BIJVOEGSEL
60ESCHS COURANT
Binnenland
Onze Leestafel.
^.e \uchtdie
VAN DE
VAN VRIJDAG 15 JANUARI 1932,
Brug over de Oude Maas.
Een belangrijke schakel in de ver
binding tusschen de Noordelijke eri
Zuidelijke provinciën zal de brug over
de Oude Maas bij Dordrecht vormen.
Ofschoon de voorbereiding nog niet
zoo ver gevorderd is dat reeds vast
staat wanneer met den bouw zal wor
den begonnen, nemen de plannen van
de regeering een vasteren vorm aan.
Volgens de nieuwste plannen zou
de brug ten Westen van de spoorbrug
ter hoogte van de Guanofabriek te
Zwijndrecht komen. Aan de Dordtsche
zijde komt zij uit bij den Wecskinde-
rendijk, vanwaar een verbindingsweg
naar den straatweg naar Willemsdorp
zal voeren.
Communistische propaganda.
Naar de N. R. Ct. verneemt, is van
communistische zijde getracht pro
paganda te maken onder de militairen
in garnizoen te 's Gravenhage op de
volgende wijze.
Aan de hoofdwacht en de politie
wachten der verschillende kazernes
werden pakketten bezorgd geadres
seerd aan de wachtcommandanten,
welke elk inhielden een groot aantal
doosjes lucifers en een pakje sigaren.
De sigaren waren van een bekende
sigarenfabriek, terwij de etiketten
der lucifersdoosjes het merk van deze
sigaren droegen.
In een begeleidenden brief werd
verzocht deze doosjes lucifers als re
clame uit te reiken aan de militairen.
Dank zij de oplettendheid van een der
wachtcommandanten werd ontdekt,
dat in elk der lucifersdoosjes onder
een laag lucifers verborgen, zich een
communistisch geschrift bevond. De
lucifersdoosjes hebben hun bestem
ming niet bereikt. Door de militaire
autoriteiten wordt een onderzoek in
gesteld.
Prof. Kors teruggewezen.
De Msb. had een onderhoud gehad
met prof. dr. J. B. Kors, hoogleeraar
aan de R.K. Universiteit te Nijmegen,
die enkele dagen geleden aan de Bel
gische grens is teruggewezen, toen hij
deze wilde passeeren om te Leuven
een rede te houden.
Prof. Kors zeide, dat hij over Roo
sendaalEsschen had gereisd. In Es-
schen werd hij, nadat zijn pas gecon
troleerd was, verwezen naar het dou
anebureau, waar de aanwezige mili
tairen verklaarden opdracht te hebben
gekregen, hem niet door te laten.
Eenige reden wisten ze niet op te ge
ven.
Hef onderwerp van prof. Kors was
het volgende: „Wat kunnen de intel-
lectueelen doen voor de vredesbe
weging." Feitelijk ging de rede van
prof. Kors geheel buiten iedere ont
wapeningsactie om. Men schijnt ech
ter te Leuven bang te zijn geweest
voor relletjes, waarom de vergade
ring verboden werd.
Het blijft echter onverklaarbaar, al
dus besloot prof. Kors, waarom men
mij dan niet te Nijmegen heeft ge
waarschuwd of althans aan de grens
heeft medegedeeld, dat ik niet te Leu
ven zou kunnen spreken. Overigens
heb ik geen enkel vermoeden, waar
om men mij den toegang aan de grens
heeft ontzegd.
DRAISMA-VANVALKEHBURG'S-
A -ï LEVERTRAM
Tewerkgestelden ontslagen.
Hoewel de minister te kennen had
gegeven, dat de werkloozen, die uit
vrees voor molestatie zich hadden aan
gesloten bij de stakende werkloozen
van de rijkswerkverschaffing op het
landgoed „De Hoek" onder Diepen
veen, ontslagen zouden worden als zij
niet op het werk kwamen, hebben zij
den arbeid niet hervat, waarop ook
zij ontslagen zijn.
Relletjes te 's Gravenhage.
Nadat het gistermiddag in de omge
ving van het Volksgebouw op de Prin
segracht te 's Gravenhage reeds ru
moerig was geweest, heeft de politie
gistermorgen omstreeks elf uur op
moeten treden toen het communisti
sche raadslid Schadelee het publiek
van een bordes naast het Volksge
bouw wilde toespreken.
