Het conflict in de Typografie. De Kleine Bazar N° 125 Vrijdag 17 October 1950 117 Jaargang* Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. NU in Het meisje, dat met een Koning trouwde Hendrikse Go's Bank N.V. de ASSURANTIE MAATSCHAPPIJ de „NEDERLANDEN" van 1845. Kunst School en kerk. ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes f2,— buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgaive: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kieeuwens Ross'Drukkers-en Uitgeversbedrijf 11 ii tn XI- nu Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 cf. per regel. Advertenflën worden aangenomen tot 12 uur voorm. De eischen der werknemers en het standpunt der werkgevers; over twee krachten, die in botsing moeten komen; het loon de inzet; de macht het doel. Zooals wellicht bekend is in 1914 een collectief contract afgesloten fus- schen de werkgevers en de werkne mers in het boekdrukkersbedrïjf. In dit contract zagen natuurlijk beide partijen hun voordeel: het verzeker de de werknemers betere bestaans voorwaarden en het maakte de werk gevers mogelijk het hoofd te bieden aan de concurrentie van de r.iet-ge- organiseerde drukkers, die er steeds op uit waren onder de markt te leveren. Het zakelijk huwelijk tusschen de werkgevers en de werknemers in de typografie is sedert 1914 niet altijd over het pad van rozen gegaan. Inte gendeel, menigmaal heeft het tusschen de contractanten gespannen over het al dan niet verkrijgen, c.q. inwilligen van zekere eischen of verlangens. Dit jaar, op 25 October, zal de ter mijn van het collectief contract op nieuw verstrijken, en, zooals dat wel meer voorkomt, is in den tijd, onmid dellijk aan de beëindiging van het contract vooraf gaande, te kennen ge geven, dat bij hernieuwing der over eenkomst nieuwe voorwaarden gesteld zullen worden. Het zijn in dit geval de werknemers die de voorwaarden op het tapijt hebben gebracht. De voornaamste hunner eischen houdt een loonsverhooging in van 3 cent per uur voor de arbeiders in de ty pografie te Amsterdam en van 5 cent per uur vóór de grafische werkers buiten de hoofdstad. De federatie van werkgeversorgani saties in het boekdrukkersbedrijf, die, zooals we hierboven reeds met een enkel woord te kennen gaven, in de jaren tusschen 1914 en nu, het zake lijk huwelijksjuk hevig op de schou ders hebben voelen drukken (soms zóó erg dat de vraag naar echtschei ding overwogen is geworden) voelen er niet voor aan dezen eisch tot loons verhooging geheel tegemoet te komen. De werknemers bleken, toen hun dit ter oore kwam, niet van zins hun ver langens op te schortenmen ging dus aan het onderhandelen. Dinsdag en Woensdag j.l. hebben beide par tijen vergaderd teneinde een basis voor het nieuwe collectief contract te vinden. De werkgevers boden aan een loonsverhooging van drie cent per uur, geleidelijk in te voeren, de werkne mers handhaafden echter hun eisch voor uw Tin en Luxe Artikelen Glas van Leerdam. 64 FEUILLETON DOOR ALICE HEATH HOSKEN. Vertaald door Dicky Wafelbakker. Ik weet nog, dat ik ternauwernood Max's vingers aanraakte, toen wij de Koninklijke Quadrille dansten, een sta- tigen ouderwetschen dans. Van Ka- rina Valona was niets meer te beken nen. Daarna had het souper plaats, waarna er weer gedanst werd. Nu iedereen zonder masker was, viel het mij eerst op, hoe opgewonden de menschen er uitzagen. Er werd op luidruchtige wijze gesproken, en als iemand lachte verbeeldde ik mij, dat ze elkander vertelden, hoe de Konin gin, Karina Valona met den Koning toevallig in den corridor ontmoette. Wat een grap!Eindelijk naderde het feest zijn einde. Kort van tevoren gaf ik Hulda or der bij mij in mijn vertrekken te ko men en wisselde ik even nog een paar woorden met Arthur. Den volgenden morgen moest hij weer vertrekken, van vijf cent per uur, eveneens gelei delijk in te voeren. Men kwam dus niet nader tot el kaar, en zooals de zaken er nu voor staan, ziet het er ook