De crisis in den landbouw.
De Kleine Bazar
I
N° 126
Vrijdag 21 October 1950
117 Jaargang
Dij dit nummer behoort een bijvoegsel.
NU in
Het meisje, dat met
een Koning trouwde
1
Dagboekblaadjes.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,—
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
COURANT
cn Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIËN
van 15 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorin.
Een nabeschouwing van de vergadering der Z.L.M.
een somber perspectief derlandbouw'ersoverwerk
ioozen en over loonsverhoogingenhet conflict in de
typografie in het licht van den economischen toestand.
In de Maandag te Goes gehouden
vergadering van het hoofdbestuur der
Z. L. M. zijn eenige onderwerpen ter
sprake gekomen, en eenige opmerkin
gen gemaakt, die men in ons verslag
van die bijeenkomst weliswaar terloops
reeds heeft kunnen lezen, doch die
we hier gaarne nog eens onder de
aandacht brengen, omdat zij van zeer
groote beteekenis voor de samenleving
in onze onmiddellijke omgeving zijn,
en omdat zij zich zoo bij uitstek goed
leenen voor een korte bespiegeling in
verband met een kwestie, die dezer
dagen in het brandpunt der algemeene
belangstelling stond.
Het hoofdbestuur der Z. L. M. dan
heeft deze week o.a. aandacht gewijd
aan de crisis in den landbouw. Hef
was voor den buitenstaander geen ge
heim dat de landbouw een moeilijke
tijd door maakt, doch dat deze moei
lijkheden zóó groot zijn, dat zij me-
nigen landbouwer de bestaansmoge
lijkheden dreigen te ontnemen, wist
hij vermoedelijk niet. In de vergade
ring der Z. L. M. zijn daaromtrent
eenige staaltjes medegedeeld, die niet
voor publiciteit vatbaar zijn, doch die
beter dan zeer lange betoogen aan
toonden, dat de landbouw in onze
streek voor bijna onoverkomelijke
moeilijkheden staat. Vooral de boeren
die hun bedrijf met kapitaal van an
deren aan den gang houden, bevinden
zich op den rand van een afgrond, daar
zij zich bijna niet meer van hun ver
plichtingen jegens hun hypotheek
houders kunnen kwijten. Zij trachten
nog eenig resultaat te bereiken door
te woekeren met hun uitgaven (bespa
ring op werkloonen, het aanhouden
van eigenlijk zeer noodige herstellin
gen), doch gezien dat ook bezuini
gingen een grens hebben, en dat zij
bovendien zich spoedig wreken op hef
uiteindelijk bedrijfsresultaat, stelle
men zich van die pogingen niet te
veel voor. De ingewijden in de Zeeuw-
sche boeren-bedrijven kunnen thans
reeds op hun vingers aftellen welke
collega-landbouwers dit jaar in finan-
tieelen zin het einde niet meer zullen
halen.
Een boer pleegt gaarne en veel te
klagen, en daarom is de niet-boer
maar al te zeer bereid klachten over
de toestanden in den landbouw met
eenige reserve te beschouwen. Ook wij
hadden die neiging, doch in de verga
dering van de Z. L. M. konden we
voor uw
Tin en Luxe Artikelen
Glas van Leerdam.
67
FEUILLETON
DOOR ALICE HEATH HOSKEN.
Vertaald door Dicky Wafelbakker.
Den geheelen avond zaten wij te
wachten, maar er gebeurde niets. Je
kon als het ware de stilte in de stad
voelen. Ik keek naar buiten over de
tuinen en zag, hoe de mooie toren
van de Kathedraal baadde in den pur
peren gloed van de avondzon, waar
door deze een sprookjesachtig voor
komen kreeg.
De aanblik hiervan bracht mij een
weinig tot rust, want alhoewel deze
een teeren indruk maakte, kreeg ik
toch een sensatie, alsof een groote,
sterke wachter over ons waakte en ons
voor kwaad behoedde.
Toen begon het eensklaps.