De politie was vrij talrijk aanwezig
en belette den heer Schadelee onmid
dellijk het spreken. Hierbij moet de
heer Schadelee licht gewond zijn ge
raakt, zoodat de G.G.D. gewaarschuwd
erd, welke evenwel geen dienst be
hoefde te doen.
Inmiddels had de politie o.a. met
behulp van eenige ruiters een gedeel
te van de Prinsegracht schoongeveegd
waarbij, om schrik aan te jagen, en
kele schoten in de lucht werden ge
lost Na dien bleef het rustig.
De economische toestand.
„Nog nooit zoo'ern stig
g e w e e s t."
Bij de opening van de zitting van
den Volksraad heeft de voorzitter een
rede gehouden, waarbij hij in het licht
stelde dat de economische toestand
van Nederlandsch-Indië nooit zoo
ernstig is geweest sedert de instelling
van den Volksraad. De begrooting
werd van f 500.000.000 teruggebracht
op f 300,000.000 en laat nog een tekort
van f 150.000.000. De oorzaak hiervan
ligt buiten Ned.-Indië. De wereldcon
stellatie wijzigde zich in Indië's na
deel. De waarde van den export daal
de tot minder dan de helft.
Niettemin zijn er lichtpunten indien
de vrede gehandhaaft blijft. Spr. wees
op den ruimen voedselvoorraad en de
toenemende technische ontwikkeling,
welke moed geven om de depressie
te doorstaan.
Met bezuiniging alleen komt men
er niet meer; nu blijven alleen over
stopzetting van werken, ontslag van
personeel, salariskorting en belasting-
verhooging. Dit alles is pijnlijk, vooral
omdat de helft der ontwikkelden in
staatsdienst leeft. De tijd is echter
voorbij, waarin men een maatregel
kon afwijzen omdat zij leed veroor
zaakt en afbraak brengt. Thans moet
worden gevraagd of andere maatre
gelen niet nog slechtere gevolgen zul
len hebben.
„Een heldendaad".
In het Semarangsche „Alg. Hbld."
werden allerlei verbluffende staaltjes
medegedeeld van geweldige ongeluk
ken, welke nog juist op 't laatste mo
ment werden voorkomen door groote
tegenwoordigheid van geest
Het volgend verhaal is van een lui
tenant, die „tijdens den oorlog" in
Atjeh, op een station toezicht hield
op het rangeeren van een wagen sol
daten. „Wie beschrijft mijn ontzetting,
zoo vertelde hij, toen ik plotseling zag,
dat de wagen, onder luid geschreeuw
van de inzittenden, te ver doorreed en
daar de spoorbaan sterk afliep tof
Kotaradja toe met een groote vaart
voortreedhet onbekende tegemoet.
Ik denk bliksemsnel na. Tot aan Ko
taradja, ongeveer 20 K.M. verder
blijft de spoorbaan afloopen en is er
niets op den weg om den wagen in
zijn vaart te stuiten. Alleen als hij
uit de rails loopt, komt er een einde
aan den dollen rit En hoeNog
erger werd de zaak toen ik bedhcht,
dat juist eenige minuten geleden een
trein van Kotaradia in onze richting
was vertrokken. De botsing leek on
vermijdelijk.
Nu moest ik handelen. Dadelijk liet
ik telegrafisch den wagen overal vrijen
doorgang geven. Daarna liet ik mij op
de loopplank voor op de rangeer
locomotief vastbinden en gaf den ma
chinist bevel: „volle kracht vóóruit.
Allergrootste snelheid".
Spoedig hadden we den vluchteling
in het zicht In een krankzinnige snel
heid reden wij den wagen achterop.
In de verte kwam van den anderen
kant de trein uit Kotaradja. Sneller
nog reed onze locomotief.
Nog 20 meter, nog 10, nogeen
ruk, de banden waarmede ik vastge
bonden was, braken. Ik haakte den
voor mij rijdenden wagen vast aan de
locomotief. „Achteruit!" schreeuwde
ik. Even stonden we stil. De trein uit
Kotaradja was geen 200 M. van ons af.
Maar dan renden we weer terug.
Volle kracht grootste snelheid. Achter
ons de trein uit Kotaradja!"
Maar zekere Z. nam het bovenstaande
niet voor „zoetekoek" aan en schreef
er het volgende over in het „Soer.
Hbld.":
,Dit is de kostelijkste mop, die ik
in jaren las; zelfs voor een Indische
krant is-ie buitengewoon.
