TIN
TIN
Vrijdag 22 Januari 1952
Ii9e Jaargang.
De Kleine Bazar
De weg tot geluk
AMS1ERDAMSCHE BANK N.V
N° iO
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel
LAUSANNE.
deze maand
aan spotprijzen.
Coupons - Effecten
papier - Cheques
Vreemd Bank-
Safe-Loketten
Binnenland
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,-
buïten Goes f2,
Afzonderlijke nummers
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
cent
GOESCHE i COURANT
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 iWosficM fin»
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIËN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
De wereld wacht met om
geduld.
Lausanne wordt voor de betrokken
mogendheden een waar schrikbeeld.
In ons vorig nummer wezen we
reeds op de gerezen moeilijkheden
en nog steeds stapelen deze zich op.
Het zou eerst een bespreking wor
den over de herstelbetalingen, die
vorig jaar door Duitschland's onmacht
vast liepen. Bij de voorbesprekingen
te Bazel was men het er over eens
geworden, dat op den ouden voet niet
kon worden voortgegaan en dus zou
men eens beraadslagen welken weg
nu in te slaan. Als plaats van samen
komst werd ten slotte Lausanne be
paald.
Zoo zag het er vrij onschuldig uit,
maar geleidelijk werd allen duidelijk,
dat men daar te Lausanne eigenlijk
zou gaan spreken over één der groote
oorzaken van de wereldcrisis en men
in deze een beslissende stap zou moe
ten nemen.
De groote lasten aan Duïtschland
opgelegd, noopten dit land immers tot
een geweldige activiteit, en een daar
mede gepaard gaanden grooten uitvoer.
Die uitvoer beteekende voor de an
dere landen echter minder arbeid,
dus toenemende werkloosheid en uit
verweer sloot men de grenzen. Met
gevolg dat ook Duïtschland vast liep
en de lasten niet langer dragen kon.
Het één is een noodzakelijk gevolg
van het ander en diezelfde kringloop
komt steeds weer terug als geen in
grijpende reorganisatie plaats vindt
Duitschland, de eerste belangheb
bende, zeide tenslotte, bij monde van
Brüning, waar het op stond, n.l. dat
Duitschland totaal uitgeput was, en
niet verder betalen kan. Velen mee-
nen, dat Brüning onder drang van de
zoo sterk wordende nationaal-socia-
listen handelde, o.i. is het mogelijk
ook een politieke zet van Brüning,
waarmede hij Hitler c.s. den wind uit
de zeilen neemt, terwijl hij tenslotte
iets zeide, wat vroeg of laat moest
gezegd worden.
Ook de anderen begrijpen dit en
zullen het eigenlijk ook beter vinden,
dat Brüning het nu zegt, als dat Hitler
het straks zou moeten doen.
Maar voor de anderen we nemen
slechts de voornaamsten brengt dat
niet betalen van Duitschland ook
groote moeilijkheden mee, want ze
staan o.a. zelf in de schuld bij Ame
rika. Engeland geeft wat het van
Duitschland ontvangt, vrijwel regel
recht door, en voor Frankrijk is er
dan nog een beduidend overschot,
waarmede het zijn verwoeste gebieden
weder opbouwt Ook hiervoor leende
Frankrijk, en dus betaalt hef van het
Duitsche overschot de rente van het
geleende benevens aflossing. Zou
Frankrijk dit overschot niet meer onf-
14
FEUILLETON
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
„Nog meer geheimen", klaagde zij,
„meer valsche hoop, meer overdreven ver
halen. Niets goeds zal Zubin's bezoek ons
brengen behalve het geld, dat hij mee
neemt, tenzij hij toevallig berichten over
Paul mocht hebben... Intusschen, waarde
madame, verveel ik mij erg. Ik wou liever,
dat ik van geboorte een Amerikaansche
was".
De vrouw gaf geen teeken van boos
heid, maar toch lag er minachting in haar
houding.
„Het is misschien jammer", stemde zij
toe, „dat je afstamt van een der grootste
heerschers, die de wereld ooit heeft ge
kend. Het is misschien jammer".