niet naar uit, dat de beide partijen elkaar vóór 25 October a.s. zullen vinden. „Wat dan", vraagt de niet ingewijde lezer zich wellicht af. Het antwoord luidt: „Vermoedelijk een arbeidsconflict, of te wel: een staking". En dan een staking zooals Neder land die nog nooit binnen zijn gren zen heeft gehad. De meeste stakingen gaan den buitenstaander vrijwel voor bij; bij de staking die nu dreigt zal iedereen min of meer betrokken wor den, omdat zij zich zal uitstrekken tot de drukkerijen, waar de couranten, nieuwsbladen, periodieken enz. ge reed worden gemaakt. Het is echter niet alleen het feit dat de bladen er bij betrokken zullen worden, hetgeen de thans dreigende staking van zulk een groote importan tie doet zijn. Er is meer. De arbeiders in de ty pografie zijn vereenigd in bonden, die in finantieele kracht weinig voor den om zijn rijkdom bekenden bond van diamantbewerkers onder doet. Achter de typografie staat een weerstandskas van enkele millioenen, en zoo deze kas uitgeput mocht raken dan kan bij zustervereenigingen om hulp worden aangeklopt. Het is de finantieele kracht van den typografenbond die mede de thans dreigende staking een grootere betee- kenis verleent dan de stakingen die we tot nu toe in ons land gekend hebben. Tegenover de sterke typografen staat de eveneens hechte federatie van werkgevers-organisaties in het boek drukkersbedrijf, die dezer dagen voor de keuze zal worden gesteld: „Ver hoogt het uurloon der arbeiders met 5 cent ofaanvaardt de konse- kwenties, aan een weigerende houding noodwendig verbonden", die te kiezen zal krijgen tusschen toegeven aan een eisch, die haar bijna met hef mes op de keel gesteld wordt en tusschen hef gevecht om de macht. Het zou ons te ver voeren hier uit een te zetten welke factoren zooal, reeds jaren achtereen, hebben aan geduid, dat het ééns tusschen de werk gevers en de werknemers in de typo grafie tof een botsing komen moest. Laten we er alleen van zeggen, dat de groote kracht van de 'bonden der werkgevers een van deze factoren was. Het is o.i. dan ook in hoofdzaak over deze kracht, (die voor de werk gevers reeds in vele gevallen tot zeer moeilijke situaties heeft geleid), dat daar zijn verlof verstreken was. „Vertel me eens: weet iedereen het?" vroeg ik hem. Hij zag er zeer ontdaan uit. „Zeg me de waarheid, Arthur", drong ik aan. „Ik ben bang, dat het algemeen be kend is", antwoordde hij en voegde er toen woedend aan toe: „Groote God, ik zou dien kwajongen een af rammeling willen geven. Dat verdient hij ten volle". „Toe, Arthur, praat er nu maarniet meer over", zei ik. „Hoe kan ik weggaan en jou hier zoo achterlaten?" zei hij op wanho- pigen toon. „Je moet je over mij niet bezorgd maken. Ik zal er vanavond nog eens over denken, doch ik geloof, dat ik onmiddellijk naar Engelland terugga". „Dat is het beste, wat je doen kunt", zei hij. „Het hindert niets als er een schandaal uit voortkomt. Men kan van geen enkele vrouw verwachten, dat ze met zooiets genoesjen neemt". „Ja Arthur", her.ha.alde ik, „ik ge loof, dat ik dadelij,k naar huis ga". „Wat zou ik er niet voor over heb ben, morgen niet wesj te hoeven gaan", zei hij weer. We namen afscheid van elkaar. Hij Waar anders de loskaden zijn. De Waal voor Nijmegen is onverwacht sterk gestegen, zoodat vele plaatsen zijn ondergeloopen, zeer ten onge rieve van het verkeer. Van de loskaden is niets te bespeuren dan enkele geïsoleerde huisjes. De jeugd heeft wel schik in het geval. het conflict in de typografie, zoo- hef inderdaad uitbreekt, woeden zal. Niet zoozeer over de verhoog ing van hef loon. Hoewel deze niet zonder betee- kenis moet worden geacht, en of schoon men zich kan afvragen of de toestanden in het boekdrukkersbedrijf een nieuwe belasting kunnen door staan, en of in dezen tijd van nade rende loonsverlagingen een loonsver hooging voor de typografen wel ge heel gewettigd is, kan men de eisch van meer loon beter als aanleiding dan een oorzaak