Grinnik-Pilletj es Voor de Huisvrouw. MIJNHARDT's School en kerk ^eebtszakeo. ProvincienieuWs De Engelsche schrijver Chesterton is zeer lijvig van gestaltedaarentegen is Shaw lang en mager. Beiden waren eens met elkaar in druk gesprek. Eindelijk werden eenige minder vriendelijke, sarcastische opmerkingen ge maakt: Als ik zoo dik was als jij1 zei Shaw, dan zou ik me beslist ophangen. Over dat voorstel valt te praten, antwoordde Chesterton zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. Als ik er eens ernstig over mocht nadenken,, zou ik jou als strop gebruiken. ii JII I.'IIJ Je hebt twee nieuwe japonnen be steld. Weet je dan niet, dat ik bankroet ben? Ja, maar de kleermaker niet! j Ij'! Ik hoor, dat je zulke prachtige schilderijen van slagvelden maakt Ja! Ik zou een groep willen hebben. Mijn vrouw, mijn schoonmoeder, mijn twee schoonzusters en mijzelf. Zij: „Heb 'je gelezen, dat er een dok ter is, die een middel 'heeft uitgevonden om een mensch tweehonderd jaar te laten worden. Hij. Wat.is dat jammer, dat ik niet nog vrijgezel ben. Dan kocht ik vast zoo'ln fleschje. Patroon: „Heeft de boekhouder je al gezegd, wat 'je doen moet?"' Bediende: „Ik moet hem wakker ma ken, als u hem roept!"' De marktkoopman 'had gemerkt, dat een landiooper ^al langen tijd op zijn kraam geloerd 'had. PIotseiing zag hij. dat de 'vagebond een dlas wegnam en hij zei: l Heidaar, 'voor dien prijs kan ik de das niet fgeven De landiooper'legde de das weer kalm op zijn iplaats en zei: Nou, 'meer kan ik niet betalen! Een dochtertje ging voor 'teerst mee naar een concert, waar haar moeder zong. Toen ze 'thuis kwamen, vroeg papa Wel, 'hoe is 'tgeweest? Heeft ma mooi gezongen? Neen pa; toen ze klaar was, be gonnen de menschen te schreeuwen en te klappen en ze moest het nog eens over doen. Verzorg uw handen. Heeft U wel eens bij het kleeden voor een feest gewenschf, dat u uw handen weg kon houden? Vond u uw mooie japon toen ineens veel minder mooi, wanneer uw handen er op af staken? De schoonheid en het jeug dige uiterlijk van uw handen zal spoe dig verdwijnen, wanneer ze niet be hoorlijk verzorgd worden. Te veel wa ter en het blootgesteld zijn aan weer en wind doen onze handen het meeste kwaad. Daarom dragen wij leeren handschoenen bij ruw werk en rubber handschoenen, wanneer wij werk heb ting van vreugde en de toejuichingen na Pescade's gymnastische prachttoer, die straks los zou breken, zooals iederen! avond i, Waar was de haak? Het moment was gekomen. Na een paar potsierlijke buitelingen, onderwijl Matifou de klauterpaal in den gordel bevestigde, zou ik dan mijn kunsten vertoonen. Maar, waar bleven ze met den haak? ,jDe haak, de haak". Angstig gejaagd riep iedereen, fluisterend om den haak. Maar de haak was er niet. Groote goden. Wat nu Pa Leur hoorde je achter da oou !issen galmen: „De haak". Ik zag het pérl- soneel heen en weer rennen, maar geen haak. Ik buitelde nog maar eens over mijn kop. Verkocht grapjes (waar ik die van daan haalde, snap ik nog niet.) Mijn broer Frits, die tweede regisseur was en die als Muselman verkleed, de volksmassa leid de, gaf in zijn nerveuse .gejaagdheid een kort bevel: „Allo, vooruit Caro". „Ijiawel, vooruit." Het was de moed der wanhoop. „(Help me vasthouden. Om hem heen. Om Cor heen." commandeerde Frits. De figuratie snapte het. Ze hielpen Cor den stok „boude". Want de stok zwiepte. Groote genade daar ging ik. Ik kon het nog al was ik zeker in twee jaar niet meer tegen de stokken en in de touwen omhoog geklauterd- Precies een aapje op een stokje. Been gekruist om de paal; de armen er om; weer een zetje, weer 'n eindje hooger. Wat was die stok lang en wat was dat platte dak hoog. „Cor" zweet te em hij zei leelijke woorden, die niet |in zijn rol stonden; maar hij zei ze zachtjes; tusschen hijgen en zuchten in. Meelevende figuratie. De figuratie heeft nog nooit zoo mee geleefd als dien avond, en zij hielpen zóó. ben, waarbij de handen voortdurend in het wafer zijn. Een huisvrouw moet bovendien dikwijls haar handen was- schen; dat zal geen schadelijken in vloed hebben, wanneer zij er daarna maar een goede