BIJVOEGSEL VAN DE GOESGHE COURANT
De muiterij op de „Potemkin".
De Kleine Bazar
NU in
Het meisje, dat met
een Koning trouwde
Op Jtijm.
Film-Varia
VAN VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1930
Persoonlijke herinneringen door B. Alexejew.
De grootste gebeurtenis uit de voorgeschiedenis der Russische
revolutie is de muiterij op den pantserkruiser Potemkin, die 25
jaar geleden plaats had.
Wij zijn in de gelegenheid een authenthiek verslag van deze mui'
terij te brengen van de hand van een ooggetuige, welke aan
boord van den Potemkin den rang van luitenant ter zee be
kleedde.
De Russische film Potemkin heeft ons met de historie dezer
muiterij bekend gemaakt. Men zal echter bij lezing van Alexe~
jew's artikel bemerken, dat het filmverhaal een wat eenzijdige
belichting van deze merkwaardige gebeurtenis geeft.
Ik was in het jaar 1905 als jong luite
nant ter zee ingedeeld bij de keizerlijk-
Russische Zwarte-vloot. Mijn schip was
de pantserkruiser „Fürst Potemkin''.
Toen ik ongeveer een maand aan boord
was, begonnen de matrozen te klagen
over slecht eten en slechte verpleging.
Zij beweerden, dat zij in de grutten zand
hadden gevonden en beklaagden zich over
te kleine porties. De pantserkruiser ver
liet de haven van Sebastopol en zette
koers naar Odessa. In Odessa werd
versch proviand ingenomen. Het vleesch
was door den scheepsarts onderzocht ge
worden en goedgekeurd. Twee dagen later
toen wij juist aan het middageten zaten,
vernamen wij een heftig geschreeuw op
het dek. Trommels werden geroerd en
commando's weerklonken. Ik snelde aan
het dek en trof daar den kapitein, aan,
omringd door matrozen. De kapitein be
val de namen der matrozen, die, zooals
ik later vernam, hadden ge-weigeld van de
soep te eten, omdat het soepvleesch vol
gens hen bedorven was, te noteeren. Een
der matrozen, verontwaardigd over dit
bevel, dreigde den kapitein met zijn ge
weer en riep uit: „Ik zal je laten ophan
gen!" De toestand scheen buitengewoon
ernstig te zijn. Plotseling weerklonken
meerdere schoten en wij zagen, hoe een
aantal officieren door matrozen in zee
geworpen werden, waar zij wanhopig met
de golven worstelden, terwijl de matro
zen op hen schoten. De kapitein beval mij
in het wapenruam post te vatten. Ik ging
naar beneden, doch direct legden eenige
matrozen hun geweer op mij aan. De kwar
tiermeester Matjoeschenko hield Uien ech
ter tegen en zei: „Weest U maar kalm,
wij zullen U niet dooden!" Op hetzelfde
oogenblik verscheen er nog een andere
officier, luitenant Ton, onder de opge
wonden matrozen op het dek. Ook tegen
hem zeide Matjoeschenko: „Weest U
maar kalm! waarop de luitenant ant
woordde: „Wees jij zelf kalm, ezel!*"
Matjoeschenko legde zijn hand op de
schouderbedekkingen van Ton en brulde:
,jWeg met die ramgteekens!" „Jij hebt
ze mij niet gegeven!" schreeuwde Ton
terug. Op hetzelfde oogenblik trok Mat-
ioeschenko zijn revolver en vuurde op- den
luitenant, die dood ineen zakte. Intus-
schem had men op het dek ook reeds den
kapitein vermoord.
Wat nu te doen? Ik verzameldie de
manschappen om mij heen, om verder©
stappen met mij te bespreken. De matro
zen deelden mij mede, dat zij mij met
algemeen© stemmen tot kapitein van den
voor uw
ITin en Luxe Artikelen
Glas van Leerdam.
55
FEUILLETON
DOOR ALICE HEATH HOSKEN.
Vertaald door Dicky Wafelbakker.