„Geef mij iets om over te heerschen",
zeide het meisje, „dan zal ik berouw too-
nen de zielen en vrijheid van eenige
millioenen menschen, of de harten van
eenige mannen. Ik ben nu drie en twin
tig jaar en de zon is warm. En dan is de
muziek er nog, onze eenige toevlucht, als
er geen geld meer is om te verdobbelen.
Wat helpt de muziek iemand, die achter
DE HERSTELCONFERENTIE TE LAUSANNE.
Michel heeft ten langen leste
Dus zijn zakken uitgehaald
En verklaard: er wordt door
Duitschland
Nu geen penning meer betaald.
Zelfs al zou ik het ook kunnen,
Ging ik er nog niet mee door;
Levenslang voor melkkoe spelen
Daar bedank ik stichtelijk voor.
Marianne schrok eerst heftig,
Of misschien deed zij alsof?
Want ze kon toch wel verwachten,
Dat die slag haar eenmaal trof.
En ze riep: die stoute Michel
Heeft me weer een kool gestoofd
En wat heeft hij in Versailles
En Den Haag niet al beloofd?
And,re Europeesche grooten
Met John Bull in d'eerste rij,
Zeggen met verholen glimlach:
Inderdaad, gelijk heeft hij!
Al die dwaze vorderingen
Zijn verouderd, uit den tijd.
Daar zich nog aan vast te klampen
Lijkt wel een krankzinnigheid!
Uncle Sam trekt bij dit alles
Echter een zuurzoet gezicht.
Frankrijk houdt, van de weeromstuit,
Ook voor hém de beurs straks dicht!
Brommend zegt hij: je betaalt me
Alles, tot den laatsten duit!
Anders geef je 't immers toch maar
Voor wat oorlogsrommel uit!
vangen, dan kan het zijn begrootïng
niet sluitend krijgen met alle daar
aan verbonden voor een land onaan
gename en dikwijls zeer ernstige ge
volgen.
Dus al zou Amerika een streep door
de rekening willen halen, dan is daar
mede de zaak nog niet in het reine,
want dan wordt Frankrijk de dupe
en het is dan ook te billijken, dat
Frankrijk daar tegen opkomt. Het is
gemakkelijk te zeggen: Frankrijk remt
de herstelling, maar men brenge de
kwestie maar eens tot zich persoon
lijk terug. Als onze buurman bij ons
de boel kort en klein slaat, en de
rechter veroordeelt hem de schade te
betalen, dan is daarmede de kwestie
opgelost, al hadden we het geval ook
liever niet aan de hand gehad. En als
die buurman dan op zeker oogenblik
zegt, zoo, ik heb nu de helft betaald
zie maar dat je de rest krijgt, dan is
het te begrijpen, dat we daarmede niet
zoo maar genoegen nemen.
Nu weten we wel, dat de kwestie
zoo eigenlijk niet geheel zuiver ge
steld is, want we kunnen het b.v. on
zen buurman zóó zuur gemaakt heb
ben, dat hij tenslotte zichzelf niet
meer was en daardoor tot zijn euvel
daad over ging. En een tweede is:
heeft de rechter de schade, die ons
berokkend werd, niet wat te hoog ge
schat?
Zoo komen we weer terug tot de
tralies leeft, madame? Allen dat men er
nog wat harder aan rukt. Ik ben er even
slecht aan toe als Paul zelf, die mij lief
heeft, achter de vestingmuren. Soms wou
ik, dat ik daar bij hem was."
Madame de Ponière nam een stok met
ivoren knop, die naast haar lag, en stond
op. Als door toovermacht stond de wit
harige knecht plotseling naast haar. Zij
leunde op zijn arm.
„Wij rijden om vier uur uit, Pauline",
zeide zij. „Daarna zullen wij het spel in de
Speelzaal gadeslaan".
Pauline haalde haar schouders op. Dat
hadden ze gisteren namiddag en eiken dag
gedaan. Morgen zou het waarschijnlijk
weer hetzelfde zijn voor haar tenmin
ste, maar niet voor dat boerenmeisje. Zij
tuurde scherp naar de laan van die an
dere villa. Een tweepersoons auto was
van de straat daar binnengereden en tufte
nu langzaam naar den ingang. Zij strekte
de hand uit naar den verrekijker, die naast
haar op de tafel lag. De jonge man aan
het stuurrad was dezelfde, naar wien het
boerenmeisje had gekeken...