Men moet weten dat de vermaarde
Atjeh-tram een spoorbreedte heeft
van75 c.M. De wagens houden het
midden tusschen duiventillen en hon
denhokken op wielen. In mijn tijd
noemde men die tram, meer duidelijk
dan gekuischt: „het Loeder".
Als-ie ook maar vijf minuten iets
had geloopen, dat naar snelheid leek,
was het mormel uit de rails gevlo
gen. Soms hebben passagiers arme
tobbers er last van dat kwaadge-
zinden de tram naloopen en met leege
flesschen smijten. Het verhaal dat men
hierboven leest, van de „krankzinnige
snelheid", „volle kracht vooruit
hoogste snelheid".... en gij ziet het
Loeder puffend voortkruipenhet
is in dezen somberen malaisetijd een
trouvaille!"
iets abnormaals kon men overigens
niet constateeren.
Besloten werd den trein door den
stoker (ook stokers moeten in staat
zijn een locomotief te bedienen) naar
het volgende station (Laut Tador) te
brengen. Daar aangekomen bleek al
spoedig dat de machinist aan ver
standsverbijstering leed. Telefonisch
werd hiervan kennis gegeven, zoodat
spoedig personeel van elders arriveer
de om de taak van den machinist over
te nemen.
Treffend is, dat de man ondanks
den toestand waarin hij verkeerde, nog
het plichtsgevoel heeft gehad om den
trein tot staan te brengen. Zou hij in-
stede daarvan zijn doorgereden, dan
zou een ernstig ongeval niet uitgeslo
ten zijn geweest.
De keuring van het machinistenper-
soneel is periodiek en is uiteraard zeer
streng. Men heeft bij den ongelukkige
in kwestie tevoren nimmer afwijkin
gen geconstateerd.
Krankzinnige machinist.
Op de Oostkust van Sumatra heeft
zich het geval voorgedaan dat een
machinist op een rijdenden trein door
een aanval van verstandsverbijstering
is getroffen, gelukkig zonder dat er
ongelukken door zijn veroorzaakt De
Delische bladen van 23 December be
richten er over:
De machinist van den trein, welke
naar Tjandjong Balei onderweg was,
liet plotseling den trein stoppen. Toen
de hoofdconducteur kwam aanloopen
vertelde hij een man te hebben over
reden. Onmiddellijk werd een onder
zoek ingesteld, maar voor de bewe
ring van den machinist kon men geen
schijn van bewijs vinden. Het trok
de aandacht van den hoofdconducteur
dat de man wat vreemd deed, maar
„Rudi's Spaansche avonturen",
(Door Dick Laan. Uitg. v. Holkema en
Warendorf, Amsterdam).
Rudi en Max doen mee aan een jol-
lenwedstrijd op de Kaag en winnen bijna
een prijs met de Prins Olaf, de boot van
Rudi, die hij heeft gekregen voor zijn over
gang. Kort daarop moet hij een lichte ope
ratie ondergaan, die hem een invitatie van
een oom uit Spanje bezorgt. Hij mag één
van zijn vrienden meebrengen en kiest zijn
boezemvriend Max.
Zij reizen er per vrachtboot heen en ko
men na veel wederwaardigheden tenslot
te „behouden" op de plaats van hun be
stemming Malaga.
Niet te verwonderen is het, dat deze
twee ondernemende, sportieve jongelui,
vele avonturen beleven. Zij winnen zelfs
den eersten prijs op een zeilwedstrijd even
buiten Malaga.
De gezonde geest en de ronde humor,
die uit iedere bladzijde spreekt, maken het
slot tot een genot om dit jongensboek te
lezen. Van één ding heeft men op het
laatst slechts spijtdat het einde daar
is en men van deze jongens afscheid moet
nemen.
E. A. C. Reydon zorgde voor goede
illustraties.
„Smeltkroezen".
(Leven en werken der groote scheikun
digen. Door Bernard Jaffe. Uitg. van N.V.
Leopold's Uitg. Mij., Den Haag).
Uitgaande van de bloeiende levensbe
schrijving van de pioniers op dit terrein
schetst Jaffe ons een levensbeeld van de
langzame ontginning van een groot weten
schappelijk gebied en brengt zijn lezers ten
slotte in kennis met de modernste resulta
ten, die de nieuwere chemie heeft opgele
verd.