„Hij ïs in een vijver gevallen, toen
hij een van die vreemdsoortige witte
hazen achtervolgde. Je weet, hoe hij al
tijd met hart en ziel in het jachtver
maak opgaat. Hij is zich nu gaan ver-
kleeden."
„Oh", zei ik kalm. In Arthur's stem
lag een klank, welken ik meer ge
hoord had als hij over Max sprak. Ik
kan het niet beschrijven, doch eens
klaps werd ik erg verlegen.
Het leek, alsof hij dingen verborg,
niet op zijn gemak was, en ook
alsof hij liever in het geheel niet over
hem wilde praten. Ik weet niet, of
het veroorzaakt werd door den mooien
avond, of dat het de reactie was van
die afschuwelijke scènes met de Ko
ningin-Moeder en Karina Valona, maar
plotseling verloor ik al mijn zelfbe-
heersching en barstte in snikken los.
Arthur gooide zijn sigaar weg, en
terwijl hij rechtop heel dicht naast
me stond, lag er er iets onbuigzaams
pantserkruiser benoemd hadden. „Br©ng
ons naar Odessa!" eisebten zij. Er bleef
niets anders over, dan het commando van
de muiters over te1 mem-Cu om hen zoo/van
andere domheden terug te houden. Men
gaf mij de scheepskas in beheer, welke
ruim 24.000 roebel aan goud en papieren
bevatte.
Den volgenden dagg bereikten wij
Odessa. Een boot met gendarmen kwam
langszij, maar de matrozen riepen hen
toe: „Keert direct terug!", wat zij on
middellijk ded'en. In Odessa scheen hel
bericht van het oproer als een !oop~n
vuurtje rond te gaan. Ontelbare bootje;
met particulieren, waaronder een groot
aantal studenten, voeren om den kruis©)
heen. Twee revolutionairen slopen op het
schip en namen d© leiding in handen. De
een was lid van de Russisch sociaal
revolutionaire partij, een man, die den
schuilnaam Kyrill had aangenomen, maar
in werkelijkheid Bschsesowsky heette, de
andere was een zekere Feldmann. De
revolutionairen trachtten d© manschappen
over te halen Odessa te beschieten. De
tijd was aangebroken, verklaarden zij
om de stad te bemachtigen en d© Czaristi-
sche troepen t© verdrijven.
Odessa zou dan een steunpunt kunnen
worden van de revolutionair© pairtij in den
komenden burgeroorlog tegen het czaris
tisch régime. Ik praatte het den matrozen
uit het hoofd, zich tot zulke groote stap
pen te laten verleiden, en verzocht hun\
de nog op de pantserkruiser achterge
bleven officieren in vrijheid te stellen
.Mijn verzoek werd ingewilligd, maar mij
lieten de muiters niet aan land gaan.
Den volgenden morgen kwam een de
putatie van studenten aan boord van de
.vPotemkin" en verklaarde, dat de Cza-
rentroepen direct zouden ov©rloopen naar
de revolutionairen, zoodra deze het vuuir
op de stad zouden openen. Een deel van
de bemanning was vóór het bombarde
ment, het ander© deel ertegen. Ik stelde
haastig een compromis voor, n.l. om drie
schoten piet los kruit af te vuren, hetgeen
tenslotte werd gedaan. Nauwelijks was
het laatste blinde schot afgevuurd, toen
er nog een s©hot kraakte en een granaat
in de stad sloeg. Het was de kwartier
meester Matjoeschenko, die op eigen
houtje de beschieting der stad had onder
nomen. Er werden nog enkele scherpe
schoten afgegeven, doch het meer beza
digde deel d©r bemanning verhinderd©
door een energiek optreden een verder
bombardement. De pantserkruiser bleef
op de reed© van Odessa wachten op de
ontwikkeling der gebeurtenissen.
