mm
Stadhuis san Goes,
N° ÜO
Woensdag 17 September 1930
117 Jaargangt
De Troonrede.
LINTVELT's BAZAR
Het meisje, dat met
een Koning trouwde
Binnenland
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f 2,
bulten Goes f2,—
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIËN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
Zij, die zich nu als abonné op de
Goesche Courant opgeven, ontvangen
de tot 1 October a.s. verschijnende
nummers kosteloos.
Niet blijmoedig, maar kort
en bondig.
Als we de troonrede, waarmede de
Coningïn gisteren het nieuwe zittings
aar van de Staten-Generaal heeft ge-
-pend, moesten karakteriseeren, dan
zouden we haar: „Kort, en bondig
noemen.
Zonder voor vele uitleggingen vat
baar zijnde en daarom weinig zeggen
de opmerkingen, waarmede troonreden
doorspekt plegen te zijn, heeft de
landsvrouwe gisteren gewezen op den
weinig rooskleurigen toestand, waarin
ons land, niet minder dan andere lan
den in de wereld, verkeert.
De troonrede spreekt van den eco-
nomischen wereldcrisis, dien ook op
land zware schaduwen werpt, van den
slechten gang van zaken in land- en
tuinbouw, van vermindering der in
komsten van de schatkist. Zij oordeelt
zeer juist dat de vermindering der in
komsten de normale stijging der uit
komsten niet zal kunnen tegengaan,
en zij trekt daaruit de eenig voor de
hand liggende conclusie: „Daarom zal
buitengewone beperking in het nemen
van maatregelen welke offers van
's Rijks schatkist vergen, in de naaste
toekomst plicht zijn".
Verwacht kan dus worden dat tegen
een te ver doorvoeren van tal van
sociale maatregelen (waarmede we de
laatste jaren al aardig op dreef wa
ren) op kosten der gemeenschap, ge
waakt zal worden. Hetgeen voor ve
len een verblijdende en geruststellende
uitlating zal zijn.
Onder de middelen, die gezocht zul
len moeten worden teneinde de hui
dige moeilijkheden te boven te komen
treffen we gelukkig de protectie niet
Wel hervorming van de economische
voorlichting (reeds in de troonrede
van het vorig jaar genoemd), en ver
sterking van de internationale samen
werking.
Onder de nieuwe wetsontwerpen, die
de troonrede aankondigt, komen voor
al naar voren de herziening van de
lager onderwijswet 1920, de publiek
rechtelijke regeling voor de collectieve
arbeidsovereenkomsten, en een nieu
we veiligheidswet.
Ook in dit zittingsjaar zal aan de
verbetering van het verkeer te land
en te water gewerkt worden.
De troonrede verzwijgt den invloed
van den economischen crisis op de Ko
loniën evenmin als de zorg, die in
deze dagen in die Koloniën de staat
in koper.
Hoek Koningstraat - Magdalenastraat.
51
FEUILLETON
DOOR ALICE HEATH HOSKEN.
Vertaald door Dicky Wafelbakker.
Met deze woorden, waarvan ik de
waarheid volkomen inzag, vertrok ze
en ik ging wat liggen. Tot nu toe heb
ik zitten schrijven, maar het is thans
tijd voor mij me te gaan kleeden.
Ik kan het niet helpen, doch ik
ben blij, dat Stephanie van een en
ander op de hoogte is.
Uit het dagboek van H. M.
de Koningin van Lostrasia.
Zomer-Paleïs. Gritna.
Sinds gisteren lijkt het me, alsof ik
een ander mensch bgn geworden. Ik
geloof bepaald, dat ik hard en ge
voelloos word, zoodat alles mij koud
laat. Gisteren heb ik een proef door
staan, want ik maakte twee afschu
welijke scènes mede, die me een paar
kundige verhoudingen baren.
Het stemt tot verheuging dat de
bestuurshervormïng, die in Java en
in Madoera haar beslag heeft gekre
gen, ook in de buitengewesten zal wor
den ingevoerd.
Zooals men ziet: in orakeltaal is
deze troonrede niet gesteld. Zij ne
geert een en ander, o.a. de moeilijk
heden met de radio-omroepen, de
plannen inzake de werkloozenzorg, de
verhouding tot België, maar de za
ken, die behandeld worden, worden
klaar en open behandeld.
