SLAVERNIJ IN DE 20STE EEUW. Uit de Radiowereld. Koloniën N°. 114 Vrijdag 26 September 1950 117 Jaargang Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes 2, buiten Goes f2,—. Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. 80ESCIE Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd te Goes. ADVERTENTIBN van 1—5 regels fl,20, elke regel meer 24 cent Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentlën worden aangenomen tot 12 uur voorm. Dwangarbeid in de Belgische, Fransche en Britsche Koloniën. Belgische Kolonisatie-methoden. De Internationale Arbeidsraad te Ge- nève heeft op haar laatste vergadering besloten tot de instelling van een stu diecommissie, welke inlichtingen zal verstrekken omtrent arbeidsverhoudin gen onder de inboorlingen der Euro- peesche koloniën. De reden van dezen maatregel is het binnenkomen van tal- looze klachten en protesten van aller lei organisaties uit de tropische kolo niale gebieden ï.z. onderdrukking van inboorlingen, de hen opgelegde belas tingen, dwangarbeid en de machteloos heid van de Europeesche koloniale be stuurslichamen. Met het oog op de crisis, welke op het oogenblik in de Europeesche koloniën ten opzichte van het bovenstaande heerscht, is de in stelling van deze commissie van groot gewicht. Afgaande op de tot nu toe reeds ingediende rapporten, welke na tuurlijk nog uiterst voorzichtig zijn op gesteld en niets positiefs beweren, is de hoofdindruk deze, dat er juist in de koloniën van de grootste mogend heden de meest ongehoorde toestan den bestaan. Frankrijk en vooral Bel gië genieten de twijfelachtige eer de landen te zijn, waar de schaamtelooze uitbuiting en ruWe mishandeling van gekleurde „beschermelingen" hoogtij viert. In de Belgische Kamer bracht kor ten tijd geleden Vandervelde de kolo niale politiek van de Belgische regee ring in den Congo ter sprake. Volgens zijn mededeelingen, welke onafhanke lijk van elke beïnvloeding door hef Belgische Roode Kruis en door de Missie werden bevestigd, zijn er in de laatste tien jaren meer dan 80.000 Congo-negers in slavernij gestorven Men dwingt deze ongelukkigen in de rubber-plantages te werken, waar zij al heel gauw door koortsen en honger omkcmen. Als loon krijgen zij voor een 12-urigen werkdag de kapitale som van 80 centimes; de kosten voor ver pleging worden echter nog van hun „loon" afgehouden. Men prest deze negers tof dwangarbeid; door Belgi sche koloniale soldaten worden zij uit hun dorpen gesleept, geboeid en dik wijls honderden K.M. verder, naar de plaatsen waar zij aan het werk gezet worden, gedreven, zooals dieren naar een slachtplaats. En dat in een „be schaafd" land! Geheele landstreken zijn op deze wijze reeds uitgestorven. In het jaar 1928 slechts 2 jaar ge leden vluchtten meer dan 10.000 ne gers uit het Grensgebied van den Con go naar Brifsch-Oeganda, om niet in slavernij te geraken. Vandervelde eisch- te, teneinde in deze ongehoorde wan toestanden een grondige verandering te brengen, directe samenstelling van een Parlementaire Commissie van On derzoek, welke zich zonder verwijl naar den Congo zou begeven. Deze al leszins billijke eisch werd verworpen met de eigenaardige verklaring, dat het koloniale bestuur reeds een rapport over den toestand in den Congo in be werking had en dat dit binnenkort het parlement ter kennismaking zou wor den voorgelegd. Hoewel de toestanden in de Belgi sche koloniën wel het record van uit buiting, onderdrukking, brandschatting en onrechtvaardigheid behalen, zijn ook Frankrijk en Engeland in dit op zicht niet vrij te pleiten. Reeds sedert lang wordt ook in Frankrijk, zoowel door particulieren als door Rijksamb tenaren, de scherpste critiek uitge oefend op het regeerïngsbeleid van het Koloniale Bestuur ten opzichte van de kleurlingen. Waarschijnlijk wakker geschud door felle aanklachten van verschillende afgevaardigden naar aan leiding van den opstand tegen het Fransche Bestuur in Achter-Indië heeft de Regeering in het moederland nu plotseling een Arbeidsinspectie voor alle koloniën ingesteld. Daarbij bleek het o.a., dat het Koloniale Bestuur in Annam en Tonkin geregeld een groot aantal inboorlingen naar