vermeld, slechts door
tenminste twee man te hanteeren was. Het
is niet goed denkbaar, dat twee gekken
elkaar voor de uitvoering van een der
gelijk plan vinden. Later vonden wij ech
ter in het Haarlem s Dagblad een bericht
dat de Amsterdamsche politie vermoedt
toch maar met één dader te doen hebben,
welk vermoeden evenwel vastgeknoopt
werd aan het feit, dat de lorrie (en dus
niet de hectometerpaal) door één man kan
worden gehanteerd.
Ook het eerste gedeelte van den brief
in den zgn. Matuschka II: „Schurken. Wie
het chiistenbeginsel vertrapt zal ook de
gevolgen moeten dragenbehoeft al
ziet het er in de gedachtenwereld van den
schrijver zeker allesbehalve ordelijk uit -
nog niet van een gek afkomstig te zijn. Dit
kan b.v. geschreven zijn door iemand, die
schrik wenscht aan te jagen en waant dat
op die wijze te kunnen doen.
Ook de toevoeging: „Sneltrein Parijs-
Amsterdam gaat er uit", zou niet geheel
kloppen met de voorstelling in de berich
ten omtrent de twee aanslagen op Woens
dagavond, volgens welke de aanslag op
den Parijschen trein wel het eerst ontdekt
is, maar gepleegd werd na den aanslag op
den trein Amsterdam—Haarlem in omge
keerde richting en als bij toeval. Het ver
moeden is toen namelijk geuit, dat de mis
dadigers eerst gepoogd hadden den trein
uit Amsterdam te laten ontsporen, en dat
zij, toen zij dit hadden zien mislukken, ver
der de spoorbaan langs zijn geloopen in
de richting Amsterdam, totdat zij (bij toe
val dus) de lorrie vonden als geschikt ge
acht middel om den Parijschen trein te
doen verongelukken. Het is echter moge
lijk, dat men zich ook in de tijdsorde van
deze twee aanslagen heeft vergist.
Overigens is het nog de vraag, of er
wel verband bestaat tusschen den anonie
men brief en de vier pogingen in den om
„Die goede, oude Chris!" prevelde hij.
„Ik zal hem waarschuwen, wat hem te
wachten staat!"
X.
Myrtile voelde zich plotseling moe. Zij
ging op een boomstam zitten en Christo
pher volgde haar voorbeeld. Beneden hen
was het bonte panorama van Monte Car
lo, de wijde baai en de glinsterende zee.
De heuvelrug en de geheele streek, zoo
ver het oog reikte, waren met villa's be
zaaid. Er was een, vlak bij de zee, waar
naar zij peinzend bleef staren.
„Weet u, dat ik monsieur Gerald in drie
dagen niet heb gezien?" zeide zij.
„Hij heeft het te druk gehad", ant
woordde Christopher kortaf.
„Te druk?" vroeg zij.
„Hij speelt eiken dag golf en tennis. En
zijn vader en zuster nemen ook heel wat
van zijn tijd in beslag".
„U vindt toch altijd tijd om mij eiken
morgen te bezoeken", zeide zij. „Buiten
dien het was zijn zuster niet, die dame,
die gisteren in zijn auto zat".
„Je moet bedenken", herinnerde Chris
topher haar, „dat Gerald vele vrienden
had, eer jij hier kwam."
„Dat weet ik", antwoordde zij. „Ik kan
niet verwachten, dat ik veel voor hem be
teeken. Maar waarom kan hij tenminste
niet vriendelijk zijn zooals u? Indien hij
slechts wist, hoe lang de dagen schijnen,
trek van Amsterdam, welke eerst drie
maanden later plaats vonden.
De sporen van door een warhoofd te
zijn geschreven moet in elk geval een
tweede brief hebben gedragen, welke de
zer dagen door de Nederlandsche Spoor
wegen te Amsterdam is ontvangen en waar
in zonder nadere tijds- en plaatsaanduiding
was gevorderd, dat een bedrag van f 5000
den 23sten Januari op de spoorbaan in de
buurt van de plaats van den aanslag van
Woensdagavond op den trein Amsterdam-
Haarlem moest worden gelegd, wilde niet
een nieuwe aanslag volgen.
Nationaal Crisis-Comité.
In de afgeloopen week heeft het Na
tion. Crisis-Comité ontvangen f 17.093,78.
Het totaal bedrag van de ontvangsten is
thans f 425.905,58.
Werken van de Koningin.
Het bezoek aan de tentoonstelling van
schilderijen, teekeningen, enz. van de Ko
ningin, die in de Koninklijke Kunstzaal
Kleykamp wordt gehouden, is ook Zon
dag weer bizonder druk geweest. Men
schat het aantal bezoekers op 1500. Zelfs
moesten de deuren van de Kunstzaal eeni
ge malen gesloten worden, omdat men
niet meer bezoekers kon hebben. Vooral
's middags was de toeloop groot, geregeld
stond er een queue van bezoekers voor de
deur. Een dame, die in zwijm gevallen was,
moest weggebracht worden. De ontvangst
aan entree' s heeft Zondag f 1000 bedra
gen. Hierbij komt nog de opbrengst van
hetgeen in de bussen is geofferd en van
de catalogi. De totale opbrengst van de
entrée-gelden, catalogi en de bussen is tot
dusver f5000 geweest. Het gemiddelde
aantal bezoekers per dag is ongeveer 7
of 800.
wanneer ik hem heelemaal niet te zien
krijg".