Dat het beeld van den huidigen toe
stand in ons land, hetwelk de troon
rede oproept, geenszins een blijmoe
dig karakter draagt, is niet te ontken
nen. Deze blijmoedigheid puurt ech
ter de grootste optimist heden ten
dage ook niet meer uit de werkelijk
heid.
Jammer dat uit de troonrede een
machteloosheid jegens de naaste toe
komst naar boven komt, voor zoover
de crisis betreft.
Opening Staten-Generaal.
Groote belangstelling;
de troonrede.
Onder buitengewoon groote belang
stelling is gistermiddag de vereenigde
zitting van de Staten-Generaal dooi
de Koningin geopend.
Het is op den openingsdag altijd
druk in Den Haag, maar ditmaal was
de belangstelling van het publiek voor
de altijd indrukwekkende gebeurtenis,
al zeer groot.
Ruim half één werd voor het pa
leis in het Noordeinde begonnen met
de opstelling van den stoet. Voorop
het commando cavallerïe met den re
gimentsstandaard. Daarachter het vrij
willige muziekkorps der huzaren. Hier
bij reed o.a. ook de commandant van
het tweede regiment huzaren mede.
Eenig personeel van het koninklijk
staldepartement kwam vervolgens en
hierachter sloten de verschillende ga
lakoetsen aan. In het eerste rijtuig
was gezeten de kamerheer-ceremonie
meester der koningin, baron Van Har
denbroek. In het tweede rijtuig had
o.a. baron Van Geen, particulier se
cretaris der koningin, plaats genomen;
C. S. Sixma baron van Heemstra, par
ticulier secretaris der koningin-moe
der, en baron Baud, kamerheer ter
beschikking van prinses Juliana, za
ten in de derde galakoets. De daarop
volgende rijtuigen verleenden plaats
aan verschillende grootofficieren, aan
de grootmeesteres van het huis der
koningin en die van het huis van de
koningin-moeder.
De opperceremonlemeester, graaf Du
Monceau, reed in een aparte gala
koets vóór den gouden koets, waarin
de geheele koninklijke familie gezeten
was. De koning-moeder naast de ko
ningin, prinses Juliana en prins Hen
drik tegenover haar. De gouden koets
werd getrokken door acht paarden,
naast elk paard een koetsier en aan
elke zijde van de koets vier lakeien.
De vier vorstelijke personen droegen
allen het lint van het grootkruis van
den Nederlandschen Leeuw.
maanden geleden ontzettend aange
grepen zouden hebben. Ik meen, dat
ik me heel flink gedroeg en ik her
inner me niet iets anders gevoeld te
hebben dan een zekere woede, terwijl
ik gedurende het tweede twistgesprek
zelfs eenigszins geamuseerd en zeer
opgewonden was.
Ik denk niet, dat iemands hart meer
dan eens gebroken kan worden.
Het was op den dag van het ver
trek der Koningin-Moeder. In den
morgen bracht Baron Waldemar, die
nu officieel bij haar hofhouding is
ingediend en dus niet meer tot de
onze behoort, een van haar deftige
boodschappen. Ik vermoed, dat mijn
opvoeding voltooid is. Ik schiet zeer
zeker heel aardig op met de taal, hoe
wel deze buitengewoon moeilijk is.
Het spijt me, dat ik den goeden
man nu minder zal zien, en toch voel
ik, dat hij werkelijk belang in me zal
blijven stellen en ook een zekere ge
negenheid voor mij heeft
De boodschap luidde of Hare Ma
jesteit (hiermede werd ik bedoeld),
zoo welwillend zou willen zijn Hare
Majesteit Augusta eenige ©ogenblik
ken vóór haar vertrek te ontvangen.
Verschillende hooggeplaatste offi
cieren te paard vormden het escorte
der koninklijke familie. Een detache
ment huzaren sloot eindelijk den stoet.
Duizenden hadden zich opgesteld
langs den weg, dien de Koninklijke
stoet had af te leggen en de Kon. Fa
milie werd door een langs den weg
geschaarde menigte met groot enthou
siasme begroet.
De Ridderzaal bood als altijd dooi
de vele schitterende uniformen een
prachtigen aanblik.