Heel in de verte weerklonken stem
men. Het was erg warm en al de ven
sters stonden open. Het geluid van
de voetstappen der enkele voorbijgan
niet anders doen dan de reserve laten
varen. De sfeer der bijeenkomst werk
te daartoe eenigermate mede. Als men
een verzameling bekende landbou
wers, een 30-tal kopstukken van den
Zeeuwschen landbouw, die men al ja
ren achtereen in bijeenkomsten zeer
kalm, zeer weloverwogen en zeer be
zadigd heeft zien beraadslagen, over
een bepaalden toestand tot felle ver
ontwaardiging hoort komen, en plan
nen tot een laaiende protest-mee
ting hoort opwerpendan valt
het moeilijk de veronderstelling dat
de boeren ook thans hun klachten
zouden overdrijven, te handhaven. De
sfeer van de vergadering der Z. L. M.,
een aantal mededeelingen (niet voor
de pers bestemd) door enkele insi
ders gedaan, hebben ons overtuigd dat
de landbouw in Zeeland zulke droeve
en sombere aspecten vertoont, dat een
afschaduwing daarvan dra op de ge-
heele Zeeuwsche samenleving merk
baar zal zijn.
Hoofdbestuursleden der Z. L. M.
hebben in verband met de crisis ook
gesproken over de werkloosheid, van
welke zij in den komenden winter
een sterke uitbreiding verwachten. Ook
over werkloozen werden staaltjes ver
teld (die men ons verzocht niet in de
krant te zetten), welke te denken ge
ven. Reeds lang grieft het den boer
dat in de steden aan werkloozen zon
der onderscheid, uitkeeringen worden
verstrekt, die boven de loonen van
goed willende en goed werkende land
arbeiders gaan, en dat de uitkeering
plaats vindt op een wijze, die den
lust tot werken om het voorzichtig
te zeggen niet steeds aanmoedigt.
Nu de toestand in den landbouw slech
ter en slechter wordt, nemen de grie
ven tegen de werkloosheids-verzorging
zooals die hier te lande wordt be
oefend, meer en meer toe. Hetgeen
bezadigde leden van het hoofdbestuur
over die verzorging meenden te moe
ten opmerken heeft ons doen vermoe
den dat er wellicht een tijd kan aan
breken, waarin de boeren van Neder
land stelling zullen gaan nemen tegen
de huidige uitkeeringen aan de werk
loozen. O.ï. behoeft daartoe de crisis
in den landbouw niet zoo heel veel
bezwarender meer te worden, doch is
het slechts noodig dat de boerenstand
van Nederland elkaar in een geslo
ten formatie voor een politiek doel
zal vinden.
Moeilijkheden brengen menschen
meer samen dan v&orspoeden. De wij
ze waarop de Z. L. M. in haar verga
dering over de slappe houding der
regeering t.o. van den landbouw oor
deelde, en de manier waarop beraad
slaagd werd over een protest-meeting
van Zeeuwsche landbouwers van alle
richtingen doen iemand zich afvra-
gers werd geheel overstemd door het
steeds dichter bij klinkend geschreeuw
Ik vloog naar het balcon, doch Hulda
plaatste zich voor mij.
,Nee, nee!" riep ze uit. „Ze mo
gen U niet zien, Mevrouw. Ze moeten
niet weten, dat hier is. Hoort U
dan niet, dat de menschen woedend
zijn? Er is iets vreeselijks gebeurd.
Ik wist dat dit het gevolg zou zijn; ik
heb het gevoeld".
Nu, ga jij dan kijken en vertel me,
wat je ziet", zei ik. „We kunnen hier
niet met onze handen over elkaar
blijven zitten".
Zij ging op het balcon. Over haar
schouder heen riep ze mij in korte,
afgebroken zinnen toe, wat ze zag.
Eerst trilde haar stem zenuwachtig,
doch geleidelijk werd deze weer kalm.
Het eenige, wat ik kan waarnemen was
het ontzettend lawaai, dat een woe
dende menigte maakte..