Zelf een scheikundige van naam, die
met de grootsten in zijn vak persoonlijk in
aanraking kwam, is hij bij uitstek geschikt
voor het schrijven van een boek, dat zelfs
een leek op het terrein der chemie met
graagte zal lezen. „Bacteriënjagers", het
boek van Paul de Kruif, dat in korten tijd
twee drukken beleefde, staat dit nieuwe
boek het naaste bij.
Leopold's Uitg. Mij. hoopt meerdere
werken in deze reeks te laten volgen, om
dat zij overtuigd is, dat een populaire be
handeling van wetenschappelijke onder
werpen, zooals zij door deze schrijvers
wordt gegeven, voor onzen modernen tijd
bij uitstek geschikt is. Foto's van de be
sproken personen en andere het onder
werp betreffende illustraties, verluchten
den tekst.
„Morgenwijding".
(Door Ds. F. Dijkema en Ds. J. Wege-
rif, met medewerking van" H. W. Bloem
hof, N. Blokker, A. L. Broer, C. B. Bur
ger, J. van Dorp, A. de Kat Angelino, A.
E. Kluijtman de Clerq, J. F. Kruijt, W.
Mackenzie, Prof. Dr. H. L. Oort, R. G.
Oort-Roesingh, F. W. Rappold, Tony de
Ridder, Prof. K. F. Spaenaay, P. D. Tjals
ma en P. D. Westerdijk. Uitgave Van
Holkema en Warendorf, Amsterdam).
Dit boek geeft een 150-tal eenvoudige
en bevattelijke stukjes geschikt om 's mor
gens te worden voorgelezen tot wijding
van den dag. Door de auteurs is daarbij
in 't bijzonder gedacht aan gezinnen met
kinderen. Daarom zijn de stukjes kort en
gehouden in een toon, die, naar wij mee-
nen, oud en jong bevredigen zal. De mede
werkers behooren tot verschillende kerk
genootschappen, en de stukjes zijn ge
schreven in ruimen geest.
„Benjaminnetje en haar poppen".
(Door Else Ury. Uitg. Van Holkema en
Warendorf, Amsterdam).
Benjaminnetje's eigenlijke naam is Anne
Marie, en de jongste in het doktersgezin.
Zij is een grappig, vroolijk kind, met een
groot voorstellingsvermogen.
Zij laat heel de poppenfamilie een tocht
naar Amerika maken en gebruikt de rol-
schuier als Oceaanstoomer en het blauwe
tapijt voor de zee. Niet te verwonderen is
het, dat de passagiers schipbreuk lijden.
Al de aardige stukjes uit het boek om
schrijven gaat niet, want het boek is ver
makelijk van begin tot einde. Kleine meis
jes zullen van Benjaminnetje genieten en
haar met een bedrukt hart naar school zien
gaan. Zij kunnen zich troosten, daar bin
nenkort „Benjaminnetje op school" zal ver
schijnen. Het boek is voor Nederland be
werkt door Stella Mare, terwijl Freddy
Langeler voor geestige illustraties zorgde.
„Carry".
(Door Theodore Dreiser. Vertaald door
Willy Corsari. Uitg. Leopold's Uitg. Mij.,
Den Haag).
Carry is het meisje van buiten dat uit
noodzaak naar Chicago trekt om als win
keljuffrouw in haar onderhoud te voorzien
Na enkele weken vergeefsch zoeken wordt
zij uit bittere noodzaak de geliefde van
een handelsreiziger die op dat tijdstip al
de verfijning van het groote stadsleven
voor haar vertegenwoordigt.
Totdat een op groote voet levende bar-
houder haar toont, welke weelde werkelijk
rijkdom vermag te geven en troont Carry
met zich mee nadat hij zich aan diefstal
heeft schuldig gemaakt. Als het geld is uit
gegeven en een betrekking niet gemakke
lijk is te vinden, komt er voor Carry een
moeilijke tijd. Zij krijgt tenslotte een baan
tje aan het tooneel waar zij spoedig op
valt. Hierna breekt zij met haar man en
viert daarna groote triumfen, terwijl haar
man steeds dieper wegzinkt in ellende en
armoede.
Deze roman van Theodore Dreiser is,
hoewel de figuur van de hoofdpersoon
Carry wat vaag blijft zeer belangwekkend.
Vooral het schrijnende contrast tus
schen weelde en armoede aan het einde
van het boek beschreven, is van een ont
roerende weemoed.