De vergadering werd gepresideerd
door den heer Mr. D. L. baron de
Vos van Steenwijk, voorzitter van de
Eerste Kamer.
Deze opende te half één de ver
gadering en liet daarna voorlezing
doen van het Kon. besluit van 6 Sep
tember 1930, waarbij hij tot voorzit
ter benoemd werd.
Tot leden van de Commissie van
ontvangst en uitgeleide werden aan
gewezen de heeren Fock, van Citters,
de Gijselaar, van Sasse van IJsselt en
Kranenburg, leden van de Eerste Ka
mer en mevr. Anient, mevr. Bakker-
Nort en de heeren van Vuuren, Rut
gers van Rozenburg, Bongaerts, Rid
der van Rappard, van Dijk, Slotema-
ker de Bruine, van Kempen en v. d.
Bilt, leden van de Tweede Kamer.
Eenige oogenblikken later kondigden
kanonschoten aan, dat de Koningin
vergezeld van de Koningin-Moeder,
Prins Hendrik en Prinses Juliana, het
paleis hadden verlaten.
Bij de Ridderzaal aangekomen, wer
den de vorstelijke personen door de
aangewezen commissie ontvangen en
binnengeleid.
Nadat H. M. de Koningin op den
troon had plaats genomen, plaatste
zich de Koningin-Moeder rechts van
H. M., terwijl Prins Hendrik en Prin
ses Juliana links van haar plaats namen
Hierna sprak de Koningin de na
volgende troonrede uit:
Te midden van U, leden der Staten-
Generaal, kan ik den toestand des
lands, al stemt veel tot erkentelijk
heid, niet onverdeeld gunstig heeten.
De economische crisis, die zich over
de geheele wereld doet gevoelen, heeft
ook zoowel in het Rijk in Europa als
in de Overzeesche gewesten tot ern
stige gevolgen voor het bedrijfsleven
geleid. Hier te lande maken in het
bijzonder verschillende takken van on
zen land- en tuinbouw moeilijke tijden
door. Groote krachtsinspanning en
wijs beleid zullen met Gods hulpmoe
ten voeren naar betere tijden. Onder
de voorzieningen welke zullen moeten
worden getroffen om de moeilijkheden
te overwinnen, treedt de hervorming
van de economische voorlichting op
den voorgrond. Daar echter de crisis
de geheele menschheid drukt, is zelfs
van de best voorbereide en ten uit
voer gelegde maatregelen weinig vrucht
te verwachten, indien zij niet door-
oprechte internationale samenwerking
in hun kracht worden versterkt.
Ook met het oog hierop blijft mijn
voortdurende aandacht gericht op het
bevorderen van betere internationale
verhoudingen. De zeer vriendschappe
lijke aard van de betrekkingen, die
wij met de andere mogendheden on
Ik wist, wat dit beteekende. Natuur
lijk lief ik zeggen, dat ik over tien
minuten op haar kamers zou komen,
daar het mij bekend was dat zij vroeg
zou vertrekken.
Ze was reeds gekleed voor de reis.
Ze draagt nog altijd zwart en lich
ten rouw, niettegenstaande haar echt
genoot al zoo lang dood is. Er lag een
zeer besliste uitdrukking in haar oogen
en als ze zoo kijkt, doet ze me denken
aan een eigenwijs vogeltje. Ik bemerk
te aan de koude wijze waarop ze me
opnam, dat mij een zedepreek wachtte.
Dit was dan ook inderdaad het ge
val. Eerst begon ze een afkeurenden
blik op mijn japon te werpeneen
snoezig toilet van zijden mousseline
met witte en blauwe moesjes, korte
mouwen gemaakt van kleine fluwee-
len steekjes, terwijl het ceintuur van
lichtblauw fluweel is. Haar oogen ble
ven plotseling rusten op dat gedeelte,
waar de rok eindigt en mijn blauw
zijden kousen zichtbaar werden. Toen
zei ze, dat ik me heel slecht gedroeg,
flirtte met Arthur en Max verwaar
loosde. Om kort te gaan, mijn op
treden was niet, zooals men dit van
een Koningin verwachtte.
dervonden, vormt voor dit streven
den onmisbaren grondslag.
Een donkere schaduw wordt door
de ingetreden crisis geworpen over
den toestand van 's Rijks financiën.