van het conflict be schouwen. Wij zien de macht tusschen de werk gevers en werknemers in de typogra fie tevens als inzet van de dreigende staking. Dat het conflict, zoo het werkelijk ingeluid wordt, met man en macht doorgevoerd zal worden, staat te voor zien. In een interview met het „Volk" zei de heer B. Ponstein, hoofdbe stuurslid van den Algemeenen Ned. Typografenbond n.l. o.m.: „Wij zijn ons er ook volkomen van bewust van hoe diep ingrijpende be- teekenis een algemeene bedrijfsstaking is. Wij zijn er dan ook geenszins be lust op, maar blijkt het noodzakelijk, doordat de werkgevers zelfs onze be scheiden eischen niet wenschen in te willigen, dan zullen wij er niet voor terugdeinzen. En indien het parool tof staken wordt gegeven door de geza menlijke besturen, heb ik het vaste vertrouwen, dat onze goed gediscipli neerde troep dat parool trouw zal volgen". Gehoopt wordt dat de worsteling in de typografie, die voor een der beide partijen, zoo niet voor beide, een zeer emstigen afloop moet heb ben, alsnog voorkomen kan worden. Wij helpen het gaarne hopen, hoewel het voor ons vast staat dat een uit stel in dit geval geen afstel beteekent. Ontstaat het conflict dit jaar niet gaf mij een vasten, stevigen hand druk Ik voelde, dat een man mij liefhad, doch dat hij edel genoeg was zijn liefde opzij te zetten om mijn vriend te kunnen zijn. Ik liet me door mijn kameniers ont- kleeden en sloeg «en négligé om. Het was ongeveer twee uur in den morgen. Ik liep het vertrek op en neer en dacht na over hetgeen mij te doen stond. In mijn hart had ik echter reeds lang een besluit genomen. Ik kookte van woede, maar was uiterlijk heel kalm. Tegen vijf uur schelde ik mijn ka meniers en vroeg hun Gravin Hulda te willen roepen. Ze verscheen direct, daar ze vreesde dat ik ongesteld was geworden. „Ik ga onmiddellijk naar Vesteral", deelde ik haar mede. „Ik wilde, dat u per telefoon een extra trein voor mij bestelde. Zeg den stationschef er voor te zorgen, dat deze precies om zeven uur gereed staat". Ze zag er doodelijk verschrikt uit, doch ik bracht haar aan het verstand, dat mijn plannen vast stonden en ver langde, dat mijn instructies opgevolgd werden. Ze verdween en keerde terug, ge kleed in wandeltoilet. Ze wilde met mij meegaan, doch ik probeerde haar dan zal het een jaar, of enkele jaren later uitbreken. Want men zal toch binnen af zien- baren tijd willen zien uitgemaakt wel ke macht voor de andere macht dient te bukken. De beide partijen in dit huwelijk zijn door hun karakter aan de grens der echtscheiding gekomen. GOES. Agentschap van Vertegenwoordiger A. A. DE BUCK, Emil Jannings in ons land. Zondag te Den Haag. De filmacteur Emil Jannings, die 20 October in Den Haag, Dinsdag- en Woensdagavond in den Amsterdam' schen Stadsschouwburg en 23 October in Utrecht optreedt in „Geschaft isf Geschaft", zal Zondag 19 October te kwart voor één 's namiddags in Den Haag aankomen. Woensdagnamiddag 22 October, zal de beroemde filmspeler in het Rem brandt Theater te Amsterdam een ver tooning bijwonen van zijn nieuwste ge luidsfilm: „Der Liebling der Götter". Het Leger des Heils. De „News Chronicle" meldt, dat de Hooge Raad van het Leger des Heils, die in November bijeen zal komen, voor een nieuwe crisis zou komen te van dit besluit af te brengen. „U zou daardoor misschien in moei lijkheden komen", zei ik tot haar. „Ik ga weg. U is natuurlijk op de hoogte van hetgeen er gisterenavond gebeurd is. Het heele paleis weet het trouwens. Ik werd openlijk door den Koning be- feedigd, die Madame Valona in het paleis had gebracht. Ik weiger hier langer te blijven". Ze stond op om mij te vergezellen. Daar zij begon te schreien, stemde ik er ten slotte in toe haar mede te nemen. Samen pakten we een paar hand koffers ,die wij !n een kast van mijn kleedkamer vonden. Ik nam de juweelen, welke mijn persoonlijk eigendom waren, en die in een afzonderlijke brandkast gebor gen werden, mede. Alle sieraden, die aan het land toebehoorden, of degene die Max mij gegeven had, liet ik achter. Hulda was buitengewoon zenuwach tig en angstig, waardoor zij mij meer last dan hulp gaf. Ze legde evenwel zulk een welgemeende genegenheid voor mij aan den dag, en was blijk baar zoo verlangend mij te vergezel len, dat ik haar niet wilde teleur stellen. "Dagboekblaadjes. 