crème op smeert. Ook het uitgaan zonder handschoenen heeft al heel wat mooie handen bedorven; soms moeten ze een maand lang da gelijks behandeld worden, om ze weer goed te krijgen. Gebruinde of met sproeten bedekte handen kunnen blank gemaakt worden, wanneer men ze een tijd eiken avond bedekt met een papje van olijfolie, waarmee twee theelepels havermout, zes druppels Benzoë-tinc- tuur, anderhalf theelepeltje waterstof- peroxyde en twee theelepeltjes citroen sap zijn vermengt. Als het papje eenigs zins op de handen gedroogd is, trekt men er een paar oude handschoenen over aan. Wij herinneren er nog even aan, dat men van deze handschoenen de vingertoppen dient af te knippen voor de ventilatie, terwijl op de palm van de hand een spleet wordt gemaakt. Handen, die door hef ruwe werk ge leden hebben, worden eveneens eiken avond behandeld met een mengsel van: twee deelen olijfolie, één deel witte was, één deel honig, een half deel spermaceti en een achtste deel parfum. Men trekt daarna eveneens geventileerde handschoenen aan. Groote, dikke handen hebben al heel wat verdriet veroorzaakt. De afmetin gen er van kunnen wij natuurlijk niet veranderen, doch wanneer de handen slank en welverzorgd zijn, zal men zien, dat de grootte niet hindert. Wij zullen dus trachten, op de handen een vermageringskuur toe te passen. Natuurlijk kunnen fe dikke of te ma gere handen een gevolg zijn van den algemeenen toestand; dan helpt plaat selijke behandeling natuurlijk niet. Soms ziet men echter dikke handen bij een mager of magere bij een dik figuur. Dan moet plaatselijke behan deling worden toegepast. Te dikke handen worden eens per week gedu rende twintig minuten in een wasch- kom met lauw water gehouden, waarin een theelepeltje Epsomzout is opge lost. Daarna worden ze zorgvuldig ge droogd en gemasseerd met een meng sel van twee deelen alcohol, drie dee len kamferspiritus en drie deelen Eau de Cologne. Bij het masseeren wordt de elleboog op de tafel gelegd en hou den wij den onderarm en de hand recht omhoog, terwijl wij van de vin gertoppen naar den elleboog massee ren met lange, flinke streken. Deze massage kunnen wij zoo noodig om den anderen dag herhalen, zonder hef voorafgaande Epsom-bad. Na het mas seeren wrijve men wat Cold-cream in de huid om te voorkomen, dat deze te sterk uitdroogt. Te magere handen zijn moeilijker fe behandelen; men kan ze echter ge regeld insmeren met een handcrême. Het uiterlijk der handen hangt verder voor een groot deel af van schoone, glimmende nagels, waarvan de maan tjes alle te zien zijn. Velen klagen er over, dat de middeltjes ter verwijde ring van doode nagelriemen niet hel pen. Dit is niet juist; zij werken uit stekend, als men ze maar goed ge bruikt. Men weeke de vingertoppen van fe voren gedurende vijf minuten meemanoeuvreeren, dat de stok vlak bij het dak kwam. Ik zelf riep: „de heilige ooievaars'', toen riep de priester het, maar het volk lag al op den grond en ik lag pl op> hef platte dak. Nee, dat kunnen jullie je toch niet voorstellen, zoon gebrul van gejuich uit de engelbak en een geklap en applaus. Kranige meid. Toen het scherm voor de laatste maal gehaald was, kwamen alle collega's mij feliciteeren. „Kranige meid", zei de groo te Louis en klopte me op mijn rug. Chris tine Poolman zoende me. Pa de Leur haalde nog hoorbaarder dan anders adem en schudde mijn handen. Henri de Vries bood me „wat te drinken" aan. Toen ging ik naar Cor. Die zat op- 4en groote tros touw te hijgen en zich het zweet af te wisschen. Hij keek me aan, zooals een martelaar in het Colisseum tot Nero moet hebben opgekeken en hij zei: Klein mirakel, als je nog 'e zulke kun sten wilt uithalen, waarschuw me dan. Dan zorg ik tijdig, dat ik me wegschmink. Maar toch glimlachte hij daarna, toen hij vroeg; „Hoe komt zoon sprinkhaan zoo zwaar?" De sprinkhaan genoot van de triomf, maar de zenuwen speelden me nog even parten. Want toen mijn broer Frits mij zwij gend even flink de hand kneep, ten toe ken, dat hij tevreden was, toen ik begreep, dat ik werkelijk de situatie gered had( begon ik ineens te brullen van het huilen. Zoo echt lekker te snotteren. Het luchtte op; ik lachte door mijn tranen heen, maar ik moest me als de maan overschminken. Gelooft u, dat dit mijn meest emotie volle toomeelherinnering is?" (Wordt vervolgd.) Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Kiespijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Zenuw-Tabletten. 75ct Maag-Tabletten 75 ct Bij Apoth. en Drogisten in lauw zeepsop en als men ze dan nog even afspoelt met lauw water, zijn zij klaar voor de behandeling. Men zal dan zeker niet meer klagen over geringe uitwerking van hef prepa raat. Bovendien worden de nagelrie men met de handdoek teruggeduwd, eiken keer dat men na het wasschen de handen droogt. Door het geregeld onderhoud der nagelriemen voorkomt men bovendien de vorming van witte vlekken op de nagels. Voor de practische huisvrouw. Te zoute soep. Men kan de fe zoute smaak vermin deren, door de soep nog eenige minu ten te laten doorkoken met een paar schijven rauwen aardappel. Luchtjes aan het servies. Wanneer wij ons servies willen rei nigen van allerlei luchtjes, o.a. van visch, leggen wij in het spoelwater een stukje citroenschil. Het porcelein krijgt er bovendien een mooien glans door. Ketelsteen. Emaille ketels worden gereinigd van ketelsteen, door er onverdunde keu- kenazijn in te koken, waarbij men ech ter voortdurend moet opletten, omdat de azijn spoedig verdampt. Tomaten voor den winter. De tomaten worden van hun stelen ontdaan en loodrecht in tweeën gesne den; het vocht wordt er eenïgszins uitgedrukt, waarna ze in een ijzeren braadpan verwarmd worden, tot ze goed zacht zijn. Dan kan men ze door een zeef drukken. De tomaten-brei wordt in goed gesloten flesschen een half uur nagekookt, waarna men de flesschen in het kookwater laat af koelen. Geconserveerde soepgroenten. Om altijd soepgroenten bij de hand te hebben, snijdt men gelijke deelen selderij, prei en worteltjes fijn en be waart ze met zout in een ïnmaakglas op een koele plaats. Dennenaalden tegen ratten en muizen. In de gaten van hun holen stopt men dennenaalden of kleingesneden dennetakken. De lucht daarvan ver drijft de dieren al spoedig en wanneer men het eenige malen herhaalt, blijven ze voorgoed weg. Men kan zoowel droge als groene dennenaalden gebruiken. Zelf golven van het haar. Naast de huid is het haar het meest beslissend voor het uiterlijk van een vrouw en daarom moet na elke was- sching gezorgd worden voor het goed „zitten" van het haar. Dit hangt voor het overgroote deel af van de golving en wanneer men niet van nature met golvend haar is begiftigd, wordt de uiterlijke verschijning zeer verbeterd door het kunstmatig golven. Wij ge ven hier een succesvolle methode aan, die gemakkelijk thuis kan worden toe gepast. Het haar moet vochtig zijn, dus wij golven na het wasschen, na het haar met een natten kam bevochtigd te hebben of na dit gedaan te hebben met een in warm water gedrenkte en daar na uitgewrongen handdoek, die om hef gladgekamde hoofd wordt gelegd. Daarna wordt het haar besprenkeld met een daarvoor geëigend preparaat; men kan het ook zelf maken, door ':s/l gram Arabische gom en J/g ons borax op te lossen in 8 ons warm water; na afkoeling voegt men er drie ons kam ferspiritus bij. Nu kan het haar ge golfd worden met de gewone kammen, die bij eiken kapper te krijgen zijn. Een belangrijk punt, dat men voor het golven dient te overwegen, is de plaats van de scheiding. Een scheiding in het midden maakt het gezicht lang en het voorhoofd hoog en vereischt een zuiver ovaal gezicht en regelma tige trekken. Een kort gezicht staat gewoonlijk achterover gekamd haar. Als uw gezicht breed is, moet hef haar over de wangen vallen en niet uitstaan bij de ooren; is het daarente gen te smal of te mager, dan is het aan te raden hef voorhoofd bedekt te houden en het haar te laten golven bij de ooren. Verder herinneren wij er u aan, dat bij het golven de tanden van de eerste kam van de scheiding afstaan en van alle volgende kammen naar de scheiding gericht zijn. Natte parapluies. Deze slijten door het strak uitge spannen neerzetten, omdat dan de stof aan te groote spanning