Stadhuis van Goes,
NIEMEUER'S
GEEF HEM
IT GESCHENK
FRIESCHE HEERENBAAI
ProVincienieuWs
N°. 157
Woensdag 19 November 1950
117 Jaargangi
Bij dit nummer behoort]],een bijvoegsel.
De beteekenis van het boek.
LINTVELT's BAZAR
Het meisje, dat met
een Koning trouwde
>T. NICO LAAS
EEN LUXE DOOS
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,—
bulten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 Na 244
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIËN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
Goede boeken verrijken op aangename
wijze onze kennis, terwijl wij er tot een
eigen levensbeschouwing door komen.
In onzen onrustigen, gejaagden tijd,
waarin de evolutie op bijna elk ge
bied zich voltrekt in een ongekend
snel tempo, waarin de beslommeringen
van beroep of bedrijf, het lezen van
dag- en weekbladen en periodieken,
de politieke gebeurtenissen in binnen-
en buitenland, de sport, het gezinsle
ven ononderbroken den geheelen dag
onze aandacht eischen, loopt de mensch
het groote gevaar te gaan lijden aan
oppervlakkigheid. De veelheid der on
derwerpen die van den ochtend tof
den avond den geest in beslag nemen,
is een beletsel om aan een bepaald
onderwerp de volle aandacht te schen
ken.
Men weet van alles „iets", maar van
elke zaak afzonderlijk zoo goed als
„niets". Up-to-date zijn is de naam
van dit euvel. Het Fransche spreek
woord „Qui trop embrasse, mal
étreint" is hier van toepassing.
Er bestaat tegen deze kwaal een cor
rectief Het boek! Het boek, voor
ontspanning en voor ontwikkeling te
vens.
Geeft men zich wel voldoende re
kenschap van de groote beteekenis
van het boek voor de samenleving?
Het boek ontrukt den mensch gedu
rende eenigen tijd aan de omgeving,
aan de zorgen die hem kwellen, geeft
zijne gedachten een anderen loop, en
dwingt hem zich te concentreeren.
Het verruimt den blik, verrijkt den
geest, is vaak een troost, en leert dat
gene wat men bezit naar waarde te
schatten.
Door het lezen van goede boeken
wordt de mensch evenwichtig, daar
hij in staat wordt gesteld een eigen
oordeel te vormen over dingen die hij
slechts van hooren zeggen kende. Het
is zoo gemakkelijk een boekencritiek
in de krant te lezen, waarin de criti
cus den inhoud vertelt en zijn oor
deel uitspreekt alsof dit inderdaad
„het oordeel" ware. Om iets aan een
boek te hebben, om zich een juist
oordeel te kunnen vormen, is het niet
voldoende een kritiek te lezen. Men
moet zelf het boek lezen, zich zelf
een oordeel vormen.
Er zijn menschen die. in hun jeugd
veel hebben geleerd, voor wie later
het lezen van een boek herinneringen
opwekt, waardoor de lectuur tot een
waar genot wordt. Maar hoevelen heb
ben juist door te weinig schooljaren,
meestal gevolg van de maatschappe
lijke positie der ouders, in hun jeugd
te weinig gelegenheid gehad om zich
te ontwikkelen, voor wie op lateren
leeftijd het boek een uitkomst is, een
in koper.
Hoek Koningstraat - Magdalenastraat.
77
FEUILLETON
DOOR ALICE HEATH HOSKEN.
Vertaald door Dicky Wafelbakker.
Gulan is nog jong en ziet er heel
knap uit, doch zijn voorkomen maakt
een weerzinwekkenden indruk. Ik ben
bang voor hem en dien hem voortdu
rend uit de hoogte te behandelen. Hij
noemt mij op zijn afschuwelijke fa
miliaire wijze „mooie dame" en zegt
voortdurend dat hij er voor moet zor
gen, dat ik mij gedurende mijn gevan
genschap niet verveel.
We zijn reeds verscheidene malen
naar andere plaatsen overgebracht en
op het oogenblik bevinden wij ons in
een villa in de buurt van Vesteral.
Er is een heerlijke tuin bij en het is
stralend lenteweer. Als ik van al dat
moois slechts genieten kon. Gulan be
woont de villa hiernaast en leidt een
leven als een prins.
Hij vertelt mij, dat de opstandelin
middel om de tekortkomingen aan te
vullen? De meeste menschen gaan
reeds op jeugdigen leeftijd in hef
practische leven, en beschikken dooi
de zorgen voor het bestaan, door den
drang om door arbeid vooruit te ko
men, over te weinig tijd en middelen
om zich door goede lectuur datgene
eigen te maken, dat zij op lateren
leeftijd zoo hoog noodig hebben.
Wat is in onze maatschappij een
mensch die niet leert?