17 OCT. Er wordt weer eens wat moois verteld van St. Buraaucratius. In Hongarije moeten zekere catego rieën van gepensionneerden bij de op neming van hun pensioen steeds een bevestiging van den burgemeester hun ner geboorteplaats overleggen, dat zij inderdaad leven. Nu was een gepen- sionneerde langen tijd ziek, in var band waarmede hij eerst na eenige maanden er toe kwam zijn pensioen te halen onder overlegging van het be trokken stuk over de laatste maand. Daarop werd hem zijn pensioen over die maand uitbetaald, onder bijvoe ging, dat, wanneer hij volgens voor schrift, bewijzen kan, dat hij ook in de voorafgaande maanden geleefd had, hem ook over die maanden het pen sioen zou worden uitbetaald. Hoe zoo'n onderhoud plaats heeft, kan men zich ongeveer indenken: Hebt u de verklaring van den burgemeester meegebracht Jawel, asjeblieft. Uit deze verklaring blijkt al leen, dat u de laatste maand geleefd hebt. In welks wereld hebt u de vo rige maanden vertoefd In het ondermaansche natuurlijk Natuurlijk, natuurlijkniets is natuurlijk. Natuurlijk is alteen de verklaring van den burgemeester 'En die hebt u niet. Kunt u bewijzen, dat u vóór deze maand ook geleefd hebt Heeft iemand u gezien Nee, ik was alleen thuis en lag te bed. Dat is verdacht. Ja maarhoe zou ik dood hebben kunnen zijn als ik nu leef? De wet is de wet en u 'moet niet brutaal worden, want daar maakt u uw zaak niet sterker mee. Ik zal dus moeten bewijzen U zult moeten bewijzen, dat u de vorige maanden in leven bent ge weest. En als ik dat niet bewijzen kan... Dan bent u dood geweest. Een middenweg tusschen leven en dood kent de wet niet. Maar als ik verleden maand dood was, dan zal niemand mij geloo- ven als ik zeg, dat ik nu weer leef! Zeer juist, en dan zult u moe ten zorgen, binnen drie dagen begra ven te zijn, als u niet wilt dat uw fa milie een zware boete oploopt staan. Miss Evangeline Booth, het hoofd der invloedrijke sectie van hef Leger in Amerika, zou een ingrijpend plan tot hervorming van het Leger hebben opgemaakt, dat naar men ver wacht voor generaal Higgins onaan vaardbaar zou zijn. Men vermoedt.dat Evangeline Booth zelf naar Londen zal overkomen om het te verdedigen. De generaal heeft wel afstand gedaan van de vroegere rechten van den op- perleider om zijn opvolger te benoe men en met uitsluiting van alle ande ren de fondsen van het Leger te be- heeren; ook zou er een leeftijdsgrens voor den generaal worden bepaald. Miss Booth zou echter veel verder Tegen half zeven stond de auto voor, welke ons naar het station zou bren gen. Behalve de bedienden was er nie mand meer in het paleis op. Ik ver moed, dat Max rustig lag te slapen. Generaal Mordon, de dienstdoende adjudant van Max, bevond zich even wel in de hall. Hij is een oude man en het leek, alsof hij zich in allerijl in zijn uniform had gestoken. Ik weet niet, hoe het kwam dat hij van mijn vertrek op de hoogte was, maar hij scheen geheel in de war te zijn. Hij is een vriendelijke oudeheer, doch volgens mij een zeer zwakke persoonlijkheid. Het eenige wat hj dan ook deed, was met een angstig ge zicht voor mij te buigen en te vra gen, of ik hem wilde toestaan Zijne Majesteit te gaan wekken. „Ik word voor een zeer dringende kwestie naar Vesteral geroepen, Ge neraal", zei ik. „Het is volstrekt niet noodïg Zijne Majesteit in zijn nacht rust te staren. Ik reis incognito en wensch dit streng in acht te nemen". Ik voegde dit er aan toe, daar ik be merkte dat hij aanstalten maakte mij naar het station te begeleiden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina 1