Reeds vroeg in den morgen van den vol
genden dag verseheen er aan de horizon
een vloot van 5 groote slagschepen, en
verscheidene kanonneerbooten. Wij ont
vingen een door admiraal Wischnewetzk
onderteekend telegram, van den volgenden
inhoud: „De Zwarte 'Zee-vloot is zeer
getroffen door Uw gedrag. Laat d© te
genstand varen. Een berouwvol hoofd
en vastberadens in zijn heele houding
Zijn stem klonk gesmoord.
„Meg, je voelt je ongelukkig
zei hij. „Ik kan niet helpen, dat ik
dit maar al te duidelijk zie. Het is
nutteloos dit te ontkennen. Het is een
vervloekte geschiedenis".
Dit laatste werd zoo heftig gezegd,
dat ik hem verbaasd aankeek. Arthur
was zoo vriendelijk, hartelijk en aar
dig voor me geweest. Wij hadden sa
men een heerlijken tijd doorgebracht,
en zulke verrukkelijke wandelingen ge
maakt. Tijdens zijn ziekte is mijn ge
negenheid voor hem steeds sterker ge
worden. Ik had echter nooit ver
moed, dat hij zich alles zoo ernstig
zou aantrekken en zich op die ma
nier kon opwinden.
„Och, praat er alsjeblieft niet meer
over", zei ik, terwijl ik mijn oogen
afveegde. „Ik ben een idioot; ik heb
wat heimwee dat is alles".
„Nonsens, Meg", ging hij voort.
Denk je nu heusch, dat ik blind
ben?"
Een sterke emotie had zich van hem
meester gemaakt, anders zou hij nooit
op een dergelijke wijze gesproken heb
ben. Zooals de meeste Engelschen toon
de hij zelden, wat er in hem omging.
,Het is monsterachtig", vervolgde hij
met onderdrukte woede. „Meg, ver
geef me, dat ik er over spreek, maar
OA/A/C5"/V
wordt ook door het zwaard gespaard.'"
De bemanning van den pantserkruiser
antwoordde: „Wij verzoeken den admi
raal om persoonlijke onderhandeling.''
Maar de vloot verdween weer uit het ge
zicht. Ik was intusschen op bevel van
Matjoeschenko uit mijn commando ont
zet geworden. De leiding van het schip
was in handen gegeven van een soort
commissie, waarvan ook de beide revo
lutionaire agenten deel uitmaakten. Den
volgenden dag kwamen te Odessa twee
pantser schepen binnen. Het waren de
.jTwaalf apostelen" en d© „Heilige
George". De bemanning dezer schepen
begroette ons met een;, hartelijk „hoera".
Ook deze beide kruisers waren in han
den van muiters- De officieren werden aan
land gebracht. De beide agenten, die bun
kwartier op ons schip hadden opgeslagen
begaven zich naar de beide andere sche
pen en hielden daar ophitsend© redevoe
ringen. Zoo verliepen er eenige dage
Toen ik den derden dag in mijn kajuit
zal, hoorde ik plotseling den uitroep
„De Heilig© Ge org©'' verlaat de ree-
de!" Ik liep naar buiten, maar viel daai
plotseling, waarschijnlijk tengevolge van
de inspanning der laatste dagen, in on
macht. Toen ik drie uur later weer bij
kwam, bevonden wij ons in volle zee en
ik hoorde, dat wij koers zetten naar Roe
menië. Wij bereikten Constantza, waar wij
een saluutschot losten, dat niet werd be
antwoord. Den volgenden dag voeren wij
verder. De commissi© scheen zonder
eenig redelijk overleg te werk te gaan,
Wij voeren heen en weer als de „Vlie
gende Hollander", zonder een gepaald
doel voor oogen. Kort daarna het bericht
„Wij gaan terug naar Feodosia in de
Krimi" Onderweg werd een rood© vlag
met de woorden .„Vrijheid, Gelijkheid
Broederschap", gemaakt en toen de krui
ser de haven van Feodosia binnenliep
werd deze roode vlag geheschen.... het
was de eerst© maal, dat een roode vlag
op een schip van d© Keizerlijke Russi
sche vloot wapperde. De bemanning ver
langde de'n burggemcester der stad te
spreken deze kwam aan boord en leverde
tenslotte de benoodigde levensmiddelen,
waaronder vier koeien en 400 zakken
meel.