Hij is geïsoleerd, hij telt niet mee,
De groote kracht van het boek schuilt
in de onbegrensde verscheidenheid.
Voor de jeugd de kinderboeken die
in den vorm van sprookjes en legen
den de goede eigenschappen naar vo
ren brengen. Voor de rijpere jeugd
avonturen, reizen, natuurlijke historie,
aardrijkskunde, geschiedenis, die als
verhaal de verbeelding prikkelen en
de zelfstandigheid bevorderen. En
voor den volwassene is de voorraad
onuitputtelijk.
Men kan voor weinig geld zich een
boek verschaffen, 't zij door aankoop,
't zij door gemeente- of particuliere
bibliotheken, om op de hoogte te ko
men van datgene wat men wenscht te
weten.
Voor menigeen kan één boek reeds
eene openbaring zijn.
De ontevredene, de mopperaar, hij
leze Dickens, en de lotgevallen der
arme drommels daarin beschreven,
zullen hem tot de slotsom doen ko
men dat hij het nog zoo kwaad niet
heeft.
Beseft men wel voldoende van hoe
grooten invloed op onze cultuur schrij
vers als Potgieter, Busken Huet, van
Lennep, Cremer en Mevrouw Bosboom
Toussainf zijn geweest?
Leeft Hildebrand's Camera Obscu-
ra niet nog steeds in de herinnering
van allen die dit werk lazen, en den
ken wij aan de daarin getypeerde per
sonen niet vaker dan aan verre bloed
verwanten?
En Multatuli?
Men onderschatte niet den buiten
gewonen invloed op ons denken van
deze groote figuur, die de direct voor
gaande geslachten door zijne prachti-
gecomprimeerde taal als het ware
uit een lethargischen slaap deed ont
waken.
En dan Couperus, van Eeden, en de
andere schrijvers van onzen moder
nen tijd.
Dit wat proza betreft, maar even
belangrijk is de poëzie.
Het is zoo dringend noodig dat in
dezen maferialistischen tijd eenieder
de gelegenheid krijgt om zich met
hand en tand tegen vergroving te ver
zetten, door zich boven zijne sfeer te
verheffen. Gelukkig heeft onze mate
rialistische tijd daartoe de gelegenheid
geschapen. De evolutie op wetgevend
gebied heeft in de eerste plaats „tijd"
gebracht.
gen het geheele land hebben bezet,
en het slechts nog ongeveer een week
zal duren om de enkele troepjes trouw
geblevenen, die er nog zijn, uiteen te
jagen. Hij beweert ook, dat Max met
Karina Valona het land ontvlucht is.
Ik geloof hem niet en wil dat ook
niet doen. Ik weet niet waar Max is,
maar ik ben er van overtuigd, dat hij
bezig is het leger voor zich te winnen
en ten slotte zal triomfeeren.
Ik zon niet den moed hebben lan
ger te blijven leven, als ik dit niet
geloofde.
EEN ONDERHOUD MET MAX.
Ik heb Max gesproken.
Ik kan haast nog niet gelooven, dat
het waar is, want het komt me als een
droom voor.
Wij vonden een onverwachte bond-
genoote in de vrouw, die de villa
schoon houdt. Alles lijkt een sprook
je. Haar naam is Maria. Ze gaf voor
doofstom te zijn en werd door Gulan
in dienst genomen om mij te bedie
nen. Ze heeft twee zoons, die bedien
den in het Paleis zijn geweest en Max
was altijd b.eel vriendelijk voor hen.
Ze zijn hem trouw gebleven en heb
OVERAL VERKRIJGBAAR
Door de beperking in het zakenle
ven, door den korteren arbeidsdag,
door den wekelijkschen halven vrijen
dag wordt aan ieder de gelegenheid
geboden naast lichamelijke ontwikke
ling door sport, zich geestelijk te ont
wikkelen en te ontspannen door lec
tuur.
Bij al het kwade dat de nieuwe tijd
ons bracht, kan de nieuwe levenswij
ze, mits goed toegepast, een zegen
worden voor ons geheele volk. Nie
mand kan voortaan zijne gebrekkige
ontwikkeling wijten aan de omstandig
heden. De omstandigheden zijn gewij
zigd, waardoor thans een ieder voor
zijne ontwikkeling kan zorgen.
Niemand behoeft meer onwetend te
zijn of te blijven.
De meesterwerken der vaderland-
sche literatuur, de vertalingen der
beste werken uit den vreemde zijn
thans binnen het bereik van een ieder.
Men late die gelegenheid niet onbe
nut voorbijgaan.
Dé beschouwing over groote proble
men, vrucht van een arbeid die vaak
een geheel leven vorderde, kan vele
jaren na het heengaan van den auteur,
opkomende geslachten tot steun zijn,
neergelegd in een boek dat een ieder
zich voor een luttel bedrag kan aan
schaffen.