wordt blootge steld. Men late ze dus drogen met den top naar boven en slechts half open. Koperen siervoorwerpen poetsen. Het voornaamste is, dat het poets- goed geen krassen maakt. Daarom de voorwerpen gereinigd met een papje van donkere poefs-crème met salmiak waarvoor men een zacht lapje ge - bruikt. Het schoonpoetsen gebeurt daarna met een wollen lapje. Henna is goed voor het haar. Wanneer het haar dof en glansloos is, kan men met goed succes Henna gebruiken, ook voor donker haar. Het is niet schadelijk, doch men doet voor al bij licht haar toch goed, het er niet te lang op te laten zitten. Bij el- ken apotheek kunt u een pakje echte Egyptische Henna in poedervorm koo- pen. Het is het gemakkelijkste, om de drie weken het haar met Henna te wasschen en niet te lang daarna het weer te wasschen. In een halven liter koud water lossen wij een eetlepel Henna en een theelepel borax op en zeven het mengsel door dubbelgevou wen kaasdoek. Het wordt dan op een klein vuur gezet met in kleine stukjes gesneden goede zeep, die ex vlug in zullen smelten. Wij kunnen het dan gebruiken, zoodra het zoover afge koeld is. Het haar wordt vochtig gemaakt met warm water, waarna een flinke hoe veelheid van de Henna Shampoo op het haar gegoten en tot schuim gewre ven wordt. Dit eerste schuim wordt nu zooveel mogelijk met de handen verwijderd, waarna wij opnieuw sham poo gebruiken en tot schuim wrijven. Daarna goed uitspoelen met lauw wa ter en voor de derde maal shampoo gebruiken. Nu bindt men een schoone doek om het hoofd en Iaat de sham poo gedurende vijf minuten inwerken voor zwart, drie voor bruin en ander halve voor blond haar. Nu uitspoelen en het laten drogen. Zoolang het haar nog vochtig is, Tan men het effect nog niet beoordeelen. Wijziging L. O.-wet Ingediend is een wetsontwerp be treffende wijziging van art. 193, vijf de lid der Lager Onderwijswet 1920. Met het oog op de mogelijkheid, dat de Staatscommissie voor de herzie ning van de Lager Onderwijswet 1920, wier rapport, naar de minister ver trouwt, thans weldra kan worden te gemoet gezien, zal voorstellen eene combinatie van een school voor ge woon lager onderwijs en een school voor uitgebreid lager onderwijs onder één hoofd, mits deze scholen te za- men niet meer dan 500 leerlingen tel len, te bestendigen, verdient het z.ï. aanbeveling, dat niet inmiddels een wijziging intrede in den bestaanden rechtstoestand te dezer zake. In het wetsontwerp wordt daarom voorge steld, den werkingsduur van art. 193, vijfde lid, der L. O.-wet 1920 opnieuw met één jaar te verlengen. Het vrije woord gesmoord. De D.-K. en Volksonderwijs. In November '28 had de afdeeling Tilburg van Volksonderwijs aldaar een openbare vergadering uitgeschreven aldus lezen wij in het orgaan der ver- eeniging, welke toen niet kon door gaan, omdat op het laatste oogenblik de zaalhouder weigerde, de reeds ver huurde zaal aan Volksonderwijs te ge ven. Ofschoon hij dit uitdrukkelijk ontkende, werd toen reeds vermoed, dat de R.-K. geestelijkheid hierin de hand zou hebben. De afdeeling liet het er niet bij zit ten en toen de man schadevergoeding weigerde, dagvaardde zij hem in Juni 1929 voor het Kantongerecht te Til burg tot betaling daarvan. Na een langdurige procedure heeft op 29 September j.l. de Kantonrechter de vereeniging in het gelijk gesteld en den zaalhouder tot de gevraagde schadevergoeding veroordeeld. Als getuige werd ook gehoord een der Tilburgsche pastoors; deze ver klaarde ronduit dat hij zelf den zaal houder uitdrukkelijk had verboden, de aangekondigde vergadering te laten doorgaan, omdat de vereeniging een doel nastreeft, strijdig met den Ka tholieken Godsdienst (n.l. het bevor deren van openbaar onderwijs!) Hiervoor is de zaalhouder gezwicht, vreezende en wellicht terecht voor de machtsmiddelen der kerk te genover zijn goed beklant café. De Kantonrechter evenwel liet hef Nederlandsche Recht zegevieren door het beroep van den zaalhouder op overmacht te weerspreken met de vol gende overwegingen: „dat, welken invloed de getuigen (er traden twee geestelijken als getuigen op) ook op den gedaagde mogen