Ook 'hier werd de vraag overwogen, of
het aan te bevelen zou zijn de stad te
bombardeeren. Ik zag, dat de bewoners
van Feodosia in allerijl hun stad verli©
ten. De bemanning van den kruiser wist
echter niet meer wat zij wilde. Er werd
beraadslaagd. Het meerendeel der ma
trozen was er voor om naar Roemenië te»
koersen en zich daar in veiligheid te
brengen. De agent, kameraad Kyrill
trachtte hen te overreden, aan de Kau
kasische kust te landen, daar den kruiser
in de lucht te laten springen en d© op
standelingen in den Kaukasus te helpen.
In den Kaukasus was n.l. een opstand
uitgebroken tegen het czaristisch bewind
Maar de bemanning wilde op d©ze voor
stellen niet ingaan en verkoos de vlucht
naar Roemenië.
Kort daarop voer de pantserkntiruisc®
voor de tweede maal de haven van Con
stantza binnen. De commissie gaf d© har
veninspectie te kennen, dat zij de pant
serkruiser zou overgeven, mits men er
voor instond, dat geen der opstandelingen
ik kan het nïet helpen. Ik houd het
niet langer uit je zoo ongelukkig te
ten zien. Ik bedoelik ben bang:
dat je het mij erg kwalijk zult nemen,
omdat je toch zoo flink en dapper
bent, en je hebt nooit met een enkel
woord geklaagd."
.Arthur", zei ik plotseling, „er is
niets te vertellen".
,Ik kan het niet aanzien, dat je op
deze manier behandeld wordt", ging
hij voort. „Het is afschuwelijk, dat je
een dergelijk iets moet verduren".
Ik was zoo in de war, dat ik me
zelfs niet kon gedragen, alsof ik niet
begreep, waarover hij sprak.
„Arthur", zeide ik. „Het is volko
men nutteloos".
Je moet het niet langer dulden".
Hij praatte heel vlug, alsof hij het
zelf verschrikkelijk vond dit te moe
ten zeggen. „Meg, het brengt mijn
bloed aan het koken. Ik weet niet of
ik den moed zal hebben weg te gaan
en je hier alleen achter te laten".
,Wat moet ik dan doen, Arthur?"
vroeg ik opgewonden. „Ik kan niet
naar huis teruggaan. Denk eens aan
het schandaal en al de menschen, die
er bij betrokken zouden worden". Ik
wendde niet voor hem niet te begrij
pen. Waartoe zou dit trouwens die
nen?
„Je moogt het niet verdragen", her
aan Rusland zou worden uitgeleverd. De
autoriteiten gavein toe en wij begaven ons
aan land. Een deel der matrozen,, ongeveer
48, besloot naar Rusland terug te keer©n.
Later mei Jen zich nog velen vrijwillig bij
cle Russische overheid aan.
Zoo eindigde een avontuur, dat, wan
neer het beter georganiseerd ware ge
weest, zeer verstrekkende gevolgen had
kunnen hebben.
Wanneer de daden der opstandelingen
door een eenparige gedachte, één sterke
wil, geleid waren geweest, dan zou de
Russische Czarentroon 1 misschien ree^s
in 1905 zijn gevallen, terwijl het bolsje
wisme een gevolg van de desorganisa
tie, die door den wereldoorlog in dit reus
achtige rijk ontstond aan Rusland waar
schijnlijk bespaard was gebleven.
Honderd Chorus-Girls gevraagd.
- Dat meisje met die groene blouse
en de blonde, daar links.
Sammy Lee leider van de dansensem
bles der Metro Goldwyn Mayer laat zijn
blikken nogeens gaan over de lange rij van
meisjes voor hem, keert zich dan tot zijn
secretaris en vraagt:
Hoeveel nog?
Vier... dan bent u aan de honderd
toe.
Nog ,eein inspectie. De blik van den
expert dwaalt langs gezichten en beencn.