het buiten land transporteerde, teneinde daar op contract te werken. Hoofdzakelijk zond men hen naar de Zuidzee-eilanden. Zij werden door wervers, die daarvoor aan de regeering per hoofd een be paalde belasting betaalden, dikwijls onder valsche voorspellingen overge haald tot het teekenen van een con tract voor een groot aantal jaren. Soms keert er een terug, ziek en berooid, alleen nog het leven rekkend met de gedachte aan de herwonnen gulden vrijheid. De regeering kon deze on- hullingen niet tegenspreken. Zij ver klaarde zich echter bereid tot de „con cessie" voortaan niet meer dan 8000 arbeiders jaarlijks tot dezen dwangarbeid in het buitenland te pres sen. In de Afrikaansche koloniën van Frankrijk ziet het er nog erger uit! Hier zijn het de enorme belastingen, welke speciaal de inboorlingen te be talen hebben en waardoor zij totaal ten gronde worden gericht. In de jaren 1926 tot 1929 bracht de zoogenaamde „hutten-belasting", de fantastische som van H/s milliard francs op. Om tegelijkertijd genoeg „arbeidwil- ligen te hebben, werden er bijzondere „arbeidsbepalingen" voor Centraal Afrika in het leven geroepen, welke voor den neger practisch op slavernij neerkwam. Iedere neger tusschen 15 en 60 jaar kon op bevel van den gou verneur of van één van zijn ambtena ren gedwongen worden tot alle ar beidsverrichtingen, welke de gouver neur voorschreef. Een neger, welke weigerde het hem opgedragen werk te verrichten, werd gestraft met gevan genisstraf van twee maanden of een geldboete van 3000 francs, terwijl daar mede de verplichting tot werken niet werd opgeheven. Het meest ongehoor de is echter, dat de kosten van hef transport van de negers uit hun dor pen naar de plaats hunner werkzaam heden later als „voorschot" weer van hun hongerloon wordt afgetrokken. Dat beteekent, dat de negers nooit uit hun slavernij geraken. Tenslotte nog een en ander over de toestanden in de Zuidzee-koloniën. De wet van 4 October 1929 heeft ook daar den dwangarbeid voor de mannelijke bewoners van Nïeuw-Caledonië inge voerd. Daartoe worden de inboorlin gen geprest tot een arbeidsperiode van minstens 6 maanden. Zij worden naar verschillende vèr-verwijderde streken getransporteerd en daar op de uitge strekte copra-aanplantingen te werk gesteld. De werktijd op deze plan tages bedraagt 16 uren per dag. Het werkloon is vastgesteld op 100 francs per maand; daarvan moet de werk man echter zelf zijn verpleging en zijn belasting betalen. Op eigen gezag zich van de plaats van de werkzaamheden verwijderen geldt als desertie en wordt zwaar gestraft. Ieder, die een ontvluch ten kleurling weet te vangen, krijgt een premie van 25 francs. Het is den op zichters toegestaan „strenge maatre gelen te nemen ter handhaving van de orde". Zij maken daarvan rijkelijk ge bruik. Op de andere Zuidzee-eilanden heerschen gelijksoortige wantoestanden. De Engelsche Koloniale Regeering is over het algemeen humaner in haar besluiten tegen de gekleurde bevol king en ook haar methoden om de in boorlingen aan het werk te zetten, zijn menschelijker dan de Belgische en Fransche praktijken. Daarom zijn de meeste klachten dan ook niet van de koloniën afkomstig, doch meer van de Dominions en uit de Kroondomei nen. In het Engelsche Lagerhuis heeft kort gelegen een afgevaardigde er op gewezen, dat er in den Soedan onder de oogen van het Britsche Bestuur, een levendige slavenhandel wordt ge voerd. De slaven worden in grooten getale uit Abessinië naar den Soedan getransporteerd, waar zij dwangarbeid op de katoenplantages moeten verrich ten. De Engelsche regeering geeft toe, dat er hier iets niet in den haak is, doch verklaart met alle kracht er te gen te willen strijden, waarbij echter de zeden en gewoonten van de be volking zullen moeten worden geres pecteerd". Veel bedenkelijker zijn echter de heerschende toestanden in Britsch - Indië. Volgens een mededeeling van de officieuse „Indische Arbeids-Cou- Dordrecht in feeststemming. In verband met de opening der zeehaven en het bezoek van H. M. de Koningin aan Dordrecht, wordt aldaar van 23 tot 28 September een lïchtweek gehouden. Het verlichte stadhuis. rant" worden er in de