Wij wisten maar al te goed, wat dit
beduidde. Een revolutie was uitgebro
ken. Hierna werden op een grooten
afstand schoten gehoord, die steeds
nader kwamen en eindelijk overgingen
in een geregeld geweervuur, waar tus-
schendoor het geschreeuw en het ge
gen of de boeren in Nederland nog
wel ver van de politiek gesloten for
matie verwijderd zijn, die politici hier
te lande als een groote bedreiging
van de huidige politieke constellatie
zien.
Dat de kiemen voor een eenheids
front der boeren tegen een aantal al
gemeene grieven (w.o. de werkloozen-
zorg en de houding der regeering je
gens den landbouw) aanwezig zijn, zal
niemand ontkennen.
Of de kiemen levensvatbaarheid be
zitten weet men niet. Dat hangt van
zooveel factoren af, dat het gewaagd
is zich aan een voorspelling in de
zen te wagen.
Boeren zijn over het algemeen voor
zichtige menschen. Zij kennen de ge
varen, verbonden aan het in het open
baar spreken over de werkloozen, de
troetelkinderen van een groot deel on
zer natie. Boeren uiten In het open
baar dus bijna nooit hun grieven tegen
de werkloozen-verzorging. Dat die grie
ven echter bestaan, en dat zij in me
nig boeren-hart groeienmen kan
er zeker van zijn. De vergadering der
Z. L. M. in het begin van deze week
heeft ons in deze materie eenig in
zicht gegeven.
Nauw verband met de crisis in den
landbouw en met de werkloosheid te
vens houden de loonen. De crisis in
den landbouw toch zal de loonen der
arbeiders in den landbouw doen da
len, althans de wekelijksche inkomsten
der arbeiders doen verminderen, om
dat er minder gelegenheid tot werken
gegeven zal worden. Een vermindering
van inkomsten van de plattelandsbe
volking en een vermeerdering van
werkloosheid ten plattelande staan ver
moedelijk voor de deur in den ko
menden winter. De koopkracht der
bevolking zal verminderen, en deze
zal haar invloed doen gelden op an
dere bedrijven. Om te kunnen voor
spellen dat de crisis in den landbouw
de algemeene welvaart in de naaste
toekomst zal doen dalen, behoeft men
niet de gaven der helderziendheid te
bezitten.
Zeer vreemd om het niet sterker
te zeggen heeft het aangedaan, dat
met een min of meer crisis-achtïge
naaste toekomst in Nederland in het
verschiet, een deel van het leger der
arbeiders den lande in de afgeloopen
weken verontrust heeft met een eisch
tot loonsverhooging, en dat in ver
schillende provincies Ged. Staten ver
hoogingen van de salarissen van ge
meente-ambtenaren ontwierpen. Tegen
algemeene vermindering van inkom
sten hebben de typografen hun eisch
tot loonsverhooging gesteld, de sta
king van het werk als een stok achter
de deur houdend, tegen daling der
gemeentelijke inkomsten en verhooging
der uitgaven van de werkloozen, heb
ben Ged. Staten hier en daar vermeer
dering der salarissen van burgemees
ters, secretarissen en ontvangers ge
plaatst, beide niet begrijpend, dat de
ze tijd allerminst een tijd voor inwil
liging hunner verlangens is.
De plannen van Ged. Staten zullen
we hier verder laten rusten, omdat
het ons slechts te doen was op deze
kreun der gewonden weerklonk.
Ik kan me onmogelijk met juistheid
herinneren, wat Hulda beweerde, doch
het komt ongeveer op het volgende
neer:
,Ik zie een menigte soldaten, allen
gewapend, maar hun uniformen zien
er haveloos uit. Ze dragen bloemen op
hun borst en op hun hoofd en ver
scheidene van hen zijn dronken".
Even daarna riep ze plotseling uit:
„Ze roepen: „lang leve Joira".
Joira Die half-krankzinnige so
cialistische neef van Max, de man, die
te midden der armen leefde en door
sommigen verafgood werd, hoewel hef
grootste gedeelte van de natie hem als
een onschadelijke gek beschouwde
Prins Joira!" riep Hulda weer. „Hij
heeft het gedaan. Het is een revolutie
en hij heeft het volk en het leger op
zijn hand".