Boeken zijn onze vrienden!
Vrienden die altijd thuis zijn, al
tijd tot onze beschikking, waar wij
ons ook bevinden.
In de stad, op het land, op zee,
overal vergezelt ons de vriend dien wij
op een bepaald moment wenschen te
raadplegen.
Met een boek is men nimmer alleen.
De vrijgezel, de weduwnaar, de een
zame, de schuwe mensch die zijne om
geving ontvliedt, de verlegen mensch
die zich in gezelschap onbehagelijk
voelt, zij allen kunnen zich laten gaan
in tegenwoordigheid van hem wiens
geest tot hen spreekt.
Op ieder uur van den dag kunnen
zij zich tot hem wenden.
Het centrum der geheele beschaving
is het boek.
Door het gereld lezen van goede
boeken worden wij vertrouwd met toe
ben hem gedurende al die vreeselijke
maanden gediend. Een van hen behoort
tot de soldaten, die de villa hier be
waken en de andere heeft een kleine
bakkerij in de Gotwalzwijk in de stad.
Max werkt vermomd in de bakkerij.
Oh, ik moet nu bedaard blijven en
alles nauwkeurig opschrijven. Het ge
beurde op de volgende wijze:
Er werd een plan gemaakt om mij
naar Max te brengen. De bakkerskar
zou me hier komen afhalen en Maria's
zoon wilde mij de gelegenheid geven
de villa te verlaten. Ik moest naast
den voerman op den wagen gaan zit
ten. Ik was verkleed als een meisje
uit het volk. Mijn haar verborg ik on
der een grooten zakdoek, en ik had
mijn gezicht bruin gemaakt, terwijl ik
donkere kleeren droeg met een wit
schort en klompen.
Alles verliep prachtig. Ik was te
opgewonden om veel op andere din
gen te letten. Toch zag ik, dat de
stad een zeer verwaarloosden indruk
maakte en bijna alle gebouwen met af
schuwelijke aanplakbiljetten bedekt
waren. Een daarvan stelde in schreeu
wende kleuren de beeltenis van Gu
lan voor. Er was mij niets meer in
standen die ons geheel onbekend wa
ren, krijgen wij een blik in zeden en
gewoonten van alle standen der maat
schappij in de geheele wereld, verrij
ken wij op aangename wijze onze ken
nis, terwijl wij daardoor komen tot
een eigen levensbeschouwing, en lee-
ren kennen wat voor elk individu zoo
gewenscht is.
Ons zelf!
De burgemeester van Krabbendijke.
De installatie van den nieuw-
benoemden burgemeester.
Zooals gemeld is Maandag Jhr. Mr.
Strick van Linschoten geïnstalleerd als
burgemeester van Krabbendijke. Om
trent de installatie kunnen we nog
de volgende bijzonderheden mededee-
lenNa van s tation Vlake om 1.57 af
gehaald te zijn door den secretaris
dezer gemeente, en aan de grens ver
welkomd te zijn door de beide wet
houders, arriveerde de burgemeester
ten Raadhuize, waar hij opgewacht
werd door den voltalligen gemeente
raad en vele genoodigden en belang
stellenden.
Wethouder Hirdes opende de ver
gadering. Het proces-verbaal van de
benoeming werd voorgelezen, waarna
de heer Hirdes de volgende rede uit
sprak
Alvorens aan U het voorzitterschap
van deze vergadering over te dragen,
acht ik me, als waarnemend burge
meester, verplicht, eenïge woorden
van welkom bij de aanvaarding van
uw ambt als burgemeester dezer ge
meente tot U te richten.
Ik wil U ook vanaf deze plaats, als
waarnemend burgemeester dus, harte
lijk gelukwenschen met uw benoeming
tot burgemeester dezer gemeente.
Ik hoop, dat het ambt, dat U staat
te aanvaarden, U voldoening zal ge
ven. Van mijn kant en ik meen in
dezen ook wel te mogen spreken na
mens de andere leden van den raad
en den secretaris zeg ik U onze
volle medewerking en steun toe, op-
het vooruitzicht gesteld dan een korf
gesprek met Max te kunnen hebben.
De omstandigheden waren te kritiek.
Als ik niet naar de villa terugging,
zou alles uitlekken en werd waar
schijnlijk Max's schuilplaats ook ont
dekt. Op het oogenblik had niemand
echter eenig vermoeden, waar hij zich
bevond. Ik wist niet, wie de voerman
was, en hij sloeg ook totaal geen acht
op mij.
Het is heel moeilijk een beschrij
ving te geven van de ontmoeting. De
bakkerij was gevestigd in een smal,
oud huisje. Ook de straat was heel
nauw, zoodat de heerlijke voorjaars
zon er ternauwernood door kon drin
gen. Een man stond op den drempel,
doch hij gedroeg zich precies, alsof
ik een klant was, en volgde me naar
binnen. De winkel was leeg.