De meisjes kijken in gespannen verwach
ting... wie zal hij kiezen. Maar Lee
blijft zwijgen. Zegt dan ineens:
Misschien een volgenden keer,
meisjes... nu niet!
Teleurstelling op alle gezichten. D©
spanning verdwijnt als bij tooverslag. De
gesprekken worden hervat. Boos zijn ze
niet, dat Sammy Lee haar niet wil en
gageerein... ze weten het maar al te go©d,
dat dè kans klein, is ^n morren niet, als
het wéér mis is. De risico van 'tvak.
Lee glimlacht als het troepje met veel
lawaai naar de kleedkamers gaat. Een
handbeweging naar e©n van zijn helpers,
een blik op een klok.
'tValt niet mee, zegt hij dan tot
zijn interviewer, om honderd1 dansmeisjes
te vinden. Ik ben nu al drie dagen be
Telkens e©n groep van vijf en twintig. Als
ik er meer dan drie uithaal is het veel.
Maar... ik ben aan de 96e toe..w 't grootste
leed is nu geledien.
Terwijl Lee praat komt een nieuw ge
zei schap schoonheden ten tooneele. E©n
assistent van het plaatsings-bureau gaat
voorop en zet ze op een rij. De meisjes
staan daar in allerlei houdingen, klein
tjes en grooten, in alle maten ©n kleuren.
Sommigen zijn in een leuk badpak, an
deren dragen een blous© met een kort
broekje, weer anderen loopen rond in een
pull-over- Een is zelfs in haar gewone
kleeren.
Even opletten, zegt d© assistent.
De muziek speelt tien maten vooraf en
dan dóet ieder op de beurt deze passen,
acht maten lang. Zóó.
Met een paar snelle beenbewegingen
demonstreert de jongeman, wat er vo-,
het „examen" gevraagd wordt.
'Klaar? Ja» daar links beginnen. Een
haalde hij koppig. „Ik weet niet, wat
ik er van denken moet".
,Oh, Arthur, praat er alsjeblieft
niet over", smeekte ik hem. „Ik ben
werkelijk weer heelemaal in orde".
„Ik moet er over spreken", ant
woordde hij en nu kwam er een ge
heel andere klank in zijn stem. „Het
beteekent zooveel voor mijalles
Meg".
„Nee, nee, Arthur". Toen hij me
aankeek, zag ik in zijn oogen een
uitdrukking, die me niet alleen vrees
inboezemde, doch waardoor alles ook
veel moeilijker voor mij werd. Op dat
oogenblik drong het tot me door, dat
hij me liefhad.
Je bent zulk een goede kameraad
geweest", ging ik haastig voort, „en
ik vond het zoo prettig je hier te heb
ben. Jij was als een deel van mijn
tehuis, Arthur, want natuurlijk mis ik
ze allemaal heel erg. Toch is iedereen
hier heel vriendelijk voor me".
,Het geeft niets, Meg, je kunt mij
niet een rad voor de oogen draaien",
ze! hij. „Je bent diep ongelukkig. Ik
vind het verschrikkelijk er over te
moeten praten. Ik heb dikwijls nei
ging dien ellendigen kwajongen half
lam te slaan, doch dit zou natuurlijk
de noodige verwikkelingen ten gevol
ge hebben,,. Hij liet een sarcastisch
lachje hooren. „Wees niet boos op
ZEDEMEESTERS.
Ze gaan door het leven met praatgrage}
monden»
Zc kijken de wereld zoo jammerlijk aan.
Ze jammeren luid over anderer zonden,
En prijzen de hoogheid van 'telgen bestaan!
Zij voelen zich beter, verdiep ter en sterker,
De idealisten met richting en lijn,
Zij leven al jaren bevrijd van den kerker,
Waarin steeds de rest van de wereld
zal zijn!
ry i I-Mlll
Z,e schermen vrijgevig met scherpe
critieken,
Ze hebben de waarheid uit eigen gezag,
Ze deelen de wereld in vele rubrieken,
En voelen zich altijd de held van den dag!