Indische vor stendommen nog talrijke slaven gehou den, naar schatting ongeveer 200.000. Handmeesters, hoofdzakelijk Indische vorsten, beschikken over leven en dood De vrouwen en dochters van hun sla ven staan ter beschikking van de Ha rem. Ook kunnen zij hen aan anderen schenken. Behalve deze slaven zijn er tal van Indiërs van de lagere kasten, welke dwangarbeid moeten verrichten. Vooral de boeren worden op alle mo gelijke wijzen onderdrukt. Steeds moe ten zij gereed zijn hun Heer op de jacht te vergezellen of arbeid te ver richten in de Paleizen. Zij worden ge prest om, zonder eenige vergoeding, wegen te helpen aanleggen en van hun oogst moeten zij steeds het beste deel aan hun heerscher afgeven. Weliswaar bestaan deze menschen onfeerende toe standen slechts in de halfzelfstandige vazal-staten, welke tegenwoordig En- geland's politiek tegen Gandhi en zijn aanhangers in het belang en op bevel van hun heerschers verdedigen. Deze immers hebben van het Engelsche Be stuur weinig last ondervonden en ge voelen zich bij de heerschende toe standen het beste. Daarom steunt En geland de slavernij in deze staten, terwijl de Britsche gouverneurs de In dische vorsten op alle mogelijke wij zen in dit opzicht van dienst zijn. Deze verklaringen werden door hef Britsche Ministerie van Koloniën op de laatste Indische Staatsconferentie te Londen noch aangevallen, noch weerlegd! Geheel anders echter zijn de ver houdingen in Zuid-Afrika. Hier hebben de kleurlingen arbeidsbonden gevormd, welke met succes de belangen der ne gers verdedigen. Men heeft hier een groot aantal arbeidskrachten noodig voor de exploitatie van de goud- en zilvermijnen. Volgens mededeelingen van den voorzitter van den Raad van Beheer der Transvaalsche mijnen is het arbeidersvraagstuk tegenwoordig de meest critieke factor geworden voor den economischen toestand van het land. Men heeft minstens 210.000 ne gers noodig, doch er werken op het oogenblik slechts 180.000 kleurlingen in de mijnen. Dit gebrek aan werklie den heeft velerlei oorzaken: in hoofd zaak is het wel te wijten aan het hoo- ge sterftecijfer tengevolge van de heer schende tering, welke vooral in de mijnen, waar ziektekiemen zich snel verbreiden, onder de negers het eene slachtoffer na het andere maakt. Om desondanks over de noodige arbeids krachten te kunnen beschikken, heeft de Zuid-Afrikaansche Regeering be sloten, de negers van de Noordelijke districten in de mijnen aan het werk te zetten. Iedere inboorling, die wei gert een arbeidsovereenkomst te tee kenen, wordt aan een speciale zwaar drukkende belasting onderworpen. Tegen de wetten, welke practisch de wederinvoering van de slavernij be- teekenen, is een storm van protesten, ook van de zijde der blanken gere zen. De bond der arbeiders, welke tegenwoordig reeds meer dan 10.000 leden telt, heeft zich met de arbei dersbonden der blanken vereenigd om gemeenschappelijk deze onmenschelij- ke wetten der Britsche Regeering te bestrijden. Welk een enorme omvang de opwinding en de ontevredenheid onder de negers reeds heeft genomen, bewijst wel de onlangs afgekondigde bepaling van den Minister van Justitie, waarin wordt medegedeeld, dat iedere persoon, die het waagt, onder de ne gers ontevredenheid aan te kweeken over de bestaande toestanden, veroor deeld wordt tot deportage. Eveneens kunnen alle couranten of tijdschriften, die de regeeringspolitiek tegenover de kleurlingen becritiseeren, onmiddellijk in beslag genomen en verboden wor den. Een speciaal hiervoor ingesteld gerechtshof heeft het recht verkregen verdachte personen onmiddellijk te veroordeelen. Verder is er een wets ontwerp ingediend, waarbij alle inboor lingen-arbeidersbonden zullen worden ontbonden en iedere beroeps-organi satie der zwarten wordt verboden. Slavernij in de 20ste eeuw! Wie had dat ooit gedacht? Nog steeds wordt de neger als een lastdier, als een min derwaardige beschouwd. Nog steeds is men er op uit hem uit te buiten, lichamelijk en geestelijk af te take len. In plaats van te trachten hem te verheffen, door het stichten van scho len, worden deze kleurlingen nog al tijd, door stok- en zweepslagen ge dwongen tot sloopenden arbeid, on derdrukt en geminacht, totdat de dood een einde aan hun jammer maakt Hun gezinnen worden uit elkander gerukt, hun vrouwen en kinderen verkocht en dat alles door de „beschaafde" Belgen, Franschen en Engelschen. De radio-censuur. Ook Woensdagavond is weer ingegrepen. Woensdagavond zou volgens het deze week door de V. A. R. A. verzorgde algemeen programma van den Ned. Omroep een door den V. A. R- A.