heb ben, zij hem niet kunnen beletten de hier door hem gesloten huurovereen komst (van de zaal) na te komen, het geen zij toch zouden moeten kunnen doen, wilde het beroep van gedaagde op overmacht in dezen slagen. Mishandeling. Door hoofdonderwijzer P. J- B., hoofdonderwijzer, wonen de te Helden, stond voor het Bossche Gerechtshof terecht ter zake dat hij op 15 April te Helden opzettelijk den leerling A. G. Peeters heeft mishan deld. De jongen kon de woorden Adriati- sche Zee niet spellen en werd toen door den meester met een liniaal in den hals geslagen. De jongen was met de striemen in den hals schreiend thuis gekomen. De leerling was ook van de school verwijderd en met hem de jongens, die voor de rechtbank te Roermond tegen verdachte hadden getuigd. Verdachte ontkende de mishande ling en ook het feit, dat hij de leer lingen had heengezonden. Ze hadden allen het vaccinatiebewijs gevraagd en dus bleven ze uit eigen beweging thuis. De stiefmoeder van den jongen Pee ters, als getuige gehoord, verklaarde, dat haar stiefzoontje zeer dikwijls door verdachte mishandeld werd, ter wijl de jongen toch niet zoo ondeu gend was, maar alleen wat moeilijk spreken kon, zóó kon hij ook hef woord Slowakije niet uitspreken. Tot de jongens-getuigen had ver dachte gezegd: Je meet maar een an dere school zoeken. Eenige knapen werden als getuigen gehoord en verklaarden voor verschil lende fouten van den hoofdonderwij zer klappen te hebben gekregen. De president vermaande verdachte in geen geval de leerlingen met een liniaal te slaan. Na getuigenverhoor verklaarde de advocaat-generaal tot de overtuiging te zijn gekomen, dat verdachte werke lijk den leerling heeft mishandeld. De eïsch luidde vernietiging van hef vonnis der rechftank te Roermond, die verdachte had vrijgesproken, en veroordeeling tot f 25,boete subs. 25 dagen hechtenis. Provinciale Staten van Zeeland. Uitbreiding van de kanaal havens te Neuzeni opcenten. Voor de op 11 November te openen tweede gewone zitting der Provinciale Staten van Zeeland, zijn de eerste stukken in druk verschenen. Uitbreiding kanaalhavens te Neuzen. Bij besluit van 12 Juli 1912, gewij zigd bij de besluiten van 22 Novem ber 1912 en 11 December 1914 is aan het Rijk eene bijdrage verleend in dc kosten van het maken van los- en laadplaatsen te Neuzen voor f 10.000 per jaar gedurende 12 jaren, te be ginnen 1 Januari 1915. In 1926 heeft de betaalbaarstelling van den laatsten termijn plaats gehad. Thans heeft de Minister van Water staat Ged. Staten in kennis gesteld met het voornemen om van Rijkswe ge de uitbreiding te bevorderen van de tot het kanaal Gent—Terneuzen be- hoorende kanaalhavens te Neuzen met los- en laadgelegenheden en opslag plaatsen, welke inrichtingen niet meer aan de eischen van het tegenwoordige verkeer aldaar beantwoorden; ter be strijding van de kosten van uitvoe ring wordt ook nu een bijdrage uit de Provinciale fondsen gevraagd. De genoemde uitbreiding omvat den aanleg van een drietal havens, bezui den het terrein van de staalfabriek, in beginsel van denzelfden aard als de twee van Rijkswege benoorden die fabriek reeds aangelegde kanaalhavens De noordelijke en de zuidelijke haven zijn ontworpen met een bodemdiepte, welke ze toegankelijk maakt voor de grootste schepen, die door de bestaan de schutsluis, de z.g.n. We»telui#, kun nen binnenkomen. De daartusschen gedachte derde ha ven zal toegankelijk zijn voor schepen met nog grooter diepgang, welke met tertijd door een te bouwen vierde schutsluis het kanaal zullen kunnen binnenvaren. De kosten van dit volledige plan worden geraamd op f9.350.000. Voorshands zou echter kunnen wor den volstaan met onteigening van den grond voor het geheele plan en zou de aanleg beperkt kunnen worden tot de meest noordelijke haven met toe- behooren. Dit havenplan beoogt den aankoop van grond en de vergoeding van opstal ten behoeve van het vol ledige z.g.n. drie-havenplan, alsmede den aanleg van de noordelijke haven van dat plan. Deze noordelijke haven zal geheel voorzien in de behoeften

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina bijlage 2