Onmogelijk, Hulda", zei ik. „Niet
het leger, want de militairen aanbid
den Max".
Het zingen duurde voort, totdat eens
klaps de stemming van de menigte ver
anderde. De kreten werden heftiger,
dreigender en woedend, maar bet wa
ren voor mij slechts onbegrijpelijke
van vitaminen-arme lever
traan is djTt "KietiiT en smaak
geheel dezelfde zijn niets
verraadt de afwezigheid van de
HOOFD-zr.ik t|w. voldoen
de vitammengehalte. Moe
ders! Wacat U voor risico,
want Gij kóóp
JEOPVI)
„BROC
LEVE]
kerhcid met
firn
PÏTARM"
TRAAN
verkrijgbaar bij alfle Apothekers
en Drogisten egen slechts
gewaarmerkt)
or een Nedcr-
l^eraar in de
d. Univer-
|t, Prof L. K.
evattend ten-
X.— per fle
GEIJKT (df
na onderzoek
landsch Hoo
GezondheidsIe< i
siteit te Utrc<
WOLFF, als
minste:
50 eenheden vitamine A
250 eenhed^nVitamine D
voldoende aan de eischen der
geneeskunde, v^/
BESTELBON v. i flesch
Jecovitol „Brocapharm" ïf 1.-
door Ap./Drog
leverbaar aan Mevr.
Invullen voor tijdige levering.
plaats eenige vergelijking tusschen twee
Ioon-eischen aan te duiden. Meer niet.
Over het conflict in de typografie
echter nog een enkel woord.
De dreigende staking in dit vak kon
voorloopïg worden afgewend omdat de
werkgevers tot verhooging van het loon
besloten, en omdat de werknemers van
hun eischen een en ander lieten vallen.
Het is niet uitgesloten dat het bij
deze wederzijdsche tegemoetkomingen
zal blijven en dat het publiek van de
kwestie, die hef eenigen tijd heeft be
zig gehouden, niets meer zal hooren.
De zaak is voor ons daarmede ech
ter niet afgedaan. Met ons zal me
nigeen zich stellen op het standpunt,
dat hef onder de huidige economische
omstandigheden van de sterke bonden
van geenszins onderbetaalde typogra
fen, onverantwoordelijk was een ver
hooging van loon af te dwingen. Wij
schrijvenexpresselijkde bonden; be
schouwen met opzet de typografen col
lectief, omdat het ons bekend is, dat
niet alle typografen, zoo zij individueel
hadden mogen optreden, zich met de
door de bonden gestelde eischen ver-
eenigd zouden hebben. Het waren de
bonden als machtsorganen, die den
tijd en de omstandigheden met voeten
traden.
Als we de actie van de bonden der
typografen in het licht van de toe
standen in den landbouw zien, als
we aan de actie denken en dan tevens
weer hooren hetgeen in de jongste
vergadering der Z. L. M. over werk
loozen-verzorging gezegd werd, mee-
nen we te mogen vast leggen, dat de
typografen-staking, zoo zij uitgebroken
was, geenszins de sympathie en den
moreelen steun van de samenleving
zou hebben gehad.
klanken. Eenige woorden echter, wefke
voortdurend herhaald werden, kwa
men mij bekend voor.
„Hulda, wat zeggen ze nu?" vroeg ik.
Ze verliet het balcon en stapte de
kamer binnen, en het viel me op, hoe-
bezorgd zij er uitzag.
„Oh, Mevrouw, Mevrouw, kreun
de ze.
„Zeg het me, Hulda", gaf ik op
strengen, bevelenden toon te kennen.
„Ze zeggenze zeggen: „Weg
met den Koning. Weg met Valona".
Toen werd ik vreeselïjk angstig. Op
hetzelfde oogenblik weerklonken op
nieuw kreten, ditmaal geen woedende
of dreigende. Huida's gezicht klaarde
op. Ze snelde opnieuw naar het ven
ster
„Het is wonderlijk", zei ze. „Nu
schreeuwen ze: „Lang leve de Konin
gin". Hoort U het niet, Mevrouw? Ze
wuiven met hun handen, gooien hun
hoeden in de lucht en lachen".