"Ja d e
\*Ch' (HQ y
wordt beter
door
Bovengenoemde Boeken zijn verkrijgbaar
bij de firma
P. A. H. PIETERMAN - GOES.
Algemeene Boekhandel, Tel. no. 5B.
Voor een appel en een ei.
Een winkelier te Vlaardingen begon
dezer dagen zijn uitverkoop. Alle ar
tikelen in de étalage waren geprijsd
en bovendien ook nog van afzonder
lijke opschriften voorzien b.v.: „Pak
me mee, nu voor f 4,50" en „Slechts
enkele stuks van f 1,25 nu voor f 0,24".
Op een lamp was de tekst aange
bracht: „Nu voor een appel en een ei".
Niemand der vele kijkers en koopers
scheen dit opschrift te begrijpen, ten
minste 's avonds te elf uur hing het
ding er nog, tot plotseling iemand het
begreep. Hij ging vlug een appel en
een ei koopen voor te zamen 10 cents
en stormde hiermee den winkel bin
nen. Hij vroeg de lamp en toen de
winkelier informeerde of hij dan een
appel en een ei bij zich had, legde hij
die op de toonbank neer. De lamp
werd ingepakt en meegegeven.
Brand op fort Pampus.
Woensdagmiddag werd de Amstei
damsche brandweer gealarmeerd voor
een brand op het fort Pampus.
De eerste geruchten deden een em
stigen brand verwachten, doch spoedig
bleek, dat het slechts een groote loods
betrof. De drijvende stoomspuit „Jan
van der Heijden", is dadelijk onder
stoom gegaan, doch vond geen andere
taak meer dan het blusschen van den
puinhoop en het afweren van verder
brandgevaar voor de twee dienstwo
ningen, die zich op het eilandje be
vinden.
In gewone omstandigheden wonen
namelijk bij het fort ter bewaking
twee militairen met hun gezinnen.
Deze militairen hebben onmiddellijk
het mogelijke gedaan om het vuur met
de te hunner beschikking staande
middelen te blusschen, maar zij heb
ben, daar de Zuidwesten wind vlak
op de loods stond, niet kunnen voor
komen, dat de vlammen verder om
zich heen hebben gegrepen.
Schippers, die van Pampus naar
Amsterdam voeren, kwamen aan de
Oranjesluizen met het nieuws aan
dat alle gebouwen op Pampus in
brand stonden, wat echter spoedig on
juist bleek.
Van de zijde van het departement
van defensie wordt gemeld, dat de
oorzaak van het ontstaan van den
brand is gelegen in het te fel stoken
van een kachel in een kleine artil-
lerïeloods. Deze loods, 20 bij 7 meter
werd voor een gedeelte gebezigd als
bergplaats voor weinig kostbaar
brandbluschmateriaal. Persoonlijke on
gelukken hebben er niet bij plaats ge
had.
Brandstichting?
Woensdagmorgen vroeg is brand
uitgebroken in café De Rooilijn, op
de Fellenoord te Eindhoven, bewoond
door de wed. v. d. Voort. De bewoners
waren den vorigen avond vertrokken
en dien nacht niet teruggekeerd, zoo
dat de brandweer zich door forceeren
van eenige ramen toegang moest ver
schaffen. Hierbij bleek, dat de ramen
aan de achterzijde van het huis open
stonden, terwijl op verschillende plaat
sen sporen van brandstichting wer
den aangetroffen. De benedentrap
stond in lichter laaie; in één der ka
mers vond men een groot gat in den
vloer gebrand onder een bed; even
eens was brand gesticht in een kamer
onderaan de trap, waar men een kist
met hooi, smeerolie, enz. vond. Ook
de boventrap vertoonde sporen van
brandstichting. Een bovenkamer |s
bijna geheel uitgebrand.
Doodelijke aanrijding.
Op den hoek van de Steenstraat
en de Spïjkerlaan te Arnhem, is gis
teren de 22-jarige mej. Van B., bij het
oversteken van de straat, door een
Doozen a 25, 15 en 65 ets
vrachtauto gegrepen en onder eender
achterwielen geraakt Met zeer ern
stige verwondingen is zij ïneennabij-
zijnde apotheek gebracht en vandaar
in hopeloozen toestand naar het ge
meenteziekenhuis vervoerd, waar zij
later aan de gevolgen is overleden.
Het ongeluk is geschied, doordat mej.
Van B-, die een parapluie op had, niet
voldoende heeft uitgekeken.
Dienstmeisje in brand.