Niet alleen zal het gunstig verloop
van de opbrengst der middelen zooals
dit in de laatste jaren werd gezien
een einde nemen, maar ook van een
normale stijging der middelen zal eer
lang geen sprake meer kunnen zijn.
Anderzijds zullen de natuurlijke oor
zaken welke tot een normale stijging
der uitgaven leiden, haar werking on
verzwakt blijven behouden. Naast
voortgezette versobering van 's Rijks
dienst door reorganisatie, zal daar
om buitengewone beperking in het ne
men van maatregelen welke offers van
's Rijks schatkist vergen, in de naaste
toekomst plicht zijn.
In Nederlandsch-Indië openbaren
de gevolgen van de crisis zich reeds
in een sterke daling van de opbrengst
der landsmiddelen. De uiterste zorg
zal vereischt zijn om het evenwicht
in de Indische begrooting te bewaren
zonder de grondslagen van welvaart
en volksontwikkeling aan te tasten.
Verschillende ontwerpen van wet
zullen bij U aanhangig worden ge
maakt. Naast andere ontwerpen van
justitïeelen aard zal U een voorstel
van wet betreffende de rechtsverhou
dingen ten aanzien van handelsagenten
en handelsreizigers worden aangebo
den. Een voorstel tot wijziging van het
reeds eerder ingediend ontwerp van
een cursus-wet zal U spoedig berei
ken. Een ontwerp van wet tot herzie
ning van de lager onderwijswet 1920
zal, naar ik vertrouw, nog in dit zit
tingsjaar bij U worden ingediend. Een
wetsontwerp betreffende de rechtspo
sitie der militairen kan spoedig wor
den tegemoet gezien.
Blijvende aandacht wordt geschon
ken aan de spoedige totstandkoming
van verbeteringen in de wegen te land
en te water en thans in het bijzonder
aan den bouw van vaste bruggen over
onze groote rivieren.
Een wetsontwerp inzake de bedrijfs-
raden nadert zijn voltooiing. Tegelijk
daarmede zal worden ingediend een
in ontwerp gereed zijnd voorstel be
treffende de publiekrechtelijke rege
ling van de collectieve arbeidsovereen
komsten. Voorts zijn ontwerpen voor
een nieuwe veiligheidswet en voor een
wijziging van de stuwadoorswet voor
bereid.
De ontwikkeling van de staatkundige
verhoudingen in Nederlandsch-Indië
vordert bij voortduring aandacht. De
invoering van de bestuurshervorming
heeft over geheel Java en Madoera
haar beslag gekregen. De geleidelijke
doorvoering van die hervorming in de
buitengewesten is in voorbereiding.
Het overleg omtrent wetgevende maat
regelen om principieele beperking te
brengen in het stelsel van arbeïds
overeenkomsten onder strafbedreiging
is zoover gevorderd dat een desbe
treffende ontwerp-ordonnantie eer
lang in Indïë in openbare behande
ling zal kunnen komen.
De economische toestand van Suri
name welke ook den terugslag onder
vindt van de daling der marktprijzen
van de voornaamste landbouw-voort-
Ik vrees, dat ik onvergeeflijk bru
taal was. Ik kon me niet langer in
houden, en zei ronduit en onbe
schaamd, dat ik alles van Max en Ma
dame Valona wistIk moet be
kennen, dat zij ontzettend schrok. Ge
durende twee minuten kon ze geen
woord uitbrengen en liep woedend de
kamer op en neer, terwijl ze met haar
stok op den vloer stampte.
Daarna ging ze weer zitten, en ze
zag zoo bleek als een doek.
„En natuurlijk gooi je alle schuld
op Max", zeide ze.
„En U spreekt hem heelemaal vrij",
bracht ik nijdig in het midden.
„Dat is volkomen onjuist, Marga
ret", antwoordde ze op haar waardig-
sten toon. „Ik ontken volstrekt niet
dat hij schuld heeft, doch ik kan met
het oog op de vele verleidingen, waar
aan een jonge man van zijn positie
is blootgesteld, toch tot op zekere
hoogte verontschuldigingen voor hem
vinden. Eerlijk gezegd, moet ik be
kennen, dat die bewuste vrouw bui
tengewoon aantrekkelijk is. Niettemin
vind ik het afschuwelijk, dat je alles
te weten bent gekomen".