Pauline stond op. Bijna even geheim
zinnig als de knecht een oogenblik te vo
ren was verschenen, kwam een zwartge-
kleede kamenier nu haastig naar haar toe.
Pauline schudde het hoofd.
„Vanmiddag wil ik niet rusten", zeide
zij. „Ik zal in de tuinen gaan wandelen".
„Verlangt mademoiselle, dat ik haar
vergezel?" vroeg de kamenier.
Haar meesteres aarzelde.
schuldvraag: is het billijk Duitschland
geheel aansprakelijk te stellen voor
de financieele kosten van den oorlog
en zoo ja (of zoo niet) welk bedrag
komt dit land ten laste.
Maar voor alles moet dan ook met
Amerika, de voornaamste schuld-
eischer, overeenstemming bereikt
worden en Amerika zegt op hetoogen
blik: maken jullie het maar af en laat
mij- er buiten. Uit den aard der zaak
gaat dit echter niet en vandaar Mus
solini's raad: laten we met z,n allen
zeggen, we betalen Amerika niet,
basta!
Ook dit houdt echter een groote
onbillijkheid in, want Amerika zeli
leende van eigen volk om weer aan
Europa te kunnen leenen, en moet
rente en aflossing daarvan betalen van
wat het uit Europa terug ontvangt
En dan is er nog iets!
De Amerikanen zeggen: We leenden
jullie geld (nog niet gesproken over
onze jonge mannen), om aan dien
verschrikkelijken oorlog een einde te
maken. Goed, dat is gebeurd, de oor
log is ten einde en nu zeggen jullie,
we kunnen niet terug betalen, maar
intusschen geef je duizenden millioe
nen uit in voorbereiding tot een nieu
wen oorlog. Toon eerst, dat de vorige
oorlog je iets leerde, spaar dat geld
om een eerlijke schuld af te betalen,
of zie tenminste, hoever dat je dan
komen kunt.
„Ik wensch alleen te zijn", kondigde zij
aan.
Pauline ging de steenen stoep af, de op
rijlaan voorbij en sloeg een smal voetpad
in, dat door een dennenboschje naar de
zee leidde. Het was niet gemakkelijk, en
Pauline's schoenen waren nauwelijks bere
kend voor zulk een avontuur. Toch bleef
zij volhouden. Zij moest zich een weg ba
nen door een groepje oleanders en haar
rokken zorgvuldig beschermen tegen de
stekelige cactussen. Ten laatste bereikte
zij echter haar doel. Zij stond op het smal
le rotsachtige strand, dat de zee begrens
de. Slechts een paar meter verder kabbel
den de blauwe golfjes tegen het land. Zij
keerde zich om en keek achter zich. De
villa, waaruit zij was gekomen, leek een
poppenhuis te midden der beschuttende
cypressen. Dichter bij was de ruimere wo
ning van Lord Hinterleys. Zij keek on
derzoekend naar het hnis. Er bevonden
zich vele menschen op de breede veranda,
onder welke de slanke gestalte van een
jongen man, die in haar richting tuurde.
Zij glimlachte even, terwijl zij voorzichtig
over het gele zand naar de zee liep en op
een rotsblok klauterde. Er woei hier een
zacht briesje, dat zij nauwelijks had ver
wacht. Nu eerst bemerkte zij, dat zij zon
der hoed en handschoenen was zij, die
de vormen in alle dingen stipt volgde.
Doch nu bekommerde zij zich, vreemd ge
noeg, nergens om. Zij stond op het on
effen rotsblok en genoot van de zeelucht
en den wind, die de blauwe zee deed rim
GEVESTIGD TE AMSTERDAM
KAPITAAL f55.000.000,- RESERVE f46.500.000,—
Telefoon 441 BIJKANTOOR GOES Tijdelijk
(2 lijnen) Vlasmarkt 18
We moeten bekennen, dat Amerika's
standpunt juist is, maar daarmede is
een hechte band gelegd tusschen Lau
sanne en Genève, waar straks de ont
wapeningsconferentie zal plaats heb
ben, en daarmede zijn, zooals we reeds
opmerkten, de grootste problemen van
dezen moeilijken tijd aangesneden.