Vermoedelijk ten gevolge van het
in aanraking komen met een petro
leumkachel, geraakten te Amstelveen
de kleeren van een dienstmeisje in
brand. Het meisje vluchtte in vlam
men de straat op. Een juist passee-
rende auto stopte onmiddellijk; de
inzittenden holden toe en mochten de
voldoening smaken het vuur te blus
schen. Niettemin werd het meisje in
zorgelijken toestand naar binnen ge
dragen.
Smokkelaars en douanen.
Woensdagnacht is aan de Lim-
burgsch-Duitsche grens in de omge
ving van Goch een geregeld vuurge
vecht geleverd. De Duitsche beambten
hadden een smokkelaarsbende, be
staande uit twaalf mannen, ontdekt
en begonnen een achtervolging. Hier
bij werd gebruik gemaakt van poli
tiehonden. De smokkelaars, die zeer
in het nauw werden gedreven, vlucht
ten door weilanden en struikgewas
en wierpen de smokkelwaar weg. Toen
de beambten met behulp van een
electrische lantaarn deze smokkel
waar opzochten, werden zij plotse
ling uit de richting van de grens be
schoten. De beambten beantwoord1-
den het vuur, doch de smokkelaars
bende zag intusschen kans op Neder-
landsch gebied te vluchten, op twee
mannen na, die werden gearresteerd.
De douane-beambten hebben 114 pond
tabak en 50 pond koffie in beslag ge
nomen.
Zondag j.L werd in de omgeving
van Siebengewald een smokkelaar,
die per rijwiel de grens passeerde,
door de Duitsche beambten aange
roepen. Toen hij na herhaalde waar
schuwing doorreed, werd een schot
op hem gelost. De man werd levens
gevaarlijk getroffen, doch zag nog
kans het Nederlandsch gebied te be
reiken. Later is hij naar het zieken
huis te Goch overgebracht, waar hij
is overleden. Het bleek, dat de smok
kelaar in het bezit was van een paar
pond koffie.
De mijnramp te Beuthen.
Over de oorzaak der ramp hebben
de mijnwerkers een geheel ander oor
deel dan de leiding van de mijn. De
mijnarbeiders beweren, dat de mijn
geheel ondergraven was en dat op
vele plaatsen instorten voorspeld was.
De mijneigenaren echter beweren in
het nemen van veiligheidsmaatregelen
niet te kort te zijn geschoten. Zij wij
ten de ramp aan meteorologische en
geologische oorzaken.
De spanning of het gelukken zal
de mannen, die thans twee weken
opgesloten zijn, te verlossen, wordt met
het uur grooter, zoo schreef men
Woensdagavond. Voor de naaste fa
milieleden is zij bijna ondragelijk. De
vrouwen der slachtoffers staan bijna
dag en nacht voor den ingang van de
mijn en zijn niet te bewegen om langer
dan enkele uren naar huis te gaan.
Hoe zal de afloop zijn?
Dorp verbrand.
Tengevolge van een grooten brand
werden in het dorp Jerimilofka bij
Tjoemen (Rusland) 48 huizen, een
kerk en de school vernield. Vier boe
ren en een kind kwamen in de vlam
men om.
De brand bij Sarrasani.
Bij den brand in het circus Sarra
sani te Antwerpen hebben twaalf oli
fanten zware wonden opgeloopen.
Drie dezer dieren zijn er zoo ernstig
aan toe, dat zij vermoedelijk zullen
moeten afgemaakt worden. Van één
is een oor grootendeels verkoold, van
anderen is de huid op vele plaatsen
verband en vertoonen zich groote
plekken bloedend vleesch. De arme
dieren laten zich met het grootste
geduld verzorgen door het circusper-
soneel en veeartsen van den Ant-
werpschen dierentuin. Een der oli
fanten, die in den nacht ontsnapt
was, werd ook nog getroffen door
verscheidene geweerkogels, daar
schildwachten en politie op het in
volle vaart weghollende dier blijken
gevuurd te hebben. De kooien der
tijgers blijken groot gevaaj. t_ hebben
geloopen en ook de zeehonden en het
nijlpaard konden slechts met moeite
geted worden. Nagenoeg alle costumes
der circusartisten en de zadels zijn
een prooi der vlammen geworden, met
het gevolg dat hoewel het eigenlijke
circus ongeschonden bleef, de voor
stelling des avonds niet zou kunnen
doorgaan. Het parket te Antwerpen
heeft een streng onderzoek ingesteld,