„Meg", zei de man op gedempten toon.
Ik schrok, doch behield mijn tegen
woordigheid van geest.
„Max", fluisterde ik. „Ben jij het
heusch?"
Hij lachte even.
„Kom mee naar de achterkamer. Ik
zal iemand naar den winkel sturen om
de klanten te bedienen". Hij opende
Dagboekblaadjes.
19 NOV. Wij ontvangen de vol
gende motie ter opneming
.De F. F. F. (felle fascisten fede
ratie),
„in algemeene vergadering bijeen te
Kolderhuizen,
gezien het van verheugenden cae-
sarenwaan getuigende optreden van
den heer burgemeester der gemeente
Blokzijl ter gelegenheid van een voet
balwedstrijd in die gemeente tusschen
twee secties balilla, welke wedstrijd
misdadigerwijze op een Zondag werd
gespeeld;
overwegende het wijze en kloek
moedige optreden van zijn onderheb
bende, den veldwachter Hoedemaker,
die de beste tradities van de Neder-
landsche veldwacht hooghield door een
rijke verscheidenheid van klappen uit
te deelen, doch belangrijk minder zélf
te incasseeten (het woord indachtig
dat het zaliger is te geven dan te ont
vangen) en getuigen onder bedreiging
te pressen het tegendeel te verklaren;
„gezien de verslagen van de gehou
den raadsvergaderingwaarin eenige
van zin voor redelijkheid bezetenen
zich het recht aanmatigden, de beslui
ten van Zijn Edelachtbare aan een
bespreking te onderwerpen;
„evenwel met instemming constatee-
rende, dat de heet burgemeester met
de woorden „hoepel op" of termen
in dien geest de vergadering sloot toen
het oogenblik aangebroken was, waar
op hij verantwoording voor het ge
beurde moest afleggen,-
„vernomen hebbende, dat eenige de
zer raadsleden een nieuwe vergadering
hebben aangevraagd, welke de heet
burgemeester heeft toegezegd, met dit
voorbehoud echter, dat de heer bur
gemeester zal gebruik maken van de
leemte in de Gemeentewet, waardoor
hij niet gebonden is aan een bepaal
den termijn voor deze bijeenroeping
„aannemende dat deze vergadering
dus vermoedelijk niet in de tegen
woordige eeuw zal bijeenkomen;
„besluit den heer burgemeester te
benoemen tot eerelid van de F. F. F.;
„noodigt de regeering uit, den Dic
tator van Blokzijl den titel te verlee-
nen van Podesta, met het recht, te
gen personen, die den Zondag tot een
aangenomen dag pogen te verlagen, op
te treden met alle paragrafen van de
vermolmde Zondagswet, artillerie en
wonderolie
„verleent hem den persoontijken ti
tel van Duce, alsmede een zwart
hemd;
„besluit deze motie te publiceeren in
de wereldpers en in het „Blokzijlsche
Dompertje", en gaat over tot de or
de van den dag".
dat we alzoo gezamenlijk mogen werk
zaam zijn in het belang der gemeente
Krabbendijke. Samenwerking toch is
geboden, vooral in dezen tijd van groo
te malaise in den landbouw, welke in
een gemeente als deze zeer drukt,
daar hier de bron van bestaan bijna
uitsluitend de landbouw is. Het is te
hopen, dat God ons voor verdere in
zinking beware.
Mijnheer Strick van Linschoten, U
een deur en ik volgde hem naar een
kleine, donkere kamer, met een laag
afloopend plafond.
Iemand in bakkerscostuum stond op
en nam onmiddellijk de militaire hou
ding aan. Daama salueerde hij en na
een paar woorden met Max gewisseld
te hebben, trok hij zich terug.
Wij waren thans alleen. Het was zoo
donker, dat een kaars aangestoken
moest worden. Het electrisch licht in
de stad is defect en niemand wil in
de Centrale werken.
Ik keek Max aan; hij kon zijnoogen
niet van me afwenden. Oh, dat eene
oogenblik maakte alles goed. Ik zag
zijn heerlijke donkerblauwe oogen en
den zonnigen glimlach weer. Door de
bakkerskleeren leek hij veel grooter.
Het duurde lang, voordat een van
ons beiden sprak. Toen zei ik haastig;
,Max, ik heb geen oogenblik ge
loofd, dat je het land verlaten had.
Ik was er van overtuigd, dat je in je
vaderland bleef en trouw aan het volk
zou zijn".
,Meg", zei hij en er was een vreem
de klank in zijn stem. „Oh, Meg".
Het volgende oogenblik lag ik in zijn
armen. (Wordt vervolgd).