Men gevoelt dat en tracht de Lau-
sanne-kwestie uit te stellen, door een
voorloopige verlenging van het mo
ratorium, maar gisteren berichtte
men, dat Duitschland daar niets voor
voelt. Het heeft a gezegd en wil nu,
dat b volgt Men wil in Duitschland
weten waar men aan toe is en onge
twijfeld kan ook nergens een gezon
de opbouw beginnen zoolang de fun
damenten niet hecht zijn.
Intusschen wacht de wereld die
geen dag en geen nacht kan wachten
met spanning op wat de heeren di
plomaten thans bekokstoven zullen.
Zal het weer bij praten blijven, of zal
men thans het vraagstuk in zijn vollen
omvang gaan aansnijden?
De wereld wacht met ongeduld!
TEGEN WETSONTWERP-
TERPSTRA.
I.
Waarom zoo krachtig mogelijk.
Waarom zoo krachtig mogelijk het
verzet tegen het Wetsontwerp Terp
stra?
Omdat het alree in z'n oorsprong
twee principiëele fouten heeft, en het
alleen al, van daaruit bezien, als Wet
in het Staatsblad nooit een plaats mag
vinden.
De schrikbaarlijke duurte van ons
lager onderwijs met daarnaast ook de
onvrede, die de toepassing van de fi
nancieele gelijkstelling van de Lager
onderwijswet '20 in stad en land wek
te, deed op aandrang van de Kamer
de Regeering in 1926 besluiten een
Staatscommissie in 't leven te roepen
met de opdracht,
„na te gaan, of aan de financiëele
„gelijkstelling tusschen openbaar en
„bijzonder onderwijs een minder
„kostbare toepassing zou kunnen
„worden gegeven."
Welnu, deze Sfaatscommissie-Rut-
gers, zooals ze naar haar voorzitter
genoemd wordt, en die samengesteld
was uit in meerderheid voorstanders
van het bïjz. onderwijs, heeft als resul
taat van haar lange jaren arbeid het
tegendeel geleverd van een minder
kostbare toepassing ze heeft bepa
lingen voorgesteld, die nog meer geld
verslindend zijn dan die der huidige
wet En in het Wetsontwerp-Terpstra
worden aan de Volksvertegenwoordi
gers deze zelfde bepalingen ter be
oordeeling voorgelegd.
Dit is de eene principiëele fout.
En de andere is deze, dat dit Wets
ontwerp in dezen tijd van worsteling
om behoud, zoo eenigszins mogelijk
verhooging van het in komende tijden
zoo broodnoodige peil van volksont
wikkeling om daardoor weer tot
volkswelvaart te kunnen komen
bepalingen in het leven tracht te roe
pen, die onontkoombaar oorzaak zul
len zijn van verlaging van dat peil. En
dit nog wel, terwijl de opdracht aan
bovengenoemde Staatscommissie in
hield, dat „geen vitale belangen van
het onderwijs mochten worden ge
schaad.."
Als er iets is, in staat om hef on
juiste, èn het achterlijke van deze
voorgestelde wetgeving te doen in
zien, dan zijn het wel deze beide, dit
Wetsontwerp onaannemelijk makende
principiëele punten.
Daarom dan ook, dat het meest
krachtige verzet tegen de aanneming
van dit Wetsontwerp aan alle voor
standers van goed lager onderwijs
dit, hetzij als eindonderwijs (voor
meer dan 80 pet van onze bevolking)
hetzij als voorbereiding van voortge
zet onderwijs in de richting van vak-,
ambachts- en landbouwonderwijs of
voor verdere studie onafwijsbaar
als dure plicht is opgelegd.
Het Comité van Actie tegen
Wetsontwerp Terpstra.
Handige fulpenkweekers.
De contingenteering van tulpen in
Frankrijk en de hooge invoerrechten
op bloemen in Engeland hebben menig
handelaar er toe gebracht om alle mo
gelijke middelen te overdenken om
de handelsconnecties tusschen ons
land en beide andere landen gaande
te houden. Vooral de tulpenhandela
ren die groote schadeposten leden
trachten op alle mogelijke manieren
een oplossing te vinden.