Christopher besloot eens ernstig met
haar te spieken.
„Myrtile", begon hij, „je weet, dat ik
veel van je houd".
„U is heel vriendelijk geweest", ant
woordde zij lusteloos.
„Omdat ik vriendelijk wensch te zijn,
moet ik je iets zeggen, dat je hard mag
toeschijnen", ging hij voort. „Je bent een
heel dwaas meisje, dat je je tijd verspilt
met over Gerald te denken en te droomen.
Je moogt alleen maar voortdurend aan een
man denken, als er kans op is, dat hij la
ter je echtgenoot wordt".
Haar lusteloosheid verdween. Zij richtte
zich op en luisterde oplettend.
„Maar, monsieur Christopher
Christopher viel haar in de rede.
„Christopher dan u vraagt mij te
doen, wat ik duidelijk zie, dat niemand an
ders doet. Waar u mij ook hebt gebracht
waarheen wij ook gaan overal zijn
mannen en vrouwen tezamen, die veel van
elkaar houden. Men behoeft slechts naar
hen te kijken om dat te weten. Zoo is het
in de restaurants, in de parken, waar wij
zitten, in de café's. Ik heb liefde gelezen in
de oogen van vele meisjes, sedert ik hier
ben. Zij verwachten toch niet allen met
de mannen te trouwen, die haar vergezel
len?"
Christopher boog zich tot haar over en
UIT DE STATISTIEK.
I.
Het onderwijs.
Drs. T. van den Brink heeft indertijd be
cijferd, dat in 1928 slechts 32% van de
Amsterdamsche kinderen tusschen 13 en
18 jaar dag-onderwijs ontvingen. Zestien
procent genoten avondonderwijs, en de
rest, 52%, dus ruim de helft, bleef van
verder onderwijs verstoken.
Stellig is de toestand voor het heele land
nog veel ongunstiger: wat de geestelijke en
moreele ontwikkeling van de niet meer
leerplichtige jeugd betreft spelen het toe
val en de straat een zeer bedenkelij
ke rol.
Wat het aantal leerlingen der vervolg
cursussen betreft, geeft het Statistisch
Jaarboek deze getallen: 1910: 47.112;
1920: 74.963; 1929: 23.677.
Wij vreezen, dat 1930 en 1931 een nog
slechter figuur zullen slaan, mede ten ge
volge van de bezuiniging, welke ook onze
ideëele goederen niet ontziet. Het aantal
kinderen tusschen 13 en 18 jaar bedraagt
vele, vele tienduizenden, ja enkele hon
derdduizenden. De grootste helft daarvan
moet het na de lagere school stellen zon
der eenig verder systematisch onderwijs.
Het onderwijs aan zwakzinnigen, slecht-
hoorenden, doofstommen en blinden noemt
men buitengewoon lager onderwijs. Het
aantal leerlingen van de scholen en klas
sen waar dit gegeven wordt, bedraagt:
1910 1920 1930
Doofstommen 538 709 849
Blinden 96 92 235
Zwakzinnigen 1032 2980 8469
Slechthoorenden -200 231
Daar zit een flinke groei in, doch het
omvat nog lang niet allen, die er voor
in aanmerking komen. Door de malaise
zal de noodzakelijke uitbreiding naar te
vreezen is, op zich laten wachten.
legde zijn hand op de hare.
„Myrtile, kind, wil je naar mij luiste
ren?" vroeg hij. „Kijk mij eens aan. Ik ben
zes en twintig jaar oud. Ik heb in steden
gewoond en ook op het land. In Londen
ben ik wat je hier advocaat noemt. Ik
moet eiken dag mijn brein scherpen, ik
moet mijn medemenschen begrijpen. Wil je
dat onthouden?"
„Dat is niet moeilijk", verzekerde zij
hem met een glimlachje. „Ik denk, dat u
heel knap is en heel veel weet".
„En wat jou betreft, Myrtile", ging
Christopher voort, „als men denkt aan je
opvoeding, is het moeilijk te begrijpen,
hoeveel je weet. Maar luister naar mij. Le
zen alleen leert ons het leven niet ken
nen. Je hebt vele uren doorgebracht met je
af te vragen, wat er aan het eind van den
weg was. Nu meen je, omdat je over den
heuvel bent, dat je aan het eind bent.
Kind, je bent zelfs nog niet aan het begin
van den weg".
Zij plukte eenige grashalmpjes en wond
ze om haar vingers.
„Ga voort", fluisterde zij.
„Wat je hier dag aan dag aanschouwt,
is geen leven. Op zijn hoogst is het een
schitterende nabootsing er van. En even
min is dat licht, dat je in de oogen op
merkt, altijd liefde. Het is soms een zeer
onwaardige nabootsing er van".
(Wordt vervolgd).