„Dat kan ik me indenken", zeide ik.
Dagboekblaadjes
17 SEPT. Is het eigenlijk niet
merkwaardig, dat het ons voldoening
Iemand te zien loopen met den hoed
op, dien wij niet wilden koopen, om
dat we hem leelijk vonden;
te lezen, dat de maatschappij, waar-
en men getracht had ons aandeelen
aan te smeren, voor de tweede maal
geen dividend uitkeert;
dat het brutale dienstmeisje, dat wij
hebben ontslagen, bij haar afscheid
een bedrukt gezicht zet;
dat onze chef den naam van een
Aziatisch staatsman, die ons toeval
lig was bijgebleven (of het telefoon
nummer van een zakenrelatie, dat we
uit ons hoofd hadden geleerd) ver
geten bleek;
in de krant te lezen, dat een ons
onbekende naamgenoot zich met glo
rie heeft overladen;
dat de trein vertrekt terwijl we nau
welijks gezeten zijn;
geheel alleen in een coupé niet-roo-
ken zittend, een geheele sigaret op te
r00 ken;
getuige te zijn van den uitbrander,
dien de conducteur onzen rookenden
medereiziger in de niet-rook-coupê
dal de reiziger tegenover ons, die
zooeven zijn nagels heeft schoonge
maakt en daarna uit een papiertje een
broodje met bloedworst at, bij een
bocht een valies op' zijn hoofd krijgt;
dat onze rijke vriend, die een va
cant iercis naar Amerika heeft ge
maakt, op de heen- en terugreis zee
ziek is geweest;
dat de tachtig kiekjes, die onze be
voorrechte nichtjes uit St. Moritz
hebben meegebracht, eigenlijk alle
maal op elkaar lijken;
dat de buitengewoon goed film, die
wij hebben gezien, niet wordt gepro
longeerd;
dat iemand uit onze omgeving een
ons eigen zeggingswijze heeft overge
nomen;
een kennis te hebben, die zich van
niets heeft opgewerkt tot een man van
beteekenis;
een aardig jong meisje dezelfde bloe
men te zien uitzoeken als wij zooeven
hebben gekocht;
met onze familie doorweekt thuis
te komen, nadat wij hebben voorspeld
dat het zou gaan stortregenen?
brengselen van het gewest blijft ge
drukt. Die van Curacao geeft reden
tot voldoening.
Met den wensch dat God zijn ze
gen aan Uwen arbeid moge schenken,
verklaar ik de gewone zitting der Sta
ten-Generaal geopend.
Hierna verliet de Koningin, bege
leid door de commissie van uitgeleide
de vergadering.
Asp
[m bïi v
TAB
bij verkoudheden
en rheumaliek
Weiger namaak en Iet er op dat op elke
tablet het woord "Bayer" staat. Pr(|s 75 els.
„Wat bedoel je daarmede?" vroeg zij
Ik was thans buiten mezelf van er
gernis.
„Ik bedoel, dat toen U een tijdje
geleden Max er toe aanspoorde hef
met mij goed te maken, U verwachtte
dat ik er op in zou gaan en onmid
dellijk in zijn armen vliegen".
Ze keek me op een onbeschrijflijk
koude wijze aan. Zoo klein als ze is,
zag ze er zeer vorstelijk uit.
„Ik begrijp je niet, Margaret", zei
ze. „Ik heb mijn zoon tot niets aan
gespoord. Het spreekt vanzelf, dat hef
mij is opgevallen, dat alles tusschen
jelui beiden niet zoo was als het zijn
moet, en beschouwde ik dit van zulk
een groot belang, dat ik besloten had
vanmorgen voordat ik vertrek, hier
over te spreken. Ik had gehoopt, dat
het vanzelf wel in orde zou komen,
en rekende op de betere gevoelens
van Max en de liefde voor zijn land.
Ik geef toe, dat ik bitter teleurgesteld
in hem ben. Bovendien maak ik mij
ongerust over andere dingen, welke
er in het land gaande zijn. Zooals je
weet gaat het land bij mij boven alles
en zoo moest het ook met Max en
jou zijn". (Wordt vervolgd).