Een vooruitstrevend kweeker uit
Katwijk a. d. Rijn heeft thans even
als enkele kweekers in het Westland
gemeend een oplossing te vinden. De
tulpenbollen worden nauw uit de
kassen tot ontwikkeling gebracht en
als de bloem precies uit den bol ge
sproten ïs in kistjes met aarde
naar Engeland verzonden, waar een
handelskweeker de partijen in ont
vangst neemt en voor den verderen
bloei zorg draagt Op deze wijze ont
komt men aan de' hooge invoerrechten
welke slechts gelden voor afgesne
den bloemen en voor bloembollen, tot
welke categorie de nauw uit den bol
ontwassen bloemen niet kunnen ge
rekend worden.
pelen, haar rokken opwaaide en haar kap
sel in wanorde bracht. Zij koesterde zich
daar in het zonlicht en vergat voor een
oogenblik haar neerslachtigheid. Het ge
luid van vallende steenen op het voetpad
achter haar trok nauwelijks haar aan
dacht. Eerst toen zij voetstappen op het
strand hoorde, wendde zij het hoofd om.
Een jonge man met een gunstig voorko
men en een ongewone vastberaden ge
laatsuitdrukking kwam naar haar toe en
was nog slechts een paar meter van haar
verwijderd. Voor het eerst in zijn leven
had Gerald een vast besluit genomen.
IX.
Hoewel Gerald in werkelijkheid vol
vertrouwen was in al zijn betrekkingen tot
de andere sekse, vertoonde hij toch nu
en dan een beminlijke verlegenheid. Hij
bleef een oogenblik blootshoofds staan en
keek op naar Pauline.
„Het zou mij zeer spijten, als ik u schrik
had aangejaagd", zeide hij. „Ik zocht naar
mijn zuster. Ik weet, dat dit een lieve
lingsplekje van haar is, en toen ik u daar
zag staan, dacht ik, dat zij het was".
„Inderdaad?" antwoordde Pauline. „Lij
ken wij dan zooveel op elkaar?"
„In het minst niet", antwoordde hij
openhartig.
„Dat maakt uw verklaring wel een
beetje onvoldoende, nietwaar?" vroeg
Pauline.
Gerald besloot ronduit te spreken.
„Ik weet, dat ik had moeten terugkee-
ren", zeide hij, „maar was het toch niet
veel natuurlijker van mij verder te gaan?
Sedert ik u voor de eerste maal zag, heb
ik altijd getracht aan u te worden voorge
steld wij zijn immers buren, zooals ik
tot mijn groot genoegen juist heb ontdekt
en dit is de Riviera, niet Berkeley
Square. Mag ik u zeggen, dat mijn naam
Gerald Dombey is, dat mijn vader en zus
ter de villa daarginds bewonen, en dat ik
van het eerste oogenblik, dat ik u zag,
verlangd heb, kennis met u te maken?"
Zij zag hem een oogenblik zwijgend aan,
half critisch, half peinzend. Haar houding
was niet bepaald ontmoedigend, en toch
begreep Gerald, dat dit wel niet zulk een
gemakkelijk avontuur zou zijn, als hij had
gehoopt.
„Is u gewoon, op deze wijze den kring
uwer kennissen uit te breiden?" vroeg zij.
„Ik gevoel zelden verlangen daarnaar?"
verzekerde hij haar. „Erger u als 't u blieft
niet. Ik ben werkelijk een fatsoenlijk
mensch. Ik zal mijn opwachting gaan ma
ken aan uw tante, als zij mij daartoe ver
lof wil geven".
Voor het eerst glimlachte Pauline. Het
was wel een koele glimlach, maar het feit
zelf was aanmoedigend.
„Ik denk, dat u verstandig doet, dat uit
uw hoofd te zetten", zeide zij. „Mijn tante
ontvangt hier niet, en zij zou u zeker niet
toestaan haar te bezoeken."
„Waarom niet?" vroeg Gerald, ietwat
onthutst. (Wordt vervolgd).