- voorzitter, den heer A. de Vries, te Heerenveen te houden lezing worden uitgezonden, met medewerking van het V. A. R. A.-orkest Toen om 8 uur het tijdstip daartoe was aangebroken, deelde de omroe per echter mede, dat deze rede niet kon worden uitgezonden. De heer De Vries was n.l. pas uit het buitenland teruggekeerd en had geen tijd gehad zijn rede op schrift te stellen, zoodat hij ook niet in de gelegenheid was ge weest deze aan de Radio Omroep Con- 'Dagboekblaadjes, 26 SEPT. Ik heb mij dikwijls af gevraagd wat toch iemand is, die „spreekt als 'n boek". Maar op weg naar Zwitserland (hij is het laatste jaar niet van zijn kantoorkruk af ge weest Red.) heb ik eindelijk zoo iemand ontmoet. Welke plaats geldt uw reis vroeg hij. Genève, antwoordde ik. Aha, zeide hij, waar thans de Volkenbondsconferentie zetelt! Dit is een man van stijl, dacht ik, en ik probeerde hem bij te houden.- Hebt u verloopen week in Den Haag de Landsvorstinne nog gezien informeerde ik. Ik heb inderdaad de Landsvrou we aanschouwd, klaroende het ant woord. In de Residentie waren duizen den dundoeken ontplooid! Er heerschte allerwegen aanzienlijke geestdrift. Het werd een verheven onderhoud, waarin wij elkander geen kamp ga ven. Wij wezen elkander op het „schoone zwerk" en op de „kleine we reldburgers, die zich vermeiden in de sappige dreven langs de spoorlijn" en toen de avond viel op het „flikkeren de firmament"Langs den weg stond een woudreus. Hij spreidde zijn ijle twijgen op de luchten Thuisgekomen, heb ik mijn huisge- nooten van mijn voornaam en bijzon der wedervaren deelgenooten gemaakt. Diep getroffen door de hervonden dis tinctie van de reeds bijna vergeten schrijftaal, hebben wij nog eenige da gen getracht, de illusie in stand te houden. Hoe laat gaan we vandaag peu zelen? placht iemand te zeggen. Daar wou ik juist eens met je over redekavelen, luidde het eenigs- zins misplaatste wederwoord. Of wel: Ga je vandaag naar de Maas stad, de Bisschopstad of de Koek- stad? Neen, ik moet naar de Residen tie en vervolgens naar de Sleutelstad. A propos, kun je mij wat slijk der aarde leenen? Of: Wat staan je kijkers vandaag vermoeid. Ja, ik heb gisteravond tot spade gearbeid in mijn zakenpand. Vanwaar het gesprek overging op eens anders „burgerbehuizing" of „ri ante villa". Na eenige dagen hebben wij onze aesthetische spraakoefeningen als te zenuwsloopend opgegeven. Hetgeen te betreuren is, want reeds genaakt de herfst met het hemelwater en het bij redacties zoo geliefde hemelvuur, om nog te zwijgen van den winter met de witte wade trole Commissie toe te zenden. Daar om heeft deze commissie de uitzen ding van de rede niet toegestaan. Bij wijze van protest heeft de V. A. R. A. den tijd, dat de heer De Vries te Heerenveen zijn rede hield, onge bruikt gelaten. De omroeper deelde, voordat het verdere programma ten slotte werd afgewerkt, mee, dat het in het algemeen niet mogelijk is, zulke toespraken voor een zaal met publiek van te voren op schrift te stellen. Politie voor Curasao. Moeilijkheden met de werving. De Gouverneur van Curacao, de heer van Slobbe, heeft zich schriftelijk tof den Kolonialen Raad gewend met de mededeeling, dat de werving voor de politie in Holland moeilijkheden op levert. Deze moeilijkheden bestaan reeds geruimen tijd. Reeds sedert maanden is burger-politie aangevraagd ten behoeve van den vreemdelingen recherchedienst. Deze aanvrage is tot nu toe geheel zonder resultaat geble ven. Op Dinsdag 23 dezer is een open bare vergadering van den Kolonialen Raad gehouden, waarin scherpe kri tiek is geoefend op de houding van Holland ten aanzien van de kwestie der uitzending van politie-personeel voor Curasao.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina 1