Zij kunnen de read van een ander ontberen,
Ze maken de meening van anderen dood,
Ze staan altijd klaar om brutaal te
poseeretn,
En reiken ons geest'lijke steenea voor
brood
Ze scheppen zich kwesties uit louter
behjagen
In 't schermen met woorden, omstandig}
en leeg,
Ze kunnen geen tegenspraak, wat ooki
verdragen,
Omdat in hun ziel de verloochening
zweeg!
Ze zijn de weldadige autoriteitjes,
Ze reiken aan and'ren genadig hun loon,
Ze schikken hun deugden in eiud'looze
rijtjes;,
En zitten heel hoog in zichzelve
fen toon
Ze gaan door het leven met praatgrage!
mondetn,
Ze kijken de wereld zoo zonderling aan,
Wij hebben gebreken, wij plegen de
zonden,
Zijzelf gaan bevrijd door een zuiver
bestaan!
Verschrompeld© menschjes, met al
Uw bezwaren,
Die nimmer naar geestelijk heil hebt
gezocht.
Eens schrikt ge ontsteld, in den loop
Uwer jaren,
Van wat ge aan 'teind van Uw ziel
hebt gewrocht!
voor één. Acht maten. Ga je gang. Jack
speel niet te vlug
Een kauwgum malende pianist zet zich
in postuur* Een paar jazz-maten... wat
accoorden. Dan doen de meisjes d© pas
sen. Zij vergissen zich niet, zijn niet ver
legen of in de war... ze hebben het al zoo
vaak gedaan. Sammy Lee, schraag op een
stoel, bestudeert die prestaties met inte
resse, met z'n hoofd op de maat van de
muziek mee-bewegend. Een klein blond
meisje struikelt over haar eigen b©en©n.
Dapper gaat ze weer in d© rij staan met
een groote schram 0P haar been en een
pijnlijk gezicht.
Lee steekt zijn hand op. De muziek
stopt.
Heb je je bezeerd? vraagt hij.
N-n-nee, stamelt het meisje bevend.
Breng haar even naar Peggy en
zorg, dat 'tweer in orde komt, comman
deert Lee een van zijn helpers.
Dan gaat het weer verder. Wanneer
de heele rij een beurt gehad heeft houdt
de opper-dainsnieester een korte confe
rentie met zijn secretaris en zijn assis
tenten.
Dat meisje in 't blauw ziet er aardig
uit.... goed figuurtje!. Maar ze kan niet
dansen. Zeg baar, dat ze volgende week
terug moet komen. Dan zet ik baar bij de
nieuwelingen. Die met dat rossige haar
is een leuk type. Noteer haar naam'....!
me, Meg. Ik verzeker je echter, dat
het zoo ontzettend veelja alles
voor me beteekent. Ikikoh,
Meg, ik kan het niet langer voor me
houden. Ik moet het zeggen,"
Ik wilde dit echter beletten, want
ik voelde, dat dit nog het ergste van
alles zou zijn.
Praat er niet over, Arthur'', sta
melde ik. „Ik smeek je: zeg niets. Ik
weet, dat je er verdriet van hebt. Je
bent mijn vriend en ik heb heel veel
behoefte aan vriendschap. Wanneer je
nu iets wilt zeggen, zal ik je geheel
verliezen".
Hij zweeg en ik leunde met mijn
hand op de ballustrade. Even daarna
legde hij de zijne daarop met een
troostend, beschermend gebaar.
,Nee, Meg, dat mag nooit gebeu
ren", zei hij. „Het zou ontzettend zijn,
als je me niet langer als je vriend wil
de beschouwen. Je kunt steeds op mij
rekenen. Het heeft dus geen nut je
te vertellen, wat er in mij omgaat".
,Nee, Arthur", antwoordde ik heel
zachtjes.
,Meg, mag ik je een vraag doen?
Ik hoop niet, dat ik te onbescheiden
ben, maar houd je van dien van
dien ellendeling?"
Ik geloof, dat ik half lachte en
half schreide, toen ik antwoordde
Ja". (Wordt vervolgd).