„Ze weten niet, dat ik hier ben",
gaf ik te kennen. Ik wensch een der
gelijke populariteit niet van het ge
peupel, dat komt om mijn man van
den troon te werpen.
Eensklaps kwam er een onuitspreke
24 OCT. Het is merkwaardig, hoe
onze ervaringen en indrukken van over
dag, des nachts worden verwrongen
als in een lachspiegel. Nadat ik de
verslagen van het Rijksdagcircus had
gelezen, droomde ik dat ik een Twee
de Kamerzitting had bijgewoond, in
een parlement, waarin de Bezem-groep
en de communisten ieder een vijfde
ieelte van de zetels hadden ver
overd.
Minister Ruys IV had, der traditie
getrouw, een extra-parlementair kabi
net gevormd en trachtte, te midden
van een geloei van misthorens zijn
program te ontvouwen
De fascisten waren verschenen in
het verboden uniform, bestaande uit
zwart overhemd en kaplaarzen, de
communisten in roode Russische blou
se met gordeh alleen de heer Wijn
koop was verschenen in een lang,
boetekleed, dat hij op last van Moskou
zijn heele verdere leven moest dra
gen. Hier en daar zaten bleek afge
vaardigden in het burgerlijke colbert.
De heer Ruys nam het woord.
„Dames en heeren
Interrupties daverden door de zaal:
Je liegt! Je hebt niets op de tribune
te maken! Weg met het parlement!
Leve Stalin! Heil Mussolini!
De communisten heffen de Interna
tionale aan. De fascisten roeepn drie
maal: „Holland ontwaak!" De socia
listen overstemmen het lawaai door
in koor te zingen:
„De bezem, de bezem,
Wat doe je d'r mee.
Wat doe je d'r mee,
Je veegt er mee,
Je veegt er mee,
De vloer! De vloer!"
De regeering verlaat de zaal. De
communisten roepen haar na .- „Uit
tocht van de kindeten Israel's!"
Na een kwartier schorsing wordt de
zitting hervat.
De heer Braat Landvolk-partij
vraagt het woord voor een motie van
orde. Geschreeuw: Wij verlangen geen
orde! Uitzuiger! Armoedzaaier! Kapi
talist! De boeren hebben het volk
Het laatste woord gaat verloren in het
geklepper van tientallen lessenaars).
De voorzitter heeft het opgegeven
en het veld ontruimd voor den vice-
voorzitter, die gekozen is uit de op
één na sterkste partij, die der fascis
ten. Terwijl elk der fascistische afge
vaardigden zich met een rijzweep in
de hand tusschen twee „burgerlijke"
Kamerleden plaatst, houdt de vice-
president een rede, waarin hij het par
lementarisme afbreekt en de Kamer
leden uitscheldt in de liederlijkste
termen.
Zoo eindigde mijn nachtmerrie.
Maar de nachtmerrie in Duitschland
duurt voort
lijk gevoel van brouw over mij. Ik had
niet hierheen mogen gaan. Het leek,
alsof men mij als een soort strijdleuze
beschouwdealsof zij de namen van
Max en Madame Valona samen kop
pelden en tegenover den mijne stelden.
En mijn komst hier zou dit nog er
ger maken. Oh, we moeten op de een
of andere wijze zien te ontsnappen en
Gritna trachten te bereiken. Ik wil bij
Max zijn als er moeilijkheden ont
staan; dat is het eenige, waaraan ik
thans denk. Wat kwam al het andere
er op aan?
Oh, wat een zottin ben ik geweest!
Het paleis leek geheel en al verla
ten. De paar bedienden vertoonden
zich niet aan ons. Er zal nu ongeveer
een uur verloopen zijn, sinds die rel
letjes plaats hebben gehad.
Wij gingen naar de voorkamer te
rug. Toen wij naar buiten keken be
merkten wij, dat alles nu rustig ge
worden was. Het plein lag bezaaid
met dooden en gewonden. Niemand
scheen zich hun lot aan te trekken.
Het schieten in de verte duurt on
ophoudelijk voort.
(Wordt vervolgd).